jVo. i(»T. Donderdag I Januari 1801
Jaarg.
N i e u w s- en A d v e r t e n t.i e b I a d
fm-l m
voor Z e cm i w s c h - V I a a n d e r e n.
F. D1ELEMAV,
AXE L.
Rust een weinig.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
A B 0 N N E M E N T S P R IJ S
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor Belqig 80 cent. Afzonderl. numm. 3 ct.
DRUKKER - UITGEVER
Advertentiê'n van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Bij dit nnmmer behoort een bijvoegsel.
Rust een weinig, gij wandelaar op den levens
weg. Zet u eene wijle ter neder op dezen om
gehouwen stam, opdat gij nieuwe krachten kunt
verzamelen om den tocht verder voort te zetten.
Want, nog zijt gij het doel uwer reize niet i
nabij, nog een lange, lange baan strekt zich voor
u uit. Daarom, schep even adem, opdat gij met
vernieuwde kracht en frisschen moed weder voor
waarts streven kunt.
Vele hindernissen kwamen reeds voor op het
afgelegde pad, tallooze moeilijkheden hebt ge ai
reede overwonnen, aan ontelbare gevaren hebt ge
reeds het hoofd geboden, enkele malen zelfs met
gevaar er het leven bij in ie schieten, doch tot
nu toe hebt ge u kunnen staande houden, al is
uw voet wel eens uitgegleden, evenwel om weer
even spoedig de rechte houding weder aan te
nemen en met moed den strijd opnieuw aan te
vangen.
Maar waarom zoudt ge dan niet even de leden
uitstrekken, gij reeds ten deele vermoeide krijger.
Wie weet welke hinderpalen ge nog zult hebben
uit den weg te ruimen, wie weet welke oneffen
heden ge nog zult hebben te effenen. Rust u dus
toe ten strijde, omgord uwe lendenen en neemt
daarna weder den pelgrimsstaf rer hand om uwe
reis naar de ontzaglijke eeuwigheid te vervolgen.
Voorwaarts, immer voorwaarts! is de leuze.
Sneller dan ooit wordt ge door den stroom mee- j
gevoerd. Telkens nieuwe vergezichten openen zich
voor uw oog, telkens wordt uwe nieuwsgierigheid
opgewekt en telkens weder doet ge nieuwe er-
varingen op.
Is het dan nu de tijd van rusten Thans, nu
alles zich om strijd voortspoedt om te zien wie
het eerst den eindpaal zal hebben bereikt
Zyt ge dan bevreesd onder de achterblijvers
geteld te worden. O! gij wantrouwende, ziet gij
dan niet, hoe de gansche menigte van strijders,
van den bevelhebber tot den laagste in rang
staariden wapenknecht zich thans den tijd gunt
om even den blik achterwaarts te wenden
Zoudt gij dan alleen willen voorthollen op dat
moeilijke pad en u alzoo blootstellen aan het ge
vaar eenzaam en verlaten ten slotte uw graf
vinden in een labyrinth, waar geen enkele gids
u den \yeg wijst, waar niet één medestrjjdei u
in de ure des gevaars de behulpzame hand kan
toesteken
Neen, ook gij zult wel even den blik willen
slaan op den atgélegden weg en nog eens in den
geest dat boek uws levens doorloopen, waarin
iedere bladzijde u herinnert aan uwe roeping als
mensch, maar ook tevens aan uwe onmacht, aan
uwe onvolmaaktheid, aan uwe tekortkomingen en
misslagen.
Ik wensch geen stap terug te treden
Op d' afgelegde levensbaan.
Dat zal ongetwijfeld ook uwe openhartige be
kentenis zijn, wanneer ge in uwe binnenkamer
ongestoord een weinig hebt gerust, uw leven nog
eens hebt geleefd. En welke gelegenheid geeft
hiertoe beter aanleiding, dan de wisseling des
jaars? Voorwaar, geen enkele.
Natuurlijk zullen er steeds menschen gevonden
worden, prozaïsch genoeg om den nieuwjaarsdag
te beschouwen als een dag zooals alle andere.
In een zeker opzicht is dit waar. Doch, zoo vra
gen we, vormt een jaar op zichzelf niet een af
gesloten geheel, een tijdvak, een begrensd deel
van ons aardsche bestaan? En staan we op den
j eersten Januari niet gereed om weder een der-
I gelijk tijdvak, zoo het zijn mag, te voleinden en
te voegen by die welke we reeds achter den rug
hebben.
