No. 544. Woensdag 30 September 1891. 7e Jaarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse li-Vlaanderen. F. DIELEMAN, Buitenland. 1 FEUILLETON. De bedelares van de Pont des Arts. COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER AXEL. Advertentien van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Chili. José Balmaceda, de gevallen dictator van Chili, heeft zelfmoord ge pleegd. Dit is het tragische besluit dei- droevige geschiedenis van den bloedigen burgeroorlog. Geen kans ziende om te te land of ter zee te ontsnappen heeft Balmaceda zich verborgen gehouden in het gebouw der Argentijnsche legatie te Santiago. De congresregeering ontdekte weldra zijne schuilplaats zij eerbiedigde echter het beginsel der exteiritorialiteit, volgens hetwelk de gezanten en hun ge volg in vreemde staten naar de wetten van hun land mogen leven, en liet Bal maceda alleen uitnoodigen, zich vrijwillig aan de congresregeering over te geven. Deed hij dit, dan werd hem van wege de regeering een eerlijk proces en be scherming tegen iederen aanval van het volk toegezegd. Balmaceda weigerde, naar hij zeide omdat hij geen vertrouwen in de onpartijdigheid der rechters stelde. Maar hij zag ook in, dat zijne schuil plaats door d6 bevölking zou worden ontdekt, en dat dan noch hijzelf, noch zijne beschermers veilig zouden zijn voor de toomelooze woede van het volk, dat zich met hartstochtelijken haat tegen den tyran heeft gekeerd. Zoo kwam hij tot zijne wanhopige daad. De nieuwe re geering is daardoor van geene geringe moeilijkheid bevrijd. Aan hare erkenning staat nu niets meer in den weg en deze heeft dan ook van de zijde der meeste Europeesche mogendheden plaats géhad. China. Zeer verontrustend luiden de nieuwste tijdingen uit China. Aan de Times wordt uit Singapoera het volgende UIT HET HOOGDUITSCH VAN W. HAUFF. 1. Wie in het jaar 1824 's avonds in de herberg „de Koning van Engeland" te Stuttgart kwam, of 's namiddags tusscken twee en drie uur in het plantsoen op den breeden weg wandelde, moet zich, als zijn geheugen goed is, nog eenige gestalten herinneren, die toenmaals aller oogen tot zich trokken. Het waren namelijk twee mannen die in het geheel niet tot de Stuttgaiter drinkebroers of plantsoenwan- delaars behoordenmaar eerdei op het Prado te Madrid of in een koffiehuis te Lissabon of Sevilla pasten. Denk u een ouden, grooten, mageren man met zwart achtig grijs haar, diepe, vurige, donker bruine oogen, sterkgebogen neus en klei nen, ingevallen mond. Hij gaat langzaam, trotsch en recht. Bij zijne zwartzijden f onderkleederen en kousen de groote rO' zen op zijne schoenen en de groote ges- pen aan de knieën, bij den langen, dun nen degen aan zijne zijde, bij den hoogen, eenigszins spitstoeloopenden hoed met bree den rand, diep op het voorhoofd gedrukt, zoudt gij, als ge slechts eenige fantasie bezit, een kort sluitend wambuis en een Volgens berichten uit Shanghai van 12 September blijkt do oproerige bewe ging te Ichang georganiseerd te zijn door soldaten uit Hunan. De centrale regee ring in China is niet bij machte deze onlusten te onderdrukkenzij zou daar voor troepen laten komen uit ver afge legen stations en de kans openen voor het uitbreken van een burgeroorlog. Daar de kan on neer booten de rivier Chang niet kunnen opvaren, heeft een schip van de handelsvloot Engelsche oorlogsmatrozen overgebracht. Uit Foe Tchioe wordt verder aan de Times gemeld, dat een geheim plan van de opstandelingen, om zich van bet ar senaal aldaar meester te maken, is ont dekt door buitenlandsche ambtenaren aan deze inrichting. De te Foe Tchioe verblijf houdende Europeanen zijn van oordeel, dat de aanwezigheid van een kanonneerboot dringend noodig is. Aan de New York Herald wordt uit Shanghai eveneens gemeld, dat de toe stand slecht is. De ongeregeldheden te Ichang