INDEN DOOLHOF DE8 LEVENS.
No. 542. Woensdag 25 September 1891. 7e Jaarg.
Nieuws- e ii Advertentieblad
voor Zeeuwse li -Vlaanderen.
E.
DIELEMAN,
Staatkundig Overzicht.
FEB ILL TON.
Uiniieiilandscl] Nieuws.
-
- s
4XELSCHE
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Te oordeelen naar de beweging die er van te
voren gemaakt was over de opvoering van Lohen
grin te Parijs, was het te verwachten, dat er wel
het een en ander gebeuren zou, dat nier in den
haak was. Door de politie waren flinke voorzorgs
maatregelen genomen en dit was goed ook, want
er was eene groote menigte voor het operagebouw
verzameld. Hoofdzakelijk vergenoegde men zich
met het zingen der Marseillaise, terwijl kleine pa
piertjes van band tot hand gingen met het op
schrift Les Barbares k l'Opéra.
Ondertusschen groeide de menigte steeds aan en
de politie moest herhaaldelijk de plaats voor de
opera schoonvegen. Het getal gearresteerden be
droeg 1184, waarvan 22 in hechtenis zijn gebleven.
Ondei de gearresteerden bevonden zich twee zoons
van den Argentijnschen gezant te Parijs, een rech
ter uit de provincie, twee officieren der mariniers,
een notaris, twee advocaten, een keukenmeid der
gevangenis van Mazas en twee naaisters.
Natuuilijk kwamen- enkele ongevallen voor, hoe
voorzichtig de politie het ook aanlei. Enkele a-
genten werden gekwetst, een brigadier werd de
hersenpan ingeslagen, een kind werd door een om
nibus overreden en was onmiddellijk dood-
De in hechtenis genomen lieden werden in het
benedenterrein der opera gebracht. Daar werden
zij bewaakt door republikeinsche gardes met gela
den geweer. Zij mochten niet rooken, praten of
zitten. Namen en adressen werden snel opge
schreven, de bedrijvers van gewelddaden naar het
depot gebracht en de anderen tegen den morgen
23.
Novelle van
MORITZ LILIE.
Een tijd lang ging alles goed onze verhouding
was inderdaad zulk eene geworden als er slechts
tusschen vader en dochter bestaat. Daar bemerkte
ik dat zijne geldmiddelen uitgeput warenhij maakte
nu herhaalde malen gebruik van mijne inkomsten
en eindelijk ontstond daaruit voor mij eene voortdu
lende en volstrekt niet onbeduidende uitgave. Zijne
verhalen van het groote vermogen, dat hij voorgaf
te bezitten, bleken slechts bedrog te zijn hij begon
te spelen en op grooten voet te leven en bediende
zich daartoe uitsluitend van mijne bijzondere kas.
Al mijne smeekingen en vermaningen bleven zonder
gevolgen toen ik eindelijk met kracht verdere voor
schotten weigerdeschaamde hij zich niet mij te
dreigen dat hij mij bij het gerecht zou aangeven,
om mij zoodoende nieuwe sommen af te persen. Te
laat werd het mij duidelijkdat ik in handen van
een ellendeling gevallen was, die op de schandelijk
ste wijze mijn vertrouwen misbruikte voor zijne
zelfzuchtige plannen.
Uit vrees voor gerechtelijke vervolging had ik mij
niet terstond in Duitschland gewaagdmaar was
in vrijheid gesteld.
Men was ook zeer bevreesd, dat de menigte
spektakel zou maken voor de Duitscbe ambassade,
doch een sterke gewapende politiemacht heeft er
voor gezorgd, dat er niets gebeurde. Een troep
van 1500 jongelieden wierpen in een Duitsch bierhuis
de glazen in en sloegen alles kort en klein.
Verder zijn nog verschillende middelen beproefd
om de voorstellingen op de andere avonden ge
heel of ten deele te doen mislukken, doch men is
er niet in geslaagd.
De Duitsche keizer, zeker niet onkundig geble
ven van de liefelijke wijze waarop zijne onderda
nen in Parijs worden uitgescholden, heeft weer een
van die toosten geslagenwaarvan hij later vast
spijt heeft gekregen.
Te Erfurt heeft Wilhelm namelijk gesproken van
den Corsikaanschen parvenu en in het officieele
verslag der rede is het woord parvenu weggemof
feld en vervangen door veroveraar, terwijl nog an
dere leelijke woorden door zachtere uitdrukkingen
zijn vervangen. De keizer heeft zich dus blijk
baar versproken, iets, wat een keizer eigenlijk niet
doen mag. Wat nog meer isTe Erfurt had de
Corsikaanscbe parvenu slechts te kiezen uit de
Duitsche prinsen, die hem volgden en omringden.
Wie door de gunsten van dien keizerlijken mees
ter werd onderscheiden, werd met ijverzuchtige
blikken door zijne collega's aangezien.
