No. 563.
Zaterdag 5 December 1891.
7e Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwse h - Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
AXEL.
FEUILLETON.
De bedelares van de Pont
des Arts.
Buitenland.
AXELSCHE
COURANT,
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
De Kettinghond.
Kent Ge ze, Lezers! die arme dieren,
gedoemd om hun leven lang aan een
klein plekje gronds gekluisterd te zijn
en evenals de bedelaar aan de tafel des
.„_jn, de heerlijkste spijzen vóór zich
zag, zonder er van te mogen genieten,
zóó zien deze paria's onder onze trouwe
viervoetige vrienden hunne broeders en
zusters vroolijk lavotten en spelen, ter
wijl zij aan hun ketting trekken, ja er
verwoed hun tanden in slaan, om toch
ook maar één enkel oogenblikje de lieve
vrijheid volop en naar hartelust mede te
kunnen genieten. Muar helaasde
ketting is stevig en hun meesters ken
nen geen mededoogen.
De kettinghond, dien evenals elk ander
dier, de wensch naar vrijheid bezielt,
moet als een boosdoener jaar in jaar uit
vastliggen. H6t hok, dat hem tegen het
gure weder moet beschermen, is niet
zelden zoo onvoldoende en vuil, dat de
hond met den grootsten weerzin er in
verwijlt, terwijl de ketting hem verhin
dert op behoorlijken afstand van zijn
hok aan zijne natuurlijke behoeften te
voldoen. Is het dus te verwonderen,
dat hij vol ongedierte zit, en deze hem
zijn rust en slaap ontnemen Des zomers
krijgt hij zelden frisch water, des winters
is menigmaal zijn waterbak bevroren,
terwijl de schotel, waarin hy zijn voedsel
krijgt, zelden flink schoon gemaakt
wordt. Arm dier
Dat de meeste kettinghonden erg bijt
achtig zijn, is waarlijk geen wonder, en
dat de dolheid dikwijls bij hen uitbreekt,
evenminde meeste, wij mogen gerust
zeggen s/io deel der van dolheid verdachte
UIT HET HOOGDUITSOH VAN
W. HAUPP.
Hij haalde het portret te voorschijn
hij vergeleek trek voor trek hij bedekte
met de hand de oogen en het voorhoofd
der dame, en het was het lieve gezichtje,
ïooals het half masker te voorschijn kwam.
Hij had zich, daar Jo&ephe den volgen
den morgen in huis te veel te doen had,
om zich met hem te onderhouden, weder
in het prieel nedergezet. Hij las, en on
der het lezen bekroop hem voortdurend
de gedachte of zij hem weder zou ver-
lehijnen. De middaghitte werkte bedwel
mend op hemhij deed alle mogelijke
moeite om wakker te blijven, hij las ijve
riger en met meer inspanning. Maar
langzamerhand zonk zijn hoofd op de
borsthet boek ontviel zijne hand hij
sliep.
Bjjna op denzelfden tijd als gisteren
ontwaakte hij. Maar eene gestalte met
groenen sluier was nergens te zien. Treu
rig en ontevreden stofid hij op om naar
het kasteel te gaan toen hij naast zich
een witten doek zag liggen, dien hij zich
niet herinneren kon daar neergelegd te
hebben. Hij bekeek hem, en de doek
honden, komen van het land naar de
stad. Hoe dikwijls boort men ze niet
door rheumatische pijn janken en huilen.
De landlieden zijn het niet anders ge
woon, doch de vreemdeling vraagt zich
met angst en deernis af, hoe lang deze
toestand nog voortduren moet. Hierin
moet eindelijk verandering komen.
Het lot der trekhonden is verre van
benijdenswaard, doch dat van de ketting
honden is nog veel erger, daar zij alle
beweging missen en hun lijden zoo niet
opgemerkt wordt. Daarom Gij, die
er kettinghonden op na houdt zijt
toch wat menschelijker. Laat de hokken
steeds reinigen, zorgt, dat zij goed dicht
zijn, zoodat regen en wind er niet kun
nen binnendringen, laat de honden
eiken dag minstens eenige uren vrij
rondloopenopdat hunne zenuwen en
spieren versterkt worden, en de ont
staande stijfheid tegengegaan worde.
