No. (>44. Zaterdag 24 September 1892. 8e Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
or Zee u wsch - V 1 a a n d eren.
Uit de Pers.
It uiten land.
26. feuilleton.
AXELSCHE
COURANT.
n
v i
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. DRUKKER UITGEVER
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden |7# DIELEMAN,
50 centtranco per post bü cent7
voor België 80 cent. Afzonderl. nutnm. 5 ct. i AXEL.
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Baron Alphonse de Rothschild heett
aan den hoofdredacteur van den Figaro
een schrijven gezonden, waarin Inj tracht
den ongunstigen indruk, di6n zijne door
den beer Huret medegedeelde uitlatingen
over sociale vraagstukken hebben ge
maakt, eenigszins te verzachten. Hij
schrijft„De heer Huret heeft mij, zoo
als hij zelf zegt, getroffen, terwijl ik een
slechte sigaar rookte - onget wijfeld een
weinig gunstige toestand om de moeilijk
ste sociale vraagstukken op te lossen.
Tusschen hem en mij heeft alleen een
discours a batons rornpus plaats gehad, dat
een maand latei werd teruggegeven. Het
is dus begrijpelijkdat uw redacteur
door zijn geheugen in den steek is ge
laten, al had hij de bedoeling, der waar
heid getiouw te blijven. Met name vind
ik in dit verslag als mijn oordeel over den
toestand der arbeiders, dat die zoo gun
stig mogelijk zou zijn, hetgeen zeker niet
mijne meening is. Integendeel heerscht
onder de arbeiders zooveel ellende, dat
wij geen gelegenheid verzuimen om
hun ter hulp te komen."
De slechte sigaar moet hier als zon-
denbok dienst doen. Want de heei Rot
schild en het publiek weten heel goed,
dat een knap verslaggever, zooals de
heer Huret honderdmalen heeft getoond
te zijn, niet een maand wacht;, eer hij
het hem medegedeelde en door hem
waargenomene opschrijft. Maar gesteld
zelfs, dat de heer Huret den financieelen
magnaat in dit eene punt verkeerd had
verstaan of begrepen, dan blijft er in de
ontboezeming van den heer de Rotschild
nog genoeg over, dat men waarlijk niet
alleen op rekening van een slecht bran
dende sigaar kan zetten. Om slechts een
voorbeeld te noemen de heer Rotschild
wil van generlei beperking van het erf
recht hooren, en men begrijpt dat van
een man van zulke patriarchaal-dynas
tieke beginselenMaar het zou dei-
moeite waard zijn te vernemen, hoe hij
deze leer in overeenstemming brengt met
zijne waarlijk pyramidale verklaring
„In het algemeen heeft ieder een zoo
danig aandeel in het kapitaal, als hem
met het oog op zijn verstandzijn werk
kracht en zijn arbeid toekomt."
In alle bescheidenheid zouden wij den
grooten kapitalist in overweging willen
geven, bij zijne eerstvolgende conversatie
met een persman te zorgen voor een
goede sigaar, en voor een stel stenogra
fen, desnoods phonografen. Die dubbele
weelde kan hij zich gemakkelijk veroor
loven, en hel publiek zal dan het on
schatbaar voorrecht hebben, Rotschild's
onvervalschte wijsheid te genieten.
Te Grammont is onlangs in de alom
bekende fabriek waar de ouwerwetsche
lucifers gemaakt worden, eene werksta
king uitgebroken welke thans is geëindigd,
tot algemoene en groote vreugde der
Grammontenaren, die. ondervindende dat
hun fabrikaat desnoods heel goed kan
gemist worden, niet spoedig weder eene
dergelijke vertooning zullen te wachten
hebben.
De werkstakingen zijn overigens zoo
zeer aan de orde van den dag, dat er
niet de minste notitie van wordt geno
men, indien zij, zooals de meeste dood
gewoon en alledaagsch zijn. Ware dit
niet het geval, men zou in ieder num
mer een geheele rubriek over dit ouder
werp kunnen leveren.
