\o. 4()l. Woensdag 10 December 1800. 0e Jaar a.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwse h-Vlaa 11 dere 11.
F. DIELEMAlY
AXEL.
De Zondag en de Telefoon.
Bimiriilandscli Nieuws.
Uit Blad verschijnt eiken Ilinsdajr- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 oentfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 3 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentie n van l tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TV EE uren.
In de gemeenteraadsvergadering van Dinsdag,
26 Augustus 1890, is op voorstel van Burg. en
Weth. besloten, de diensturen op het telefoonkan
toor te bepalen als volgt
Op werkdagen voorm. 9—12, nam. 2 4 en 's
av. 5 7 ure.
Op Zon- en feestdagen voorm. 8 9 en nam.
1 2 ure.
Toen het voorstel van Burg. en Weth. in stem
ming gebracht werdstemden vóórde heeren
Oggel, Van de Ree, Dregmans en Van Dixhoorn
tegen stemde de heer Dieleman, buiten stemming
bleven de heeren Jansen en Koster.
De heeren Jansen en Dieleman - zie ons num
mer van Woensdag 27 Aug. waren er voor om
den Zondagsdienst at' te schaffen de heer Oggel
achtte het in dringende gevallen des Zondags nood
zakelijk.
In de jongste vergadering van den gemeenteraad,
gehouden op Dinsdag 2 December stelde de lieer
Van de Ree voor om den Zondagsdienst af te
schaffen en dat wel om de volgende redenen
le. Die dienst is te Zaatnslag eveneens afge
schaft.
2e. Van den telefoon kan 's Zondags wel eens
misbruik gemaakt werden.
3e. Hij gunt den ambtenaren den Sabbath wel.
De Voorzitter antwoordde hierop, dat de tefe
foon 's Zondags niet misbruikt wordt en verwees
verder het voorstel naar eene volgende zitting,
omdat daarvan niets voorkwam op de agenda.
In het belang der gemeente en daar wij meenen
er onzen lezers eenen dienst mede te bewijzen,
willen wij thans een enkel woord aan den Zon
dagsdienst bij den telefoon wijden. Beschouwen
wij daartoe de door den heer Van de Ree aange
voerde redenen wat nader en wel in omgekeerde I
volgorde.
Wij zjjn van meening, dat de gansche gemepn
te met den heer Van de Ree zal instemmen, wan
neer hij te kennen geeft, dat hij den ambtenaren
van het telefoonkantoor den Sabbath wel gunt.
Zeker, ook wij gunnen hun dien van harte.
Doch wanneer wjj in aanmerking nemen, dat de
dienstdoende ambtenaar op het kantoor des Zon
dags slechts 2 uren verbonden is enkele geval
len uitgezonderd en dat de diensturen zoodanig
zijn geregeld, dat die ambtenaar desverkiezende de
godsdienstoefening kan bijwonen, dan gelooven wij,
dat hij in weerwil van den dienst toch zijn Sab
bath wel behoudt.
Maar ook al was dit zoo niet, dan nog moest,
meenen wij, de- Zondagsdienst blijven bestaan, mits
die op andere wijze werd geregeld of den ambte
naren op geregelde tijden een vrije Zondag werd
gegeven- Het ligt thans niet in ons plan de wjjze
te bespreken, hoe dit zou kunnen geschieden, waar
om wij overgaan tot het meer belangrijke punt 2.
Kan op Zondag van den telefoon wel eens mis
bruik gemaakt worden?
De Voorzitter zelf verzekert ons, dat het niet
gedaan wordt.
En een telefoon kan nu enkel maar alleen ge-[
bruikt worden om te telefoneeren, dus zou
hem het misbruik enkel zitten in de wijze van
telefoneeren, of liever in de soorten van berichten,
welke worden afgezonden.
Onder misbruiken hebben we hier wellicht te j
verstaan het op Zondag overbrengen van een te-1
legraphisch bericht, dat even goed op Maandag of
om zijne onbeduidendheid even goed per briefkaart
had kunnen geschieden.
We stemmen toe, dat hij, die op zulk eene wij
ze den telefoon gebruikt, den ambtenaren onnoo- i
dig arbeid bezorgt.
Doch wanneer we bedenken, dat een telegra- j
phisch bericht nog altijd betrekkelijk duur is. dan j
kunnen we veilig aannemen, dat van den telefoon
wel heel zelden zal gebruik gemaakt worden, wan-1
neer het niet strikt noodzakelijk is. Zoó flauw
zijn de menschen nu toch ook niet.
Neen de telefoon is, dit brengt zijn aard mee,
voor spoedeischende gevallen en daarvoor zal bij
ook des Zondags alleen gebruikt worden.
Toen Z. M. Koning Willem III op Zondagmor
gen 23 Nov. overleden was, bracht de telefoon ons
des middags het bericht, van d9n dood. Zoodoende
droegen nog denzelfden namiddag alle inwoners
onzer stad kennis van die droevige gebeurtenis.
