No. 620.
Zaterdag 2 Juli 1802.
8e Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeu wsch- V I aan d eren.
F. DIELEMAN,
AXEL.
Uit de Pers.
FEUILLETON.
AXELSCIIË
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdag-avond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent;
voor België 80 cent. Afzonderl. nuram. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent";
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
HERIJK.
Wij herinneren belanghebbenden dat
de herijk der Maten er. Gewichten dit
jaar zal plaats hebben als volgt
Hoek4 Juli.
Ter Neuzen5, 6, 7 en 8 Juli.
Sas van Gentook voor Philippine, 9
en 11 Juli des voormiddags.
Westdorpe, 11 Juli des namiddags.
Zuiddorpe, ook voor Overslag, 12 Juli
des voormiddags.
Koetvacht, 12 Juli des namiddags.
Axel, 13 en 14 Juli.
Zaamslag, 15 Juli.
Hulstook voor Clinge en St. Jansteen,
16, 18 en 19 Juli.
Rapenburg, (gemeente Stoppeldijk), voor
de gemeenten Stoppeldijk, Hengstdijk en
Koschkapelle, 20 Juli.
Graauw, 21 Juli.
Kloosterzande, (gemeente Hontenisse),
voor de gemeenten Hontenisse en Osse
nisse. 22 en 23 Juli.
De Arbeiders op Audiëntie.
Omtrent de audiëntie der Friesche ar
beiders bij de Koningin-Regentes te
Leeuwarden, bevat de Sneeker Ct. de vol
gende mededeelingen, die baar door Stient
stra werden gedaan
„Met mej. Weijer-Giezen, Zandstra en
Waalkes ging ik des namiddags naar hef
Paleis. Omdat ons geweigerd was, in
particulier gehoor ons adres toe te lich
ten ehet toch om die toelichting t^
doen was, hadden wij een adres meege
nomen dat zich zelf toelichttenl. een
bedeelings roggebrood en een pond maïs
meel, in water gekookt, in een gescheur
den pot alles in doeken gepakt.
Buiten in den regen stonden arbeiders
van Beets, Jubbega en Surhuisterveen-
sterheide te wachten men had hun ge
zegd, daar te blijven staan, maar wij na
men hen mede in de vestibule. Toen
we de trap op zouden, werd er geroepeli:
„De arbeiders achteraan waarop een
onzer zei„Ja, dat is altijd zoo geweest
en 't zal ook nog wel zoo wat blijven,
maar eenmaal houdt het op" We gin
gen naar boven en traden e6n zaal
binnenwaarnaast een anderedie
door twee deuren met de audiëntiezaal
in verbinding stond. Aan den wand za
ten deftige heeren in gala op zijden en
fluweelen stoelen. Eén stoel was ledig,
waarop Jouke Postma uit Beets ging zit
ten de mar, had wel wat rust nodig.
Direct gingen de heeren naast hem van
hunne zitplaats opstaan, waarop andere
arbeiders hunne plaats innamen- Bin
nen 5 minuten hadden alle zittende hee
ren hun stoel verlaten en waren deze
beschikbaar voor ons. Als bet proleta
riaat niet langer wenscht te staan, eD
enkelen hunner maar plaats gaan nemen.
dan rpimen dè heeren hun zetels uit
zich zelve wel voor hen ïn.
Toen we in de zaal naast de audiën-
zaal waren gegaan, kwam de Commis
saris der Koningin op ons toe en vroeg
mij. wat we daar bij er,s hadden Ik
antwoorddehet adresen liet hem ons
roggebrood zien. Daarna pakte Zandstra
zijn brijpot uit en zei ik „dit is het an
dere gedeelte van ons adresmaismeel
in water gekookt. Terwijl dit in karne
melk wordt gekookt, als 't moet dienen
Waarschijnlijk een neef of een ander lid
der familie geweest, voor wie de oude te
lang leefde en die de nalatenschap noodig
had, meende een van de twee, terwijl hij
den andere aan den arm trok.
Weet ge wat, Frits, merkte de andere
lachend op, volgens hetgeen hier aange
geven is, is het gevaarlijk roode haien te
hebben en een bruin vest te dragen r
doe me het genoegen en knoop uw jas
toe en trek uw hoed over uwe ooren
wie weet hoezeer
De aangesprokene was dan ook een zeer
licht blond jongeling, op wiens pas ge
schoren wangen een bloedige schram zicht
baar was.
