I
I\o. 430. Zo Ier dog 22 November 1890. 0*' Jaai'i».
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeenwscli-Vlaanderen.
F. DIEUAIW,
AXEL.
Staatkundig Overzicht.
Itiniieulaiidscli Nieuws.
AMiLSCi.,,
Uit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 3 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertèutidn van 1 tot. 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Toen we in ons vorig nummer eenige staaltjes
meedeelden van de wreedheden door een paar En-
gelsche bevelhebbers in Afrika gepleegd, vermeld
den we ook een geval, waarbij een meisje werd
vermoord en opgegeten, aan welk geval een ze
kere Jameson het meest debet was. De weduwe
van Jameson heeft thans een brief openbaar ge
maakt, waarin haar echtgenoot de juiste toedracht
der zaak lieschrijft. Ziehier het relaas
„Bij mijne terugkomst uit Kassongo, den dag
na onze aankomst te Riva-Riva, ontving ik eene
uitnoodiging van het hoofd en was bij hem getuige
van eenige merkwaardige dansen, uitgevoerd door
slaven van Mpwapwa.
Volgens de verklaring van het hoofd waren deze
lieden, toen een aantal hunner gewond waren,
naar de bosschen getrokken en men had hen se
dert twee maanden niet meer gezien. Thans wa
ren zij teruggekomen, daar zij met het bereiden
hunner geneesmiddelen gereed waren.
Tippo Tib, die tegenwoordig was, voegde hier
aan toe Deze dans wordt gewoonlijk gevolgd door
een maaltijd van menschenvleesch."
Hij verhaalde een geheele reeks van histories
over de menscheneters, Ik lachte hem uit en zei
de. dat ik, sedert ik in het land was. wel zulke
vertelseltjes had gehoord maar er niet aan ge
loofde.
Een ander Arabier, die mij te Kassongo altijd
met groote heuschheid behandelde en ook thans
aanwezig was, deed op zjjn beurt een afschuwe
lijk relaas. Kortaf verklaarde ik het voor onmo
gelijk geloof te slaan aan het bestaan van derge
lijke gruwelen in eenig land ter wereld.
De Aiabier begon te lachen: Geef mij een stuk
katoen en gij zult zien."
Ik dacht met een van hun gewone listen om mij
een paar geschenken te ontfutselen te doen te
hebben; daar de man goed voor mij was zond ik
mijn b o ij om een vijftal zakdoeken en gaf ze den
man.
Onmiddellijk daarop was ik getuige van het vree
sehjkste. dat ik ooit in mijn leven aanschouwde.
Alles was spoedig afgeloopen; had ik het gewild,
ik had zelfs geen schetsen kunnen nemen; ik had
niets bij mij om te teekenen.
Alles was in mijn woning. De kleine teekenin
gen maakte ik daar 'savonds.
Geen enkele blik van het meisje smeekte om hulp-
Zij scheen te begrijpen, dat dit haar lot was.
Zij gaf geen teeken, zij verroerde zich niet."
Met dit verhaaltje zou men nu Jameson willen
schoonwasschen. doch wie een klein beetje nadenkt,
kan heel goed uit het bovenstaande opmaken, dat
mijnheer Jameson wel degelijk verlangend was
een staaltje van kannibalisme bij te wonen. Uit
de woorden van den Arabier was gemakkelijk op
te maken wat er gebeuren zou, als men hem een
stuk katoen gaf.
Arme zwartjesmoet gij door zulke philantro
pen beschaafd worden
Parnell zit in de knel. De Ierscbe leider was
aangeklaagd dpor een kapitein wegens overspel
met de vrouw van dezen laatste. De jury heeft
het schuldig over Parnell en de kapiteins vrouw
uitgesproken en beider, veroordeeld tot betaling der
gerechtskosten.
Reeds in 1881 was Parnell uitgedaagd door den
kapitein wegens diens verhouding tot zijn vrouw,
die hij in alle badplaatsen nareisde, maar het
duel werd toen verhinderd.
Bij het proces werden verscheidene brieven voor
gelezen. Van den 17 jarigen kapiteinszoon, die voor
zijn vader partij trok weid een schrijven voorge
lozen, waarin stond, dat hij in een der vertrekken
de stem gehoord had van den „afschuwelijken
schurk" Parnell en dezen gaarne zon vertrapt heb
ben, doch het liet om onverkwikkelijke scènes
met zijn moeder te vermijden.
Parnell is niet ter terechtzitting verschenen
Daarvoor kunnen twee redenen gezocht worden
óf hij was zoo onschuldig, dat hij het beneden
zich achtte een enkel woord ter verdediging in
her, midden te brengen, öf hij was onmachtig zich
te veidedigen.
Als hij het eerste motief aan zijne getrouwe
Ieren kan wijsmaken, zal hij ongetwijfeld hun man
blijven; is echter het omgekeerde waar. wie weet
of dan de ongekroonde koning van Ierland niet
binnen korten tijd van allen zal verlaten zijn, in
welk geval hij met recht kan zingen „De liefde,
de liefde heeft mij zoover gebracht."