Meer aantrekkelijks biedt in den regel
eene feestviering Rome prijkte Dinsdag
in vlaggentooi bij gelegenheid van den
22sten verjaardag van de inneming dei-
stad de Ilaliaansche troepen. De ge
meenteraad heefl een adres van geluk-
wensching aan koning Humbert gezon
den, waarop deze telegrafisch zijn dank
betuigde voor Rome's heilgroet ter her
innering aan zijne bevrijding. De koning
verkeerde nog onder den indruk der ons
bekende Columbusfeesten te Genua welke
feesten niet alleen eene hulde waren aan
het jonge Italië, maar tevens eene be
zegeling van Italie's eenheid en een
waarborg vooi den vrede.
Er wordt gefluisterd, - nu wij toch<
het woord vrede genoemd hebben,
dat de Paus een nieuw drievoudig ver
bond zou trachten in het leven te roe
pen als tegenwicht van het reeds be
staande. De heilige vader zou namelijk
een verbond willen tot stand brengen
tusschen Frankrijk, Rusland en Tur
kije Met de beide eerstgenoemden zou
zoo iets wel boteren, maar welk gewicht
kan Turkije bij dit verbond in de schaal
leggen, het steeds onder vaderlijk toe
zicht staande Turkije, dat niet de min
ste zelfstandigheid van handelen bezit.
Aan de waarheid van het gerucht valt
wel een beetje te twijfelen. Het idéé
van een flink verbond is anders niet
kwaad. Hoe sterker de tegenpartij van
de triple-alliantie Duitschland-Oostenrijk-
Italie zal wezen, zooveel te meer kans
blijft er over voor het bestaan van den
vrede. Een sterke vijand, een ge vrees-
de vijand. Meer aandacht wordt echter
geëischt voor de bestrijding van den ge-
duchten vijand der menschbeid, cholera
geheeten. Daartegen helpt alleen een
alzijdig verbond. Plicht van alle natiën
is het, de handen ineen te slaan tot het
nemen van doeltreffende maatregelen
En dat die plicht begrepen wordt, be
wijzen de dagelijks onder de aandacht
gebrachte raadgevingen en bepalingen.
Moge de gevreesde ziekte deze gunstige
uitwerking hebben, dat de thans in het
belang der gezondheid gegeven voor
schriften voortdurend in toepassing zul
len worden gebracht.
De koning en de koningin van Italië
bij eene danseres. - Alle bladen hebben
in kleuren en geuren de schitterende ont
vangst besehreven van het koninklijk
paar op "hef kasteel van Cornigliano, een
ontvangst, waarvoor deeigenaar van het
-kasteel, de heer Raggio,* een rijk indus
trieel, die meer dan 30 millioen bezit, de
som van vijf honderd duizend franken
heeft uitgegeven.
Het is waar, dat de heer Raggio tot
belooning van ai die pracht, den titel van
graaf heeft gekregen. Maai- wat men
niet gezegd heeft, is, dat de heer Raggio
getiouwd is met eene gewezen danseres
van het theater Carlo Féliceen dat de
koningin Margarotha het beneden hare
waardigheid achtteden drempel van
zoo'n huis te overschrijden, en den ko
ning had doen besluiten voor de uitnoo-
diging te bedanken.
Op aandringen van den minister-presi
dent Giolitti, die het koninklijk paar o-
vertuigde, hoe het in het belang der ver
kiezingen was, de beleefdheid van den
heer Reggio aan te nemen, die als groot
groette
De President herinnerde nu in eene lan
ge rede aan den in Mei 187 onder bij
zondere omstandigheden plaats gehad heb
benden moord, gedacht de verschillende
inhechtenisnemingen en andere stappen,
die door de politie gedaan waren om den
moordenaar te ontdekken, maar die tot
geen gevolg, zelfs niet tot het geringste
aanknoopingspunt geleid hadden, en ver
klaarde toen, hoe de inhechtenisneming
der beide vrienden had plaats gevonden
op aangifte van den logementhouder en
vioegeren schrijn werker Sommer, die zelf
in deze aangelegenheid een jaar lang on
schuldig in hechtenis was geweest, en die
het horlogb terstond herkend had, waarna
hij vervolgde
Wel zelden heeft een moord onder zulke
verwarde en eigenaardige omstandigheden
plaats gevonden en de politie zoo vaak
laten mistasten, als deze. Deze misgrepen
zijn voor degenen, die er in betrokken zijn
geweest, des te betreurenswaardiger, daar
het gerecht niet bij machte is, de onschul
dig in hechtenis genomenen anders schade
loos te stellen, dan met droge woorden te
erkennen, dat men gedwaald heeft en de
bewuste persoon een volkomen onsehuldig
en achtenswaardig man is.