Doe me het genoegen. Karei, hier geen
grappen te maken ge weet, dat de Ber-
lpnsche politie geen gekscheeren verstaat,
en al heb ik ze niet te vreezen, dan zou
het me toch altijd zeer onaangenaam zijn,
met haai in aanraking re komen. Ge
weet, wat we van plan zijn 1
Met deze woorden trok de laatste spre
ker zijn nog steeds lachenden vriend uit
de menschenmassa, die reeds opmerkzaam
begon te worden, en beiden slenterden
langs de Linden naar de Brandenburger
poort.
De Leonie, een Hamburger stoomboot
voor landverhuizers, van de lijn New-
York—Hamburg lag gereed de haven te
verlatende goederen waren onder het
dek opeengepaktde laatste passagiers
waren reeds aan boord, en de scheepsof
ficier met de benoodigde papieren om te
kunnen vertrekken lag juist met de jol
aan bakboordzij aan, om terstond daarop
den valreep op te klimmen en den kapi
tein de papieren te overhandigen. Terwijl
de boot aan boord gehaald werd, begaf
de kapitein zich in de kajuit, om de pa
pieren te bergen en besteeg, toen hjj
weer op het dek verscheen, terstond de
brug, om de bevelen tot vertrek te geven.
Nadat hij van uit zijn verheven stand
punt nog eens had rondgezien en zich
overtuigd had, dat het schip en vooral het
takelwerk zeeklaar was, riep hg met liel-
derklinkende stem door de spreekbuis in
de machinekamer„VooruitIn het
volgend oogenblik begonnen de geweldige
schepraderen zich te bewegen, het groote
vaartuig schudde een weinig heen en weer
eu langzaam bewoog het schip zich voor
waarts.
Bijna alle passagiers, ten getale van
ruim tweehonderd, hadden zich op het dek
begeven, en namen met de meest ver
schillende gevoelens en aandoeningen af
scheid van hun vaderland. Terwijl een
gedeelte, en wel het jongere eu mannelijke,
de eerste beweging der raderen met een
voor varkensvoei, zijn er in Friesland
arbeiders, die 't in water gekookt moeten
eten".
„Dat mag niet aan de Koningin aan
geboden worden", zei de C. d. K. „Dat
wil ik ook niet doen, ik wilde T haar
slechts laten zien". Nadat een der hee
ren van de omgeving der koningin nog
had bevestigd, dat we onze spullen niet
aan haar mochten vertoonen, wees ik er
op, dat Lodewijk XIV het eten van 't
volk ten minste nog wilde zien, waar
op de C. der K. mij toevoegde„Hou
je mond, of je gaat er uit en toen
Waalkes nuj iets in't oor fluisterde, ging
ZEd. tusschen ons in staan, om ons 't
spreken met elkaar te beletten.
Eindelijk konden mej. Weijer, Zandstra
6D ik binnenkomen b\j de Koningin, wat
wij niet buigende maar rechtop gaande,
deden, met hoed en pet in de hand. Ik
sprak daarop ongeveer dit
»MevrouwWij zijn arbeiders en wensch*
ten u, namens de arbeiders in Friesland
een adres aan te bieden, bij particuliere
audiëntie, hetgeen ons echter geweigerd
is,
Daar we hief op dit oogenblik geen ge
legenheid zouden hebben, om dat adres
uitvoerig toe te lichten en u geheel met
den treurigen toestand van duizenden
uwer onderdanen in Friesland op de hoog
te brengen, hebben we het adres niet
meegenomen.
Alleen hebben we u een enkelen blik
in het leven van die duizenden willeb
laten slaan, door u te laten zien, welk
voedsel duizenden van hen dagelijks ge
bruiken. Wg hadden daartoe een pot
maismeel en een roggebrood maar het
werd ons niet vergund, die in uwe te
genwoordigheid te brengen. Wenscht u
dat ik het zal gaan halen
De koningin antwoordde in gebroken
Hollandsch, dat dit niet noodig was, ze
kon 't in de voorzaal wel later in oogen-
schouw nemen.
