No. 558.
Woensdag 18 November 1891
7e Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zee u wscli- Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
AXEL.
Buitenland.
15. FEUILLETON
De bedelares van de Pont
des Arts.
wilsciii:
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent;
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Duitsrilland. In de militaire werk
plaatsen te Spandau heerscht groote be
drijvigheid. Bij de artillerie wei kplaatsen
worden 1000 nieuwe werklieden aange
nomen, zoodat het geheele aantal op
2300 wordt gebracht. In de ateliers bij
het pyrotechnisch laboratorium zijn er
nog 5u0, in de geschutgieterij voorloopig
nog 2 a 300 noodig. In al deze werk
plaatsen wordt eenige uren daags meer,
in enkele ook nog des nachts gewerkt.
Naar berekening zal dit voor de artillerie
werkplaatsen een jaar en voor de ateliers
van het pyrotechnisch laboratorium mins
tens tot April duren, terwijl voor het
werk in de geschutgieterij verder alles
nog af hangt van de beslissing aangaande
het nieuw geschut. Voorts is ten opzichte
der aanneming van werklieden het regle
ment in dier voege gewijzigd, dat nieu
we werklieden niet meer rechtstreeks
door de opzichters kunnen worden aan
gesteld, maar schriftelijk bij de directie
aanvraag om plaatsing moeten doen.
Zou keizer Wilhelm oorlogzuchtig wor
den?
- Blijkens mededeeling in eene ver
gadering van 2500 letterzetters en ander
personeel uit drukkerijen te Berlijn heb
ben 188 Berlijnscbe, 192 nieuw aange
komen vreemde zetters en 37 man van
het hulppersoneel, die allen zich eerst bij
de werkstaking hadden aangesloten, thans
het werk hervat. Er werd besloten den
strijd door te zetten, doch er schijnt voor
de werkstakenden weinig vooruitzicht op
snccès te bestaan.
Denemarken. Reeds dikwijls is er over
geklaagd dat Zweedsche boter van ge
ringe kwaliteit in Engeland onder den
naam van Deensche boter wordt ver
kocht. Naar aanleiding daarvan is thans
in de Tweede Kamor een voorstel ge
daan om voor de Deensche boter een
Dationaal merk in te voeren, wrarvan
het gebruik bij verkoop van buitenland-
sche boter streng verboden zou zijn. Dit
voorstel vond echter dadelijk veel tegen
stand, op grond dat dan ook de slechtere
soorten Deensche boter van zulk een
merk moesten worden voorzien, hetgeen
een zeer nadeeligen invloed op den ver
koop der betere soorten zou hebben.
Frankrijk. De bookmakers by de wed
rennen te St. Ouen hebben het werk ge
staakt, omdat zij het aandeel te hoog
vinden, dat. zij volgens de nieuwe wet
moeten afstaan van hunne winsten. Som
mige schrijven de werkstaking toe aan
het mistige weer.
De heer Grand Carteret heeft voor
Boulanger een verzameling gemaakt van
al de caricaturen, al de muziekbladen,
al de pijpenkoppen en likeurflesschen,
al de knipmessen en de stukken zeep.
al de braceletten en gezelschapsspelen,
al de schaduwbeelden en de puzzles, die
er zijn uitgekomen en rondgevent met
de beeltenis of den naam van den ge
neraal. Dit is inderdaad eene documen
taire geschiedenis, die aan latere staats
lieden kan vertoonen, hoeveel grootheid
en verval er gelegen is in de volksgunst.
- Paul Lafargue, de als kamerlid voor
Rijssel gekozen socialist is uit de gevan
genis ontslagen en heeft zich dadelijk
naar Rijssel begeven om in eene groote
vergadering dank aan zijne kiezers te
betuigen voor de op hem uitgebrachte
stemmen en zijne meening omtrent ver
schillende punten van diep ingrijpende
sociale hervorming uiteen te zetten. Hij
werd door eene menigte volks aan het
station begroet en spoedig daarna beeft
hij, om alvast te beginnen, in eene ver
gadering van eenige honderd personen,
voor de helft wel samengesteld uit vrou
wen, het woord gevoerd. Hij verklaarde
voor een goed deel zijne vei kiezing te
danken te hebben aan de vrouwen uit
de arbeidersklasse, die voor hem gewerkt
hebben uit erkentelijkheid voor hetgeen
hij op zijn programma had gesteldbe
scherming der vrouw van de zijde der
wetgevende macht tegen de verdrukking
der patroons.
