No. 54L5.
Zaterdag 5 October 1891.
7e Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwse li- Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
AANKONDIGING.
Doorndijli
No. H van den Ligger der wegen en
voetpaden, alsmede van de bestaande
voetpaden met de kunstwerken in deze
2 feuilleton.
De bedelares van de Pont
des Arts.
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Burgemeester en Wethouders van Axel
doen te weten, dat te rekenen van den
12 October aanstaande eene opneming
zal geschieden van den weg genaamd den
Axel, den 3 October 1891.
D. J. OGGEL, Burgemeester
J. v. D. SCHOONAKKER, Secretaris.
Zij, die verlangen gebruik
te maken van het HERHA
LINGSONDER WIJS, behooren zich vóór
15 October e. k. aan te melden bg het
hoofd der openbare lagere school.
TE HULST,
en 5 OCTOBER 1891,
(3e Kermisdag), aanvang nemende des
voormiddags 10 uur, met uitloving van
9 verschillende Premiën voor aangebracht
Vee.
Ook dat, eiken Maandag op de week
markt plaats en gelegenheid bestaat tot
het aanvoeren van Vee ten verkoop op
het Marktplein, waarvan geen staan- of
marktgeld wordt geheven.
De Burgemeester van Hulst,
L» VAN WAESBERGHE-JANSSENS.
UIT HET HOOGDUITSCH VAN
W. HAUFF.
»Sau Pedro San Jago di Compostella
fluisterde de oude „welk een vervelende,
dwaze dilettantOntmoedigd verliet hij
de kamer en de galerij, want hij gevoel
de, dat hem heden reeds alle genot be
nomen was door verdriet en ergernis
Had hij toch liever gewacht 1 Den vol
genden dag was de galerij gesloten en zoo
was hij genoodzaakt acht en veertig lange
uren geduld te hebben, eer hij weer naar
de schilderij kon gaandie hem in zoo
hooge mate belang inboezemde. Nog had
van de klokken der stiftskerk de laatste
slag van twaalven niet weerklonken ot
hij klom met gepasten haast de trappen
op, trad de galerij binnen op de welbe
kende kamer toe en getroffen Hij was
de eerstehij was alleen kon eenzaam
beschouwen.
Hij beschouwde de dame lang met on
afgewenden blik, tranen vulden zijne oo-
gen en hij streek met de hand over de
grijze wimpers. vO Laura!" fluisterde
hij zacht. Daar weerklonk hoorbaar een
zucht. Hij keek verschrikt op. De jonge
man van eergisteren was ei weer en keek
naar het beeld. Bedroefdomdat hij ge-
Frankrijk. De president der republiek
heeft ter gelegenheid van het overlijden
van de grootvorstin Alexandra aan den
czaar het volgende telegram verzonden
Uwe Majesteit is te zeer overtuigd
van de gevoelens, die wij haar toedra
aismede aan hare familie, om niet
verzekerd te zijn van het innige deel,
dat wij nemen in het verschrikkelijke
ongeluk, dat Zijne Keizerlijke Hoogheid
aul getroffen heeft, en wij stellen er
prijs op in deze treurige omstandigheid
aan Uwe Majesteit de betuiging onzer
levendige en smartelijke deelneming te
doen geworden.
De vierde vertooning van Lohengrin
heeft te Parijs plaats gehad voor eene
eivolle zaal. Noch binnen, noch buiten
op het plein had er eene manifestatie
plaats. Te nauwernood kon men opmer
ken, dat er op het plein wat meer le
vendigheid heerschte dan gewoonlijk. Het
eenige wat te vermelden valt is, dat er
enkele malen door iemand gefloten werd.
Het werk van Wagner werd langdurig
toegejuicht.
De hertog van Aumale woonde de
voorstelling bij.
Duitschland. De Helgolanders zijn
zooals men weet, van nationaliteit ver
anderd. Van Engelschen zijn zij Duit-
schers geworden. Moet men de Engelsche
bladen gelooven, dan hebben zij nog niet
in alle opzichten reden tot vreugde over
die verandering.
