No. 605.
Zaterdag 30 1802.
8'' Jaarg.
aa as
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeu wscli- V laan deren.
F. DIELEMAlY,
AXEL.
Uit de Pers.
6 FEUILLETON.
AXËLSCIIË
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent;
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsnumte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Koninklijk bezoek.
Te twee en een kwart uur Zaterdag-
ïniddagreden de beide Koninginnen uit,
tbans gezeten in het koninklijke rijtuig
bespannen met 4 paarden d la daumont
en voorafgegaan door een voorrijder. E-
venals bij de aankomst reed naast het
portier een ordonnanceofficier.
De jonge Koningin was in het blauw
gekleed en droeg een grooten blauw-
strooien hoed met veer van dezelfde
kleur. Hare moeder was weer in het
zwart
De stoet bestond uit 7 rijtuigen, omdat
het geheele gevolg dezen toer medemaak
te. Vooraf reed de burgemeester in
ambtsgewaad.
In vliegende vaart ging het nu langs
straten en grachten, die door de politie
waren vrijgehouden.
Het publiek Tvas bijzonder talrijk, dank
zij het schoone weer en herhaaldelijk
werden de vorstinnen toegejuicht. De
jeugdige vorstin groette de menigte vrien
delijk toe en wuifde voortdurend met
den zakdoek.
Het Oosterdok leverde werkelijk een
zeer schoonen aanblik. Van de talrijke
schepen wapperde de driekleur, en vele
roeibooten kruisende, om de groote vaar
tuigen, zetten het geheele tooneel veel
levendigheid bij
Reeds zag men van verre het oplei
dingsschip Baron van Wassenaer liggen
van onder tot boven met seinvlaggen
versierd. De kleine matrozen stónden
allen geschaard iG het want en toen de
hofrijtuigen passeerden waarop een op-
Novelle van
W. HA F F F.
Uit het Hoogduitscli.
Wjj ontmoeten elkander, fluisterde de
de graat, ja wij ontmoeten elkander. Maar
waar, dat mag ik niet zeggen, en zoowaar
als ik leef, dat kunnen ook die menschen
niet ontdekken. Maar lang nog, ik zelve
zie dit in, lang kan dat niet meer duren.
Daarom hen ik steeds voorbereid kame
raad, en uwe hulp zal mij redden, als
*intusschen mjjne contanten niet uitgeput
raken. Maar moet het morgen zijn, o
laat ons dan heden nog genieten de rest
van den kostbaren tijd Ik wil nog ge
lukkig, nog zalig zijn, omdat het°toch
spoedig een einde zal moeten nemen.
En waarmede kan ik u dienen, vroeg
de majoor, als ik mij niet vergis wildet
ge me opzoeken.
Juist, daarom wilde ik tot u komen,
hernam de graaf na eenig nadenken. So
phie weet dat gij mijn vriend zijt.
Vroeger ïeeds heb ik haar van u verhaald,
hoofdzakelijk de geschiedenis van de brug
over de Beresina, waar gij mij bij u op
uw paard naamt. Gisteren hebt ge haar
gesproken, en wel over Othello, niet waar?
De vorstin wil de opvoering niet toelaten,
gewekt gejoedel volgdesalueerden zij.
De ingang van de marinewerf was in
een eerepoort herschapen. Lichtblauw
saneila bedekte de kaie wanden en in
de hoeken waren - rond de bustes d6r
koninginnen in gips tropeeën aange
bracht van vlaggen en wapenskanon
nen en kogelsterwijl hier en daar ee-
nige planten aan het geheel meer kleur
gaven. De poort doorgekomen wachtte
de koninginnen een zeer schilderachtig
tooneel In het front een eerewacht van
mariniers met gepresenteerd geweer
daarnaast de kapeldie het Wilhelmus
blies. De eeiewacht was, aan weerszij
den geflankeerd door vele hooggeplaatste
marineofficieren in hun schitterende uni
formen.
De stellingen waren alle dicht bezet
met werklieden, bet geraas der machines
vermengde zich met de tonen der mu
ziek, en vrooiijk klonken daartusschen
door de hoera's der overtalrijke aanwe
zigen.