De vorsten van Beieren Saksen Wurtemberg
beijverden zich nederig om zijn bondgenootschap
en gevoelden zich gevleid als hij hun dochters voor
zijn jongere broeders waardig keurde. Dit alles
wordt door de Fransche bladen opgerakeld. Zoo
gaat hetals men oude koeien uit de sloot haalt.
De hertogin van Edinburg, die gruwt van de
joden vei volgingen in Rusland, zal trachten den
czaar aan het verstand te brengen, hoe de be
schaafde wereld denkt over de behandeling der
joden door zijn regeering.
Ot de prins van Wales nog eenige ernstige po
gingen heeft aangewend om tusschenbeide te ko
men, is onbekendin ieder geval bleef z\j zonder
gunstig gevolg. Men hoopt dat de hertogin van
Eóinburg bij haar broeder zal slagen. Misschien
zal er dan een einde komen aan deze middeleeuw-
sche geloofsvervolging.
eenigen tijd in Stokholm, daarna verscheidene jaren
in Londen gebleven. Eindelijk besloot ik in 't ge
heim naar mijn vaderland terug te keeren en mij
bij deze gelegendeid van mijn geleider te ontdoen.
Ik vergiste mij echterwant nauwelijks had ons
schip het anker gelicht, toen de gewezen sterrenwi
chelaar de trap der kajuit opkwam en mij op net
dek met. spottende beleefdheid begroette. Van dezen
tijd af hechtte hjj zich aan mijne hielen als mijne
schaduw ik raakte niet meer van hem bevrijd.
Ik wil zwijgen van de vreeselijke tooneelen die
bijna dagelijks tusschen ons plaats hadden zwijgen
van de tallooze tranendie des nachts mijn kussen
bevochtigden er kwamen oogenblikken dat ik op
het punt stond te vertwijfelen en nauwelijks weer
stand kon bieden aan de verzoekingaan dit leven
een einde te maken.
Toen kwaamt gij Roberten voor het eerst weer
sinds geruimen tijd ging er eene ster der hope voor
mij op; ik kreeg weer nieuwen levensmoed, nieuw
zelfvertrouwen, in u hoopte ik bescherming en ge
ruststelling te vinden. Het moest echter niet zoo
zijn het gebeurde van gisteren heeft mijne verwach
tingen vernietigdmijn stillen zaligen droom met
ruw geweld weggevaagd. Ik voeg mij naar de on
verbiddelijke beschikking van het lot, ik heb geen
recht meer op gelukkige dagenAls gig deze regelen
ontvangtben ik reeds ver van hierde wereld zal
nog wel een stil en eenzaam hoekje bezitten waar
ik rouw dragen en rustig sterven kan.
Het gewijzigd ODtwerp-Adres van antwoord der
Tweede Kamer op de Openingsrede luidt als volgt
„Mevrouw
Het was voor de Tweede Kamer een hoogge
waardeerd voorrecht, Uwe Majesteit te midden van
de vertegenwoordigers van het Nederlandsche volk
te mogen zien, teneinde de gewone zitting der
Staten-Generaal in naam der Koningin te openen.
Voor de gedane mededeelingen betuigen wij U-
wer Majesteit onzen eerbiedigen dank.
Met levendige ingenomenheid vernamen wij van
Uwe Majesteitdat het Haar streven zal zijn, de
hervormingen in de wetgeving en staatsbestuur,
waarvan de noodzakelijkheid is erkend en waartoe
de grondwetsherziening den weg heeft geopend,
tot stand te komen.
Gaarne verklaren wij ons bereid, Uwe Majesteit
in dit streven krachtig ter zijde te staan.
Vergeef mij, dat ik zoo uitvoerig zijn moest
maar ik wilde zonder terughouding mijn leven voor
u blootleggen en u een beeld geven van dien niets
waardige die als een booze geest mij op het pad
der misdaad leidde. U smeek ik echter om verge
ving, dat ik niet van onze eerste kennismaking af
openhartig tegen u geweest bendoch de vrees
mijn schoonen droom te verwoesten hield mij daar
van terug. Ik weet het, ik verdien geene veront
schuldiging geen medelijdenmaar toch misschien
een vonkje van die deelnemingdie edele menschen
nooit aan het ongeluk ontzeggen.
VaarwelWees gelukkig zooals gij verdient
Mal wine.
Diep geschokt reikte Robert zijn vader het schrij
ven over.
„Wat deukt ge te doen vraagde de laatste.
„Vooreerst een verlof van verscheidene weken te
nemen, om met u naar huis te reizen en moederen
zuster te kunnen begroeten antwoordde de jonge
tooneelspeler. „Als het u goed ismaken we een
kleinen omweg over de academiestad en noodigen
mijn ouden vriend Lassendorf uit ons te vergezellen."
„Iu 's hemels naam ge weetwe hebben plaats
genoeg in huis."
XI.
Het zonnetje in Maart scheen reeds recht warm
en vriendelijk neder op de nog met eene dunne
sneeuwlaag bedekte aarde en lokte eenige nieuws-