5 No. 527. Zaterdag 1 Augustus 1801. 7e Jaarg. llllflllllllljf #!H[ï[li. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h -Vlaanderen. F. DIELEMAA, Staatkundig Overzicht. FEUILLETON. Binnenlandse!] Nieuws. 0,1! 6,11 uiiscir COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER AXEL. Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. De HERIIK der Maten en Gewichten voor dit jaar is in onderstaande gemeenten als volgt Sas van Gent, ook voor Philippine 1 Au gustus en 3 Augustus des voormiddags. Westdorpe, 3 Augustus des namiddags. Z u i d d o r p e, ook voor Overslag 4 Augustus des voormiddags. Koewacht, 4 Augustus des namiddags. Axel, 5 en 6 Augustus. Zaamslag, 7 Augustus. Hulst, ook voor Clinge en St. Jansteen 8,10 en 11 Augustus. Rapenburg, (gemeente Stoppeldijk) voor de gemeenten Stoppeldijk, Hengstdijk en Boschkapelle 12 Augustus. Graauw, 13 Augustus. Kloosterzande, (gem. Hontenisse), voor de gemeenten Hontenisse en Ossenisse, 14 en 15 Augustus. De bladen zijn vol over een mislukten aanslag op de ministers van binnenlandsche zaken en ku- loniën, de heeren Constans en Etienne en den chef van den kolonialen gezondheidsdienst dr. Treille. Ziehieiwat omtrent deze zaak vernomen wordt. De drie heeren hebben ieder eene doos ontvan gen, per post uit Toulon verzonden. Uiterlijk had den zij niets verdachts. De doozen waren ter grootte van een boek in groot octavo. Tegelijk met de doos aan d6n minister Constans, ontving mevr. Constans een brief aan haar persoonlijk adres Toen nu de minister dit adres zag, meende hij dat 10. de doos ook aan haar persoonlijk was gericht, daar het woord „Monsieur" door het daarop gedrukte postmerk niet duidelijk meer was. Hy gelaste dus een bediende haar de doos met den brief ter hand te. stellen. Hij wierp beiden op de tafel, waardoor het knalkwik dat er in zat allicht had kunnen ontploffen. Gelukkig was dit niet het geval Toen nu aan mevr. Constans den brief en de doos overgereikt werdenliet zij zich door hare kamonier kappen. Zij nam de doos op hare knieën. Doch daar zij de handen niet geheel vrij had, kon zij het papier, dat het pakje omgaf, waarin de doos gesloten was, niet goed openen. Zij kreeg middelerwijl zekeren argwaan en gaf last het weg te doen. Het pakje kwam nu in handen van een bediende, die meende dat hij het moest openen. Eenige minuten later liep mevr. Constans naar de anti-chambre en beval den bediende het pakje te laten rusten. Reeds was het boek van het om geslagen papier ontdaan, en toen kwam een boek te voorschijn, dat op den band den titel had Missel de la ville de Paris pour l'année 1830 er viel wat wit poeder uit, en de bediende kon een lont bespeuren. Er werden nu dadelijk alle voorzorgen genomen. De minister werdverwittigd van hetgeen er gaande was, en liet de doos brengen naar den directeur der veiligheidspolitie, die het op zijne beurt bracht naar de prefectuur van politie. Vervolgens werd het na veel voorzorgen onderzocht in het laborato rium en toen bevond men, dat de doos knalkwik bevatte. Uit het boek waren tal van bladen weg genomen, zoodat het eene breede openiDg had, die gevuld was met knalkwik, vermengd met schrot Novelle van MORITZ LILIE. De oude knikte en wees toen met de hand op twee met zwart fluweel overtrokken stoelen, ons door dat gebaar verzoekend plaats te nemen. Toen nam hij een groot, op den grond liggend boek in de hand, terwijl hij met een potlood veischeidene aan- teekeningen maakte. Eindelijk zeide hij, op elk woord den nadruk leggend „De planeet van uw leven bevindt zich ver in het westen ge zult een hoogen ouderdom bereiken De stand der sterren op het tijdstip van uwe ge boorte was opvallend gunstiguwe ster ging in het huis des rijkdoms op en gaat onder in het tiende huis des hemels, in dat der waardighedeneene schitterende loopbaan staat u te wachten." Hij sloeg de boeken toe naar het scheen kon hij voor mijn vriend niets meer uit de sterren lezen- „En nu gij, mynheer 1" zeide hij, zich tot my wendend, terwijl hij me aandachtig aanzag. „Ik weet niet, hoe het kwam maar hoe meer ik den man in het gelaat zag, des te bekender kwam het me