Zorgt beter, dan tot nogtoe misschien
geschiedde, voor voeder en drinken, en
bedenkt dat alle dieren, die 's winters
aan de kou blootgesteld zijn, meer voed
sel noodig hebben, dan in den zomer,
opdat zij aan de kou beter weerstand
kunnen bieden. - Eenmaal warm eten
per dag is volstrekt noodzakelijk. Mocht
Gij, Lezerdie zulk een hond bezit, dit
ter harte nemen, 6n bedenken, dat ket
tinghonden ook levende wezens zijn.
J. B. T. HUGENHOLTZ,
Onder-Voorzitter der Afdeeling Axel
van de Ned. Vereen, tot Besch.
v. Dieren.
Axel, 4 Dec. 1891.
moest hem wel toebehooren, want op den
hoek was zijn naam geborduurd.
Hee komt deze doek hier, riep hij be
wogen uit, toen hij bij nauwkeuriger be
schouwing ontdektedat het een van de
doeken was, die het meisje voor hem had
moeten klaarmakenen die hij als een
heiligdom zorgvuldig weggeborgen hield,
Zou dit een nieuw teeken zijn Hij ont
vouwde den doek en zocht, of er wellicht
niet weder eenige regels in gelegd waren.
Er was niets in maar op een anderen
hoek van den doek ontdekte hij nog ee
nige letters, die f evenals zijn naam, erin
geborduurd waren. Sierlijk en netjes ston
den daar de woorden Voor immer Dus
toch hier geweestriep de jonge man
misnoegd. En ik was snood genoeg, om
hare liefelijke verschijning te verslapen
Waarom toch geeft zij me een nieuw
teeken Waartoe die treurige woorden te
herhalen, die mij vroeger reeds en giste
ren weer opnieuw zoo ongelukkig maak
ten Ook nu vroeg bij aan al de be
dienden of er niet een vreemd persoon
in den tuin geweest was Maar allen
ontkenden het, en de oude tuinman zeide,
dat er sedert drie uren niemand door den
tuin gegaan was, dan de genadige vrouw.
En hoe was ze gekleed vroeg Fröben
op zonderlinge wijze verrast. Ach mijn
heer, nu vraagt ge me te veel, antwoord
de de oude zij was voornaam gekleed
maar hoedat kan ik niet beschrijven.
Duitscliland. Omtrent den stand dor
werkstaking van letterzetters en drukkers
gezellen meldt de Algemeine Anzeiger
für Druckereien het volgendeBij de
2685 Duitsche drukkerijen waren vóói
het begin der arbeidstaking werkzaam
26.387 personen (letterzetters, drukkers,
machinisten, helpersen helpsters.) Daar
van hebben 8275 het werk gestaakt en
zullen er met bet begin der aanstaande
week (deze) nog 267 volgen. Aan 2594
personen is de eisch betreffende een
werkdag van negen uren, aan 217 an
deren die van een werkdag van 9V. uren
toegestaan. Op 238 drukkerijen is bij
bet loon eene toelage verleend.
Inde Berliner Börsenzeiting wordt om
trent den loop der zaak de opmerking
gemaakt, dat het officieele hoofdorgaan
der socialistische partij, de Vorwarts, ca
eerst met alle gedachten aan mislukking
der werkstaking den spot te hebben ge
dreven, thans begint in te zien dat het
voor de werkstakenden zal uitloopen op
eene nederlaag. De socialistische Bau-
handwerker had gezegd, dat eene neder
laag der zetters en drukkersgezellen een
beslissende slag voor de geheele organi
satie der Duitsche werklieden zou zijn.
De Vorwarts, die ook wel deze meening
was toegedaan, vond later, dat met zulk
eene redeneering de beteekenis eener e-
ventueele nederlaag toch weleenigszins
werd overdreven, daar de organisatie der
drukkersgezellen slechts een gedeelte van
de Duitsche werklieden-organisatie is.
Maar nauwelijks had de Vorwarts dit
gezegd, of zij scheen zelve van hare
woord en op te schrikkenalthans zij
Toen ze mij voorbijging, knikte zij vrien
delijk en zeide Goeden dag Jakob
De jongeman nam den oude ter zjjde:
Ik bezweer u, fluisterde hij, droeg zij niet
een groenen sluier Had zij geen groo-
ten zwarten bril op
De oude tuinman zag hem wantrou
wend en hoofdschuddend aan. Een zwarte
bril, vroeg hij. De genadige vrouw een
groote, zwarte bril Maar mpuheer, wat
denkt ge welZij heeft oogen, zoo scherp
en helder als een gems en zou een bril
op den neus diagen, neem me niet kwa
lijk een groote zwarte brilzooals de
oude vrouwen in de kerk op den neus
zetten zoodat het zachter klinkt als zjj
zingen Neen, genadige heer, zulke ge
dachten moet ge u uit het hoofd zetten
dat beteekent niets. En neem het me
niet kwalijk maar ge moest toch eene
muts opzetten bjj zulk eene hitte, anders
krjjgt ge nog een zonnesteek. Zoo sprak
de oude en ging hoofdschuddend verder.
