Iiemeiigd Nieuws. Ziianisla!?. Ds. H. Kouwenboven. pred. bij de Chr. ger. gemeente alhier, heeft bedankt voor het beroep naar die gemeente te Middelharnis. Ilulst, 15 Juni. Afdeeling Hulst der Zeeuwsche Landbouw-Maatschappij. De Afdeeling Hulst van de Maatschappi] tot be vordering van landbouw en veeteelt in Zeeland, hield heden middag in haar gewoon lokaal in „De Wapens van Zeeland" bij den heer P. de Lozanne alhier, onder voorzitterschap van den heer J. Vo gelvanger, eene door ongeveer 40 leden bezochte vergadering. Na opening dezer vergadering en goedkeuring der voorgelezen notulen van de vorige bijeenkomst wer den de heeren S. Vaal van St. Jansteeu en Ridder van Hulst bij acclamatie als nieuwe leden aange nomen. Daarna werd voorlezing en inzage gegeven van de rekening looponde over het vorige jaar. Na aftrek der uitgaven ten bedrage van 875.505 bleef een batig slot van 1583,49" in kas. Vervolgens werd vooi gelezen eene missieve van het hoofdbestuur betrekkelijk het jaarlijks door de afdeelingen uit te brengen beredeneerd verslag om trent den toestand van den landbouw en veeteelt. Het hoofdbestuur heeft daaromtrent vooi gesteld liet bij art. 24 der statuten omschreven beredeneerd verslag te doeu vervallen, evenals bet driejarig verslag, omschreven in art. 33. In plaats hiervan zal echter door den algemeencn secretaris elk jaar een koit jaarverslag inden aimanak worden opge nomen, omtrent den toestand der maatschappij in het afgeloopen jaar en zal - om der volledigheids wille jaarlijks aan ieder afdeelingshestuur in de m aand September een negental vragen ter beantwoording worden gezonden. Het oordeel der leden over deze wijziging gevraagd zijnde verklaar den alle leden zich er voor. Eveneens weiden goedgekeurd, eenige door liet Hoofdbestuur ia liet reglement gebrachte wijzigingen van ondergeschikt belang. Door den voorzitter werd vervolgens de aandacht der leden gevestigd op de groote som - meer dan 15C0, waarmede de rekening van het afgeloopen jaar sloot. Hij stelde namens hei bestuur voorl hiervan weder evenals hei vorige jaar een som van 500 af te nemen als subsidie voor de paarden - keuringen, waardoor evenals het vorige jaai, de uitgeloofde prijzen konden worden verdubbeld, ter wijl hij den leden dankbaar zou zijn, wanneer zij het geschiktste middel konden aangeven, waardoor de resteerende gelden het best in het belang van den landbouw zouden worden besteed. Naar aanleiding van dit voorstel ontspon zich eene vrij levendige discussie. De heer Baron Coiiot d'Escury vond ƒ500 voor dat eene doel wel wat veel. Moest men zoo voort gaan dan zou de goed gevulde kast binnen enkele jaren ledig zijn. Boven dien geven die grootere premien naar evenredigheid Diet zooveel betere meirien om dio te verkrijgen moet er liefhebberij zijn. Z.E. was tegen het voorstel. De heer Van Waesberghe merkte op, dat, al werd er J 500 voor de paardenkeuringen toege staan, deze echter, niet altijd werden uitgereikt. Zoo was het ook ten vorige jare de toekenning dier prijzen hangt af van de keuringscommissie. De heer Collot d'Escury meende, dat men hier mee geen rekening kon houden. Was er eenmaal 500 voor uitgetrokken dan moest men er ook op rekenen, ja, hopen zelfs, dat die zal worden uit gekeerd. Spi eker meende, dat men in plaats van enkel voor paarden, ook wel eens voor stieren een zekere som kon afzondereu en dat wat de paarden betreft men meer moest denken aan de hengsten dan aan de merrien. Naar aanleiding hiervan waren een paar heeren van meening dat juist het tegen gestelde het geval was. Eene slechte merrie geeft geeno goede veulens, bovendien is men beter, dat men zelf een goede meirie heeft, dan dat tnen in de buurt naai een goeden hcngst kan gaan. Ook de heer Van Waesberghe meent, dat mer rien evengoed in aanmerking dienen te komen als hengsten. Let men er op, hoe het veulen tijdens den dracht en daarna nog eenige weken, geheel en al van de moeder