Wordt vervolgd).
Had ik van het begin aan geweten, waar
van er eigenlijk sprake was, dan zou ik
me bij mijne bekentenissen nog verschil
lende bijzaken herinnerd hebben, die ons
ten miuste de smart van eenzame opslui
ting zouden bespaard hebben." Hij ver
haalde nu nogmaals, zonder iets te ver
zwijgen, tot in de kleinste bijzonderheden,
hoe zij in Berlijn gekomen waren, de be
kendmaken} van den moord aan de pilaren
gelezen hadden, welke opmerkingen hij
daar gemaakt had, hoe laat het geweest
was, enz. Verder het onderzoek op de
„Leonie," zoo nauwkeurig mogelijk, het
vergaan van het vaartuigde redding,
waardoor hunne voorgenomen reis van
richting was veranderd geworden, hun
leven als goudgravers en het treurig einde.
De rechter bladeide intusschen in de
acten, knikte vaak met het hoofd, schudde
ook nu en dan en maakte tusschenbeide
eenige aanteekeninger. aan den rand der
reeds opgenomen verhandelingen.
Beier bad reeds eenigen trjd gezwegen
en nog steeds zat de rechter te bladeren en
aanteekeningen te maken, en vergeleek dan
weer deze acte met eene andere, waarop
Beier duidelijk den naam Metblow gelezen
had.
Plotseling trad een politieagent binnen
en bleef bij de deur staan.
De rechter zag den gerechtsdienaar
vrageud aan.
„Mijnheer wordt verzocht zoo spoedig
mogelijk bij den president te komen."
Stijf en strak zag de rechter voor zich,
knikte toen, sloeg de acten toe en schelde.
De oppasser kwam binnen.
„Breng den man weer weg," klonk het
korte bevel; en Beier zag nog hoe hij,
toen hij wegging, hoofdschuddend hoed en
stok nam en door eene andere deur de
zaal verliet.
Het was reeds donker, toen de deur van
Beier's gevangenis geopend werd en een
beambte van het gerecht binnentrad.
„Volg me als 't u belieft naar de ge
hoorzaal, begon deze op beleefden toon,
en daar ge in geen geval meer hier te
rugkeert, zoo verzoek ik u last te geven,
dat uwe boeken en andere zaken bijeenge
pakt worden, opdat ge er ieder oogenblik
over kunt beschikken.
Beier was opgestaan, had beide handen
op de tafel gelegd en staarde den spreker
aan met een gelaat, waarop men niet recht
duidelijk lezen kon of hij den beambte of
zichzelf voor krankzinnig hield.
Ik geloof gaarne dat, wat er nu ge
beurt, n verrast, vervolgde de beambte
glimlachende, ge zult echter in het vol
gend oogenblik voor u en voor uw vriend
verblijdende ophelderingen ontvangen ik
verzoek u dus nogmaals, me te volgen.
Werktuigelijk gehooizaamde Beier en
bromde iets binnensmonds, waarvan het
slot zeer veel geleek op wie weet hoe
zeer
Nadat beiden den langen, flauw ver
lichten gang doorgegaan waren, opende
de bediende eene groote vleugeldeur en
beiden traden de helder verlichte gehoor
zaal binnen. Het eerste, wat Beier hier
zag, was zijn vriend Methlow, en aan zijn
gevoel toegevend ijlde hij naar hem toe
en omarmde hem.
De aanwezige heeren van het gerecht
lieten- de beide vrienden, die zoo lang
gescheiden waren geweest, aan zichzelven
over en eerst na geruimen tijd klonk de
scheleen teeken, dat de President de
zitting opende.
Weest zoo goed plaats te nemen, mij
ne heeren, verzocht hun de President, die
opgestaan was en met de hand naar een
paar stoelen wees, die voor de lange, groene
tafel stonden, waarna hij een pakje tame
lijk verkreukelde en geelgeworden be
schrevene papieren in de hand nam.
Methlow en Beier sperden, zooals men
zegt, mond en ooren wijd open en zagen
de ernstige gezichten der zwart gerokte
heeren een voor een aan, tot hun blik
bleef rusten op het welbekende gelaat van
den rechter van instructie, die vergenoegd
op de schacht zijner veeren pen zat te
kauwen en hun vriendelijk toeknikte en