Paul Lafargue zal zich ook naar Four-
mies begeven om er als spreker op te
treden. Men weet dat het wegens zijne
deelneeming aan de onlusten te Fourmies
en zijne ophitsingen tot gewelddadighe
den was, dat hij tot een jaar gevange
nisstraf werd veroordeeld.
Onder voorzitterschap van den pre
fect der Loire is ei te Rive lo-Gier eene
gemeenschappelijke bijeenkomst gehou
den van werkstakende glasblazers en
de patroons, waarin het tot eene over
eenstemming is gekomen. De patroons
hebben eene loonsverhooging toegestaan.
Dientengevolge is de arbeid dadelijk her
vat. De bijeenkomst heeft niet minder
dan vier uren geduurd.
- Een Engelschman, Hill Wells ge
naamd, in den laatsten tijd een der vele
vreemde gasten te Monte Carlo, niet om
er van de heerlijke natnur te genieten,
maar om er aan de speelbank te dob
belen, is er aanhoudend door de bezoe-
UIT HET HoOGDUITSCH VAN
W. HAUFF.
Ik zag bij het zwakke schijnsel van een
lantaarn, hoe het meisje zich heftig ver
weerde tegen twee mannen, van welke
de eene hare hand en de andere haren
mantel had gegrepen. Ze lachten en spra
ken haar aan. Ik raadde wat er omging,
ijlde naderbij en ontrukte den een de
hand welke 'hij gevat had. Sprakeloos,
weenend klemde zij zich aan mijn arm vast.
Mijne heeren, zeide ik, gij ziet, dat ge
hier in eene dwaling verkeert. Ge zult
oogenblikkelijk den mantel van de juf
frouw loslaten Ach, vergeving mijnheer,
antwoordde de man die haren mantel ge
grepen had. Ik zie dat gij oudere rechten
op de juffrouw hebt 1 En lachend gingen
zij verder.
We vervolgden onzen weg, het arme
kind beefde hevig, hield nog altijd mijn arm
vast en stond op het punt neder te zinken.
Heb slechts moed zeide ik tot haar
Saint Severin is niet vei van hier, ge
zult spoedig te huis zijn Ze antwoordde
niet en weende steeds voort. Toen we in
de straat waren, die naar de beschrijving
l Saint Severin moest zjjn, bleet ze opnieuw
staan. Neen, ge moogt niet verder met
mij medegaan mijnheer, zeide zij. Het
kan niet. Maar waarom dan niet, nu
ge mij zoover medegenomen hebt Ik
bid u, geloof niet dat ik slechte bedoe
lingen heb 1 Ik had bij deze woorden,
zonder het te weten, hare hand gegrepen
en wellicht gedrukt. Ze onttrok mij die
snel en zeide: Vergeef mij, dat ik de
ongepastheid had u zoover mede te ne
men. Wat ik u bidden mag, verlaat mij
nuIk gevoeldedat het voorval van
straks haar diep beleedigd had. dat het
wellicht ook haar mistrouwen tegen mij
had opgewekt en dit was hetdat mij
juist onbeschrijfelijk roerde. Ik nam het
zilver dat Faldner mij gegeven had en
wilde het haar toereiken, marr bij de
gedachte, hoe weinig deze kleine gave
haar helpen kon, trok ik mijne hand te
rug en gat haar het weinige goud dat
ik bij mij bad.
Hare hand trok zenuwachtig toen zij
het aannam. Ze scheen het voor zilver
te houden, dankte mij echter met beven
de, roerende stem en wilde beengaan.
Nog een enkel woord, zeide ik en hield
haar staande. Ik hoop, dat uwe moeder
gezond zal worden, maar het zou u toch
nog aan iets kunnen ontbreken, en gij
mijn kind zyt niet geboren, om zulke
avondgangen te doen als heden. Wilt ge
vandaag over acht dagen niet op den
zelfden tijd voor de Ecole de Médecine
zijn, opdat ik naar nwe moeder kan vra
gen Ze scheen besluiteloos, eindeljjk zei
de ze ja. En zet dan toch den hoed
met den groenen sluier weer op, opdat
ik u herkenne, voegde ik er bij. Ze be
looide het, bedankte nogmaals, ging haas
tig de straat in en was spoedig in den
nacht verdwenen.
24.
