lUimcnLaudscli nieuws. Gemengd Nieuws. en eenige anderen te zamen 13 in ge tal. Zondagavond 11 uur kwam voor de eerste maal een reddingsboot langszijde, doch durfde geen der passagiers daarin te gaantemeer omdat de kapitein ver zekerde dat er hulp zou komendaar zijn seinen van den wal af beantwoord war9ri. Maandagochtend 8 uur kwam de reddingsboot ten tweede maiewaarvan de schipper mededeelde, dat de kapitein rekening zou moeten houden met het on stuimige -yveei' waarom hij ook Been raails doch wel passagiers mede wenschte te nemen. De boot, waarin de heer Cohen naar den wal werd gebrachtlegde den af stand in 10 minuten afzij werd drie maal onder de golven bedolven. Als een bijzondere voorzichtigheidsmaatregel van den gezagvoerder der „Eider" wórdt nog medegedeeld A dat hij onmiddellijk cioor een officier en 5 man, na het stoo- ten, de reddingsbooten in gereedheid liet brengen, zonder dat de passagiers er iets van bemerkten. De specie van het ss. Eider" is ge- brrgen terwyl ook nog eenige zakken mails aan land zijn gebracht. Er zijn nog 400 zakken met brieven aanboord. In de positie vaD het schip is nog geen verandering gekomen. Vrij algemeen woidt het er voor ge- gébouden, zegr, het Haagsche „Dagblad", dkt de Tweede Kamer tegen 1 Maart a. s, tot hervatting harer werkzaamheden zal worden bijeengeroepen. JTen verwacht, dat bij haar terugkomst de Kamer de militahe noodwetten ter behandeling gereed zal vinden, terwijl vermoedelijk ook bet voorloopig verslag op de faillissement-wetgeving, dat niet lang meer kan uitblijven, door de regee ring tegen dien tijd zal zijn beantwoord. Behalve nog enkele andere onderwer pen van wetgeving, die voor afdoening gereed zullen zijn, wil men weten dat de nieuwe belastingontwerpen van den minister van financien, bij de wederbij eenkomst der Kamer zulien inkomen en en alzoo in de afdeelingen zullen kunnen worden onderzocht, daar men vei zekert dat die ontwerpen in het begin van Janu ari by den Raad van State zijn ontvan gen en nog deze week door dit Staats college zijn teruggezonden. Reuter seint uit Londen Het departement van landbouw heeft den invoer van levend vee in Engeland verboden met ingang van 12 dezer. „En blijft ge nu volhoudendat ge onschuldig zijt en ook niet weetwie de brieven niet de goudstukken die ik u gisteren heb laten zien, verzonden heeft vraagde de rechter. „Niemand anders dan de werkelijke da der," gaf Osten beslist ten antwoord. „Dan blijft me niets anders over dan u te kennen te geven, dat het onderzoek atgeloopen isen dat u binnen enkele dagen de acte van beschuldiging zal me degedeeld worden." Intusschen was het nieuwjaar geweest en de winter voorbijgegaan. Osten bespeur de reeds iets van den zoelen adem der naderende lente in zyne eenzame cel. Een der beroemdste advocaten van het land had zich zijne zaak aangetrokken en be zocht hem dikwyls. Hij was van Osten's: onschuld overtuigd maar ook hij ver klaarde het gewicht der beschuldigingen voor verplettereud en bereidde daarom; Osten's vrouw op het ergste voor. Tegen het einde vau Maart kwamen; de gezworenen byeen. Een buitengewoon! talrijk en voornaam publiek was aanwe zig, en onder de vele getuigen waren Bra- me en Carlsen de eenigen, die voor Osten's onschuld getuigen aflegden. De advocaat richtte nu tot Carlsen d? vraag „Weet ge ook, of uw vroegere knecht in Yerden gediend heeft?" »Ja, hy was daar eigenlijk van af komstig." AXEL, den 9 Februari 1892. - Gister6D had te Ter Neuzen de verkiezing plaats voor het nog ontbreken de lid voor de kamer van koophandel en fabrieken aldaar. Van de 176 kiezers stemden er 37, waarvap 36 op don heer L. Schalk, die deze benoeming aanneemt. De kamer is nu voltallig en bestaat uit de heeren H. C. E. van IJsselstein, J. A. van Rompu, J. A. de Jonge, P. A. van de Velde, A. Hamelink, A. Tbo- lens Dingz. en L. Schalk. Koewacht, 9 Febr. Heden ochtend om streeks 6 ure ontstond brand in het schuurtje van L. Raes (Boschdorp), waar- dooi schuurtje en woonhuis een prooi dei- vlammen werden. Alles is verbrand, zelfs huisraad, kleederen en eenig geld. Het verbrande was geassureerd. Oorzaak on bekend. Uit Dordrecht wordt aan de N. R. Ct. gemeld Evenals Vrijdag middag, verscheen ook in de avoDd-séance van Sequah de re- clame-patient uit Rozendaal op het too- neel. Na eene korte Speech, waarin hij vertelde van zijn genezing, maakte hij eene wandeling door de zaal om tetoo- ncn dat hy zijn krukken