No. 651.
Woensdag li) October 1892.
8"
«fuarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeen wsc h - V laanderen.
F. DIELEMAfl,
Uit de Pers.
feuilleton.
HET PORTRET.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdag-avond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent;
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER - UITGEVER
AXEL.
Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 oent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Die arme Infanterie.
Onder dit opschrift wordt aan de Stand.
geschreven, dat het in vele kringen ver
wondering heeft gewekt, dat tijdens de
ongesteldheid van den generaal inspec
teur der infanterie niet de oudste divi-
sie commandant doch de inspecteur dei
cavaleiie werd belast met de voorloopi
ge waarneming van de inspectie dei in
fanterie en nadat deze ruim een maand
die betrekking had waargenomen, werd
tot tijdelijk inspecteur van het hoold-
wapen benoemdde lnitenant-gene-
raai, chef van den generalen staf.
"Wellicht is nu spoedig de inspecteur
der genie, die der artillerie, of die van
het militair onderwijs aan de beurt.
„Maar, scherts terzijde, het blijkt uit
bet bovenstaande ten volle, dat de ver
antwoordelijke Minister van Oorlog den
oudsten divisie commandant niet den ge-
wenschten persoon oordeelt om tijdelijk
de functiën van inspecteur der infante
rie waar te nemen.
„Waaruit die ongeschiktheid bleek, is
natuurlijk onbekendmaar juist in het
tijdelijke der betrekking zoude de Minis-
ter aanleiding hebben moeten vinden, om
den aangewezen opvolger niet voorbij te
gaan.
„Immers zoude de geschiktheid of on
geschiktheid dan spoedig gebleken zijn,
terwijl in het onverhoopte, laatste ge
val de weg openstond om den ongeschik
te te verwijderen en door zijnen opvol
ger te doen vervangen.
„Op die wijze was het prestige van de
generaals der infanterie, van onze divi
sie-commandanten onaangetast gebleven.
Bovendien vorderden de tijdsomstan
digheden gebiedend dat een infanterist aan
het hoofd van het wapen geplaatst werd.
Allerwegen zouden infanterie oefeningen
op groote schaal worden gehouden, en
het was dus noodig, dat die werden ge
controleerd door een inspecteur, die en
met de details van het wapen en met
het personeel en met de portée der oe
feningen zoo goed mogelijk vertrouwd
was.
„Van die inspectie hangen toch niet
alleen het nut en de gevolgen der oefe
ningen, maar ook het wel en wee dei-
bevelvoering, en, niet minder van de be
velvoerende zelve af.
„Was nu voor die beoordeeling een der
divisie-commandanten niet oneindig meer
bevoegd dan de aangewezen tijdelijke
inspecteur, die, door zijne omvangrijke
en belangrijke betrekking, zeker buiten
staat moet zijn om zich op de boogie
te houden van de details en het perso
neel der wapens, waarbij hij niet heeft
iend? De beantwoording dier vraag
is niet moeilijk."
„Had men den tijdelijken inspecteur
nu maar deskundig infanterie-personeel
gevoegdDoch dit ook werd ver
zuimd, daar zijn staf bestond uit een
luitenant-kolonel der genie, tot onlangs
lid der Tweede Kamer, een jong eerste
luitenant der artillerie eneen kapi
tein der infanterie, adjudant op het bu
reel van den inspecteur.
„Door dit personeel werd dus de tij*
dèlijke inspecteur bijgestaan in het be-
oordeelen en wegen van de hoofdofficie
ren en kapiteins, die bij de infanterie-oefe-
ningen een commando hebben bekleed?
„Dit is al veel maai toch nog wei
nig, bij hetgeen het wapen tegen het
einde van het jaar te wachten staat
als de beoordeelingslijsten worden opge
maakt.
„Met bezorgdheid vragen wij ons af, of
geene maatregelen moeten genomen wor
den om te verhoeden, Jat die lijsten door
een inspecteur, geheel buiten het wapen
staande, moeten worden opgemaakt of
bekrachtigd.
„Geschiedt dit evenwel toch, dan zeg
gen wij nogmaalsarme, arme infante
rie 1"
De schr. spreekt ten slotte de hoop
uit, dat aan dien toestand spoedig een
eind zal komen, en dat een der leden
van de Tweede Kamer een interpellatie
zal aankondigen over een zaak, die het
waarachtig belang geldt van negen regi
menten en van bijna duizend officieren.