Dan overigen bedienden duidde hij echter
met eene zeer verdachte beweging van
den wijsvinger aan het voorhoofd aan
dat het daar boven met mjjnheer den
graaf niet in orde moest zijn.
31.
Ook nu kwam Fröben tot geen ander
resultaat, dan dat het gedrag van het
meisje, dat hij zoo innig liefhad, onbe-
i grijpeljjk was, en dit raadselachtig spel met-
poogde den indruk er van te verzwakken
en betoogde dat vele firma's reeds in
een werkdag van negen uren hadden be-
vsilligd en dat de overige firma's, die
niet bij den eersten aanloop der strijden
de gezellen waren bezweken, toch in
toekomstige jaren in afzonderlijke kamp
strijden zouden vallen. Maar wat betee
kent dit nu anders dan dat met de werk
staking thans niet het beoogde succes is
behaald en de bereiking van het doel
tot latere jaren wordt uitgesteld
Bij het voortgezet debat over de
rijksbegrooting in den Duitschen rijksdag
bracht Bebel o. a. ter sprake, hoe onlangs
de keizer in een zijner toespraken ge
zinspeeld had op de mogelijkheid, dat
bet leger zou kunnen gebruikt worden
tegen binnenlandsche vijanden. Op ge
lijke wijze wordt in de Hamb. Nachr.
aangetoond, dat de sociaal-democratie een
oorlogsgevaar oplevert en gewapender
hand moet worden onderdrukt, terwijl
tevens beweerd wordt, dat de sociaal-
democratie zich onophoudelijk beijvert den
onderofficierstand in haar macht te krij
gen.
Dit noemde Bebel een ongemotiveerde
verdachtmaking, maar niemand meer dan
vorst Bismarck had van dit wapen ge
bruik gemaakt en dit schijnt hij nog te
doendaarom wenschte de spreker dat
de ex-rükskanselier in den rijksdag aau
we/ig was, dan zou hij hem hetzelfde
zeggen en nog wat meer.
Bebel ontkende, dat de sociaal-demo
cratie zoo te werk gingdit verbood
reeds de voorzichtigheid. Aan eiken par
tijgenoot werd de raad bij zijn in dienst-
treden gegeven, zoolang hij 's keizers rok
droeg den mond te houden en niet te
zjjne smart, met zijn verlangen hield hem
zoo geheel bezig dat hem vejl ontging,
wat hem anders zeker in het oog zou
gevallen zjjn. Josephe kwam met beschrei-
de oogen aan tafelde baron was ont
stemd en in zichzelven gekeerd en scheen
zjjn inwendig misnoegen, dat hem op het
voorhoold en in de oogen duidelijk te le
zen stond, nu en dan door een vloek over
de slechte keuken en het nog slechtere
huishouden lucht te moeten geven. De
ongelukkige vrouw liet zich alles stil en
geduldig welgevallen. Tusschenbeide sloeg
ze een vluchtigen blik op Fröben als
wilde zij bjj hem troost en hulp zoeken.
Achzij zag het niethoe haar echtge
noot deze blikken onderschepte hoe zjjn
voorhoofd zich hooger kleurdeals hjj
hare oogen dien kant zag uitzien.
Aan Fröben 's oog en oor ging dit al
les voor bjj, als iets, dat hij reeds gewoon
geworden was. Hjj gaf zich niet eens de
moeite, Josephe te vragen naar de reden
van Faldner 's toorn, Hij bemerkte het
niet, dat zij meer teruggetrokken tegen
hem was in het bijzijn van Faldnerhij
schreef het toe aan de gewone drukte van
zjjn vrienddat deze hem de volgende
dagen uitnoodigde om met hem het eene
of andere gedeelte van zjjn landgoed te
gaan bezoeken en in woud en veld dik
wijls een groot gedeelte van den dag met
meten en berekenen door te brengen. Toen
hjj echter op een morgen toen Faldner