No. 637.
Woensdag 51 Augustus 1894.
8e Jaarg.
De Re e de Baard
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeu wsc h - V I a a n d e r e 11.
F. DIELEMAN,
AXEL.
Dit de Pers.
FEUILLETON.
AXELSCHE
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent;
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER - UITGEVER
Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 cent';
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Mr.L. Haffraans bespreekt in liet
Vevl. WJcbl. het koninklijk besluit, op
advies van den Raad van State genomen,
waarbij beslist is, dat eene bijzondere
school om voor een rijkssubsidie in aan
merking te komen, een eigen hooid moet
hebben, welk hoofd niet te gelijk hoofd
eener andere school mag zijn. Hij schrijft:
„Zonder eigen hoofd geen subsidie.
Aldus beweert de inspecteur van het
lager onderwijs, jhr. Verheyen, aldus ad
viseert de Raad van State, aldus beslist
bot koninklijk besluit.
„Hoe komen de heeren er toe (zult
I gij vragen.) De W9t spreekt toch alleen
van school. „Eigen" hoofd kent zij niet.
Nooit heeft er ook iemand van gehoord.
»Ik zal u zeggen, hoe zij er toe komen.
„Bij wetsduiding.
„Met eenigen goeden wil [onder ons
gezegd] is veel, zoo niet alles uit wetten
te balen. En die goede wil ontbreekt
hier niet. Gij begrijpt toch wel, dat het
subsidie voor bijzondere scholen den li
beralen nog altijd eer. doorn in het oog
is. Gij moest u dus niet al te zeer ver
wonderen, wanneer onder een liberaal
bewind het genot van dat gehaat subsi
die bemoeilijkt wordt. Liefst gaf men
er geen hoegenaamd maar, nu dat niet
kan, geeft men zoo weinig mogelijk sub
sidie en onder voorwaarden, zoo bezwa-
rend mogelijk.
Omtrent de deugdelijkheid der gronden,
I waarop de weigering van subsidie
rust, kan, zegt mr.Haifmans verschil
van gevoelen bestaan. Maar ieder fat
soenlijk man zal het met mij eens zijn,
wanneer ik zegOp zoo'n abrupte wijze
subsidie te weigeren, komt niet te pas,
is geen manier van doen. In de Kamer
zou men zeggen dat is niet fair.
Daarom alleen reeds is het gebeurde
ten zeerste te betreuren. Ook voor den
gevierden inspecteur, ook voor den Raad
van State. Menigeen vraagt zich af
„Moest daarom de heer Hub recht in
dat hoog boven alle partijzucht verheven
college komen
Ook andere katholieke bladen bespreken
in afkeurenden zin genoemd besluit. In
de Maasbode schreel de heer J. H. W ij-
n e n een artikel, waarin hij het thans
aan 't bestuur zijnde ministerie beschul
digde van partijdigheid ten gunste dei-
openbare schooi.
Hiertegen wordt in hetzelfde blad op
gekomen door Mr. H e y d e r, r ij c k het
lid van den Raad van State, die de on
partijdigheid van minister Tak van Poort
vliet prijst en er nadruk op legt, dat het
gelaakte Koninklijk Besluit gegrond is
op art. 23 der onderwijswet, dat voor
elke school een hoofd eischt.
De heer W ij n e n had beweerd, dat de
consequentie vorderde, dat dan ook geen
hoofden van scholen rijksnormaallessen
mochten besturen. Mr. Heydenrijck
merkt hieromtrent op, dat men daar
mede niet weerlegt het alles bebeerscben-
de verband tusschen art. 54bis, no. 4 en
art. 23. Verder geldt het ongelijksoortige
zaken en eindelijk verwijst hij naar art
1? der wet. Daar worden normaalles
sen en kweekscholen zelfstandig bespro
kenhet is nu eenmaal zoo.
Mr Heydenrijck eindigt met de ver
klaring
„Zelfs de halsstarrigste zal erkennnen
19.
Niettegenstaande de heerschende duister
nis stapte hij flink en zonder dralen voor
waarts, hoewel er van eene straat of van
een anderen weg geen spoor voorhanden
was.
Methlow kon goed twee mijlen gegaan
zijn, toen hij bij een klein boschje kwam
voor hij er in ging, legde hij zich plat
op den grond en luisterde geruiroen tijd
met ingehouden adem. Niets bewoog zich.
