7e Jaarg.
II DEI DOOLHOF DES LEM
Woensdag 1 Juli 1891.
J
Nieuws- e ii Advertentieblad
voor Z e e u w s c b - V I a a n d e r e n.
F. IMELEMAN,
Staatkundig Overzicht.
FEtiLLET ON.
Biniieiilaiidsch Nieuws.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 3 ct.
DRUKKER - UITGEVER
AXEL.
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE urenv
De Fransche regeering heeft alle voorzorgen ge
nomen, ten einde Parijs van brood te voorzien voor-
het geval, dat de bakkersknechts gevolg geven aan
hunne bedreiging om het werk te staken, indien
de bureaux de placement niet opgeheven worden.
Uit de statistische opgaven blijkt, dat te Parijs
dagelijks een millioen kilo brood wordt verbruikt,
dat geleverd wordt door 1800 bakkers, bijgestaan
door 4000 knechts.
Parijs en de voorsteden tellen bovendien nog
een 8000 personen, die het beroep van bakkers
knecht reeds uitgeoefend hebben, maar die op dit
oogenblik buiten betrekking zijn, dikwijls ook dienst
doen om voor korter of langer tijd hunne beroeps-
genooten te vervangen. Met deze reserve en met
behulp der militaire bakkerijen denkt men aan de
werkstaking wel het hoofd te kunnen bieden.
Met het gewone ceremonieel en militair vertoon
zijn de groothertog van Luxemburg en zijn zoon
pi-ins Wilhelm van Nassau te Brussel door den
Koning en den graaf van Vlaanderen ontvangen.
Het station van den Luxemburger spoorweg was
feestelijk getooid met groen, bloemen en vlaggen,
waaronder de Luxemburgsche welke, zooals in een
der verslagen vermeld wordt, met de Nederland-
sche vlag overeenkomt, alleen een vierde baan
heeft, namelijk onder het blauw nogmaals wit.
Ditzelfde verslag geeft de volgende persoonsbe
schrijving van de vorstelijke gasten
De „speciale trein komt op het bepaalde uur en
weldra verschijnt de groothertog Adolf, een klein
manneken, zoodat de koning zich letterlijk in tweeën
1.)
vouwen moet om hem te omarmen. De groothei
tog is van ouderdom gebogen. Zijne hoofdharen
en zijn zware knevel zijn melkwit. Hij draagt een
shakó met witte pluimen, gelijkende op het oude
hoofddeksel der garde civique en een grooten bril.
Zijn gebroken houding en zijn oud-model unifoim
herrinneren aan de afbeeldingen der oud-strijders
van 1830.
Naast den kleinen grijsaard, wiens oogen achtei
den bril glinsteren, stond zijn zoon, wiens hooge
gestalte, krachtige lichaamsbouw en verblindende
uniform een merkwaardig contrast opleverden.
Deze flinke jonkman, wiens zware knevels zich
over rood gekleurde wangen beenspreiden, was
gekleed in de generaalsuniform der Hongaarsehe
huzaren. Dit kostuum schijnt uitgedacht voor hen,
die door militair vertoon de aandacht willen trek
ken het bestaat uit een grooten kolbak met uit-
hangenden zak en beladen met zware vergulde
koorden, een scharlaken roode broek en vest, met
gouden passement bezet, een witten dolman, even
eens met gouden borduursel en afgezet met otter
bont, eindelijk onberispelijk glimmende rijlaarzen
en een zware cavalerie-sabel.
Terwijl vader en zoon de revue van het ba
taljon grenadiers passeeren, die op het perron ge
schaald staan, speek de militaire kapel het Wil
helmuslied en daarna het nieuwe Luxemburgsche
nationale lied."
In Argentinië is het nog met in orde. Uit Bue
nos Ayres wordt bericht, dat in de provincie Ca-
tamarca eene revolutie is uitgebarsten. Het pro
vinciaal bestuur werd door de opstandelingen om
vergeworpen en een voorloopig bewind ingesteld.
Het oproer, dat aan plaatselijke ooi zaken is te
wijten, heeft niet tot ernstige troebelen aanleiding
gegeven. t
Novelle van
MORITZ LILIE.
Op den stoffigeu weg, die van de schilderachtige
ruïne van het Paulusklooster naar de heerljjke en
landelijke badplaats Ilmenau leidt, reed eene lompe,
met twee groote bruine paarden bespannen koets.
Niettegenstaande de hitte waren de raampjes van
het rijtuig gesloten, hoofdzakelijk om de stol, die in
dikke witte wolken dwarrelend opsteeg, buiten te
houden. Tn de beide hoeken van de voorste bank
zaten een oude heer en eene een weinig jongere
dame. Beiden schenen ingeslapentegenover hen
had een jong meisje plaats genomen met eene fijn-
gebouwde, slanke gestalte in de net gevormde
blanke hand hield zij een keurig ingebonden boek,
verguld op snee doch de groote blauwe oogen in
het bleeke gelaat keken droomerig dooi de raam
pjes naar het door de zon fel beschenen landschap.