niet meer noo- dig had. Daarna trok ook nog zijn pleeg moeder op, om in een ellenlange rede dank te brengen aan Sequah. Twee patiënten werden vervolgens be handeld. Gedurende de inwrijving van den laatsten verscheen een dokter op het tooneel. Toen de patient weer gekleed was en verklaard had geen pijn meer te hebben, richtte Sequah tot den dokter - een vreemdeling de vraag of hij aan het publiek wilde zeggen wat hij gezien had. De dokter verontschuldigde zich echter, zeggende dat hij niet alles gezien had. Terwijl Sequah dit aan het publiek mededeelde verdween de dokter. Sequah deelde ook dit aan de menigte mede, alleen er bijvoegende dat de dok ters in Nederland voor hem de beste re clame zyn. Ook ditmaal hield Sequah na afloop der Séance weer een balkonrede. Zondagavond omstreeks half negen brak te Nieuwe-Wetering een brand uit die bij den hevigen wind zich aanstonds ernstig liet aanzien. Het vuur begon in een hooiberg op het erf van K. Straat- hoffna eenigen tijd had het zich over de woning en schuren uitgebreid. Nu De verdediger verzocht op dat antwoord te lette n en eischte, dat Osten tegenover de boeren van Suderode zou gesteld wor den. Dit geschiedde. Maar hoe beslist Brame volhield, dat de man, dien zij in dien noedlottigen nacht gezien hadden, Osten niet geweest was, even beslist hiel den zij het tegengestelde staande. „Hebt ge niet gezien, dat de onbekende scherpe gelaatstrekken en ringen in de ooren had vraagde de advocaat. Zij ontken der.. Het gerecht besloot nu hun den eed at te nemen, terwijl Brame, daar hij tot den beklaagde stond, onbeëedigd bleef. Nu richtte de advocaat tot Jensen, Carl sen's knecht de vraag „Zjjt ge de opvolger van Willem Grote in dienst bij schout Carlsen „Ja." „Toen gij in uwen dienst traadt, was toen reeds het paard op stal, dat nu de „oude Hans" genaamd wordt „Ja. dat was toen het sterkste ploeg paard, dat we hadden, maar met een hart zoo week als een kind. Toen Willem Grote weg was, werd het erg zwaarmoe dig. In de laatste jaren is het wat be nauwd op de borst." „Ge kunt zyn hinneken goed ouderschei den van dat der andere paarden „Ja, juist omdat het iets aan de borst scheelt. En dan hinnekt de „oude Hans" zoo zelden." „Hebt ge het ook in den bewusten nacht sloeg de brand, door den feilen storm aangewakkerdnaar de overzijde dei- vaart over, waar spoedig de woning schuren en hooiberg van H. Los in vlam men opgingen. Drie spuiten van Rijp en Oude-Wetering en van Roelofarends- veen deden wat zij konden, d. i. onder deze omstandigheden nog te weinig. Ge lukkig dat in de richting van den wind geen huizen meer staan, toch liepen te 11 uur de belendende gebouwen nog gevaar. Te middernacht brandde bet, op een half uur afstands gezien, nog flink. Er ging geen vee verloren. Oorzaak nog onbekend. Op villa ..Erica" van den heer C. W. Groskampte Hilversumis dezer dagen een vogel gevangen, die thans zei den in ons vaderland voorkomt. Het is een torenvalk Het dier heett de groot te van een kleine kipde kop is grijs met zwarte streep onder het oog; keel, borst en buik zijn wit, de beide laatste met langwerpig grijze vlekkende rug en vleugels zijn roodbruin met pijlvor mige zwarte vlekken en de slagpennen zwart. De grijze staart heeft een zwar ten band en is aan het uiteinde wit, Verder heeft het dier gele pootenoog kringen en washuid. Deze vogel nestelt in torens, bouwval len en boomen, en voedt zich met veld muizen, jonge vogels en insecten. In het najaar verlaat hij ons land en keert in het voorjaar terug. De heer Groskamp heeft den vogel aan „Aitis" ten geschenke gegeven. - In de kazerne te Leeuwarden heeft de vorige week een ongeluk plaats ge had. By het exerceeren in een der lo kalen. waarbij de sergeant. E. een pelo ton soldaten onderricht gaf in de lading en het vuren, waarbij hij vóór de man schappen stond, die in geknielde houding aanlegden in de richting waar hij stond, viel op het commaado „vuur 1" een schot, waardoor hij, deerlijk in den buik ge troffen, neerviel. Op last van twee mi litaire geneesheeren werd hij terstond naar het militaire hospitaal vervoerd. Bij onderzoek is gebleken, dat het ge weer van een korporaal eene scherpe patroon bevatte. De toestand van den gewondedie gehuwd is en vader van drie kinderenmoet hoogst bedenkelijk zijn. Vrijdagmorgen zag men in de Lau wergracht te Arnhem een hoed drijven, terwijl een hondje onophoudelijk blaffend langs den kant liepen hoe men