Ook toen hp deze overtuiging had, na
derde hij met de meest gespannen aan
dacht voorzichtig den zoom van het boschje
en eerst toen hij de eerste boomen achter
zich had, ademde hp vrijer en ging be
daard voorwaarts.
Toen hij het boschje aan de tegenover
gestelde zijde verlaten wilde, trad juist
de maan van achter de wolken tevoor
schijn, en bi) het zachte maanlicht was
hjj in staat, de vlakte, die zich nu voor
hem uitstrekte, ver te overzien.
Hier moest ik eigenlpk wachten, fluis
terde Methlow, anders zouden we ons bp
eene outmoeting op eenigen afstand nog
leelijk kunnen vergissen, en de vrienden
hielden me ten slotte voor een roover en
joegen me misschien nog wel hun lood
tusschen mpne ribben.
Bp deze alleenspraak bad hp zijne buks
op den grond laten glijden en zag hij om
naar een plaatsje dat hem een vrp uitzicht
aanbood over de vlakte, zonder zelf gezien
te worden.
Hier is het uitmuntend, bromde hp,
terwijl hp zich onder een teahstruik wierp,
welker groote, donkere blaren, zoo dicht
als het linnen eener tent waven, hier ziet
me gben drommel, en kan vrij uitzien en
ir, het slimste geval heb ik ook een vrp
schietveld.
Hij onderzocht zijne wapens nogmaals
zorgvuldig, nam toen zijn pijpje, en nadat
hp voorzichtig vuurgeslagen en aangesto
ken had, legde hij zich plat op zijn buik,
de buks naast zich, afwachtende de dingen,
die komen zouden.
Hoe lang hp zoo gelegen had wist lip
niet, daar hij gedeeltelijk door zijne lig
ging, gedeeltelijk echter ook door het ver
gevorderde uur slaperig was geworden, en
voor hp het gemerkt had, in het land der
drooinen was overgegaan.
Het geluid van twee fluisterende stem
men in zijne nabijheid deden hem ontwa
ken.
Hoewel hij niet weinig schrikte, zoo
hield hp zich toch doodstil en trok alleen,
zonder het minste leven te maken, zijne
buks tot zich en voelde met zijne andere
hand in zijn borstzak naar den revolver.
Uier moeten ze zoo ongeveer voorbij
komen, hoorde hp eene ruw stem zeggen,
dat mocht er na deze uiteenzetting nog
eenige twijfel kunnen bestaan, de opvat
ting der regeering op verre na de meest
gegronde schijnt en zij goene aanleiding
mocht geven tot onverdiende aanvallen,
tot eene verspilling van krachten, die
allicht beter kunnen worden benut.
In het Venloosch Weekblad toornt de
heer Haffmans tegen den staat, om-
at die niet waarschuwde, dat het ter
leen krijgen van schoolhoofd intrekking
van het subsidie tengevolge zou hebben
„Verre van mij te beweren dat er
met het bepaald doel minder voor sub
sidie uit te geven te hebben, aan de bij
zondere gesubsidieerde scholen een val
strik zou zijn gespannen. Het school
toezicht dacht zelf, dat het geen kwaad
kon wanneer hoofden van gesubsidieerde
bijzondere scholen het bestuur van niet
gesubsidieerde bijzondere scholen op zich
namen. Geen wonder dus dat het niet
waarschuwde. Maar met dat al is het
toch een feit, dat menige school op dit
oogenblik niet in de p°nurie zou steken
waren hare bestuurders zoo goed op de
hoogte der wetgeving geweest als de heei
Heydenrijck thans blijkt te zijn.
Was hij bet altijd
Denkelijk evenmin als iedereen, be
halve de heer Hubrecht misschien. An
ders zou hij wel, bij al zijn vroegere
verdiensten voor het bijzonder onderwijs
nog deze gevoegd hebben van dat onder
wijs door tijdige waarschuwing voor ver
lies van subsidie bewaard te hebben.
Of achtte de heer H. dit niet de moeite
waard
Men zou het uit zijn schrijven kunnen
opmaken.
Immers na eene zinsnede uit mijn
artikel van verleden week aangehaald te
hebben, roept hij uit
„Hoe het gevoel in de hooge collegiën
van staat wordt verfijnd 1"
Alsof er een verfijnd gevoel noodig
ware, om het onverwacht verlies van
subsidie hard te vinden.
