\o. 475. Zaterdag 51 Januari ISJM .laar*». Nieuws- e ii Advertentieblad voor Ze e 11 w se li - V I a a n d e re n. F. DIELEMA;\, AXEL. Staatkundig Overzicht Biiinnilaiidsrh \ieuws. WKLSCIIi 3 Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent; voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 3 ct. DRUKKER UITGEVER Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Er wordt gemeld, dat er te Luxemburg geruch ten loopen over niet meer of minder dan de op name van het groot-hertogdom in de triple allian tie De Duitsche keizer zou besloten zijn alle belemmeringen, welke de verwezenlijking van dit plan in den weg staan, op te ruimen. Van het groothertogdom, vereenigd met ElzasLotharingen, zou dan een koninkrijk Lotharingen met prins Hein- rich, 's keizers broeder als souverein, gevormd worden. Van den groot-hertog of diens zoon zouden gee- ne moeilijkheden gewacht worden. De reis van den erfgroot-hertog naar Engeland had geen ander doel, dan lord Salisbury voor dit plan gunstig te stemmen. Hoewel verzekerd wordt, dat men in Luxem burg zelve niet aan de verwezenlijking er van gelooft, zoo brengt men aldaar toch dezen nieuwen toekomslkroom van Keizer Wilhelm II in verband met diens denkbeelden over eene algemeene ont wapening. Een nieuw koninkrijk Lotharingen zou den grondslag voor de voorstellen aan Frankrijk vormen. Onvoorwaardelijk kan men aan deze mededee- lingen geen geloof hechten, daarvoor komt zij ons te onwaarschijnlijk voor. Maar indien er van liet geheele nieuwtje eens geen enkel woord waarheid bevatte, waarmee, zou men dan allicht geneigd zijn te vragen, houden zich sommige menschen toch onledig. Er is wel eene nuttiger wijze om den tijd door te brengen, dan met het rondstrooien van mooie verhaaltjes, die wel gaarne zouden ge loofd worden, als ze slechts waarheid behelsden. De Duitsche politie heeft weder eens een bewijs van ovenjver aan den dag gelegd, dat herinnert aan de goede dagen van Bismarck. Twee harer dienaren hebben den heer Hangart- ner. die het toezicht oefent op de werken bij het bouwen van eene brug te Kaiserstuhl in Aargau, j op Badensch grondgebied is een hinderlaag gelokt, i onder voorwendsel dat de burgemeester vanWalds-i hut hem over het bouwen van eene brug wilde I raadplegen. Bij den magistraat aangekomen werd hij gearresteerd op grond dat hij te Kaiserstuhl zich beleedigend over den Duitschen keizer had aitgelaten. Na verhooi werd hij echter op vrije voeten gesteld. Daar Hangartner Zwitsersch onderdaan is vreesde men dat dit voorval een diplomatieken stap van den bondsraad bij het Duitsche rijk ten gevolge zou hebben. Volgens den „Temps" zal dit echter niet gebeuren, daar Hangartner geen klacht bij den bondsraad indient. In Rusland staan de joden nog steeds aan ver volgingen bloot. Nieuwe bewijzen. Tb Kiew heeft de politiechef een oude reeds lang vergeten wet voor den dag gehaald, volgens welke joodsche prin cipalen in hun magazijnen niet meer dan één jood sche bediende mogen hebben. Hij liet alle maga zijnen en winkels onderzoeken en verklaarde dat aile „overbodige" joodsche bedienden den 1 Febru ari zouden uitgewezen worden Het hoofd der Moskousche politie heeft gelast, dat alle Israëlieteu, die in de stad komen, hun recht daarop grondende op het feit dat zij op Moskousch grondgebied wonen, als vagebonden zul len worden opgepakt. Koning Leopold moet zeer gedrukt gaan onder den dood van prins Boudewijn. Bij zijne beschik kingen over den lijkwagen moet hij gezegd heb ben „Maak dien goed, dat hij ook spoedig voor mij kan dienen." Keizer Wilhelm zal bij de begralenis vertegen woordigd worden door prins Heinrich. Maandag is de zesde zoon des keizers gedoopt. De doop werd met groote plechtigheid voltrokken. De prins kreeg de namen Joachim Frans Humbert. De Noordelijke Britsche Spoorwegmaatschappij heeft een eisch tot schadevergoeding van 22,000 pond sterling 264,000) ingesteld togen den voor zitter der vereeniging van spoorwegarbeiders in Schotland. Het station Oalderbank van de Caledonian Mij. brandde zondagnacht af. Het ontstaan van den brand wordt aan de werkstakers toegeschreven. Er schijnt eenige verandering in den toestand te komen. Velen hebben reeds het werk hervat, doch talrijk zijn nog degenen die in de werkstaking volharden' In Boelgarije moeten zich vrij wat nihilisten be vinden. De drie keizerrijken Rusland, Oostenrijk en Duitschland hbbben ten minste gepiotesteerd tegen de nihilistische woelingen op Boelgaarsch grondgebied. Engeland