No. 061. Woensdag 23 November 1892. 8( Jaar<^. Nieuws- en Advertentieblad ÖÖJ voor Z e e u wsc h - V laandereii. F. DIELEMAN, AXEL. Dit de Pers. FEUILLETON. HET PORTRET. AXELSCHE COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. De Niewe Rott. Crt. heeft een vijftal opstellen gewijd aan de bedrijfs en be roepsbelasting. Aan het einde daarvan schrijft het blad Wanneer wij ten slotte onzen indruk van bet geheel willen wedergeven, dan be ginnen wij met de erkenning, dat het hoofddenkbeeld van deze belasting vol komen juist is, en dat het wetsontwerp veel goeds bevat. Tal van bepalingen ge tuigen van de bekwame hand van den minister, die het deed samenstellen, en die zeker beter dan iemand anders be rekend is, om noodig gebleken verbete ringen aan te brengen. Te wenschen is in de eerste plaats aanmerkelijke verlaging van tarief, in dier voege dat aanslagen beneden de 2000 en 2500 verminderen tot ongeveer de helft van het voorgestelde bedrag. Een gevolg daarvan zou natuurlijk zijn, dat ook de cijfers der ihoogere klassen, be paaldelijk van de eerstvolgende, eenigs- zins worden gematigd, en dat van den anderen kant de grens van geheele vrij stelling hooger wordt gesteld. Van rijksopcenten op deze belasting behoeft geen sprake te zijn. Men vreeze niet dat de heffing, aldus besnoeid, geen voldoenb equivalent voor de opbrengst der af te schaffen patentbelasting zou geven. In dit opzicht kan de uitslag in derdaad zonder eenige bezorgdheid worden afgewacht. Blijkt een andere uitweg niet mogelijk om te gemoet te komen aan het bezwaar dat de gemeenten volgens het voorstel in verband met de vermogensbelasting Novelle van T T O GRJ N D T. Plotseling schoot den schilder eene ver metele gedachte door het brein het oo- genblik te gebiuiken om den tegenstander te verpletteren en het overige moest dan maar worden afgewacht. Hoogstens kan ik de deur uitgegooid worden zeide Paul tot zichzelven. Hij zag den rijken man flink aan, en antwoordde dezen Neem me niet kwalijk, mijnheer, maar u vergist ik ken het hart uwer tweede bevallige dochter beter, dan ge wel denkt en wed met u, dat mejuffrouw Luitgard me tot echtgenoot zou nemen, wanneer ge uwe toestemming gaatt Mijnheer! De zijden kamerjapon viel met deszelfs drager in den leuningstoel terug. Asmus bleef hem voortdurend aanzien: Mijnheer v. Goldbaum, in uwe ontstelte nis ligt eene beleediging voor mij opge sloten Ik geloof niet, dat ik mezelven te hoog geschat heb, maar ik zeg u, dat ik evenmin in staat ben geringschatting te verdragen. Ik ben kunstenaar, en gjj zelf hebt me gisteren getoond, dat gij mijn stand acht, zooals hp verdient ge acht te wordeu daarom begrijp ik nu niet kunnen heffen van het volle dividend van de naamlooze vennootschappen, dan zou in de bedrijfsbelasting het percenta ge van de heffing Voor de vennootschap pen kunnen verminderd worden, totdat aan de gemeenten gelegenheid worde ge geven om op die aanslagen een hooger bedrag te heffen, dan haar bij dit ont werp is toegedacht. Aanbeveling verdient het voorts, de regeling van de aanslagen zooveel mo gelijk te vereenvoudigen en vooral van de ingezetenen geen opgaven te eischen die voor de heffing der belasting niet strikt noodig zijn, en hen niet bloot te stellen aan straffen, die bij eene gecom pliceerde wet moeilijk zijn te ontgaan. Verbetering in die richting kan er wel licht toe leiden om, in het belang van een goed overzicht, in éene atdeeling dei- wet samen te vatten al wat dient tot completeering van de inkomstenbelasting die uitsluitend van de ingezetenen wordt geheven, terwijl de heffing van vreem delingen, die aan de belasting een meer