Was het kantoor alhier gesloten geweest, dan had
den wij het bericht eerst den volgenden dag ont
vangen. Terwijl dus op den avond van den 23en
Nov. een groot deel der natie tieuide over den
dood van den geliefden Vorst, zouden wij, Axelaren,
op dat oogenblik nog met dat alles onbekend ge
weest zijn. Sommigen meenen misschien, dat, bij
sluiting van het telefoonkantoor op Zondag, wel
kon gebruik gemaakt worden van het station. Doch
dit zou o. i. niet zeer edel gehandeld zijn. Zon
dagsrust is een waar genot, maar waar die rust
alleen kan verkregen worden door aan een buur
man meer arbeid te bezorgen, daar mag zij niet
met geweld worden ingevoerd. Volkomen Zondags
rust is een ideaalmaar een ideaal kan niet ver
wezenlijkt worden. Dat blijft altijd eene steilte,
waar men tegen op kan zien eene steilte waarvan
men alleen droomen kan, ze beklommen te hebben.
Men kan zich voorstellen, hoe heerlijk bet zijn zou
daar op die hoogte; men kan zich inspannen om
dat ideaal zoo nabij mogelijk te komen, maar
een ideaal blijft het.
Volslagen rust in de maatschappijVolkomen
rust en plechtige stilte in de natuurHoe heer
lijkWelk een Zondag zou het zijn voor ons,
hoe zou hij het harte stemmen tot stillen eenvoud
en Zondagsheiliging.
Maar dat alles kan nu eenmaal niet anders be
staan dan in den droom. Hoe we ons ook in
spannen om zulk eene volkomenheid te bereiken,
overal komen we in botsing met de eischen des
levens, met onze nooden en behoeften. Ge hebt
de oogen op Zondagmorgen niet geopend of ge
moet aan 't werk. Gij moet u k 1 e e d e n, en
w a s s c h e n; gij moet ontbijten en naar de
kerk gaan of r ij d e n (in bet laatste geval werkt
ook uw paard); uwe vrouw moet voor de kinde
ren zorgen en de meid en de knecht, zij dren
ken en voederen uw vee. Kijk eens wat al
werkwoorden ik noodig heb om uw Zondag te
beschrijven. Neen werkwoorden moesten we des
Zondags niet noodig hebben.
Maar zegt ge, zulke arbeid is nu eenmaal met
den besten wil van de wereld niet te ontwijken;
zonder zulken arbeid zijn we des ZonJags dood,
zijn we des Zondags gelijk aan een mineraal. Die
arbeid is dringend noodzakelijk
„Dringend!" zegt ge? Juist nu zijn weer.
Maar voor dringende gevallen is ook de tele
foon. Dat begreep ook de geachte Voorzitter van
den gemeenteraad, (zie boven.)
Dringend en dus geoorloofd
Sta ons nog een klein voorbeeld toe.
't Is Woensdagavond Eene moeder zit met
bare kindere.i gezellig in de huiskamer, ten minste
met hare kinderen op één na. Hare oudste doch
ter woont ver van de oudeilijke woning, zij is ge
huwd en woont in het noorden des lands. Die
oudste dochter wordt op Woensdagavond een wei
nig ongesteld. Zij begeeft zich ter ruste in de hoop
dat het den volgenden morgen wel beter zal zijn.
Donderdagmorgende zieke wordt meer ongesteld,
de dokter wordt gehaald. Als het Vrijdag is, is
er nog geen beterschap, integendeel, men is een
weinig ongerust en schrijft een brief naar moeder,
doch in dien brief wordt vooral gezet, dat het met
zoo heel erg is. Het mensch mocht eens schrik
ken Zaterdagnamiddag, plotseling onrustbarende
ommekeer De dokter raadt de familie tot over
komst te noodigen. Een telegram, het eerste gaat
naar moeder, naar Axel. Het telefoonkantoor is
echter te 7 ure gesloten en 't bericht kan dus eerst
's Zondag morgens te 8 ure arriveerenals
daar ten minste geen Zondagsdienst is en anders
weet de diep bedroefde moeder niets van het doo-
delijk gevaar, wellicht van den dood barer dochter
voor 's Maandagmorgens.
Lezer, als in 10 jaren zich zoo 1 geval voordoet,
dan, dunkt ons, is dit ïeeds smartelijk genoeg om
er het telefoonkantoor des Zondags voor open te
houden. Voeg daarbij duizend andere dringende
gevallen en wij vragen u „Moeten wij ons rege
len naar Zaamslag, moeten wij den weg volgen,
welke in andere gemeenten gevolgd wordt, wan
neer het duidelijk blijkt, dat die weg niet de goede
is. Wij hopen en vertrouwen dan ook, dat ons
geacht college op het stadhuis in deze wijs en
goed zal handelen.
In ons voiig nummer hebben wij door plaats
gebrek daartoe genoodzaakt, slechts met een kort
woord melding kunnen maken van de toespraak
van Dr. Van Koetsveld, hofprediker, gehouden, bij
gelegenheid van de plechtige begrafenis van Z.
M. Koning Willem III.
Om der belangrijkheid wille geven wij onzen
lezers die woorden thans in hun geheel weer als
volgt
„Nog eens, o God, nog eens staan wij hier. en
is weder de deur geopend van den grafkelder,