Kniteiiland. Binnenland. Gemengd Nieuws. des vaderlands, daar is de val der maat schappij aanstaande. Dezellde verschijnselen ontmoeten we by den ondergang der oude wereld, den val van het West- Rom. Keizerrijk de ontzettende zedeloosheid, weelde en ar moede grenzen aan het ongelooflijke en wat ons bier trefc is wel dit, dat allen blind schijnen te wezen en niets be speuren van de teekenen der ontbinding van het lijk. Is het in de nieuwe geschiedenis iets andeis? Fredeiik de Groote leefde on middellijk voor de Fransche revolutie en bespeurt van de voorteekenen niets; in andere landen doen Jozef II, Aranda, Pombal, Struenzee al het mogelijke om de revolutie te verhinderen, maar ze deen het op de meest onhandige wijze. Maar wat nog sterker is, zelfs in Frankrijk hebben, bij den aanvang der omwenteling, de koning en zijn ministers nog een zoo gering inzicht in de beteekenis der volks beweging, dat ze meenen deze door dwang maatregelen, gevangennemingen eu ge weid te kunnen bezweren. En nevens dezen blinden eigenwaan, weder dezelfde verschijnselenzedeloosheid en weelde bij de rijker, de verschikkelijkste armoe de bij alle anderen. Wanneer we dus erkennen, dat de geschiedenis ons leert, dat dezelfde vei- schijnselen steeds dezelfde gevolgen heb ben, dan is de vraag gewettigd: boe ziet het er thans bij ons uit? Is het noodig lezer, u den toestand in het breede te schetsen Draagt ge geen kennis van de gruwelijkste zedeloosheid, die in alle standen is doorgedrongen? Hoe de aanzienlijksten zich niet schamen voor de diepste miskenning van het huwelijk? Weet ge niet. dat alleen in één bordeel te Amsteidam 'sjaars voor 2 ton wordt ontvaugen en dat deze soort zedeloosheid nog maar het kleinste en minst schul dige deel vormt, van de betaalde veel wijverij en de betaalde ruiling van vrou wen Weet ge niet dat één man circa negen millioen zonder moeite kan beste den aan de inrichting van een buiten verblijf, dat hem alweer verveelt, terwijl duizenden bij duizenden nauwelijks we ten, boe te van den eenen dag op den anderen zullen komen? Ziet ge niet, hoe de burgerstand dagelijks verarmt en hoeveel moeite het kost om zelfs kleine sommen op tijd betaald te krijgen Be speurt ge niet ho6 jaren lang, partijtwis ten eiken maatregel voor het welzijn van allen hebben onmogelijk gemaakt? Hoe tbans nog de anti-revolutionaire partij tegen de nieuwe belastingwet heeft ge stemd, alleen omdat ze van liberale zyde kwam? Merkt ge niet op, hoe zelfs deze kleine stap in de richting tot den hemel wordt verheven, alsof een wonder ge schied ware en het land gered is? Weet ge niet, dat de klassen des volks zich wapenen, om geoefend te zyn als de tijd daar is? Bespeurt ge niet, dat ieder een contingent van revolutionnairen in het leven brengt En ziet ge ten slotte niet, hoe onze staatslieden, wetgevers en regeeringspersonen met blindheid schijnen geslagen te zijn en zoo onnoemelijk veel tyd verbeuzelen aan ijdel vertoon en opge schroefde betoogingen Bewijst de geschiedenis niet, dat de revolutie nabij is? En wanneer dan de geoefende spieren zich samentrekken om het scherp ge wette zwaard der wraak, wanneer de massa, als oen banjir, zicb uitstort over onze samenleving, wanneer de lynchwet menigvuldig wordt toegepastdan ja dan zal men zich te laat beklagen over zijn ingebeeld fatsoen, dat niet wilde luisteren naar de rechtmatige, zij hel ook dikwijls op ruwe wijze geuite, klach ten des volkste laat zijne ingebeelde weldenkendheid betreurendie geen weldenkendheid kan zien in de eischen van hen die buiten dat weldenkende