breiden zich uit en zijn het sein voor verdere wanordelijkheden. De vallei van Yang-tse is in opstand. Wuchang, de centrale zetel van den onderkoning, staat op het punt dit voorbeeld te vol genden eveneens de steden Hankow en Chunkingdie voor de vreemdelingen openstaan. Deze steden zijn slecht te verdedigen. Er heerscht groote opgewondenheid de vreemdelingen vluchten. Ook Shanghai wordt bedreigd. Maat regelen zijn genomen om drie oorlog schepen naar Wuchang te zenden en de gecombineerde vloten zijn voor Shang hai geconcentreerd. De Fransche gezant is naar Peking vertrokken. Volgens de Russische bladen zal Rus land geen deel nemen aan de demonstra tie der vloten van vreemde mogendhe den in China. Het Journal des Debats dringt er op aan, dat alle Europeesche groote mogend heden zich vereenigen om tegen China krachtig op te treden. Eene demonstra tie der gezamenlijke eskaders zal hoogst waarschijnlijk tengevolge hebben dat China zich niet langer verschuilt achter eene voorgewende onmacht om de tegen de vreemdelingen gerichte oproerige be wegingen te onderdrukken. De Chineesche gezant te Parijs deelde den minister Ribot mede, dat de Chi neesche regeering alle maatregelen neemt om de vreemdelingen te beschermen. De Chineesche regeering hoopt dat de ge nomen maatregelen de mogendheden zouden tevreden stellen. In bet noordelijk gedeelte der provin cie Chan Si moeten drie monniken door de bevolking zijn vermoord. In het in de bedreigde streek gevestigde weezen- gesticht bevinden zich nog twee monni ken en negentien weezen, omtrent wier lot men nog geen zekerheid heeft. Duitschland. De Russische keizer of liever de czaar is te Berlijn geweest. Maar het was slechts op zijne doorreis naar Moskau. Hij hield zich slechts an derhalf uur op en soupeerde aan het station, waar prins Leopold van Pruisen, benevens zijne gemalin en de generaals Hahnke, Wittich en Von Schlieffer ter begroeting aanwezig waren. Keizer Wil helm was er niet bij, hij bevindt zich in het noordoosten van Pruisen. Alexander ni had verzocht van elke Spaanschen mantel wenscbenin plaats van den zwarten frak, dien de oude had omgedaan. En de dienaar, die hem met eventrot- schen tred volgt, doet die niet, door zijn dom, driest spitsboevengezicht, door zijne vreemde, grillige kleeding, door het bru tale gelaatwaarmede hij om zich heen ziet, alles aangaapt en niets bewondert, doet die niet denken aan die dienaars in de Spaausche komedie, die hunnen heeren trouw zijn als bun schaduw en in be schaving diep beneden hen, in trotsch nevens henin list en sluwheid boven hen staan Onder den arm draagt hij regenscherm en mantel van zjjnen heer, in de hand een zilveren koker met siga ren en eene lont. Wie, die deze twee langzaam voorbij zag wandelen, bleef niet staan om ze na te zien Het waren immers blijkbaar niemand anders dan Don Pedro di San Montanjo Ligez,de hofmeester van Prins Von P. die zich toenmaals in Stuttgart ophield eu Diego zijn bediende. Gelijk het dikwijls gebeurt, dat slechts eene kleinigheid noodig is om iemand beroemd en in-het-oog-vallend te maken, zoo geschiedde dit ook met den jongen Fl'öben, die reeds gedurende een halfjaar zoo lang hield hij zich wel in Stutgart op alle dag op slag van tweeën door het portaal van het kasteel in het plant soen trad, driemaal om het meer ging en vijfmaal den breeden weg op en neder wandelde. Alle schitterende equipages schoone vrouwen, eene menigte direktors, raadsheeren en officieren kwam hij voorbij en niemand sloeg acht op hem, want hij zag er uit als een zeer gewoon mensch van omstreeks 28 of 30 jaar. Sinds hij echter op eenen namiddag op den bree- hen weg Don Pedro had ontmoet eu deze dem vriendelijk gegroet, zijnen arm ver trouwelijk in den zijnen gestoken en ee nige malen, druk pratend, met hem was op en neer gewandeldsedert dien tijd