„Bedenkt u dan, mevrouw", vervolgde
Stiensta, dat dit maismeel, als het voor
varkensvoeder is bestemd, in karnemelk
wordt gekookt, terwijl de arbeider, die
allen rijkdom schept, het met water moet
nuttigen met vrouw en kinderen En
als het dan eindelijk zoover komt dat
ze zich zelfs geen maismeel meer kun
nen aanschaffen, dan gaan ze naar de
armvoogden en krijgen daar een rogge
brood zooals het door ons meegebrachte,
met een kwartje.
Er is veel, zeer veel ellende in Fries
land Ik hoop, mevrouw, dat u op de
hoogte zult komen van den toestand on
zer arbeiders- Over den toestand dei-
woningen wilde mej. Weijer-Giezen u het
een en ander vertellen",
Mej. Weijer-Giezen „Ja mevrouw, het
is met de weningen zeer slecht gesteld,
er zijn woningen waar geen menscb zijn
hond zou laten slechter dan een var
kenshok. Ik ken er eene, waar 9 men-
schen in twee bedsteden moeten slapen,
waaronder eene vrouw, die aan pleuris
lijdt en baar bed met twee volwassenen
moet deelen. Als ge dit alles niet kunt
gelooven, noodig ik u uit, den toestand
zelve in oogenschouw te nemen, onder
mijn geleide. Voor uw veiligheid zal het
geheele Friesche volk instaan 1"
Daarna werd de motie van veront
waardiging door de gecombineerde ver
gadering van Alg. Stemrecht en de 3 Soc.
Dem. Vereenigingen aangenomen, over
jubelend hoera begroette, brak het vrou
welijke gezelschap los in snikken en tranen,
terwijl de ouderen van beiderlei geslacht
met diepe zuchten en weemoedige blikkeh
van den vaderlandschen oever afscheid
namen.
Daar allen zich naar het achterdek had
den begeven, werden de matrozen, die het
bij het uitloopen van hun schip drukker
hebben dan in volle zee, in het waarne
men van hun dienst gehinderd, en terwijl
hier en daar door een krachtigen vloek
plaats gemaakt werd, hielpen de scheeps
officieren door vriendelijke woorden tegen
de passagiers en strenge berispingen tegen
de vloekers, orde en rust bewaren.
Het schip begon reeds sneller te loopen,
de reizigers wenkten met hunne zakdoeken,
het schommelen van het vaartuig had op
gehouden, maar plaats gemaakt voor het
voor de zeeziekte zoo kwade „stampen",
toen plotseling, als een bliksemstraal uit
helderen hemel, de stem van den kapitein
een geweldig „stop" in de machinekamer
brulde en de raderen der stoomboot bin
nen enkele oogenblikken tot staan bracht.
De passagiers, die met de scheepssigna
len en de teekens van vlaggen en wimpris
niet bekend waren, konden het oponthoud
niet verklaren, en eerst de woorden dei-
bemanning „Een vaartuig der politie iu
zicht," liet hen vermoeden, dat iets bui
tengewoons de voortzetting hunner reis
verhinderde.
De politiekotter vloog als een pijl voor
den wind, schoot om bakboord heen, lei
bij en in het volgende oogenblik stonden
er drie beambten op het dek, waar de
kapitein hen reeds opwachtte.
Tusschen een der politiebeambten en
den kapitein werden eenige halfverstaan
bare woorden gewisseld toen knikte de
kapitein, waarna hg zich weer op de brug
begaf.
Alle man op het dekklonk zijne
krachtige stem over het vaartuig 'naar
de verschillende ruimten benedendeks werd
het bevel door de buizen verzonden en
uit alle luiken kwamen de matrozen, be
nevens alle passagiers, deels uit nieuws
gierigheid, deels tengevolge van het bevel
op het dek.
Heeren en damesriep de kapitein nu,
ik verzoek u, me een oogenblik gehoor
te willen verleenenDe zoo even aan
boord gekomen heeren zijn politiebeamb
ten en nebben den last alle hier aanwe
zigen persoonlgk eens op te nemen
tot welk doel, is me niet meegedeeld. Ik
verzoek daarom allen zich naar het voor
dek te begeven en eerst na verlof van
den beambte naar het achterdek terug ta
gaan. Verder verzoek ik de officieren den
beambten de behulpzame hand te bieden.
Gedurende het onderzoek worden de lui
ken gesloten!
Wordt vervolgd)»