kringetje stonden. Dan zal het te laat zijn. Wee der menschheid (De Tribune.) De Swoboda, een Bulgaarsch blad, gaat nog voort met de openbaarmaking van Russische documenten. Van Russische zijde wordt een belangrijke bekentenis afgelegd, daar men den persoon noemt door wien de Bulgaarsche regeering aan de documenten gekomen is. De Nowoje Vremi/a deelt mede, dal in bet laatst van 1890 uit bet Russische gezantschap te Boekarest een der beambten, eeu bekeerde jood uit Schlock, werd ontslagen, daar hij verdacht werd van omgang met socia listen en Russische uitgewekenen. Deze beambte zou vroeger rabbijn zyn geweest en in betrekking hebben gestaan met Stamboeloff. Voor geld zou hij Stamboeloff allerlej valsche geschriften in handen hebben gestopt. Later vestigde de jood zicb to Londen en thans lacht hij om d9 domooien te Soda, terwijl hij zich er weinig om bekommert, dat zijn oplicbte rij aan vier Bulgaren bet leven heeft ge kost. Zoo vertelt het Russische blad. Alsof Stamboeloff een man is, die zicb heel gemakkelijk laat beet nemen. Volgens de Times heet de bedoelde beambte Jacob sohn en was hij dragoman van het Russische gezantschap. In 1891 wendde hij zich tot Stamboeloff, daar hy dezen gewichtige mededeelingen had te doen Bij zijn aankomst te Sofia werd hij echter in hechtenis genomen en de vertegen- wooidiger van Duitschland eischte namens Rusland de uitlevering van Jacoosohn, daar deze een aantal stukken uit het Russische gezantschap zou hebben ont vreemd. De Bulgaarsche jegeering wei gerde aan dezeu eisch te voldoen en hield Jacobsehn verborgen. De slotsom is, dat deze jood de Russische regeering een leeüjke poets heelt gespeeld en voor de Bulgaien geld waard is. Men schrijft uit het land van den Shach, uit Astrabad, dat aldaar de ver schijning der cholera wordt geweten aan den verkoop van alcoholische dranken. Dientengevolge heeft liet volk de kroe gen geplunderd en de koopwaren der A- merikaansc.be kooplieden vernield. Daar moesten de Russen bij zijn. De consul van den Czar verzocht telegrafisch om hulp en er verschenen spoedig 25 ko zakken, benevens een Russische kanon neerboot om het consulaat te be schermen. De Russische legatie te Te heran eischt schadevergoeding. Misschien blijven de kozakken wel te Astrabad, 't was zoo aardig voor Rusland om de Kaspische zee zoo geheel door Russisch ge bied omringd te zien Als de kozakken vergeten om weer heen te gaan even als de Britten uit Egypte, dan i3 de Kas pische zee binnenkort een Russisch zout meer daar kan John Buil niets aan doen. Rustig is 't er niet in Afrika's Noord westhoek. De telegraaf meldt, dat er een gevecht heeft plaats gehad tusschen de troepen van den Sultan en de An- gheras eu dat de regeeringstroepen wer den geslagen, zoodat zij op Tanger moes ten terugtrekken. Uit Ameiika komen steeds berichten van rebellie. Nu doen de Bolivianen ook eens weer mee. Een opstand is uitgebroken te Cbuquisaca. De regee ringstroepen kwamen tusschenbeide en men heeft het hoofd der opstandelingen Tamacho, met 17 andere afgevaardigden verbannen, terwijl de staat van beleg is afgekondigd. Daar is nu in Zuid Amerika geen en kele republiek en een anderen re- geeringsvorm kent men er niet - waar niet opstanden aan de orde zijn. De toestanden der republieken zjjn dan ook allertreurigst. Overal krijgt men hetzelf de beeld te zien van diep bederf tot in de hoogste kringen van een jagen naar ei gen succes en fortuin boven een behar tiging van het landsbelang. De eene generaal verjaagt den andere, elk wil er de eersie, de hoogste zyn. Waar