voor. Onbepaalde herinneringen doorkruis ten mijn brein, ik spande mijne hersens in plot en hagel. De heer Etienne, die niet thuis was toen de doos, evenzeer van boven en beneden gedekt door den band van een boek met eenige bladen, bij hem bezorgd werd, had, thuis komende, reede kennis gekregen van wat er bij den minister gebeurd was en liet de doos bij een commissaris van politie brengen. Wat dr. Treille aangaat, ook deze was begonnen met de doos te openen maar ook hij zag een wit poeder er uit vallen en kreeg toen insgelijks arg waan. Hij deed nu hetzelfde wat de minister ge daan had en liet het gevaarlijke ding naar de po litie brengen. Verder zij gemeld, dat de beeren Etienne en dr. Treille, alsmede anderen, voor eenigen tijd een dreigbrief hadden ontvangen van een oud-officier van gezondheid. De minister Constans was er echter van verschoond gebleven. Het Fransche eskader 7,al bij zijn terugkeer uit Rusland in Engeland vriendschappelijk ontvangen worden. De Italiaansche kroonprins heeft aldaar ook de grootste gastvrijheid genoten. Italië en Frankrijk zijn goed op den weg der verzoening. Belgie heeft zijn onafhankelijksfeest met grooten luister gevierd. Er is geen vuiltje aan de lucht zouden de menschen zeggen. seling vielen er als schellen van mijne oogen. „Victor Liebenstein 1" riep ik opspringend en den sterrenwichelaar nadereud. Toen bemerkte ik ook, dat de man eene pruik droeg en de baard niet bcht was. Eene lichte trilling gleed over het gelaat van den gewezen gevangene, anders verried niets de ont roeringwaarin mijne ontdekking hem brengen moest. Hy deed, als had hy mijne woorden niet verstaan. „Kom, laten wij gaan," zeide ik in 't Duitsch tot mijn vriend, „hiei zou een bezoek der politie veel passender zijn dan het onze." Ik nam den gezantschapsseeretaris onder den arm en verliet met hem de kamei, terwijl de bedrieger op eene bewonderingswaardige wijze eene onver schilligheid huichelde, als hadden we in de eene of andere vreemde taal der 'Indianen met elkaar ge spioken. Den volgenden morgen moest ik Kopenhagen ver laten en daarom liet ik den bedrieger ongedeerd, In geval eener gerechtelijke aanklacht zou ik onge twijfeld nog verscheidene dagen in de Deensche hoofdstad hebben moeten vertoeven, hetgeen ik ver mijden moest. Later vernam ikdat de politie al leen daarom niet reeds lang tegen Liebenstein han delend opgetreden was, omdat deze door hoogge- plaatste personen beschermd werd eindelijk echter liet zij hem den raad toekomen, de stad te verla ten, wilde hij zich niet aan onaangenaamheden bloot Zaterdag middag was jhr. mr. F. J. J. Eysinga, lid der Eerste Kamer en oud-president van dat staatslichaam, vaneen tot vyf ure ten paleize „Het Loo." stellen. Reeds den volgenden dag had hij zich op eene stoomboot naar St, Petersburg ingescheept. Zijn rol in Kopenhagen was uitgespeeldhij moet daar echter door zijne goochelarij groote sommen verdiend hebben, vooral van dames uit de hoogste standen. De raadsheer zweeg, zijn verhaal was uit. „Hoe zou het met dien vreemden gelukzoeker af- geloopen zijn vraagde Bothner. „Ik heb nooit weer van hem gehooid waarschijn lijk heeft de Russische politie hem naar de Siberi sche bergwerken gezonden," antwoordde de advocaat. ,,'t Is vreemd, dat zulke bedriegers nog geloof vinden, waar toch het bedrog voor de hand ligt," zeide Helene. ,Dat moet u niet bevreemden," antwoordde de leeraar. „De sterrenwichelaar maakte daardoor in druk, dat hij aan al zjjne handelingen den schyn wist te geven, dat ze op wetenschappelijke gronden berusten terwijl anderen, die op de lichtgeloovig- heid der menschen rekenen, niet eenmaal die moei te nemen." De raadsheer knikte toestemmend. „Juist in de rechtspleging komen dingen voor. die van een nau welijks te begrijpen vertrouwen getuigen. Slechts daardoor is het vaak de lompste bedriegerij moge- lyk, alle nieuwe offers te vinden." Bothner keek op zijn horloge. „Het is laat geworden laten we opstappen 1" zeide hij tot zijne vrouw. „Tot morgen, tot weerziens!" riep hy de achterbly venden toe

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1891 | | pagina 1