en Italië, zelfs Frankrijk moeten zich bij dat protest hebben aangesloten. Het schijnt, dat Rusland een nieuw middeltje zoekt om de aandacht van het Europeesch publiek weder een weinig naar het Oosten te trekken, 't Is waar, vorst Ferdinand begon in den laatsten tijd meer en meer een vergeten burger te worden. Dr. C. W. Vinkhuyzen. die zoovele jaren wijlen Z. M. den Koning als lijfarts ter zijde stond, is, naar wij vernemen, dezer dagen op de meest eer volle wijze uit deze betrekking ontheven Als blijk van hooge erkentelijkheid voor de voortreffelijke zorgen gedurende eene reeks van jaren aan den persoon des overleden Konings gewijd, heeft naar wij vernemen. Hare Majesteit de Koningin-regen tes den trouwen geneesheer zijn volle jaargeld als pensioen toegekend, terwijl hij, zooals de „Staats courant" reeds berichtte, tot commandeur bevor derd werd in de orde van den Nederlandschen Leeuw. De Memorie van Antwoord der regeering op het wetsontwerp tot regeling van het jaarlijks in komen der Koningin uit 's lands kas. luidt Het was der regeering aangenaam te vernemen dat de groote meerderheid van de leden der Twee de Kamer verklaarde zich met het onderwerpelijk wetsontwerp te kunnen vereenigen. De door sommige leden tegen de voordracht aan gevoerde bedenkingen werden blijkens het Voor- loopig Verslag reeds op alleszins voldoende wijze wederlegd. De minister vermeent mitsdien te kun nen volstaan met het gevoelen van de regeering over de verschillende opmerkingen, welke bij hef afdeelingsondei zoek gemaakt zijn, kortelijk mede te deelen. Ingevolge het onderzoek om nadere inlichtingen over de jaarlij ksche opbrengsten van het Kroon domein. wordt alsnog overgelegd eene gespecitieerde opgaaf van die opbrengsten over de laatste tien jaren (1880-1889). Uit dien staat blijkt, dat deze inkomsten niet slechts, zooals in het Verslag reeds is gezegd, zeer wisselvallig zijn, doch bovendien dat zij reeds se dert eene reeks van jaren al door dalende zijn. Dat deze daling nog voort zal duren is allerminst onwaarschijnlijk, waar een aanzienlijk deel der in komsten, zooals uit den overgelegden staat blijkt, voortspruit uit tienden welke èn in opbrengst ach teruitgang èn bovendien op voor den tiendheffer weinig voordeelige voorwaarden kunnen worden af gekocht, ingevolge het bepaalde bij art. 7 der wet van 1 Mei 1863 (Staatsblad no. 43) en bij art 3 der wet van 12 April 1872 (Staatsblad no. 25). De regeering is dan ook van oordeel dat geen voldoende grond bestaat voor de in het Verslag uitgesproken stelling: dat het geheele inkomen be doeld in art. 24 der grondwet met twee en een halve ton gouds zal vermeerderen. Doch al ware het anders en al kon men ver wachten dat de opbrengst der Kroondomeinen in het vervolg zou gelijk staan met de gemiddelde opbrengst gedurende de regeering van wijlen Z. M. Willem III of met die der laatste tien jaren en dat dientengevolge het geheele inkomen dei Kroon ee- nigermato zou te boven gaan het bedrag dat in 1849 door den toenmaligen wetgever voldoende werd geacht, dan nog zou naar de meening der regeering hierin volstrekt geene aanleiding behoe ven te liggen om het bedrag van dat deel van het inkomen hetwelk uit 's rijks schatkist betaald wordt thans te verminderen en daardoor het geheele in komen te doen dalen beneden het bedrag dat ge durende het sedert 1849 verloopen tijdvak feitelijk genoten is. De omstandigheden toch, waarmede bij de be paling van dat cijfer rekening valt te houden, zijn sedert 1849 in meer dan één opzicht veranderd. Waar sedert 1849 de waarde van het geld geacht moet worden te zijn verminderd en dus de geheele levenswijze aanmerkelijk duurder is geworden, ligt het voor de hand dat ook de kosten der hofhou ding, inzonderheid die van het personeel, thans aan merkelijk hooger moeten zijn dan in 1849. Verder heeft op de regeling van het inkomen der Kroon, zooals die in 1849 is tot stand geko men, gelijk uit de gewisselde stukken blijkt, de min gunstige toestand, waarin 's lands financien zich destijds bevonden, wel den meesten invloed uitgeoefend. Die omstandigheid, welke destijds aanleiding gaf om het inkomen, hetwelk Koning Willem 11 had genoten met ƒ400,000 te verminderen, behoeft thans niet meer een motief op te leveren om het inkomen der Kroon, gelijk dat laatstelijk was go regeld, en dat in vergelijking met andere staten reeds niet hoog is te noemen, andermaal te ver- I minderen.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1891 | | pagina 1