Tot 1 Januari 1892 heeft elk Helgo-
lander het recht te verklaren of hij Britsch
burger wenscht te blijven. Er is echter
geen Engelsch consul of ander Engelsch
stoord werd, maakte hij met het hoofd
een vluchtig compliment. De jonge man
dankte iets vriendelijker, maar even trotsch
als de Spanjaard. Ook nu wilde de laat
ste wachten tot de overtollige buurman
vertrok, maar tevergeefsch. Tot zijn schrik
zag hij, hij deze een stoel nam en zich
op ëenige schreden van de schilderij ne
derzette om die behoorlijk op zijn gemak
te beschouwen.
„De gek!" bromde Dod Pedro, „ik
geloof dat hij mijn grijs haar wil be
spotten." Hij verliet het vertrek nog
moedeloozer dan eergisteren.
In de voorzaal ontmoette bij den eige
naar der galerij. Hij dankte hem harte
lijk voor het genot," dat de verzameling
hem verschatte, maar kon niet nalaten
zich eenigszins te beklagen over den jon
gen rustverstoorder. „Heer B zeide hij,
„u hebt misschien wel opgemerkt, dat
een uwer beelden mij bizonder aantrok,
ik stel er eindeloos veel belang in. het
heeft een beteekenis voor mij die die
ik u niet zeggen kan. Ik kwam zoo vaak
u het mij vergunde, om dat beeld te zien,
verheugde er mij zeer over, het onge
stoord te kunnen beschouwen, dewijl toch
de menigte gewoonlijk niet lang daar
vertoeft en, verbeeld u eens, daar heeft
mij een jong, boosaardig mensch afgeluis
terd en komt, zoo vaak ik kom en blijft
ondanks mij urenlang voor dit beeld staan,
dat hem toch in het geheel niet aangaat
De heer B. lachte want hij kon wel
ambtenaar voor wie de inwoners die ver
zekering kunnen afleggen en voor een
Duitsch ambtenaar durven zij het niet
best doen. Waar dit geschiedde, werd
te kennen gegeven, dat men dan ook
maar naar een Engelsch sprekend land
moest verhuizen, dat voor zulke lui op
het eiland niets meer te doen was en
meer van die lieve opmerkingen.
Helgoland is al heel wat veranderd
sedert de Duitschers er hunne heerschap
pij voeren. Zware ijzeren hekken slui
ten de trappen af, die van het beneden-
eiland naar het boveneiland leiden. In
Sapskühlen is eene kazerne gebouwd en
soldaten en Italiaanscbe werklieden ma
ken eene batterij aan de zuidpunt, voor
welk doel ook een tijdelijk spoorwegje
op het bovenland is gelegd. Helgolan
ders worden niet bij de werken gebruikt.
Onlangs hebben 30 dronken Duitsche
matrozen een danshuis vernield en vijf
Helgolanders ernstig gewond. Het is
licht te begrijpen dat de bevolking met
de nieuwe orde van zaken weinig is in
genomen.
Een socialistisch blad heeft de vraag
behandeld of de socialisten in geval van
oorlog militairen dienst moeten weigeren
en tevens door eene algemeene werksta
king de geheele productie en daardoor
de kracht van den staat moeten ver
lammen. Het beredeneert de zaak aldus:
„Het proletariaat moet alle krachten
inspannen om Rusland ten onder te doen
brengen. Eene andere zaak echter is
het, wanneer het betreft een oorlog met
staten, die met ons op gelijken trap van
ontwikkeling staan. Dit zou ongeveer
het geval zijn wanneer Frankrijk zich
met Rusland verbond. Alsdan zou eene
algemeene werkstaking onmogelijk zijn,
denken, wie den ouden heer gestoord had.
„Dat laatste mag ik toch niet bevesti
gen antwoordde hp. Het beeld schijnt
den jongen man eveneens na aan het
hart te liggen want het is niet de eer
ste maal, dat hij het lang beschouwt."
„Hoe zoo Wie is dat mensch.?"
|,Het is zekere heer Von Fröben," ging
de heer B. voort„die zich sedert vijf
k zes maanden hier ophoudt, en van den
eersten keer, dat hij dat beeld gezien
heett, ook die dame met den hoed met
vederen waar ook u naar komt kjjken
komt hij alle dagen, geregeld op dit uur,
om de schilderij te beschouwen. Gij ziet
alzoo dat hij op zijn minst genomen be
lang stelt in het beeld, daar hij het reeds
zoo lang bezoekt."
