I
No. 665.
fi oensdag 50 November 18JLÏ.
8'' Jaai'i»'.
/I ÏJ
N i ii ws- e ii Advertentieblad
voor Zee u wsch - V I a a n d e ren.
F. i>l ELFMAN,
AXEL.
Uit de Pers.
FEUILLETON.
HET PORTRET.
I>it Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor Bei.gië 80 cent. Afzonder!. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
A d v e r t e n t i n van 1 tot 4 regels 25 oent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
De Amst. D. v. N. bevat onder den
titel „Het zingen op straat en de politie''
het volgende artikel
Dat er eene interpellatie tot den burge
meester zou gericht worden over het op
treden van de politie op Dinsdagavond
bij het uitgaan der meeting in Frascati,
was te verwachten.
Het feit, waarover men tamelijk alge
meen ontevreden zich betoonde, bestond
niet in de poging van politie-agenten om
zich te verdedigen, toen zii in het ge
drang waren gekomen, maar in het dade
lijk handelend optreden van de politie,
tegenover een groote volksmenigte, die
een vergade: ingslokaal verliet en zich be
vond op een smalle gracht. - En deze
ontevredenheid uitte zich te scherper, om
dat het doel, dat de politie zich stelde
het zingen van een deel der volksmassa
te beletten, op die plaats en opdatoogen-
blikonmogelijk te bereiken was, zonder
honderden onscbuldigen in gevaar te
brengen.
Dit laatste staat dermate als een paal
boven water, dat er geen verwrikken
aan is. Geen enkele opmerking of me-
dedeeling van den burgemeester heeft
dit feit ook maar voor een gering deeltje
ontwricht.
En bij deze waarheid, een waarheid
ook voor den heer Meinesz, al staat zij
te lezen in een krant komt nog iets,
dat het publiek mindei zacht over deze
politiehandeling en dit politiebeleid deed
oordeelen.
De burgemeester wil niet, dat er op
straat gezongen zal worden. Waarom
hij dat niet wil, is niet bekend. De mo-
16.
NOVELLE van
OTTO GRINDT.
De schilder zag hem scherp aan Van
waar heb ik het geluk u bekend te zijn,
mijnheer v. Ingermann, als ik goed
gehoord heb
Deze knikte en zeide met een betee-
uisvolle uitdrukking in zjjne stem Mijn
jonge vriend Reinwald was gisteravond bij
me.
Robert riep Asmus met vuur uit. Dan
begrijp ik het! O. zoo gij voor den
braafsten aller menschen hier aan deze
plaats iets doen kunt. zoo zou ik u le
venslang dankbaar zjjn Ik heb niets
meer noodig tot mijn geluk, ik neein het
hoogste mee mejuffrouw Luitgard bemint
me
Mijnheerviel Goldbaum hem in de
rede. zijn gedwongen zwijgen verbrekend
Asmus bleet onbevreesd. Ge hebt dat
lieve hart tot die bekentenis gedwongen
nw wil was het, dat ik zou luisteren, dat
is gebeurd, geen sterveling neemt het meer
terug! Weder maakte hjj eene buiging
tegen beiden, ging heen en wierp nog een
laatsten blik vol vertrouwen op den raads
heer, die dien blik goed begreep.
x 11 11
tieven voor het verbod van zingen zijn
nooit medegedeeld. De burgemeester wil
bet eenvoudig niet, en daar zelfs zeer
scherpzinnige menschen onmogelijk kun
nen zeggen, of er een wets- of verorde
ningsbepaling bestaat, die hem als over
heid gebiedt dat niet te willen, leeft een
zeer groot deel der burgerij in deondei-
stelling, dat de heer Meinesz niets anders
dan zijn eigen toevaliigen wil baar wil
opdringen als wet.
Den heeren Coltof en Geel is wel ge
antwoord, dat het zingen verboden was,
maar geenszins aangewezen eenig artikel
uit verordening of wet, hetwelk hem
recht gaf zulk een verbod uit te vaar
digen. En, gisteren, den heer Gerritsen
ging het niet beter. Wat ik doe, doe ik,
was Meinesz bescheid. Wie meent dat
ik buiten het recht, mij door wet en
verordeningen gegeven, ga, klage mij
aan.
Terecht of ten onrechteeen groot
deel van het publiek ziet in het verbod
dat op zoo onmogelijke wijs dien
Dinsdagavond gehandhaafd moest worden
iets willekeurigs. En behalve iets wil
lekeurigs, iets overtolligs, iets ten eenen
male onnoodigs.