een opstand in bloed is gesmoord, dreigt op hetzelfde oogenblik een nieuwe los te barsten. Malaise overal. Degeldmidde len in verval, de nijverheid staat stil, alle energie is gedood, En zulk een toe stand beerscht er in de gansche Spaan- sche nalatenschap van Panama tot Pa tagonie en van kaap St. Roque tot de oevers van den grooten Oceaan. En in Centraal Amerika is hel niet beter, ook daar wordt in !de republiek- jes gevochten en vechten zy tegen elkaar. Alleen Mexico leeft thans door het krasse bestuur van zyn president in een beteren toestand. Wat de groote Noord Amerikaansche republiek met haar bon te bevolking, met, hare duizenden, die een gerechte straf in de Oude Wereld zijn ontvlucht, nog op den duur zal ge ven, dit wagen wij niet te voorspellen. Maar in zulk een land, waar de hoog ste ambten als het ware worden ver kocht aan de meestbiedenden, waar de kandidaten voor de vertegenwoordiging der bonte natie, voor duizenden ponden hunne ambten bezetten, schijnt ons een toestand van rust en welvaart op den duur als eene onmogelijkheid toe. De oud hoogleeraar dr. Matthias de Vries is gisteren avond te Leiden over leden. Op 9 November 1820 te Haarlem ge boren, ving De Vries, na zijne promotie aan de lioogeschool te Leiden, in 1846 zijne loopbaan aan als praeceptor aan het Leidsche gymnasium. Drie jaren la ter werd by boogleeraar in de Neóer- landscbe taai en letterkunde te Gronin gen en in 1853 te Leiden. Daar bleef hij werkzaam tot in het vorige jaar, toen hij zijn emeritaat verkreeg. Groot is de invloed, door hem op de ontwikke ling onzer taal uitgeoefend. Eene lan ge reeks van werken getuige van zijne liefde voor de studie en van de belang rijkheid der uitkomsten dezer studie, In 1865 verscheen de eerste aflevering van het Woordenboek der Nederlandsclie taal dat meer dan eenige andere arbeid zij nen naam als een van Nederlands voor treffelijkste geleerden zal doen voortle ven. - Maandagavond kwam de Eerste kamer bijeen tot hervatting der werk zaamheden. Het nieuwbenoemde lid voor Noord- Brabant, de heer Zinnicq Bergman werd toegelaten en nam zitting. Medcdeeling werd gedaan van de laat stelijk door de Tweede kamer aangeno men wetsontwerpen, welke naar de af- deelingen werden verzonden. De heer De Savornin Lobman vroeg en verkreeg verlof de regeering te inter- pelleeren naar aanleiding van hetgeen door de Belgische regeering in den Se naat is gezegd over de maatregelen in Nederland genomen tot wering der vee ziekte. Tot rapporteurs over de belasting-voor stellen zijn gekozen de heeren Van der Breggen, Van Gennep. Van Royen, Ve- ning Meinesz en Pijnappel. Dinsdag zijn in de openbare vergadering enkele klei nere ontwerpen aangenomen. Woensdag zijn alle ontwerpen aange nomen behalve die tot herziening van ons belastingstelsel. De interpellatie van den beer De Savornin Lobman had plaats over hetgeen de Belgische minister De Bruijn had gezegd, waarop door den mi nister van binnenlandsche zaken werd geantwoord, dat alleen is gehandeld uit vrees van overbrenging van mond- en klauwzeer uit het buitenland. De heer Fransen van de Putte protes teerde tegen de onbetamelijke taal van den Belgischen minister en constateerde dat de Nederlandsche landbouwers juist klagen over belemmerende maatregelen van de zijde van Belgie. De Kamer is daarna voor onbepaalden tijd uiteengegaan. In een te Harlingen uit Londen ontvangen schryven van een veekooper, wiens gevoelen gevraagd was omtrent de mogelijkheid van invoer van levende schapen uit de noordelijke provinciën van ons land, die niet besmet