zakelijk karakter geeft, in eene andere afdeeling afzonderlijk beter geplaatst zou zijn. Aldus verbeterd, zal dit ontwerp naast de reeds aangenomen wetten, waarmede het een geheel moet uitmaken, eene waardige plaats kunnen innemen, en zal het samenstel der belastingwetten een blijvend monument zijn van het talent en de werkkracht van den minister van financiën Onder het opschriftGoed, voorgaan doet goed volgenschrijft de Heldersclie en Nieuwedieper courant het volgende Indien de Utrechtsche hoofdoffiicier, die indertijd een zijner officieren als het wa re tot een duel dwong, terdege gestraft ware geworden, zou er een stokje gesto ken zijn voor het herhalen van zulke gevallen. Indien de minister van oorlog dien officier had ontslagen, of, als deze zich niet daartoe bereid had betoond, de kamers op het ontslag van dien hoofd officier hadden aangedrongen, zou een ander commandant het niet gewaagd heb ben eene dergelijke onrechtvaardige daad te plegen. Naar men ons mededeelt heeft zich opnieuw iets dergelijks voorgedaan. In het voorloopig verslag over de ma- rinebegrootlng leest men o. a. „Nog omtrent verschillende onderwer pen vroeg men aan den minister verde re inlichtingen. Zoo vroeg men hoe, naar aanleiding van het gebeurde met een luitenant der mariniers, de minister oordeelt ten aanzien van het duel." Het gebeurde met dien luitenant der mariniers heeft zich, naar men ons me dedeelt, als volgt toegedragen De heer V.. 2e luitenant der mariniers is een weinig excentriek en had daardoor (anderen zeggen ook omdat hij van bur gerfamilie is) nog al te lijden van de plagerijen zijner collega's. De heer V. ver droeg dat alles met bewonderenswaardi ge berusting, totdat 't hem opeen goeden dag te erg werd en hij een zijner ka meraden, door hem een flinken uitbran der te geven, naar diens meening beiee- digde. De quasie-beleedigde daagde daai- op Y. uit, waarop deze een weigerend antwoord gaf, op grondlo dat hij in principe tegen het duel was, daar het z. i. nimmer eene kwestie kon oplossen en 2o omdat de wet het duel verbiedt Dit alles geschiedde aan boord gedu rende de reis naar Indie. Nauwelijks in Indie aangekomen, werd luitenant V. ter beschikking gesteld van de autoriteiten, die daarop den minister van marine om instructies vroegen. Het antwoord luidde: „Opzenden naar Neder land." Dit geschiedde en de luitenant Y. kwam naar Nederland terug. Toen hij nu zioh bij den ministen ver voegde om instructies, moet hem zijn gelast zich naar het hospitaal alhier te begeven, ten einde aldaar een onderzoek te doen instellen naar zijne geestver mogens. Het einde van de zaak i« geweest de tijdelijke pensioneering van den heer V., zooals men kort geieden uit de officiëele berichten heeft kunnen zien. Wij deelen dit mede, zooals het ons is medegedeeld, waarbij men ons de ver zekering gaf, dat deze toedracht der zaak de ware is. Reeds lang was het ons bekend doch wij zwegen, omdat het ons niet mocht gelukken meerdere ge gevens te bekomen. Het feit echter, dat naar aanleiding hiervan een vraag tot den minster is gericht, doet ons inzien dat het tijd wordt de noodige publiciteit te geven aan het geen ons ter oore kwam, teneinde te voorkomen dat de zaak in den doofpot worde gestopt. Heeft de zaak zich an ders toegedragen dan men ons heeft me degedeeld, dan zal dat ons en zeker iedereen genoegen doen. Openbaarheid in dergelijke gevallen is zeker zeer ge* wenscht. Tot die openbaarheid verkregen is, zul len we ons oordeel over de zaak op schorten. wezenlijk uwe ontsteltenis Diet. Het zou volstrekt geene schande voor u zijn, de band uwer dochter in de mijne te leggen. Goldbaum