Vindt de heer Heydenrijck dit soms
niet hard, dan zou men met meer recht
kunnen uitroepenHoe het gevoel in de
hooge collegiën van staat wordt ver
stompt
De heer W ij n e n komt in de Maas
bode nog eens op het antwoord van mr.
Heydenrijck terug. Naar zijn mee
ning had het schooltoezicht moeten waar
schuwen of tegen het vragen van sub
sidie, of tegen het leenen van school
hoofden. Mr. Heydenrijck acht alleen
waarschuwen noodzakelijk, als men iets
onregelmatigs ontdektmaar waarschuwen
tegen het vragen van geld, eischt zeke
re intimiteit enz.
Naar aanleiding daarvan zegt de heer
W ij n e n
„Ik heb altoos de roeping der school
opzieners hooger opgevat en gemeend,
dat zij meer waren dan politieagenten,
die de scholen bezoeken, om onregelma-
"reden te ontdekken en dan na
tuurlijk volgens plicht te bestraffen.
Ik meende, dat die heeren door de re
geering gezonden en betaald werden, om
de bijzondere zoowel als de openbare
scholen als vrienden en raadgevers te be
zoeken en alles te doen, wat tot den
bloei en den vooruitgang van het onder
wijs in het algemeen kon strekken. In
dat geval toch, en daarbij veronder
steld, dat zij toen de wet verstonden, ge
lijk die thans verklaard woidt had
men van hen ook in het bedoelde ge
en ik denk dat het 't beste is, dat we
ons hier voor dezen struik plaatsen.
De luisteraar kreeg van schrik kippen
vel, want de struikroovers hadden zijne
schuilplaats uitgekozen om zich te dekken.
Door dit verwenschte boschje komen
we niet heen, zeide de tweede, 't is zoo
dicht als een muur, we zullen er om heen
moeten loopen.
Terwijl beide roovers het tamelijk uit
gestrekte boschje omliepen, drukte Meth
low zich zoo stil mogelijk dicht tegen den
stam van den struik, zoodat de overhan
gende blaren hem volkomen bedekten.
De geschiedenis kan nog lang duren,
meende de eerste spreker, als de kerels
dom genoeg zijn geweest, zich te Santa
Clara in den strijd te mengen, dan kunnen
we wel tot zonsopgang wachten. Wat
zullen de Yankees naar me gezocht heb
ben, lachte hij spottend, toen ik een van
hen raakte en terstond verdwenen was
Ik begrjjp er niemendal van hoe het kwam,
dat ik dien schurk, dien Remmler, mis
schoot Maar die schele spitsboef heefr
oogen als een vos, en toen hij den mond
van mijn revolver zag, verdween hij onder
tafel en ik durfde niet voor de tweede
maal vuur geven. De hond heeft daar
enboven mijne honderd dollars in zijn zak
gestoken maar wacht maar, schurk
ik zal het u nog wel eens inpeperen
Methlow had geen woord verloren en
i na het gehoorde werd hjj toch een weinig
angstig hij kon echter nu niet het minste
ondernemen, slechts afwachten en oppassen
en dat deed hij dan ook door zijn gezicht
en zijn gehoor zooveel mogeljjk te spannen.
Wel een uur lang kon hij zoo gelegen
en naar het gesprek der beide landloopera
geluisterd hebben, en meer dan eenmaal
had hij zjjn vinger aan den haan gehad,
om den dichtst bij hem staanden schurk
neer te schieten en den anderen met de
kolf de hersens in te slaan maar hjj
kon ook even goed misschieten en dan
bedierf hij alles, en moest er misschien
nutteloos zijn leven bij inschieten.
Terwijl hij dus nog in het onzekere was,
wat te doen en wat te laten, verbrak
plotseling een scherp stde stilte van
den nacht.
Daar komen ze, fluisterde degeen, die
het dichtst bij hem stond, door de frissche
lucht en den verren tocht zijn ze weer
geheel nuchter geworden ze schijnen
echter tamelijk slaperig en achteloos. Laat
ze tot op dertig voet nabij komen ik
zal den rechter nemen en gij den anderen.
Leg niet te hoog aan als ze maar goed
geraakt zijn, dan zal een paar duim ijzer
tusschen hunne ribben het overige wel
doen. Ik zal tellen en bij drie geven we
gelyk vuur.
Wordt vervolgd