Na in eenige artikelen den inhoud der
ingediende kiesrechtontwerpen te hebben
besproken, geeft thans de N. Rott. Ct.
eene beoordeeling daarvan. Het blad
erkent, dat in de techniek der verkie
zingen groote verbeteringen zijn aange
bracht, docb wijst er op dat het zwaarte
punt ligt in de uitbreiding van het kie
zerscorps met een half millioen kiezers.
Dat voor eene ruime uitbreiding van
kiesrecht de tijd gekomen is, staat bij
bet, blad boven allen twijfel. Daarin, dat
er belangrijke groepen van bevolking zijn
die lot de stembus wenschen toegelaten
te worden, ligt, naar de N. RCt. aan
merkt de beslissende drangreden. Wel
is waar, is dat verlangen verre van alge
meen zij die net kiesrecht niet verlan
gen, zijn zeker wel verreweg de meer<
NOVELLE VAN
OTTO GRINDT.
Elvira moest dus nu, zonder liem te
zoeken, Reinwald zien doen nergens werd
zij hem gewaar. Zij danste den eenen
dans na den anderen, en mynheer v. Gold-
baum, die alleen toeschouwer was, werd
nu weer met haar verzoend hare dansers
waren uitsluitend »van familie.' Eindelijk
scheen het tijd te zijn, om te vertrekken,
papa gaf een teeken, de dochters volgden.
- Toen zij thuis gekomen waren en de
meisjes hare slaapkamer bereikt hadden,
dacht elk, dat de zuster haar iets zou vra
gen doch beiden verklaarden verschrik
kelijk moede te zijn, en zoo begaven zij
zich, zonder bijna een woord te zeggen,
ter ruste.
Ook den volgenden morgen kwam het
nog niet tot eene uitwisseling van gedach
ten. Luitgard's geest was wel is waar
voortdurend njet een«n zekeren onbeken
den schilder bezig, maar er was altyd
.nog iets, dat haar weerhield van hem te
■spreken en Elvira verzweeg haar, zoowel
als haar vader, het bezoek, dat. de jonge
lokt er had - beloofd! Na het out
bijt begaf mijnheer v. Goldbaum zich naar
het kantoor, daarna naar de beurs, waar-
derheid. Maar de onverschilligheid van
den een telt, meent het blad, niet op
tegen de belangstelling van den ander.
Is er eenmaal een deel des volks dat
niet van het actieve staatsburgerschap
uitgesloten wenseht te blijven, dan is
voor hen, die de macht in handen heb
ben, de weg aangewezen. Of het stem
biljet de toovermaebt zal hebben die men
er aan toeschrijft, dcet, zegt de N. R. Ct.
niet ter zake. Afgewezen voelen zij
zich in hunne rechten verkort, en klimt
de ontevredenheid over den gang van
zaken.
De N. Rott. Ct. verlangt dus uitbrei
ding van bet kiesrecht op ruime schaal.
Maar zij stelt toch de vraag, of do grens
lijn niet verkeerd getrqjjken, of de sprong
niet te groot is. De heer Schaepman
heeft terloops in Het Centrum aange
merkt, dat men het voorstel „even goed
grootsch als geweldig" kon noemen. Ze
ker heeft, zegt de N. R. Ct., dat groote
vertrouwen in het volk iets grootsch.
Maar ook het geweldige karakter schijnt
zegt de N. R. Ct., niet te ontbreken.
Staat, vraagt zij, werkelijk ons volk zoo
hoog, dat, naar den maatstaf van ge
schiktheid en maatschappelijken welstand
geoordeeld, slechts een vierde van het
kiesrecht behoeft te worden uitgesloten?
Voor de Regeering schijnt dat eene uit
gemaakte zaak te zijnmjiar wat zij
als bewijs daarvoor bijbrengt, heft, meent
de N. R. Ct., niet allen twijfel op. De
Regeering beroept zich op andere landen,
waai men even ver of verder is gegaan
dan tot 74 peicent.
Maar indien men Frankrijk, zegt de
N. li. Ct., als een afschrikkend voor
beeld, van de vergelijking uitsluit, bij
in
heen bij anders gewoon was zijn gevol
machtigde te zenden. Heden echter ging
hij zelf, omdat er uit Londen en Parijs
gewichtige staatkundige berichten aange
komen waren, die hem aanleiding gaven
zeil met de hoofden en plaatsvervanger
van voorname bankiershuizen te spreken.