Wat voor kwaad, zoo vraagt men,
steekt er nu in dac zingen
Een onschuldiger manier om zjjn hart
lucht te geven, bestaat er niet.
Wanneer er door het publiek baldadig
heid wordt gepleegd, met steenen wordt
geworpen, glasruiten worden stuk gesla
gen, enz. enz. natuurlijk dan moet de
politie tusschenbeide komen, en, op ge
vaar af van onscbuldigen te treffen, de
schuldigen trachten te bereiken en in
hechtenis te nemen maar zingen
den bankier weudend, zoo eenigszins he
grijpen, wat hier vooi gevallen is, waarde
vriend
De man in de kamerjapon snakte als
een visch naar luchtDie knaap bezit
eene onbeschaamdheid
Kom, viel gene hem bedaard in de rede,
ge overdrijft alles in uwen opgewonden
toestand. Vermetel mag de ionge manzijn
maar onbehoorljjk is zijne handelwijze
niet te noemen. Gij zelf zijt de ooi zaak
van het gebeurde. Het was onvoorzich
tig van u.
Kon ik denken, verdedigde Goldbaum zich
zelf, dat mijne dochter een mensch, dien
zij een enkelen keer gezien en gesproken
heeft
In haar hart zou opsluiteu vervolgde
de raadsheer vragend. Ik ken de bijko-
komende omstandigheden, die er toe me
degewerkt hebben, beter dan gij, mijn
waardeWanneer een jong meisje ver
neemt, dat een onbekend haar eigen» ge
zien en uit zijn geheugen een portret van
haar geschilderd heeft, dan zou ze wel
niet goed bij zinnen moeten zijn, zoo de
geheimzinnige vereering van den kunste
naar haar niet voor hem innam.
De bankier luisterde opmerkzaam toe.
Wat Heeft hij Luitgard geschilderd
Hij is nog aan het werk. Zij hoorde
het onlangs op een avond te mijnen huize;
ik stond er juist bij, toen dokter Rein
U
Is het nu de moeite waard, indien men
dat als een euvel beschouwt, bet op zulk
een wijs te keer te gaan
Ja, zal men zeggen, dat zingen was
verboden.
Het gezag moet onvoorwaardelijk ge
hoorzaamd worden.
Zingen op zichzelf moge onschadelijk
zijn zingen moge, ais het niet valsch
geschiedt, zelfs aangenaam zijn om te
nooren maar heeft de burgemeester eens
gezegd, gij moogt op straat geen lied
aanheffen, en gij doet het toch, dan wordt
het gezag weerstaandat gezag lijdt,
indien dit straffeloos gebeurt, schade
en wordt het gezag verzwakt, dat is het
allerergste wat kon voorkomen, want
daardoor zal de openbare oide in de
toekomst steeds meer worden bedreigd.
Het gezag is zulk een teere zaak
Dit laatste is waar. Het gezag is een
teere zaak.
Maar moest juist die overwegen niet
leiden tot eenige voorzichtigheid
Indien het gezag, heeft het eens ge
sproken, met zijn woord niet mag laten
spotten moet het dan buitengewoon
voorzichtig zijn vóór het spreekt?
En is het dan niet werkelijk gevraaljjk
den arbeid voor bet gezag op zoo na
drukkelijke wijs afhankelijk te stellen
van het opvolpen van een verbod be
treffende bet zingen op straat? Wan
neer een groot aantal burgers nu eens
den lust mocht gevoelen, om dat gezag
te tarten, bestaat er dan wel een gemak
kelijker middel om zijn doel te bereiken,
dan een deuntje te zingen De verga
deringen van de arbeiders zijn in onze
stad legio, - en hoe zal men deze lie
d6n verhinderen, bij groote of kleine
van den kunstenaar te verraden.
En ik heb zezelf daar gebracht, zeide
Goldbaum, zonder zelf bijna te weten, wat
hij zeide. Maar uw doktei Reinwald,
mynheer, is het onbcschaamdste wezen der
wereld
Ingermann wenkte met de hand, om hem
tot bedaren te brengen Ik weet alles hij
heeft me zijne misdaad tegen u bekend.
Dat deze ontstond uit het voornemen, om
zijn vriend dienstig te zijn -
Kan hem dat rechtvaardigen zeide de
bankier, weder driftig wordend.
