Een Overzicht.
Binnenlandse}! Nieuws.
(icmcngd Nieuws.
reppen niet allen de handen, al ijveren
ook maar enkelen om den mensch zoo
volmaakt mogelijk te zien. Maar als alle
burgers der maatschappij de handen wil
len ineenslaan, te samen willen werken
aan dat groote doel„verheffing van den
mensch tot zoon hoog mogelijk stand
punt", dan zal de, beschaving met reu
zenschreden vooruitgaan, dan zullen wij
ook hier zien, dat eendracht macht maakt.
Och, dat ieder toch eenS wilde hooren
dat ieder zich toch eens wilde inspannen
om zich zelf zoo gelukkig mogelijk te
maken. Eene heerlijke taak ziet een
ieder zich opgelegd. Reeds van onze
geboorte rust ons dit werk op de schou
ders. Maar hebben wij reeds de handen
aan den ploeg geslagen, of hebben wij al
de jaren onzes levens doorgebracht
zonder ons van onzen plicht te kwijten.
Zoo ja, laat ons dan in 1892 een nieuw
leven beginnen, laat ons voortaan niet
leven voor ons zeiven, maar ook voor
anderen iaat ons do mensch pogen te
beschaven leeren wij hem den weg der
vooruitgang. O dan zal de aarde een
geheel nieuw aanzicht vertoonen. Dan
verdwijnen laster, bedrog, roof, moord.
En als gij allen, die hiertoe wilt mede
werken, dan later het door u tot stand
gebraente aanschouwt, wanneer gij ziet
dat ook door uw werk, de mensch beter,
de maatschappij volmaakter is geworden,
hoe trotsch zult gij dan uw hoofd ver
heften, hoe gelukkig zult gij U dan ge
voelen- Besteedt gij alzoo het jaar 1892.
O, dan zal dat jaar u weinig teleurstel
lingen bereiden, dan zult gij wanneer
ook deze jaarkring tot. hare zusteren is
gekeerd en weder een volgende nieuw
jaarsmorgen voor u aanbreekt, met vreug
de neèrzien op bet afgeloopen jaar. Dan
zal het geluk en zegen, dat ons iederen
nieuwjaarsmorgen zoo ruimschoots wordt
toegewenscht ook in diezelfde mate op
onze hoofden nederdalendan zal het
geluk en zegen, dat wij iederen nieuw
jaarsmorgen ODzen vrienden en betrek
kingen toeroepen, geen ydel woord, geen
holle klank zijn, geen onmisbare forma
liteit om een nieuw jaar te beginnen,
maar w;ij zullen ons geheele gedrag dat
nieuwe jaar duidelijk doeD zien, dat het
ons waarlijk ernst was, met die goede
wenschen, door ons aan zoovelen iederen
nieuwjaarsmorgen toegebracht.
Telkens wanneer donkere dagen vóór
en na kerstmis wederkeeren, telkenmale,
wanneer de aarde op haren jaariijkschen
tocht om de zon, dat gedeelte bereikt
heeft, waarin de leven- en warmte aan
brengende bron juist het minst mild ge
stemd is, komen de gewichtigste dagen
van een jaarkring weder, dagen, die ous
meer dan hunne andere broeders tot
ernst stemmen.
Uit de tegenwoordige regeling der
maatschappij vloeit voort, dat de laat
ste dagen des jaars als van zelve voor
een ieder zijn aangewezen, om een blik
achterwaarts te werpen en tevens het
oog voorwaarts te wenden, ten einde
zooveel mogelijk bij benadering te be
palen, wat een volgende jaarkring geven
of nemen zal.
De volksvertegenwoordigers doen, vol
gens oude gewoonte, hun best om de
begrootingen voor het volgende jaar af
gedaan te krijgende ambachtsman
schrijft zijne rekeningen en maakt te
vens in den geest een schema van wat
zijne begunstigers hem het volgend sei
zoen te werken of te verdienen zullen
geven de ambtenaar, gewoonlijk verze
kerd van zijne inkomsten, breekt zich
het hoofd met het uitzicht op bevorde
ring, hoevelen ouk op de ranglijst vóór
hem zijnde kapitalist eindelijk, woe
keraars en geldschieters meegerekend
- doet ook al- mee zijn duit in 't zakje om
het tantal berekeningen en misrekenin
gen te vergrooten.