Een hevige stoot van den wagen wekte de beide
slapersverdrietig boog de man zich een weiDig
voorover en keek door het raampje om te zien waai
hij zich bevond.
„Den hemel zij gedankt, we zjjn het spoedig te
boven," zeide hij, weder achterover leunend. ,,Biu-
nen een half uur zijn we er."
„Ge herkent de streek weer pa vraagde het
jonge meisje.
„Zeker 1" antwoordde de aangesprokene, „hoewel
er "zeker een veertig jaren verloopen zijn, sedert ik
als student gedurende de vacantie Thuringen door
trok en langs de zelfden weg ging, waarop we ons
nu bevinden."
,Toen sliept ge zeker niet in het rijtuig, zooals
nu"?" vraagde de dochter van den ouden heer met
een zweem van schalkschheid.
„In het rijtuig? Waar denkt ge aan, kind Mijn
heer de student van toen nam zijn ransel op den
rug, een stevigen stok in de hand en met weinig
geld maar met veel opgewektheid trok hij te voet
naar de bergen. Tegenwoordig echter reizen de jon
ge heeren als baronnen, de zakken vol geld, twee
de klasse, en een reusachtigen koffer met zich sle
pend, als' wilden ze eene reis om de aarde doen.'
„Ge waart zeker een vroolijke, levenslustige stu
dent meende Helene.
De oude heer glimlachte, „Nu ja, ik ben geen
veinzerd geweest en glacé handschoenen en verlakte
laarzen heb ik niet gedragen," antwoordde hij.
Maar daarvoor hield ik een Newfoundlander, een
prachtstuk van een hond, en als er in Jena de eene
of andere onschuldige, ondeugende streek uit. te voe
ren was, dan was ik er altijd bij,"
»Dan zult ge zeker met Robert ook wel met te
streng te werk gaan, pa," smeekte het meisje, hare
Ü<TKeizer en de Keizerin van Duitschlind zul
len bij hun bezoek aan de residentie in stoet rijden
geëscorteerd door cavalerie. In den rijtoer door
en in de buitenkom van de gemeente is opgeno
men het nieuwe Scheveningsche park, het Kur-
haus, de rijweg langs het strand en door het dorp
Scheveningen.
Ook wordt gereden rondom het monument op
het Plein 1813.
Eerewachten worden opgesteld aan het Staats
spoorstation en het paleis. Het garnizoen wordt
geschaard langs den weg van het station naar
het paleis.
Er zal gereden worden met 2 galarijtuigen, be
spannen „a la Daumontin het eerste rijtuig
nemen plaats de Keizer en de Koningin-Regentes,
en in liet tweede de Keizerin met Koningin Wil-
helmina.
- Bij kon. besluit is met ingang van 1 Juli
1891 benoemd tot adjunct-commies bij 's Rijks
archief ie 's-Gravenhage, de heer F. Caland, thans
klerk bij het rijks-archief.
- Werd onlangs openbaar gemaakt de uitslag
van den wedstrijd uitgeschreven door den heer E.
Brandsma, theehandelaar te Amsterdam, voor bet
ontwerpen van eene artistieke reclameplaat, die
heer heeft gemeend ook voor de uitvoering van de
smalle hand op 's vaders arm leggende. „Ge zyt
zelf student geweest en hebt het leven leeren ken
nen ec zult daarom tegen mijn broeder ook niet
onverbiddelijk zijn
De man 'maakte eene afwijzende beweging met
zijne hand en eene donkere wolk vertoonde zich op
zijn breed hoog voorhoofd.
De jonge man verdient geene toegevendheid meer,
nadat ik hem met goedheid en gestrengheid ver
maand en gewaarschuwd heb. Hij luistert niet
meer naar me, slaat al mijne smeekingeu in den
wind goed, hij mag de gevolgen^ dragen doch
laten we er niet meer over spieken."
De stem van den oude klonk ruw en toornig,
toen hij deze woorden sprak den naam zijns zoons
scheen'hij met opzet niet te willen uitspreken, als
vreesde hij, dat men er het gevolg uit zou kunuen
trekken, dat hij tot verzoening gestemd werd.
De oudere dame was weer ingedommeld, doch
door het harde spreken van haar man verschrikt
ontwaakt. Verwonderd keek zij nu eens dezen, dan
weer het jonge meisje aan. en zij ried gemakkelijk,
welke wending het gesprek genomen bad. Dit voort
te zetten moest de kwade luim van haar man doen
toenemen zwijgend keerde zij daarom haar gelaat
bet raampje toe.
„Het doel onzer reis!" riep zjj plotseling, toen
bet rijtuig eene kromming van den weg volgend,
eene andere richting insloeg. De beide reisgezellen
volgden hare blikken.