De raadsheer schudde zijn hoofd Maar
hop, wanneer die geschiedenis een ander
overkomen was en u ter ooren kwam? Ge
zoudt ip uw vuistje lachen en zelf de zaak
toejuichen. Is 't niet zoo Ja, want ge
zwijgt. Nu gevoelt ge u zwaar beleedigd
en gekrenkt, mijn waarde Goldbaum ik
wil openhartig zijn, een vleier ben ik bo
vendien nietReinwald zou nooit op de ge
komen zijn u in de val te lokken wanneer ge
er zelf geene aanleiding toe gegeven hadt.
Ik riep de bankier ontsteld.
Ge kunt me de deur wijzen of Diet,
maar ik moet bet u zeggen Ge hecht
aan uwen jongen adel een gewicht, waar
door achter uwen rug menigmaal over u
gelachen wordt. Onze tijd is er zelfs on
verschillig, onder al kan iemand twee en
dertig adellijke kwartieren van voorouder-
aanwijzen en beroemt zoo iemand zie
troepen, op straat of gracht, telkens op
het onverwachts een lied aan te heffen?
Zal nu de politie bij al die vergaderingen
alö zij uitgaan, op haar post moeter, zjjn,
en de menschen op straat moeten ver
gezellen om er voor te zorgen, dat zij
niet zullen zingen? Men kan toch niet
maken dat de personen, die bij honder-
don een lokaal verlaten, dit op zekeren
afstand van elkaar. twee aan twee, zul
len doen, en steeds bewaakt door agen
ten, die hen naar huis brengen. Men
behoeft de Amsterdamsche socialisten
maar weinig te kennen, om te weten,
dat er met dit verbod te handhaven voor
de politie werk aan den winkel zal komen.
Wij voor ons gelooven niet, dat aan
het verbod de bami kan gehouden wor
den, en wij meenen dat het beter is geen
wetten of geboden uit te vaardigen, tot
wier stipte nakoming men niet kan
dwingen. Juist door bet geven van zulke
verbodsbepalingen lijdt het gezag het
meest nadeel.
Naar ons oordeel is de heer Meinesz
met zijn verbod van zingen op den ver
keerden weg gekomen Onder zijn be
stuur heeft men tot dusverre over de
politie, in haar optreden tegen volks
massa's, niet te klagen gehad. Steeds
is gebleken dat het volk, waar de politie
bet vrijheid van beweging gunde, zich
niet aan eenig misdrijf schuldig maakte.
Door nu, op eens, met het zingen, het
zoo ernstig op te nemen, brengt hij zijn
politie in een allermoeielijkst geval, want
hij dwingt haar tot een o. i. onmogelijk
betoon van beleid en alomtegenwoordig-
de kruistochten gestreden hebben, dan
twjjtelt men aan zijne verstandelijke ver
mogens. Werp in de schaal, wat ge door
u zelf, door uwe kracht en uwen arbeid
bereikt hebt, iedereen zal het laten gel
den Gij hebt tot nog toe het ongeluk
kiger deel gekozen en u den roep van
dwaze verwaandheid gegeven
Mynheer
't Is niets anders, mijn vriend Maar
ge hebt, en daarop wilde ik juist in -lit
oogenblik den klemtoon leggen, nu Imt
middel in de hand, om den Ia.-,ter den
mond te stoppen, de wereld anders over
u te laten oordeelen en hen. die u stee ls
laken, in oprechte bewonderaars te ver
anderen In uwe Luitgaid stroomt het
aangeborene, burgerlijke bloed
Ge wilt, me toch niet, viel Goldbaum
hem in de rede, der schilder
Als schoonzoon aanbevelen voleindig
de Ingermann den zin. Mopten nwe doch
ters liever, ojMat er maar stamboomen in
de tamilie k- nen, boomstammen liuuen,
houterige, niets betpekenende personen,
die het slechts om het geld te doen is en
den schoonvader weldr i over den scho .der
aanzieD Geeft ge aan zulke eene toe
komst de vooi keur oi aau den dankbaren
zegen uwer kinderen tot over hel r. f
en aan schoonzonen, die als wakkei e man
nen een eervol beroep uitoefenen, hunne
vrouwen van harte liefhebben, het ver
mogen slechts als eene aangename Io« lt;ft
beschouwen, en u den vader, steeds n et
war^inojrachrini^ighandMmi^—^