UU "MEI DDOLUOF OEUEIEIt Zaterdag lJuli 1891. 7e Jaiirg. i\o. o 19. 4 N i c u w 8- en Ad v e r t e n ti e I) I a (1 voor Zee uwsch- Vlaanderen. F. ÜIELEMAN, Staatkundig Overzicht. FECILLETON. Biimeiilandsch Nieuws. COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: ]>er 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent; voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 3 ct. DRUKKER - UITGEVER AXEL. Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. De Italiaansche Kamer heeft eene zitting gehou den. vertoonende het beeld van eene door een or kaan beroerde zee. Aan de orde waren twee in terpellaties eene van Cavalotti, van de uiterste linkerzijde over de betrekkingen tusschen Italië en Engeland en de vernieuwing van het drievoudig verbond, waarvan in de dagbladen melding was gemaakt, en de andere van Colajanni, insgelijks van de uiterste linkerzijde, over de door de regee ring uitgevaardigde verbod tot het houden van openbare vergaderingen tegen het drievoudig ver bond, welke hij in strijd achtte met de grondwet Cavalotti nu gaf reeds in den aanvang der zitting te kennen, dat hij, wegens de vroegere verklaring van den minister-president, dat de buitenlandsche politiek niet verward mocht worden met de bin- nenlandsche, zijne interpellatie introk totdat de beraadslaging over die des heeren Colajanni geëin digd zal zijn. Hiermede had echter de admiraal Brin, minister van marine in het Kabinet Crispi, geen vrede. Hij verklaarde dat hij op zijne beurt de regeering wenschte te interpelleren over hare buitenlandsche staatkunde. De minister-president Rudini antwoordde, dat hij dadelijk de beraadsla ging hierover verlangde. Hiertegen verzette zich Cavalotti. Als de buitenlandsche staatkunde thans een punt van discussie uitmaakte, dan vroeg hij den voorrang voor zijne interpellatie. De admiraal zou nu zijne interpellatie ontwik kelen en begon met zijne volledige instemming te betuigen voor de politiek van het drievoudig ver bond maar hierbij vond de uiterste linkerzijde niet Novelle van MOR.ITZ LIL.IE. Het gelaat der spreekster zou men schoon hebben kunnen noemen, als bet op dit oogenblik niet mis vormd was geworden door een opvallend hoogmoe- digen trek om de lippen. Met een lichten zucht keerde zij zich om en begon ontstemd in een voor haar liggend album te bladeren men zag het haar eehter aan, dat hare gedachten afdwaalden. „Wat zijt ge weer vreemd, Malwinezeide eene jonge vrouw, wier open, vriendelijk gelaat voordee- lig afstak bij dat der andere. „Op luidruchtige ge noegens behoeft ge hier niet te rekenen dat wist ge, en toch zijt ge telkens weer ontstemd, als zich de noodzakelijkheid aan u opdringtde vermaken eener groote stad u te moeten ontzeggen." „Tk verdraag alles gemakkelijker dan verveling!" zeide Malwineterwijl zij het album met geweld dichtsloeg. „Wie zooals ik uit het bonte tooneelle veu vol afwisseling, met zijne opwekkende bedrijvig beid, zijne verwikkelingen maai ook met zijne ze gepralen plotseling in deze kleinburgerlijke afzon dering overgebracht wordt, moet eene leegte gevoe len, die door geene natuurschoonheden kar. aange hare rekening. Zij maakte een helsch rumoer ge durende al den tijd dat Brin sprak. Of de voor zitter al tot stilte aanmaande, bet baatte niet, zoo dat hij ten slotte zich genoopt vond zich te dekken ten teeken dat hij de zitting schorste. Toen de zitting hervat werd verklaarde de voor zitter, wiens manier van handelen aangevallen was, dat hij bereid was zijn gedrag aan het oordeel der kamer te onderwerpen. De minister-president gaf te kennen, dat het Ka binet volkomen eenstemmig dacht over alle kwes ties. Hij wilde de beraadslaging over de buiten landsche politiek afgescheiden hebben van die over de binnenlandsche, en verlangde twee afzonderlijke votums. De minister ven buitenlandsche zaken verklaar de zijnerzijds, dat de beraadslagingen over de bui tenlandsche politiek moest voorgaan, daar deze in verband stond met de hoogste belangen van het vaderland De voorzitter maande vervolgens den admiraal Brin aan voort te gaan met het ontwikkelen zijner interpellatie. Doch hot mocht watWeer dezelfde storm. Onmogelijk een woord te verstaan. De voorzitter dekte zien hierop andermaal. Zondag werd de zitting hervat en toen ging 't er zoo rumoerig toe, dat dezelve voor onbepaalden tijd verdaagd werd. Maar de wereld weet toch nu, dat het drievoudig