We hebben hierboven ook zooveel te
- kennen gegeven, dat een jaai kring be
halve geven, ook nemen kan. Voor wie
dit niei recht duidelijk mocht zijnwij
zen wij den koelen prakticus slechts
even op den speculant, den man die
zich in onzekere ondernemingen waagt,
waarvan men zeggen kan dat hij met
de zaak staat al valt. Of - we wijzen
hem op de zorgvolle moeder, die bij het
ziekbed van haar lieven lijder gezeten,
zichzeive zuchtend afvraagt, of hij, thans
nog het jaar begonnen, dit ook met haar
zal voleinden mogen. Doch genoeg. On
ze geachte medewerker heeft reeds hier
boven een en ander aan eene beschou
wing onderworpen, zoodat wij ons daar
van mogen ontslagen achten.
Wij willen ons veroorloven een blik
te slaan op den toestand van ons we
relddeel in het bizonder en van de ove
rige deelen der aarde in het algemeen
om daaruit eene gevolgtrekking te ma
ken voor de toekomst, eene gevolgtrek
king, getoest aan de ondervinding in
het afgeloopen en vorige jaren opge
daan.
Het eenige waarover men zich voor
namelijk in Europa bezorgd maaktis
de kans op een eerlang uit te breken
oorlog. Met het oog op de inrichting der
hedendaagsche oorlogswerktuigen, zou een
strijd tusschen beschaafde volken vree-
selijke gevolgen na zich sleepen. Doch
juist deze omstandigheid geeft ons een
soort rust. Het gaat immers niet aan,
geachte lezerdat iemand van wiens
woord het wel en wee van honderddui
zenden en millioenen afhangtnaar
wiens woorden een6 geheele beschaafde
wereld met belangstelling luistert als
naar een orakel dat geluk of ongeluk
predikt, dat iemand, die bij de gratie
Gods regeert en den bloei en de wel-
vaait van zijn land is geroepen te be
vorderen, dat zoo iemand ooit anders,
dan in den hoogsten nood, tot een strijd
zal overgaan waarvan de kansen van
winnen of verliezen zoo onzeker zijn als
thans in Europa het geval is,
Wij weten het allen, Europa is in
twee kampen verdeeld. Het drievoudig
verbond Duitschland, OostenrijkItalië,
met de sympathie begunstign van En
geland, ziet tegenover zich eene, zooal
niet officieel gesloten, dan toch door
vriendschap bestaande verbintenis tus
schen Frankrijk en .Rusland. Over de
onmogelijkheid van een verbond tus
schen eene vrije republiek en een naar
willekeur- lieerschend despost. door par
lement noch grondwet gebonden, zullen
we het liefst maar zwijgen. Het feit is
er Welnu, wat zullen deze twee mach
ten tegenover elkander uitrichten Wil
len wij het eens in weinige woorden
zeggen V Zij zullen, ieder voor zich, hun
ne krachten zooveel mogelijk versterken.
Zij zullen, na al de millioenen aan de
soldaterij besteed, daaraan nog even zoo
vele miiliarden ten offer brengen. Frank
rijk is reeds geheel en al bekomen van
ae slagen door Duitschland in '70 toe
gebracht. Duitschland heeft de Fran-
sche goudstukken opgesloktis er geen
duit rijkerjanog armer op geworden
en Frankrijk neemt in bloei toe. Oos
tenrijk is groot en solieddaar hoort
men zoo niet vanmaar Italië, dat nog
slechts enkele jaren de rol van groote
mogendheid speeltkleedt zich uit tot
op 't hemd, om de positie van „der drit-
te im Bunde" op te houden. Engeland,
de gr oote, zoo niet de grootste iupakker
van heel de wereldheeft genoeg te
doen met Ierland en het „veroveren" van
Afrikaansch grondgebied, zooals nog meer
Europeesche mogendheden. Rusland e-
venwel. is naar onze meening het meest
beklagenswaardig. Aan het hoofd van
dit groote rijkdat eigenlijk veelzeer
veel te groot is om goed te kunnen
worden geregeerd staat een man die
nog niet schijnt te willen begrijpen, dat
onbeperkte macht van een vorst in on
zen tijd niet meer thuisbehoort. Het
landJs aan ellende en hongersuood ten
prooi. Willekeur en tyrannie zwaaien
er den scepter. Wat is er van zulk eene
regeering te wachten? Niet eerder zal
daarin verandering komen, voor de vorst
begrijpt, dat eene volksvertegenwoordi
ging de hoogste wetgeving is, of dat het
volk, tot het uiterste gedreven, als één
man opstaat, om te eischen wat het
reeds lang, veel te lang is onthouden.