Neen, de eerste en de laatste dag des jaars
zijn in ons oog, de gewichtigste onder hunne
broeders
In 't verleden ligt het heden,
In het nu, wat worden zal.
Op de grondslagen in het afgeloopen tijdsge
wricht gelegd, wordt in 't volgende voortgebouwd,
op den ingeslagen weg, zoo die gebleken is de
goede te zijn, wordt voortgegaan, de plannen in
het vorige jaar gemaakt, worden in het nieuwe
volvoerd, gekoesterde hoop is der verwezenlijking
meer nabij, geuite wenschen worden aireede be
vredigd geacht, kortom er heeft bij de wisseling
des jaars niet alleen eene vernieuwing van een
tljkperk plaats, maar ook het geheele menscbdom
gevoelt zich als 't ware verjongd, bezield met
i nieuwe kracht, met frjsschen moed om het doel,
hetwelk ieder degelijk maatschappelijk individu
zich voor oogen stelt, meer nabij te streven.
Verlaten we echter het veld der bespiegelingen
en zien we in vluchtige trekken wat het oude jalar
voor ons geweest is en Wat her 'nieuwe op grond
van de jongste gebeurtenissen naar alle waar
schijnlijkheid in den schoot verbergt
Ons dierbaar vaderland in de eerste plaats trof
een gevoelige slag door het overlijden van den
door ieder weldenkend Nederlander zoo teer be-
I minden Willem III, den laatsten mannelijkeo af
stammeling uit het doorluchtig huis van Oranje.
De slag, die ons volk reeds lang boven het hoofd
hing, moest eenmaal vallen. Ieder was daarop
voorbereid. Toch viel hij nog plotseling, onver
wacht. Als een dief in den nacht sloop de dood
ook het vorstelijk verbljjf van den Nederlandschen
Monarch binnen en maaide dat voor zijn volk en
zijn gezin zoo dierbaar leven at.
In een land als het onze, waar alles bij wet
en besluit is geregeld, heeft deze gebeurtenis
geene schokken teweeg gebracht. Alles is gegaan
zooals het vooraf was vastgesteld en thans ze
telt op onzen troon dat door allen zoozeer gelief
de kind, op zoo jeugdigen leeftijd reeds geroepen
de gewichtige taak van hoofd des Staats op zich
te nemen, maar tevens bijgestaan door die zorg
volle Moeder, welke reeds sedert eenigen tijd do
harten der Nederlanders stormenderhand heeft
ingenomen. Moge God hen de kracht schenken
om, gesteund door de volksvertegenwoordiging ons
dierbaar vaderland vreedzaam en gelukkig te re
geeren.
Ons land is dat niet meer wat het geweest is,
toen het door zjjii macht en invloed evenveel, ja
soms meer tb zeggen had dan menig uitgestrekt
rijk, doch onder de staten van Europa neemt het
nog steeds eene eervolle zij het dan ook beschei
den plaats in. Op allerlei gebied van wetenschap
en kunst bezit ons land mannen, met eere ge
noemd onder de geleerden en kunstenaars der
19de eeuw, mannen die den naam van ons klein
land ook verre buiten onze landpalen op veler
lippen brengen, wier oordeel op internationale ver
gaderingen en congressen menigmaal een grooten
invloed uitoefent op de te nemen besluiten.
Geheel Europa, ofschoon tot de tanden gewa
pend, wenscht den vrede, te oordeelen naar de
herhaalde malen uitgesproken verzekeringen daar
omtrent van de mannen, die in dit opzicht recht
van spreken hebben. Zelfs het aftreden van den
grooten Bismarck als Duitsch Rijkskanselier, van
den man in wiens hand het lot van Europa ge
acht werd te zijn, had geene storing in het Eu-
ropeesche concert ten gevolge. Het Boulangisme,
eenmaal zoozeer Frankrijks rust bedreigende, ligt
te zieltogen. De macht van den generaal is ge
broken en nog Biecht» flauwe pogingen worden
j door hem aangewend, om zijne verstrooide en ge-
I dunde legermacht bijeen te brengen, doch blijk*
baar zonder gunstigen uitslag. De groote Iersche
j volksman Parnell, dikwijls de ongekroonde koning
van Ierland genoemd, staat bij het eind van het
1 jaar op het punt de volksgunst te Verliezeh, zijn