Ml
IIDEH DQÜLHtF DES LEVEIS.
IXo. »>^9.
Zaterdag 8 Augustus 1891.
7e Juarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zee ii wsch- Vlaanderen.
F. IHELEMAN,
Staatkundig Overzicht.
FEUILLETOflï.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER - UITGEVER
AXEL.
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
De HERIJK der Maten en Gewichten voor dit
jaar is in onderstaande gemeenten als volgt
Hulst, ook voor Clinge en St. Jansteen 8,10
en 11 Augustus.
Rapenburg, (gemeente Stoppeldijk) voor de
gemeenten Stoppeldijk, Hengstdijk en Boschkapelle
12 Augustus.
Graauw, 13 Augustus.
Kloosterzande, (gem. Hontenisse), voor
de gemeenten Hontenisse en Ossenisse, 18 en 19
Augustus.
In Zwitserland is feest gevierd ter herdenking
van het verbond, hetwelk de vier staten Wald-
statten, Uri, Schwijz en Unterwalden den 1 Au
gustus 1291 tegen Oostenrijk sloten en waardoor
de grondslag werd gelegd voor de onafhankelijke
bondsrepubliek.
Te Scbwijz, nabij het Vieiwaldstadtermeer is
voornamelijk het feest gevierd. Vrijdagavond half
acht gaf het klokgelui van den toren op het Schwi]
zer raadhuis het naar alle richtingen weerklinken
de sein dat de feestviering beginnen zou en op
datzelfde oogenblik stemden alle toienklokken in
geheel Zwitserland met dit teeken in. Te Schwijz
waren kort te voren de vertegenwoordigers der
bondsregeering alsmede afgevaardigden uit alle kan
tons aangekomen. Het feest begon niet onder gun
stige voorteekenen, het regende dat het goot, zoo
dat de versieringen veel te lijden hadden.
Zaterdag werd een optocht gehouden waarom
trent de N. R. Crt. meedeelt: Uit het oude raad-
ïi.
Novelle van
MORITZ LILIE.
„Helaas jaNiemand kon zich met meer liefde,
met grooter opofferiug aan de kunst wijden, dan ik
niemand gelukkiger zijn dan ik, toen ik door aan
houdende studie de geschiktheid verkregen had voor
de eerste maal de planken te betreden. Dit eerste
optreden werd door hetzelfde gevolg gekroond als
het uwe, men overlaadde me met toejuichingen en
gelukwenschen. Maar juist dit schitterende begin
was mijn ongeluk; nijd en afgunst zaten niet stil
eerst in stilte, zoodat ik hun bestaan slechts in de
vele kleine hinderpalen, die me in den weg kwamen,
ondervondspoedig echter duidelijker en eindelijk
wierpen ze het masker af en traden ze in openbare
vijandschap tegen me op. Lasteringen, die er op
berekend waren mijn naam te schandvlekken, na
sporingen over mijn verleden, waarover men allerlei
laffe sprookjes wist te verbreiden, kuiperyen en vit
terijen van allerlei aard veroorzaakten me menig
droevig uur, des te meer, daar ik tegen deze laag
heden bijna weerloos was."
Een blik vol deelneming uit de groote, zielvolle
oogen van den jongen man trof de zangeres, wie de
huis welks geheele front bedekt is met eene mach
tige muurbeschildering, voorstellende den slag van
Morgarten, kwamen de afzonderlijke feestgroepen
te voorschijn. Het eerst de hoogste bondsoverhe-
den, dan het corps diplomatique, vervolgens ver
tegenwoordigers van het Zwitsersche leger en eene
laüge reeks van deputaties uit de 25 Zwitsersche
kantonsverder geleerde vereenigingen, zangers,
turners, enz. Somtijds vormde de optocht slechts
een langen slinger van opgestoken paraplu's, waar
in alleen de raadsbedienden der afzonderlijke kan
tons in hunne veelkleurige oude kostuums eene
even bonte als origicoele afwisseling brachten. 21a
een tocht door de stad volgde de kerkelijke inze
gening in de katholieke hoofdkerk door den uit
Rome gekomen kapelaan der Zwitsersche garde van
den paus, een uit Schwijz geboortige jezuitenpater
Marty.
Intusschen had zich het weder in zoover verbe
terd. dat de feestviering in de open lucht op de
groote Alpenweide voortgang kon hebben. Op den
achtergrond stond de rijk versierde feesttent, die
achtduizend personen kan bevatten, en vóór ons
spreidde zich een Alpen-panorama uit, dat zelfs
ondanks de zee van witte nevelen overweldigend
grootsch was.