beschouwde men hem nieuwsgierigja zelfs met zekere achting, want de trot- sche Spanjaard, die anders met niemand sprak, had hem met in het oog vallende onderscheiding behandeld. De schoone dames vonden nu, dat zijn gelaat in het geheel niet leelijk was ja er lag zoo iets belangwekkends, bizonder aantrekkelijks op, dat men in het eerst zoo goed niet zag de direktors en raads heeren vroegen wie die jonge man wel mocht wezen, en slechts eenige officieren konden vertellen dat hij nu en dan in „het Museum" biefstuk at, sedert een half jaar in de kasteelstraat woende en eenen schoonen Meckelenburger bereed, die hem zeiven toebehoorde. Ze voegden nog veel er bij over de voortreffelijkheid van dit paard, hoe het gebouwd was, welke kleur het had, hoe oud het was, wat het wel waard was en kwamen zoo te spreken over paarden ietsdat wel zeer leerrjjk moet geweest zijn. officieele ontvangst te Berlijn af te zien, daar zijn reis wegens het overlijden van zijne schoonzuster, grootvorstin Alexan dra, van zuiver particulieren aard was. Frankrijk. Algemeen is men ingeno men met de opheffing van de passen voor reizigers naar Elzas Lotharingen en hoewel de bepaling eerst 1 October in werking treedtzoo wordt er nu reeds niet meer naar passen omgekeken. - Eene vermakelijke geschiedenis gaf dezer dagen te Parijs veel stof tot lachen. De XIX Siècle, een te Parijs verschijnend blad, verhaalt dat eenige dagen geleden in het politiebureau van de Quai Jemap- pes een slordig gekleed manspersoon werd binnengebracht, daar hij eene dame op straat voortdurend lastig viel. Toen dé commissaris van politie Allard hem zijn naam en beroep afvroeg, was het antwoord: „Ik ben eerste luitenant X, van het departement van oorlog." De commissaris hield dit antwoord voor eeno ongepaste aardigheid en gaf den beklaag de te verstaan, dat het in zijn belang was, zijn waren naam en zijne bezig heden te noemen. Maar de verstokte booswicht bleef met onverstoorbare kalm te hetzelfde antwoord geven. De heer Allard telefoneerde naar het ministerie van oorlog en verzocht of men, indien de luitenant X werkelijk bekend was, een officier wilde zenden om zijne iden- diteit te bewijzen. Dit verzoek werd in- gewilligd en de verbazing van den heer Allard steeg tot een ongekende trap, toen hij de officier den smerigen land- looper als zijn meerdere eerbiedig zag begroeten. Luitenant X deelde toen aan den verbaasden commissaris mede, dat hij door het ministerie belast was met Den jongen Fröben zag men echter sedert dien tijd meermalen in gezelschap van Don Pedro, en gewoonlijk ontmoette hjj hem des avonds in „de Koning van Engeland", waar hg, eenigszins van de andere gasten verwijderd, bij den Sennor zat en met hem sprak. Diego echter stond achter den stoel van zijnen heer en be diende beiden ijverig van xeres en sigaren. Niemand kon eigenlijk begrijpen hoe die twee heeren te zamen gekomen waren noch welk belang hen aan elkander bond. Men giste het een en ander, maakte stou- te gevolgtrekkingen en in het eind had de jonge man zelve den besten uitleg kunnen geven, als iemand hem er slechts naar gevraagd had. 2. En was het niet de schoone galerij dei gebroeders Boisserée eu Bertram' waar zij elkander het eerst ontmoetten en herken den Deze gastvrije lieden hadden den jongen man veroorloofd, hunne schilderijen te bezoeken zoo vaak hij slechts wildé en hij deed dit, zoo dikwijls hij maar in de middaguren, als de galerij geopend werd, komen kon. Het mocht, regenen of sneeu wenhet weer mocht tot de heerlijkste uitstapjes in den omtrek uitlokkenhg kwam. Dikwijls zag hij er zeer ziek uit en kwam toch. Als men echter meende, dat de heer Von Fröben de heerliike beel den der oude Nederlanders liad bestu- i deerd of nageteekend, dan zou men ten

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1891 | | pagina 1