De overige landen, alhoewel ook jaarlijks
onnoodig schatten verspillende aan sol
daatjes, kanonnen en geweren, zjjn te
weinig van invloed in het Europeesch
concert, om er afzonderlijk de aandacht
aan te wijden. Naar het ons voorkomt
is de Zwil sersehe Bondsstaat het geluk
kigste land van ons werelddeel.
Om uu den inhoud van ons oordeel in
't kort weer te geven resumeeren wij,
dat de tegenwoordige toestand van Euro
pa op het oogenblik van dien aard is
dat in de naaste toekomst voor geene
verstoring van den vrede behoeft te wor
den gevreesd, dat de verschillende regee
ringen zooveel aan den inwendigen toe^
stand der landen te verbeteren hebben,
dat aan uitwendige bemoeiingen niet kan
gedaclrc worden er. dat de verschillende
partijen zóó sterk zijn. dat ze tegen el
kander als't ware zijn opgewassen, waar
uit de bevestiging volgt van de waarheid
van het spreekwoord Groote honden
bijten elkaar niet.
Over de ovorige wereld kunnen we kort
zijn.
Amerika is reeds eenigen tijd het too-
neel vun verwarring en oproer, In der
gelijke gevallen geldt gewoonlijk het recht
van den sterkste en wie zich mag ver
heugen in de vaak zoo wisselvallige volks
gunst, die is er voor 't oogenblik het best
aan toe. Wanneer wij de Vereenigde
Staten en de bezittingen der Europeesche
mogendheden buiten rekening laten, mag
men gerust zeggen, dat geheel Amerika
in onr ust verkeertwat daarvan het ein
de zal wezen, wagen wij niet ook slechts
bij benadering te gissen.
Van Afrika mag men vrij zeggen, dat
het, behalve eenige zelfstandige staten,
bijna geheel door Europeanen is inge
palmd of zal ingepalmd worden. De
Europeanen brengen daar op hunne wij
ze de Europeesche beschaving, gepaard
met doodslag, diefstal en mishandeling,
over.
Uit de overige deelen der wereld valt
dit nog te zeggen, dat in het Hemelsche
Rijk, de zonen des hemels zich alles be
halve netjes gedragen omtrent de Chris
tenen. Of het gelukken zal de „honden"
uit te roeien valt te betwijfelen.
Ziehier, lezer, ons oordeel van den
tegenwoordigen stand van zaken. Mocht
Ge soms eene andere zienswijze zijn
toegedaan, weet dan, dat Uw oordeel
evenveel waardeering verdient als het
onze, daar een redactie gewoonlijk gebruik
maakt van den plurales majestates en
alzoo van wij gesproken wordtwaar
niettemin het oordeel van slechts één
persoon, den schrijver, wordt uitgedrukt.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft aan de commissarissen der Konin
gin medegedeeld, dat hem door den di
recteur van het Pensioenfonds voor we
duwen en weezen van burgerlijke amb
tenaren is bericht, dat onderscheidene
gemeentebesturen voortgaan zich recht
streeks tot hem te richten ter bekoming
van de gedrukte exemplaren der attesta
tién de vita.
De minister herinnert, dat dit niet de
aangewezen weg is ter bekoming dezet
stukken. De gemeentebesturen toch moe
ten vóór 10 Januari of 10 Juli de be
noodigde exemplaren aanvragen aan de
commissarissen der Koningin,
Bij de toezending van het materi
eel aan de ggmeente-besturen, noodig
ter uitvoering van de art. 80 en 61 al.
1 der wet op het lager onderwijs zijn
deze door de commissarissen der Konin
gin in de onderscheidene provinciën uit
genoodigd, tegelijkertijd met het opma
ken der lijsten van de kinderen, die
geen onderwijs genieten, zooveel dit in
hun vermogen is. op te geven de reden
waarom dit onderwijs niet genoten wordt
en daartoe de bij het materieel gezon
den tabel zoo nauwkeurig mogelijk in te
vullen, zoodat alleen daar, waar de in
vulling op onoverkomelijke hinderpalen
stuit, leemten daarin kunnen verwacht
worden.