begon over zijn geheele lichaam te beven Mijnheer, grooter onderscheid is niet denkbaar De schilder liet zich niet van zijn stuk brengen Hoe meer gij n opwindt, des te kalmer zal ik tegenover u staan. De on beschaamdheid vergeef ik u, zoodra ge me aantoont, waarin deze bestaat. Ge ge eischt ook nog het bewijs Me dunkt, met recht. Ik vind geen afstand tusschen ons, behalve in aardsche goedeien. Maar wat beteekent dat? Zeide niet reeds de beroemde oude tJriek Luci- anus»De eenige ware rijkdom is de rijkdom der ziel 1" Goldbaum bleef zitten, maar balde zijn vuistWat Als ge me niet gelooft, vervolgd As- mus haastig, vraag het dan maar aan dokter Reinwald, hij is in de oude schrijvers beter belezen dan ik Jawel, zeide de bankier met een vuui- rood gelaat, juist doktor Reinwald heeft me den rijkdom uwer ziel geopenbaard. Gij waagt van de hand mijner dochter te spreken, gij, die een caricatuur van me geteekend hebt Ik Asmus ging ontsteld een stap achteruit, Goldbaum lachte bitter en ge dwongen. In een oogenblik had de ionge man echter weer zijne bedaardheid her kregen en sprak langzamer dan tot nu toe: Ja, nu woidt me veel opgehelderd! Dus daarom wildet ge in het bezit mijner schilderstukken komen, uit bezorgdheid voör een caricatuur! En Reinwald heeft u met die vrees vervuld Die goede Rein waldOm mij te helpenGoldbaum wierp van terzijde een blik op hem, hij wist niet wat hij uit het zoo even ge hoorde moest opmaken. Het werd hem echter duidelijk, toen de schilder vervolg de Nu bevind ik me bijna in een toe stand. als die van Schiller's Moros, toen hij zijn vriend en borg in levensgevaar zag een van ons beiden wordt gekruisigd, wanneer gij niet, mijnheer v. Goldbaum, de grootmoedigheid van den tiran Diony- sius uitoefent. Laten we het daarop mam- laten aankomen Ik geef u mijn eere woord, dat ik er niet aan gedacht heb, een caricatuur op u te maken, en er niet aan denken kon, omdat gij me persoonlijk onbekend waart, voor ik u het eerst in mijne werkplaats zag. Als door een onderaardsche kracht op geheven, stond Goldbaum op zijne voeten: Die man heeft me bedrogen Dat is zeker wel, zeide Asmus op zuch ten toon, het eerste bedrog in zijn leven en de arme man moet er reeds voor boe ten door eene vertwijfeling, die ik nu eerst begrijp. Hij ziet al zijne verwachtingen voor de toekomst in puin vervallen, want hij bemint uwe dochter Elvira De bankier bracht zijne hand aan zijn voorhoofd Ongehoord Paul sloeg er geen acht op Wat mg betreft, zoo kunt u er nu geen misdaad meer in vinden, dat ik van de hand uwer dochter Luitgard gesproken heb. Goldbaum geraakte geheel buiten zich zelvërt Wilt ge me razend maken Ik had veel liever, hernam de andere, dat ge mijne woorden in ernstige overwe ging naamt en dat ge er toe kondt be- slmten aan mejuffrouw Luitgard te vragen, ot ze me genegen is. De geadelde bankier sloeg nu met zijn vuist niet zeer voornaam op de tafel: la, dan zult ge het aut woord mijner dochter hooren, zuodat ge met schaamte naar buis zult kunnen P-rugkeeren. Hij drukte op den knop van de electrische schel naast de kamerdeur en wees naar een gordijn in den zijmuurGa daar binnen Asmus gehoorzaamde. In den gang hoorde men voetstappen. De bt diende vroeg naar het bevel van mijnheer en ontving ten ant woord Ver/nek mejuffrouw Luitgard bij me fe komen. De bediende vertrok. Gold baum gat zjjue handen hare lievelings plaats op /ijn rug en liep over het Smir- naasch t.ipiït loornig heen en weer, tot Luitgard's liefelijke stem klonk Neem me niet kwalijk, papa, maar ik ben nog in mijn ochtendgewaad, (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1892 | | pagina 1