Aanstaanden zondag worden in Italië de ver
kiezingen gehouden, waarover zooveel geschreven
en gesproken wordt. Volgens de voorteekenen zal
de partij van Crispi de bovenhand hebben en alles
blijft dan bij het oude. Bovendien zijn naar het
algemeen gevoelen db opposanten niet eens in
staat de regeering op zich te nemen, daar de vij
anden der regeering bestaan uit eene vereeniging
van alle mogelijke en onmogelijke partijschappen,
wier eenige gemeenschappelijke leuze op dit oogen
blik is: Weg met Ciispi! Maar daarmee houdt
ook alle overeenkomst op. Een Parijsch bankier
heeft 100.000 francs geschonken om bet radicaal
kieseomilé te Rome te steunen en vooral om de
candidatuur van Crispi te Palermo te bestrijden.
Gisteren is door Hare Majesteit de Koningin in
vereenigde zitting van de beide Kamers der Sta
ten—Generaal, de eed als Koningin-regentes afge
legd.
Te kwart voor 12 kwam H. M. te 'sHageaan.
Op het perron werd Zij opgewacht door de minis
ters van koloniën, buiter.landsche zaken en justi
tie, de commissaris des konings in Zuid Holland,
de burgemeester en de gouverneur der residentie
en groot-officieren van het koninklijk huis.
H. M. drukte den ministers, den commissaris en
den burgemeester de hand en begaf zich in een
gesloten rijtuig naar het paleis, waar de fiofmaar
schalk baron De Constant Rebecque haar opwachtte.
Aan het station en het paleis was eene groote
menigte volks' bijeen, die H. M. eeibiedig groette.
De koningin neeg vriendelijk terug
De zaal der Tweede Kamer, die een schitteren1-
den aanblik opleverde, was reeds te 12 uur ge
vuld door de leden der kamers, schier allen irl1
galacostuum. De loges en tribunes waren gevuld:
met alle gezanten en attachés met hunne dames-
en verdere hooggeplaatste personen. Later kwa
men ook de ministers, de kanselier der orden en1
de leden van den Raad van State.
Des middags te 1 ure reed H. M. van het palèis
af naar het gebouw van de Tweede Kamer der
Staten—Generaal, met eer. trein, bestaande uit
1. een commando cavalerie, tot opening van den
trein 2. een hoffourier en 2 rijknechts te paard
3. de Kamerheer Ceremoniemeester, gezeten in een
rijtuig, bespannen met 2 paarden, gaande 1 lakei
naast elk portier4. de Kamerheeren waren ge
zeten volgens hnnne rang vau benoeming; 5. de
groot-officieren van het Koninklijk huis, gezeten
in 2 rijtuigen, ieher met 4 paarden bespannen,
gaande 2 lakeien naast elk portier6. een com
mando cavalerie7. de opper-ceremonie meester,
gezeten in een rijtuig met 4 paarden bespannen,
gaande 1 lakei naast elk portier8. de waarne
mende grootmeesteres van Hare Majesteit en eene
dame du palais van Hare Majesteit, gezeten in eem
rijtuig met 4 paarden bespannen, gaande 2 lakeien
naast elk portier9. Hare Majesteit de Koningin-
Regentes, gezeten in een rijtuig, bespannen nït*
6 paarden, gaande 1 rijknecht naast elk paard en
3 lakeien naast elk portier. De luitenant-generaal,,
adjudant generaal des Konings jonkheer Verspeijck,
en de generaal-majoor baron Taets van Amemngen
waarnemend gouverneur der residentie1 te paard.
Eerstgenoemde reed rechts, de waarnemende
gouverneur der residentie reed links van de koets,
waarin Hare Majesteit de Koningin gezeten was.
Hierop volgden de officieren van het militaire
huis van Zijne Majesteit den Koning, aangewezen
voor den dienst bij Hare Majesteit de Koningin
Regentes, welke twee aan twee reden, waarvan
de oudsten vooruit; 10. een commando cavalerie
welke den trein sloot.
De trein reed door het Noordeinde, de Hoogstraat,
de Gravenstraat, over het Buitenhof naar hot Bin
nenhof.
Toen de trein gekomen was aan het gebouw van
van de Tweede Kamer, werd H. M, ontvangen door
eene commissie uit. de vergadering, die,, voorafge
gaan door den kamerheer ceremoniemeester, de ka
merheeren en de groot officieren van het konink
lijk huis, H. M. naar de zaal der Staten Generaal
geleidden. Hierop volgden onmiddellijk de waar
nemende grootmeestei es en de dame du palais,
achter en ter zijde van H. M. De groot officieren
van 'sKopings huis en de waarnemende gouver
neur der koninklijke residentie plaatsten zich ach
ter den koninklijken zetel. De kamerheeren rechts
en de bij H. M. dienstdoende officieren van het
militair huis links van den Troon.
Na enkele oogenblikken noodigde de voorzitter
de heer mr. A. van Naamen van Eemnes, de ko
ningin uit den eed af te leggen, met de volgende
toespraak
„Mevrouw
„Ik heet Uwe Majesteit welkom in dit plechtig