„Hemel 1 zes maanden riep de oude,
„neen, dan heeft mijn hart bitter onrecht
gepleegd. God moge bet mij vergeven
Ik geloof zelfs, dat ik hem in mijne moe
deloosheid onheusch behandeld heb. En
zeg mij, is hij ridder Neen, men zal van
Pedro di Ligez niet kunnen zeggen dat
hij eenen vreemdeling onbeleefd behan
delde. Ik bid u, zeg hem doch neen
Ik zal hem wel weer ontmoeten en met
hem spreken."
omdat het ons daardoor ondoenlijk
zou worden gemaakt, tegen Rusland te
ageeren. Met eene militaire werkstaking
tegenover Frankrijk zou men echter
althans wanneer die mogelijk ware
iets kunnen uitrichten. Met eenige stoute
verbeelding zou men zich dan eene ver
broedering tusschec de Fransche en Duit
sche soldaten tegen den in den grond
der zaak gemeenschappelijken Russischen
vijand kunnen voorstellenmaar juist
de verwezenlijking daarvan is een onmo
gelijk ding. Wij zijn niet genoeg met
de Fransche toestanden bekend, om te
kunnen nagaan of bet plan bij de Fransche
soldaten jiitvoerbaar zou zijn. En in
alle geval staat het vast, dat er bij de
Duitsche soldaten niet aan valt te den
ken. Vooreerst toch wordt het leger
naar verhouding meer gerecruteerd uit
de conversatie land- dan uit de indus
trie-bevolking ten tweede komt er in
de gezindheid bij negen tiende van het
aantal lieden eene verandering zoodra
zij het soldatenpak dragen.
En die soldatengeest is eene macht,
die men niet te gering moet schatten.
Ja, wanneer alle kiezers wisten wat zij
wilden en energieke socialisten waren
wanneer allen in staat waren zich vrij
te houden van den geest der verkeerde
wereld wanneer zij derhalve den solda
tengeest geen invloed op zich lieten uit
oefenen, en wanneer zij dan allen den
moed hadden om hunne overtuiging ook
in praktijk te brengenDoch zooals het
nu er mede staat, zou het eenig gevolg
zijn, dat sommige bijzonder degelijke
kameraden, die hunne voornemens ten
uitvoer durfden brengen, zouden worden
doodgeschoten, en dat er in eenige com
pagnieën misschien wat tumult zouont-
Toen hij den volgenden dag weder ver
scheen en Fröben reeds voor de schilderij
aantroftrad ook hij naderbij met een
zeer vriendelijk gezicht. Toen echter de
jonge man eerbiedig op zij ging om den
ouden heer de beste plaats in te ruimen,
boog deze hoffelijk en zeide„Als ik mg
niet vergis, Sennorheb ik u reeds dik
wijls voor deze schilderij zien staan.
Dan gaat het u evenals mijook ik stel
zeer veel belang in deze beeltenis en kan
ze niet genoeg bekijken."
Fröben was verrast door deze toespraak
Ook hem waren de bezoeken van den oude
aan de schilderij in het oog gevallen.
Hij had vernomen wie hg was en na den
stijven kouden groet van gisteren had
hij deze toespraak niet verwacht. „Ik
stem toemijnheer," antwoordde hij na
eenig dralen, „dat deze beeltenis mij bo
ven alle andere aantrektwant omdat
er is iets in deze schilderij, dat betee
kenis voor mg heett." De oude zag
hem vragend aanals voldeed dit ant
woord hem niet ten volleen Fröben
ging meer gevat voort„Met kunstwer
ken, vooral met schildergen is het zon
derling gesteld. Dikwijls gaan duizenden
eene beeltenis voorbiivinden de teeke-
ning goed, het koloriet prachtig, maar zij
laat bij hen geen diepen indruk achter,
terwijl voor een enkele zulk eene beel
tenis eene grootere beteekenis heeft. Ge
ketend blijft deze staan kan zich niet
losrukken van den aanblik en keert we
der en telkens weder om ze op nieuw te
beschouwen."
„Misschien hebt ge gelijkzeide de
oude nadenkendterwjjl hg de «childeig