hem ook trachtte te verjagentelkeDS naar de plaats terugliep, waar de hoed te hooren hinniken „Zeker." »Denktge, dat de „oude Hans" Willem Grote zou herkennen als deze in de na bijheid van het paaid kwam Jensen lachte. „Dat kan ik nauwelijks gelooven of ze moesten zich juist in de hel weder herkennen. Want Grote is al vyf jaar dood." „Maar, wanneer Grote nog leefde vraagde de president ernstig, nadat de algemeen opgewekte vroolijkheid bedaard was. „Dan zou de „oude Hans," als hij Grote bemerkte, terstond gaan hinneken." zeide Jensen beslist. „Ge hebt in den stal het een en ander laten herstellen, toen uw heer op reis was," vraagde de advocaat verder. „Ja, ik kan niet weten „Ge wordt verzocht alleen maar te ant woorden op de vragen van den advocaat,' vermaande de president. „Zijt ge ook in den stal gebleven, zoo lang Osten er in was „Ja. „Heeft hij van u kunnen hooren of door u kunnen merken, dat de ladder in den stal naar uwe kamer leidt en dat deze in verbinding staat met den gang op de eer ste verdieping." „Neen, nooit." Nu richtte de advocaat lot den dokter uit Westenrode de vraag, of hy bleef vol zien was en zich een eind ver in het water waagde. Men vermoedde, dat zien iemand had verdronken en stelde een onderzoek in. Allereerst echter werd de hoed opgevischt en nu bleek het, dat daarin vier jonge hondjes waren, Waar schijnlijk was hot de moeder, die haar jongen had geroken en ze weer tot zich wilde nemen. Te Deinem, in Friesland, werd na den sneeuwstorm een schaap vermist. Nergens werd het gevondeD, doch met het dooien is het terecht gekomen. Het was in een sneeuwhoop ingesneeuwd en daar elf dagen opgesloten geweest, zon der eten of drinken te kunnen krijgen- Dat. het beest er niet vetter op geworden was, is te begrijpen, maar overigens heeft het geen last gehad van zijne opsluiting. Te Paunat kwam kort geleden ze kere Jan Sabouretin een herberg, vroeg twee kan wijn en zeidedat men nog denzelfden avond van hem zou hooren. Hij zou zijn vrouw en zijn schoonmoe der vermoorden Feline zijn dorpin brand steken en zich dan in een put la ten vallen. Men hield het gezegde vooi een dronkenmans praatje en lette er niet verder op. Tehuis gekomen sloeg Sabouret zijn vrouw en zijn schoonmoeder met een klomp dood en stak vi9r huizen in brand. De bewoners van het dorpdie zich in de kerk bevonden, ontwaarden, toen zy naar buiten kwamen, den brand en za gen Sabouret kalm op den rand van een put zitten. Men snelde op hem los, maai de man liet zich eensklaps achterover vallen. Daar de put veertig meter diep was, kon men enkel zijn lijk ophalen. De rechtbank te Yperen heeft een jongen van 13 jaar, tot zijn 21ste naar een verbeterhuis verwezen, omdat hij 't kind van zijn heereen zuigeling van acht maandendat hij moest oppassen, in de wieg had geworgd. In het ziekenhuis te Myslowitz, in Sileziëligt een mijnwerkerJohannes Latus, sinds 47* maand in diepen slaap. Alle pogingen om hem te wekken wa ren vruchteloos. Hij ligt doodstil, maar haalt geregeld ademzijn lichaam is warm en de wangen zijn -gezond ge kleurd. De ledematen zijn echter ge heel stijf, zoodat de geneesheeren met een geval van catalepsie meenen te doen te hebben. Sedert een paar dagen is hij evenwel minder stijf geworden en men meent ook eenige beweging waar te nemen. Gedurende de 41/, maand is houden, dat hy de schel zou gehoord heb ben, wanneer Osten ze overgehaald had „Ik was in dien nacht wel wat erg sla perig, maar gedurende mijne 25jarige prak tijk zou het de eerste maal geweest zijn, dat ik de nachtbei niet gehoord had Maar ook de rechter bad eenige vra gen te doen, en wel aan Osten. „De ver houding tusschen u en uw zwager Schna- bel is niet van de beste, niet waar „We bemoeien ons in 't geheel niet met elkaarik ken hem niet eens per soonlijk." „Ge hebt in den vreemde nooit geld van huis ontvangen „Maar zeer weinig." „Denkt ge, dat Schnabel den vinger op de kas hield „Dat kan ik niet weten." „Hebt ge geene hoop uw vaderlijk erf deel terug te krygeD „Voorloopig niet. Ik moet persoonlijk in mijne geboorteplaats komenom de zaken te onderzoeken en te regelen." „Ge ontvingt ook nietstoen ge reeds hier woondet „Neen." „Volgens het telegram uwer viouw hadt ge niet veel verwachting van hare reis „Dat kan ik niet bestrijden." „Ge schijnt dien gunstigen uitslag, voor al bij uw zwager, uauwelyks verwacht te hebben Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1892 | | pagina 2