De pendule wees kwartier voor tweeën*
Er werd gescheld en eenige oogenblikkeD
daarna dokter Reinwald aangediend. Hii
komt waarlijk kwam ei onwillekeurig
over Elvira's lippen.
Luitgard zette groote oogeD op Ge
wist het V
De oudste zocht hare stilzwijgendheid
te rechtvnardigen door te zeggen Om u
heb ik eene filippine met hem gegeten.
Dat brengt hem hier.
Luitgard kon er niet meer op aandrin
gen om den samenhang der zaak verdei
te ontraadselen, want de deur werd ge
opend en het bezoek verscheen. Hjj ver
wachtte, dat hij terstond met een „goeden
morgen, filippine!" zou ontvangen woi-
den; Elvira had op zulk een groet gerekend,
beiden vergisten zich en zagen elkaar glim
lachend aan. Luitgard kon noch verklaren,
waarom de zuster haar voordeel niet waar
nam, noch wat het wederzijdsch glimlachje
moest beleeken. De vraag, begon Rein
wald, hoe de dames gerust hebben, behoef
ik naiïjvelijks te doen; men kan er na een
nacht, die men bijna geheel dansende heeft
heeft doorgebracht, niet beter uitzien, dan
gij beiden Ik heb uwe volharding ba*
wonderd.
Ge weet, zeide nu Elvira, dat we bijna
tot aan het eind gebleven zijn Ik dacht,
dat ge vroeg wildet heengaan V
IkT was de laatste jjjast in huis, aiitj
woordde hij, ik had mjj met toestemming
van den staatsraad in zijn bijzonder vertrek
teruggetrokken, en las eenige pas uit.ge j
komen vlugschriften over onderwerpen, die j
mijn vak betreffen.
De avond was tct genot bestemd,
zeide Elvira, als wilde zij hem een verwijt
maken, dat hij zich met iets anders had
bezig gehouden.
Vergeef me, hernam hij, mijn grootste
genot is mijne studie.
Elvira werd ernstig: Hoe gelukkig is
uw geslacht! Gij kunt voortdurend aap
uwe verdere ontwikkeling werkzaam zijn
terwijl de onze na enkele lessen in taal
eu muziek gedurende eenige jaren na dei.
schooltijd voor voldoende wordt gehouden.
Hebben wij in ons zelveu nog een.'
neiging om ons te volmaken, dan woufi
deze door de zoogenaamde plichten van
het maatschappelijk leven onderdrukt, en
zoo blijven wij, armen, eeuwig op de op
pervlakte dry-en.
Nu viel de geduldige Luitgard voor de
eerste maal in en zeide met een zucht
't Is zeer waar, wat ge daar zegt, Elvi
ra Als ik een man was, zou ik ook mijn
hoogst genot in den arbeid vinden.
Mi]n hemelriep Reinwald vroolijk uit.
En door hoe velen wordt ge ongetwijfeld
benijd, omdat ge door uwe omstandighe
den boven alle bekommeringen en beslom
meringen des levens verheven zjjt en uw
bestaan naar eigen goeddunken genieten
kunt
Naar eigen goeddunken herhaalde El
vira. Wij zijn toch niet onafhankelyk in
de keuze onze genoegens. Papa bepaalt,
wat we te zoeken en wat we te myden
hebben.
Maar, bracht de dokter er tegen in,
mijnheer v. Goldbaum zal zeker als zyne
bepalingen niet ten allen tijde bevallen,
ze gaarne nan. uw genoegen veranderen.
Papa kent alleen z ij n wilzuchtte de
jongste dame.
Luitgard 1 ide Elvira haar op terecht
wijzenden toon. Papa is zeer goed.
Nu ja, gal ie berispte toe, maar er is
toch zooveel, aarin by ons niet begrypt!
Ge weet, wdedigde de vorige den af-
wezige verder, hoeveel er in zijn hoofd
omgaat hij heeft bij zijne vele zaken geen
tijd om aan onze wenschen te denken, die
hem daarenboven niet altijd volkomen dui
delijk zijnwant geen mensch doet en
wil altijd het juiste.
Wat zijt gij nieuwsgierig! schertste
Reinwald, wien Elvira nu nog meer beviel
dan den voiigen avand.
(Wordt vervolgd.)