Tevens wordt eene afzonderlijke op
gaaf wenschelijk geacht van het aantal
der van onderwijs verstoken schippers
kinderen.
AXEL, den si December 1891.
Gisteren is een paard op hol geslagen
van den landbouwer P. de Bruijne, wo
nende aar, de Kijkuit. Het paard was ge
spannen voor eene chais waarin zich vijf
personen bevonden, waar onder drie kin
deren. De cbais viel achtei over en werd
door het paard zwaar beschadigd, doch
de zich in het rijtuig bevindende perso-^
nen kwamen met den schrik vrij.
- De herijk der maten en gewichten
zal plaats hebben te
Hoek 4 JuliTerneuzen 5, 6, 7 en 8
JuliSas van Gent, ook voor Philippine
9 Juli en 11 Juli des voormiddags; I
Wesidorpe 11 Juli des namiddags; Zuid-
dorpe, ook voor Overslag, 12 Juli des I
voormiddagsKoewacht 12 Juli des na-
middags.
Axel, 13 en 14 JuliZaamslag 15 Juli.
Hulst, ook voor Clinge en SI. Jansteen
16, 18 en 19 Juli.
Rapenburg voor de gemeenten Stop- j
peldijk, Hengstdijk en Boschkapelle 20 j
JuliGraauw 21 JuliKloosterzande ,1
voor de gemeenten Hontenisse en Osse-
nisse 22 en 23 Juli.
Hontenisse. De heer J. Baart, onder
wijzer te Lamswaarde is als zoodanig 3
met behoud van tractement overgeplaatst
naar Kloosterzande. Hierdoor zijn aan
de school te Lamswaarde 2 plaatsen va
cant. De heer H. Ferkaart, onderwijzer
met hoofdacte te Kloosterzande kreeg
een gratificatie van 100.
- Benoemd tot onderwijzer te Clinge
de heer D. Yolbeda te Pingjumde ee
nige sollicitant.
- Door eenige baldadigen zijn Zondag
avond te Koewacht de vensterruiten in
eene herberg en een straatlantaarn stuk
gegooid. De politie heeft een onderzoek
ingesteld.
Op het Belgische gedeelte dier gemeen
te zal binnen kort een nachtwacht de
bezittingen der ingezetenen bewaken. I
Daardooi zal misschieD aan de menigvul-,
dige diefstallen die daar aan de orde
van den dag blijvenpaal en perk wor
den gesteld. M. CL
De wisseling van kou en warmte,
influenza of eene andere ziekte teisteren
„Artis", te Amsterdam. In de groote
roofdierengalerij ziju niet minder dan 16
diern gestorven, onder welke de groote
koningstijger, een groote leeuwin enz.
Den eenen dag gaan zij angstig, in
elkander gedoken, in e6n hoek zitten.
Den tweeden dag zijn ze nog ziek. Den
derden dag bezwijken zij. De directeur
gelooft nert dat het influenza is, maar
wat het is, weet men niet. ofschoon men
nauwkeurig de dieren na huunen dood
onderzocht.
Te Delft is Dinsdagavond een 14ja-
rige jongen door eigen onvoorzichtigheid
onder den stoomtram geraakt, waarbij
zijn rechterbeen onder de knie totaal ver
brijzeld werd en het andere been zwaar
verwond. Hij was op de treeplank ge
sprongen aan den waterkant, onr zoo
een eindje gratis mee te rijden, en raak
te toen beklemd tusschen de langs de
gracht staande boomen en de tram, met
het gevolg dat hij van zijne standplaats
afrolde.
In het groothertoglijk kasteel Wal-
ferdingen, in Luxemburg, is in den nacht
van Zondag op Maandag de waterlei
ding gesprongen, met het gevolg dat er
eene groote vernieling is aangericht Ver
scheidene kamers zijn ondergeloopen
plafonds gebarsten, gaskronen nedergé-
gevallen, tapyten en meubelen bescha
digd en glaswerken verbrijzeld.
Donderdag kregen in het gehucht
Molenend gemeente Tietjerksteradeel
twee opgeschoten jongens over een onbe
duidend geschil ruzie. Een arbeider schoot
op de twistenden toe om hen van elkan
der te scheiden, toen de broeder van een
der vechtenden dien arbeider onverwacht