zijn met rot- kreupel of tongblaar, komt het volgende vooi Bij verandering van ministerie zouden wy, natuurlijk, een anderen minister van landbouw krijgen, die misschien meer voor reden vatbaar zou zijn dan de te genwoordige minister Chaplin, van wien wij niets te hopen hebben. Het zou echter twijfelachtig zijn of een liberaal ministerie wel dadelijk bereid zou wezen om de maatregelen van zyn voorgan ger ongeldig te maken, te minder daar mr Chaplin doorzijn spoedige onderdruk king van de klauwziekte algemeen bijval heeft gevonden, en men bet bijna niet zou durven wagen, hierin verandering te brengen. Vervolgens wordt in dat schrijven ge zegd„Het slimste is, dat wij bijna niet gemist wordenmen kan het best zonder ons stellen, on de prijzen gaan door het afwezig zijn der Nederlandsche f schapen volstrekt niet omhoog, daar er altijd overvloedige voorraad van bevroren i schapen uit Australië en Nieuw-Zeeland is." Verder wordt nog gezegd „De Hol- i landsche schapen komen toch in geslach ten toestanden wel tegen mindere pryzen." Goolam Kader heeft booger beroep j aangeteekend tegen het vonnis van het 2de kantongerecht te Amsterdam. AXEL, den 12 Augustus 1*92. Blykens Woensdag bij den Raad van State, afdeeling voor de geschillen van bestuur, ingekomen koninklijke be sluiten, zijn o. m. de volgende beslissin gen genomen le Het beroep van den gemeenteraad van Hontenisse, tegen een besluit van Ged. Staten van Zeeland van 20 Mei 1862, waarbij goedkeuring is onthouden aan de begrooting dier gemeente voor 1892. 2e Het advies van den Pensioenraad voor de burgerlijke ambtenaren betreffen de de aanvrage om pensioen van mej. M. F. Disco, te Axel, laatstelijk gehuwd geweest met A. Bruggeman. De koninklijke beslissing in deze za ken wordt later medegedeeld. Aan de gemeente Ter Neuzen is boven de gewone subsidie eene subsidie verleend van ƒ2000 ter behoorlijke in richting van het lager onderwijs in die gemeente. Van het vaartuig van schipper Th. Vermeerschen thuis behoorende te Graauw werden 20 Juli, toen het lag bij den oes terput teZierikzee, weggenomen eene ge breide trui, een onderbroek, eene mos- selmand en eene schop. Deze voorwer pen zijn door den rijksveldwachter van St. Jansteen, Cremers, in beslag genomen bij F. Peilaart, schipper te Kauter (Clinge), die zich daarvoor zal te verantwoorden bebben voor de rechtbank. (M. Ct.) In wijk Oerle is, naar men uit Tilburg K aan De Aimt. (D. r. A.J meldt, Maandag nacht een moord gepleegd op C. v. H. fabrieksarbeider. Het lyk is op een wei land gevonden. De marechaussees heb- ben den vermoedelijken dader Fr. B. ter stond gevangen genomen. Uit Tilburg meldt men nader omtrent f den mooid. De vermoorde v. H. was een oppassend I jongman die op het oogenblik met zijne I zuster alleen woonde, daar zyne moeder in het ziekenhuis verpleegd wordt. Men verneemt dat hij Zondagavond laat in zijne woning is geweest en eon groot mes bij I zich heeft gestoken, welk mes ook bjj zijn lijk gevonden is. Het lyk vertoonde verschillonde wonden waaronder een diepe messteek in de borst. Ei werden ver schillende geruchten omtrent den moord verspreid. Het schijnt echter dat B. niet alleen de dader is geweest ofschoon hij zich zelf bij de politie heeft aangemeld. Het lijk is naar het gasthuis overgebracht I in afwachting vau de komst der justitie. I Gisteren avond omstreeks tien uur ontstond er brand in de machinefabriek i van Gebroeders Ledeboer te Borne. De brandspuiten, die zeer spoedig ter plaatse I

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1892 | | pagina 2