De feestrede werd gehouden door den president
van den Zwitserschen bond Welti, en was keurig
van vorm, met vele fijn gestileerde politieke toe
spelingen. De redenaar oogstte grooten bijval. Hij
voerde aan dat de Zwitsers wel trotsch mochten
zijn op het eeuwenoude bestaan van hun eedge
nootschap, maar daarom niet mochten vergeten,
dat Zwitserland sedert nagenoeg honderd jaren niet
meer in den buiteDlandscben oorlog betrokken werd,
en alzoo sedert drie menschenlevens niet meer in
de gelegenheid is geweest om te toonen of de be
woners sterk genoeg zijn om hun bezit te hand
haven. Niettemin genoot Zwitserland thans niet
alleen de waardeering, maar ook het hoogveree-
rende vertrouwen van alle beschaafde staten van
den geheelen aardbol, die ook de voor het wereld
verkeer in het leven geroepen inrichtingen onder
de Zwitsersche bescherming plaatsen. De redenaar
beval vooral eene gezonde opvoeding der jeugd,
als de draagster der toekomst, het Zwitsersche
volk dringend aan.
Des namiddags had, onder afwisseling van regen
en zonneschijn, het uitnemend geslaagde feestspel
in nationaal kostuum plaats, waartoe circa 600
personen uit de bevolking der naaste omgeving
medewerkten en dat rijk aan afwisseling was. In
prachtige levende beelden werden de hoofdmomen
ten uit de geschiedenis en sage van Zwitserland
voorgesteld, zooals het schot van Wilhelm Teil,
de eedsaflegging op den Rütli, de veldslagen bij
Morgarten, kortom alles wat van het jaar 1291 tot
op onze dagen Zwitserland beroerde.
Eene stormachtige uiting van geestdrift wekte het
slotbeeld. Onder feestelijk gezang rangschikten zich
op het tooneel alle medewerkenden tot een kolos
sale groep, die aan do voeten van een groot stand
beeld van moeder Helvetia knielde.
Des avonds vlamden op alle bergspitsen van
Zwitserland vreugdevuren.
Dat er een flink stuk werd gegeten kan men
nagaan uit de bestelling van den feestkastelein op
31 Juli15 geslachte ossen, 40 kalveren, 30 cent
langstelling, welke haar verhaal verwekte, niet ont-
ging.
„Ik bewonder de sterkte van uw karakter, die u
jaren lang ergernis, verdriet en onverdiende beleedi-
gingen deed verdragen," zeide Robert.
„In de eerste plaats was ik geketend door mijn
contract, maar dan ook door de steeds toenemende
gunst van het publiek en de goede gezindheid van
het schouwburgbestuur," hernam Mal wine. „En denkt
ge soms, dat ik die onaangenaamheden zou ontgaan
zijn, als ik mijne tegenwoordige betrekking tegen
eene andere verwisseld had De menschen zijn over-
al dezelfde en in de kunstenaarswereld worden de
knapperen steeds door de onbeduidenden met afgun
stige blikken vol haat aangezien."
„Aan deze zijde van mijn nieuw beroep heb ik
helaas niet gedachtzij zou me in mijn genomen
besluit hebben kunnen doen wankelenUwe inlich
tingen, mejuffrouw, hebben voor het vriendelijke,
zonnige beeld der toekomst, dat ik in het verschiet
aanschouwde, eene wolk getooverd, die er eene don
kere schaduw op werpt."
„Dat zou me wezenlijk leed doen, mynheer Nerz!"
hernam de zangeres spoedig. „Het was volstrekt
niet mijn voornemen uw vertrouwen in de kunst
aan het wankelen te brengen, maar ik wilde u slechts
op het onaangename, dat ook u beslist treffen zal,
I opmerkzaam maken, opdat ge er niet door zoudt
overvallen worden. Nu zijt ge voorbereid, en ge
zult geestkracht genoeg bezitten, om alle kleingees
tige vitteryen en kuiperyen moedig het hoofd te
bieden."
De jonge man reikte zijne schoone gezellin de
hand. „Ik dank u," zeide hij, „uwe belangstelling
doet me goed en uwe laatste woorden geven me
mijn kwijnend zelfvertrouwen terug. Ja, ik wil vol-
harden in den strijd met laaghartige gezindheden
ik wil voor mijne kunst leven en naar het hoogste
doel jagen, al zou ook het woord van den dichter
waar zijn, dat de nakomelingschap den tooneelspeler
geene kransen vlecht."
De oogen van den jongen kunstenaar schitterden
van geestdrift en het jeugdige frissche gelaat werd
hoogrood gekleuid. Bewonderend zag Malwine tot
den jongeling op, die haar in zijn lichaam eene
Adonis en in zijn liefde tot de kunst een Apollo
toescheen.
„Ge zult het ver brengen, als ge deze grondstel
lingen getrouw blijft," hernam zij zacht, terwijl zy
den onwillekeurigen druk van Robert's hand beant
woordde. Deze aanraking doortrilde het meisje als
een electrische stroom, welker geheimzinnige macht
van de vingertoppen tot het hart doordrong en zich
hier in een stil kamertje opsloot.
Zij hadden intusschen de woning der zangeres
bereikt en deze nam nu van haren geleider af
scheid. Droomend stapte Robert naar zijne woning,
maar het was hem onmogelijk zijne legerstede op
te zoeken. De indrukkeu en de opgewondenheid van
dezen avond waren te geweldig, dan dat de slaap