De honneurs werden waargenomen dooi'
den viseadmiraal P. ten Bosch, oud
sten viag-officier. Deze geleidde de vorst
innen door de verschillende machinezalen,
waar alles in volle werking was.
Met groote belangstelling keek de jeug
dige Koningin naar de werking der reus
achtige ponsmachinewaarmede dikke
ijzeren platen worden .doorboord. Zij
raapte de stukjes ijzer op en toonde ze
met bewondering aan haar moeder.
Ook de ponsmachine tot het vervaar
digen van mangaten er, het rekken van
ijzeren staven ontlokten haar telkens uit
roepen van verwondering.
Vervolgens werd gewerkt met een zeer
vindingrijk samengestelde stoomkraan
wegens een sprookje, dat ik niet meer
weet
Zij waren daarmede zeer geheimzinnig,
viel zijn vriend hem id de reden, en ook
mij scheen het toe, dat de vorstin niet
toegeven wilde.
En toch, ik heb haar door een enkel
woord toch zoover gebracht. De prinses
bad en smeekte, en dat kan ik nu een
maal niet aanhooren, zonder haar te hulp
te komen. Ik zette dus een ietwat ern
stig gelaat en zeideHet is toch zon
derling, als zoo iets publiek wordt, dat
het dan als de wind bij de gezanten is
eii is het eenmaal zoover gekomen, dan
kan men niet beletten, dat het binnen
den tijd van acht dagen als cronique scan
daleuse aan alle hoven verteld wordt De
vorstin gaf mij gelijk; zjj stemde toe,
ofschoon met zeer bekommerd en verlegen
gelaat, dat het stuk gegeven zou worden.
Maar toen zij heenging, riep ze mij nog
toe Ik geef hef spel toch niet verloren,
want al stond ook Othello reeds op de
aanplakbiljetten, dan zou zij Desdemona
ziek laten worden.
Dat hebt ge goed verzonnen riep de
majoor lachend uit, dus heeft de vrees
voor de cronique scandaleuse de vrees
voor spoken en den afschuw voor de ge
heimenissen der natuur overwonnen
JawelSophie is buiten zichzelve van
vreugde, dat zij haar zin heeft. Ik ben
juist op weg naar den regisseur der opera;
waarmede de zwaarste stukk6D op hun
plaats worden gezet.
Inmiddels schonk de Koningin echter
meer aandacht aan het groote pantser-
dektorenschip, waarvoor een jaar geleden
de kiel word gelegd, en dat toen werd
gedooptKoningin Wilhelmina der Ne
derlanden."
De stelling waarop dit gevaarte, met
een pantser van 3 duim dikke staalpla
ten, rust, was geheel getooid met vlag
gen en toen H. M. haar wensch te ken
nen gaf de steigers fe beklimmen en toen
de koningin-regentes dit toestond, scheen
aan de geestdrift geen einde te komen.
Vlug trippelde het vorstinnetje, door de
regentes en admiraal Ten Bosch onder
steund, de trappen op en toen zij boven
was gekomen keek zij triomfantelijk
lachend naar beneden op de krioelende
menigte, die zich op en om de werf be
woog.
In de lood- en kopergietery zag de
koningin het vuurrood vloeibaar ijzer
gieten in een zwarten voi mhaar naam
door het Nederlandsche wap6n gekroond,
en in den tijd van twee minuten werden
daarna 4 snelvuur-kanonnen, kaliber 34
mM., gegoten.
Voor de mariniers-kazerne waren de
officieren opgesteld, de koninginnen groet
ten hen vriendelijk, waai na zij langs
ptersende stoomhamers en knersende
draaibanken terugkeerden naar de eere
wacht, om deze te inspecteeren.
Toen stapten de vorstinnen weer in
en reden stapvoets naar De Wassenaer.
die in haar feestelijken tooi een majes-
tueusen indruk maakte. Vrooiijk klonk
het Wilhelmus der tamboers en pijpers
van het schip, samenvloeiende met bet
ik moet hem vierhonderd thaler bren
gen, opdat de uitvoering ook in stiptheid
niets te wenschen zal overlaten, en gjj
moet mij daarheen vergezellen.