verbond opnieuw is verlengd en de Europeesche vrede tengevolge daarvan verzekerd. In een onderhoud dat een medewerker van het Hongaarsche blad Nemzet met den Franschen ex minister van buitenlandsche zaken Flourens had, zou deze laatste o.a. verklaard hebben, dat er aan het bestaan van een verbond tusschen Frankrijk en Rusland thans niet meer te twijfelen valt, al is daarvan geen formeel verdrag opgemaakt als tusschen de mogendheden die tot het drievoudig verbond behooren. In den verderen loop van het gesprek meende de heer Florens nog dat, wanneer Oostenrijk geen lid van het verbond was geworden, Rusland niet te bewegen zou zijn geweest om zich met Frank rijk te verbinden. De stategische vriendschap tus schen Rusland en Frankrijk is nog nauwer gewor den sedert Engeland zich aan de zijde van het drievoudig verbond heeft geschaard. Het Duitsche Keizerpaar te Amsterdam. Over het bezoek van keizer Wilhelm II van Duitschland en diens gemalin aan ons land is reeds weken te voren zooveel gedacht, gesproken onge schreven, dat ieder verheugd was, toen de dag van aankomst was aangebroken. Gedurende den ganschen nacht van 30 Juni op 1 Juli was IJmuiden opgepropt met menschen, die allen het eerste snufje wilden hebben van 's Kei zers aankomst. Te ruim kwart voor neg6n ure kon men met kijkers de Hohenzollern te midden der Nederlaridsche oorlogsbodems zien naderen en om tien minuten voor half tien zag men het vuur der kanonnen, echter op nog zulk een grooten af stand, dat men het geluid niet kon hooren. Prachtig was het gezicht van het naderen van de Hohenzol lern en de Hollandsche schepen, al en toe in witten vuld worden." „Maai mejuffrouw juist die opwekkende bedrij vigheid, waarvan u zoo even sprak, is toch de oór zaak, dat ge u hier bevindtnam een jonge man, de echtgenoot der vriendelijke damehet woord. „De krachtige baden, de heerlijke versterkende lucht de voortdurende beweging in de vrije natuur, moe ten uwe zenuwen sterkendat wil tenminste uw dokter en hij heeft gelijk." „Dat doel had ik ook wel op eene andere wijze kunnen bereiken beweerde de dame eigenzinnig. „Gij en Gertrude stellen bescheidener eischen aan het leven en een jong gehuwd paar zal zeker wel spoedig tevreden zijn, wanneer tenminste het woord van den dichter van de ruimte in het kleinste hutje juist is." „Maar kinderen wat is er nu weer mengde zich thans de oude heer in het gesprek, terwijl hij de courant lager hield en de bril dichter tegen zij ne oogen drukte. Onwillekeurig dwaalde daarbij zijn blid naar de reiskoets, waarvan onder het toezicht der pas aangekomenen de goederen afgeladen wer den. Eene merkwaardige verandering had er nu plaats op zijn gelaat alle kleur was geweken en had plaats gemaakt voor eene doodelijke bleekheid de oogen staarden strak op de vreemden, de hals rekte zich uit, als wilde hij de gestalten nader tot zich trekken om ze des te beter te kunnen onder scheiden toen greep hij met de eene hand Malwi- nes arm, terwijl de andere naar het groepje 'wees en zijne lippen zich krampachtig bewogen, zonder iets te zeggen. Verwonderd zagen Gertrude en haar echtgenootdr. Bothner leeraar aan het gymnasi um, naar dit vreemde tooneel. „Daar, daar! Dat is hij advocaat Stern, ziet ge wel, Malwine 1" kon de oude eindelijk met moei te uiten. Het meisje trachtte tevergeefs haren armdie haar pijn deedte bevrijden. Toen zij den naam Stern lioorde, kon ook zij eene zekere ontroering niet verbergen, hoewel zij als tooneelspeelster beter de kunst verstond zichzelve te beheerschen. „Ge zijt niet goed, vader," zeide zij, laten we 'naar onze kamer gaan, ge hebt rust noodig. Neem ons niet kwalijk, mijnheer, en ook gij niet, Gertru de, dat we óns verwijderen De leeraar boog en zijne vrouw reikte de vrien din de hand. „Ik hoop, dat de aanval spoedig voor bijgaat." riep zij de vertrekken Jen nog deelnemend na. Vader en dochter verwijderden zich langzaam en verdwenen weldra in huis. „Dat is hoogst zonderling." meende en leeraai, „hebt ge de verandering in Tautenbergs gelaat op gemerkt!]!'" „Zeker." antwoordde de jonge vrouw. „Wat zou hem zoo verschrikkelijk opgewonden hebben „Het moeten' zeer onaangename herinneringen zijn, die zich vastknoopen aan den naam en de persoon van den raadsheer Stern hernam Bothner. „Het zal niet moeiljjk vallen met mijnheer kennis te ma-

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1891 | | pagina 1