leeft, dan is bet duidelijk dat de invloed der menie evengrool moet «fijn als die van den hengst De Heer Culiot d' Escurij stemt toe, dat slechte merrien gewoon- lijk geene goede veulens zullen geven, ja men dient nog verder te gaan dan de Heer Van Waes berghe en te zeggen, dat de invloed der meirie op het veulen grooter is dan die van den hengst. Doch dit is de questie niet. Door eene merrie te bekronen wordt slechts één persoon gebaat; van een flinken hengst echter profiteert een gansch district. Verscheidene personen betuigden met het laatste hunne instemming (Slot volgt.) - De liberale kiesvereeniging „Eendracht maakt macht te Middelburg, heeft Maandag met over- groote meerderheid voorloopig candidaat gesteld voor ile Tweede Kamer den heer mr. E. Fokker. Omtrent den moord te Amsterdam verneemt men nog het volgende De ongehuwde vrouw M. Bijl woonde met haar kind van twee jaren in het benedenhuis van per ceel 23 in de le. Bloemdwarsstraat, waar zij eene wasoh en strijkinrichting hield. Lang geleden reeds had zij eene liefdesbetrekking aangeknoopt met een kleermaker, welk engagement echter niet lang duur de, daar zijn ongunstig gedrag haar alle reden tot ongerustheid scheen te geven met het oog op de toekomst. „Als ik trouw" - had zii meei raaien tot de buren gezegd, „dan wil ik zóó trouwen, dat ik zelf niet mee: behoef te werken." Het scheen, dat dit ideaal haar onbereikbaar toescheen, wanneer zij met den bewusten kleer maker huwde, zij schreef hem althans af, trots alle pogiugeD, welke hij aanwendde, om haar gunstiger te zijnen opzichte te stemmen, j Zoo bleven de zaken gedurende eenigen tijd J hij kwam niet meer bij zijn vroeger meisje aan buis, boewei hjj nu en dan schriftelijk trachtte eene verzoening tot stand te brengen, waartoe zij echter niet genegen scheen. Inmiddels had juffrouw Bijl eene nieuwe kennis making aangeknoopt met zekeren decoratieschilder, met wien zij thans, volgens de verklaring der buren, „op trouwen stond." Toen deze tijding haar vroegeren beminde ter oore kwam, geraakte deze in een vreeselijk opge wonden toestand, waarin hij het voornemen opvat te haar op de een of andere wijze te dooden welk plan hij Woensdagmorgen ten uitvoer bracht, Woensdag ten 11 ure begaf hij zich naar hare. woning, waar zij in Je voorkamer bezig was met waschgoed door te halen. Aanvankelijk scheen het gesprek zeer vreedzaam geweest te zijn, waarbij hij eene laatste poging aanwendde om haar te be wegen van haar voorgenomen huwelijk met den decoratieschilder af te zien. Toen zij echter bleef weigeren, veranderde het gesprek in een heftige woordenwisseling, en plotseling hoorden de buren eenige pistoolschoten kna'len, gevolgd door een rauwen gil, waarna het weder stil werd. Het vreeselijke vermoeden, dat ten huize van raej. Bijl eene misdaad werd gepleegd, bracht da delijk de geheele buurt in rep en roereen politie agent, die op de gedempte Rozengracht geposteerd stond, werd ontboden en deze klom de trappen op om zich in huis te begeven en een onderzoek in te stellen. Nauwelijks had hij echter de deur geopend, of de woesteling kwam hem dreigend met een revol ver tegemoet, en belette hem met de woorden „als .je binnenkomt, dan zijn de andere kogels voor jou" aan zijn voornemen gevolg te geven. De politieagent week dus terug, en alarmeerde om assistentie, die spoedig daarop kwam opdagen. Al dus versterkt, begaven de politieagenten zich in huis, en terwijl een paar van hen zich van den woesteling meester maakten, namen de anderen het slachtoffer, in een grooten plas bloed op den grond liggende, op, doch bespeurden geen teeken van leven meer. Spoedig daarop waren eenige autoriteiten ter plaatse, uie de vermoorde vrouw per brancard naar het Gasthuis en den moordenaar naar het politie bureau op de Noordermarkt lieten overbrengen, - waarna van een on ander proces verbaal werd op gemaakt. Men beweert dat de moordenaar vijf revolve™ schoten op