Maar zal het niet in 't oog vallen, afe
gij in naam der prinses deze som over
brengt
Daaivoor is gezorgd; we brengen het
als collecte van eenige kunstvrienden
stel gij een dillettant of enthousiast voor,
of iets anders dat in ons kraam te pas
komt. De regisseur woont niet ver van
hier en is een oude, eerlyke, wonderlijke
vent, dien wij wpI voor onze zaak zullen
winnen. Het is hier slechts om den hoek
vriend, ziet ge daar dat kleine groene
huis met dat balkon
V.
De regisseur der opera was een klein
mager man hy was vroeger een beroemd
zanger geweest en rustte nu op zijne
lauweren. Hij ontving de vrienden met
zekere kunstenaarshoogheid en kunste
naarswaardigheid, die slechts eenigszins
verstoord werden door zjjne zonderlinge
kleeding. Hij droeg namelijk een zwar'e
Florentijnsche muts, die hjj slechts aflegde,
als hij om uit te gaan zijn pruik op het
kale hoofd zette. Iu het oog vallend
staken tegen deze geschikte huiskleeding
van den oude een nieuwmodische nauw
sluitende rok en wijde ruime broek af;
ze toonden dat dq heer regisseur uiette-
dnewerf hoezee der paradeerende jongens,
en met het gejuich der bemanning van
de vele vletten, die naast het opleidings
schip een plaats vonden.
Het commando berustte bij den kolo
nel Schotbergb. Als katten enter
den de jonge zeelieden tegen de touwen
en allen stonden in positie toen de vorst
innen de statietrap van het schip beklom
men, waar koningin Wilhelmina een
blauwe pijjekker, marinemodel werd om
gedaan.
Op het fluitje van den bootsman wer
den nu de zeilen neergelaten en weer
vastgemaakt, en halve divisiesloepen werd
bemand en met gelijken slag schoten
de vaartuigen door het water, tot groote
blijdschap der koningin.
Van het schip af wees de admiraal op
een oud beeld van den beroemden M.
Hzn. Tromp, dat langen tijd het linieschip
van dien naam vei sierde.
Nogmaals weid geparadeerd, en toen
een vierstemmig koor het Wilhelmus
aanhief, verheten de koninginnen bet
vaartuig waarna zij naar het paleis te-
ïugkberden. Te vier uur kwam de stoet
aan, nogmaals luide toegejuicht door de
opgepakte menigte.
't Was Zondagmórgen op den Dam
en m de Nieuwe Kerk niet zoo voi als
gewoonlijk bij een koninklijk bezoek.
el stond een dichte rij van menschen
voor de kleine steentjes en was ook de
kerk flink bezet, maar het ieger politie
agenten, dat anders bij een dergelijke
gelegenheid uitstekende diensten zou heb
ben verricht, scheen nu vrij wel over
bodig.
genstaaude de zestig jaren die hij wel zou
tellen, toch nog niet onverschillig was ge
worden voor de ijdelheid der wereld; aan
de voeten droeg hij wijde afgetrapte pels-
schoenan, waarop htj kunstig de kamer
rondging, zonder de beenen zichtbaar op
te heffen het kwam den vreemdelingen
voor, als reed hij op schaatsen.
De allerhoogste wensch is mij reeds
aangekondigdzei de regisseur 'toen de
graaf hem bekend maakte met het doel
van zjjn bezoek ik weet reeds van de
zaak afaan mij zal het niet maukeeren,
mijn eenig doel is, de allerdooriuehtigstè
ooren op boeiende wijze bezig te houden
maar maar ik moet onderdanig wagen
eenige tegenvertoogen aan ie voeren.
Hoe, ge wilt deze ojiera niet geven
riep de graaf uit.
God zal mij daarvoor bewaren, het wa-
ie een openbare moordaanslag op de al
lerdooriuehtigstè familie Neen neen
als mijn woord in deze zaak nog iets be-
teekent, zal dit noodlottig stuk nooit ge
geven worden.
Nooit had ik gedacht, hernam de graaf,
dat een man als gij zich aan zulke sprookjes
zou storen. Met verwondering en bewonde
ring boorde ik reeds in mijn vroegste jeugd
in verre landen uwen gevierden naam noe
men men heette u de kroon der zangers en
ik brandde van begeerte dezen mail eeus te
zien. Ik bid u, verklein dit eerwaardig beeld
niet door zulk een bijgeloof.
Wordt vervolgd.)