Toen ik den morgen na deze gebeur
tenis ontwaakte, scheen het mg toe, als
had ik dit alles slechts gedroomd. Maar
Faldner die spoedig bii me kwam en mg
op zijn kiesche wijze begon te bespotten,
benam mij allen twijfel. De zaak kwam
mij nu duidelijk bij het morgenlicht be
schouwd al te fabelachtig voor, dan dat
ik ze mijn ongeloovigen vriend zou heb
ben willen vertellen. In den nieuweren
tijd is men tot zulk een graad van ver
fijning van zeden gekomen, dat die reeds
reikt tot in het gebied der onzedelijkheid.
In vele gevallen wil men liever woest,
eenigszins liederlijk en slecht schijnen en
laat men liever dubbelzinnigheid toe, om
niet beschouwd te worden als een dwaas,
als een zonderling, als een mensch van
zwak verstand en bekrompen levensbe
schouwing.
Meer nog dan Faldners spotternijen hin
derde mij echter een onrust, een zeker
iets dat ik geen naam kon geven. Ik
maakte er mij een verwjjt van, dat ik
niet eens haar gelaat gezien had. Waar
kers als eene soort van pheunoraeen
aangegaapt, want hij heeft herhaaldelijk
aanzienlijke sommen gewonnen. Aange
gaapt nu mag hij inderdaad wel worden,
want hij i s eene witte raaf. Immers,
tegen een, die met gevulden buidel van
de speelhel wegtrekt, zijn er tien, twin
tig, misschien honderd, die, gekomen mot
eene gevulde beurs, ledig en in wanhoop
heengaan. Doch niet dit is hetoud
nieuws, wat vermelding verdient. Be
langwekkender zijn verscheidene staal
tjes, die Hill Wells mededeelt omtrent
de bedelbrieven, die hij van „heeren en
dames" ontvangen heeft, die zitten en
treuren over hun verlies. Die brieven
kan hij bij honderden tellen. Eene da
me had bijvoorbeeld de onbeschaamd
heid hem 150.000 francs te vragen, die
zij verloren had en die, naar zij zegt,
begrepen waren in de som die by, Hill
Wells, gewonnen had. Eene andere da
me vroeg hem als buwelyksgift voor
hare dochter 25.000 francs, die zij aan
de speelbank verdobbeld bad.
Dat zijn staaltjes die aantoonen, hoe
zeer de hartstocht van het spel iemand
kan doen vallen en alle gevoelens van
betamelijkheid kan verstikken.
Italië. Op het Kapitool is een tweede
internationaal vredescongres geopend, dat
men ter onderscheiding van het vorige,
waaraan slechts parlementsleden konden
deelnemen, het democratische zou kun
nen noemen. De heer Bonghi hield als
voorloopig voorzitter de openingsrede. Hij
zeide onder anderen, onder de toejuichin
gen der aanwezigen, dat men vooral op
de massa des volks moet werken, want
zoodra het volk der regeeringen den vre-
toe. vroeg ik tnjjzelven af, waartoe deze
overdreven bescheidenheid A's ik een
paar Napoleons weggeef, kan ik toch wel
om de gunst verzoeken, den sluier eenigs
zins op te lichten En toch, als ik mg
het geheele gedrag van het meisje voor
den geest riep, dat, hoe eenvoudig het
ook was, zelfs niet den minsteu schgn van
gemeenheid had, als ik bedacht hoe mij
hare edele houding, de beschaafde toon
van hare antwoorden aantrok, dan moest
ik mgzelven halt tot mjjne ergernis recht
vaardigen. Er ligt iets in de menscbeljj-
ke stem, dat ons eer wg de gelaatstrek
ken of de oogen, eer wg den stand van
den sprekende kennen, den toon aangeeft,
waarin wg met hem spreken moeten. Hoe
oneindig veel verschil is er in taal en
spraak tusschen den beschaafde en den
onbeschaafde, en de toon waarop het meisje
sprak was zoo zacht en teeder, hare kor
te antwoorden kwamen dikwijls zoo uit
het diepste der ziel voort. Den gansehep
dag kon ik deze gedachte niet van iug
afzetten, ja zelts des avonds in een schit
terend gezelschap van dames was het ar
me meisje met het zwarte hoedjeden
groenen sluier en den dichten mantel aan
mijne zijde.
In de eerstvolgende dagen ergerde ik
mg over mijne dwaasheiddie de schuld
was, dat ik het meisje eerst na acht da
gen kon wederzien ik telde de uren tot
den volgenden vrjjdag en het was mg als