zi]n slachtoffer heeft gelost^ en dat de dood oogenblikkelijk moet zijn gevolgd. De buren schilderen de vermoorde af als een „mooie vrouw." Een groote menigte verdrong zich den geheelea morgen in de le. Bloemdwarsstraat voor het huis, waar de misdaad was gepleegd. Het kind der vermoorde werd door een der bu-j ren voorloopig in huis genomen. Nog Woensdag werd de moordenaar naar de cel overgebracht. De toestand van Rusland is tamelijk treurig te noemen voor een groot Keizerrijk, te oordeelem naar het laatste jaarrapport van den Minister van Binnenlandsche Zaken. De dronkenschap neemt sterk toe, etm derde der grondeigendommen is met hypotheek bezwaard en voor het openbaar onder wijs woidt niet ten volle 2,5 cent per hoofd der bevolking besteed. Door zelfmoord maakten in 1890 2500 personen een einde aan hun leven. Gewoonlijk sterven in Rusland gemiddeld per jaar 45,000 menschen een geweldadigen dood. torwijl er 16.000 menschen overlijden aan typhus, de meest verwoestende der inbeemsche ziekten. Toch ver meerdert er de bevolking naar den maatstaf van 16 per duizend en per jaar, tengevolge van de overmaat van geboorten bover, de sterfgevallen. Brandstichting is er een lang niet zeldzame mis daad. Negen van de tien branden zijn aangestoken, en deze zijn zoo menigvuldig en op zoo groote schaal, dat ieder jaar een verlies van honderd millioen gulden daardoor wordt veroorzaakt, Het 3-jarig zoontje van den werkman F. Mulder, met zijn ouders te kleina^Meer (Gron.) op bezoek, wist zich al spelende van den steel eener lange Goudsche pijp meester te maken en stak dezen in den mond. Het toevalwilde.dat de kleine voorover viel, met het gevolg, dat de steel door den mond tot in de hersenen drong. Hoewel de steel dadelijk door den vader werd verwijderd, is het hoofdje geweldig opgezwollen. Een professor te Groningen, wiens hulp men inriep, moet verklaard hebben, dat de kleine niet zal genezen. - In de vorige week waren er te Londen 303 sterfgevallen aan influenza. Het geheele aantal o- verledenen was 735 boven het gemiddelde cijfer. - Onder het opschrift „uit de geschiedenis der Speelkaarten, Dobbelsteenen en het Loterijspel," leest men in de Huism. Reeds in de dagen der Indiërs en Chineezen worden de speelkaarten vermeld. Eerst tegen het einde van de!3de eeuw kwamen zij in Italië onder den naam van Raibi, een woord, dat aan een ge lijksoortig Indisch herinnert, wat „waarzeggen" be- teekent. Het waarzeggen met kaarten is tot op den buidigen dag blijven bestaan. Waarschijnlijk werden de kaarten echter door de Arabieren naar Europa gebracht, niet. zooals beweerd wordt, dooi de Zigeuners, daar deze eerst in de 15de eeuw in Europa trokken. De Oostersche kaarten beston den uit stukjes hout of ivoor, waarop figuren waren 1 geschilderd. In Europa maakte men ze van sterk papier, charta, vandaar de naam. De oudste Ita- liaaDsche kaart droeg de figuren van bekers, pen-S ningen en stokken, - op dc vier standen van geestelijken, handeldrijvenden, krijgslieden en boeren doelende. De fransche kaai t koos in plaats van de pennin gen een baksteen - carreau (hoeksteen) ruiten - in plaats van de stokken een klaverblad in plaats van de bekers een hart en in plaats van het zwaard - de spits van een lans schoppen. De vier koningen werden aangenomen David, A- lexander, Cesar en Karei de Groote voortestellen en moesten de rijken der Joden, Grieken, Romei nen en Franken beteekenen. De koninginnen heetten Argine, Esther, Judith en Pallas en moesten de hooge geboorte, de vroom heid, de dapperheid en de wijsheid voorstellen. De boeren waren knapen en schilddragers. De vier kleuren kregen de fi ausche overeenstemmende na men. Reeds in 1321 werd in Duitschland zoo harts tochtelijk kaart gespeeld, dat men er verbodsbepa lingen legeq maakte. Elke kleine stad, had bare kaarten raakCT en de kaarten belasting werd reeds

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1891 | | pagina 2