No. 416.
Zaterdag Juli I860.
6' Jaarii
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Staatkundig Overzicht.
Binnenlandse!! Nieuws.
Wil, SO II
COURANT.
DRUKKER - UITGEVER
Dit Blad verschijnt eiken Oinsilft*- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS: IHFIFNlW.
per 3 Maanden 1 UILLOlIil i)
50 centfranco per post ^60 cent AXEL
België 80 cent. Afzonder!, numm. 3 ct.
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maa
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TAV EE uren.
[Verleden Zaterdag is te Sofia, de hoofdstad van
Bulgarhe een drama afgespeeld, dat misschien groo
te gevolgen voor het vorstendom zal na zich slee
ben. Wanneer de lezer zijn geheugen raadpleegt,
feal hij zich ongetwijfeld heiinneren, dat eenigen
hhd geleden eene samenzwering tegen vorst fer-
Idinand is ontdekt, waarin de majoor Pamtza eene
[voorname rol, eigenlijk de hoofdrol, vervulde. De
[majoor werd dientengevolge ter dood veroordeeld,
[ofschoon de veroordeelde in de goedgunstigheid van
Ken vorst werd aanbevolen. Vorst Ferdinand heeft
[echter gemeend aan de officieren van zijn legei
leen waarschuwend voorbeeld te moeten geven,
Idoor het vonnis toch te doen voltrekken. Zaterdag
|nu heeft deze treurige terechtstelling plaats geaad
en is majoor Panitza ter dood gebracht.
De vorst was op reis gegaan naar Weenen en
[teekende onderweg te Lom Palanka het doodvon
nis, ofschoon nog hier een deputatie hem tege-
1 moet kwam om eene lichtere straf voor den ver
oordeelde te bepleiten. Tot op het laatste oogen-
blik toch hoopten de vrienden van Panitza op de
goedgunstigheid van den vorst, temeer wip di mi
litaire rechtbank zelve, die het doodvonnis velde,
een beroep op de welwillendheid van den vorst
had gedaan. Doch een voorbeeld moest worden
26Stöld i
S Zaterdagochtend eerst ontving Panitza boricht,
dat de dood hem dien dag wachtte. Tegen negen
uien werd hij uit de gevangenis geleid en gebracht
naar de strafplaats, dicht bij de kazerne der stad.
Een piiester en een gendarme begeleidden hem.
1 Vier regimenten infanterie, in carré geschaard, had
den het plein afgezet.
Hier werd hem het doodvonnis voorgelezen,
waarna hij biechtte en hem de Heilige Sacramen
ten werden toegediend.
Panitza was buitengewoon kalm. Hij werd aan
een boom gebonden toen een sergeant hem wilde
blinddoeken nam hij hem den doek uit de handen
en hond dien zelf voor.
Op het oogenblik dat „vuur" gecommandeerd
werd, liep Panitza nog „leve Bulgarije! en toen
zeeg hij ineen, door 21 kogels doorboord.
Nadat het lijk een uur tentoongesteld was ge
weest. werd het naar de stad vervoerd en aan
Panitza's weduwe uitgeleverd.
Daar lag dus de vijand van vorst Ferdinand en
van diens rechterhand Stambouloff zielloos uitge
strekt. terwijl de vorst zijne genoegens te Weenen
genoot en niet eens den moed had de fcei echt stel
ling bij te wonen van den man, die zich steeds
waar liet er op aankwam dapper heeft gedragen..
Volgens Stambouloff hangt van deze daad het heil
van Bulgarije af. Maar de vraag is, of de voor
zegging van dezen staatsman niet )Uist in o«ige-
keerden zin zal bevestigd worden. Het ligtïm
mers voor de hand, dat de vrienden van Pamtza
diens dood niet ongewroken zullen laten. In Kus
land noemt men de terechtstelling eenvoudig een
lagen moord, wel een bewijs, dat men daai ie lan
de niet gunstiger zal gestemd worden omtrent de
erkenning van Ferdinand als vorst van Bnlganje.
Door deze uitvoering van een doodvonnis aan
een zoo gewichtig man als Panitza wordt de aan
dacht weder meer op de Oostersche zaken geves-
tigd. Zoo ziet men dat, al wordt in ons wereld
deel geen oorlog gevoerd, daar toch weer andere
dingen gebeuren, gewichtig genoeg om algemeen
van zich te doen spreken. De jeugdige voist heeft
zich-in deze zaak niet van eene goedezijdedoen
kennen en het staat te voorzien, dat de man die
toch niet vast op zijn troon zetelt, weidia het ein
de zal beleven van zijne, door velen omechtvaai-
dig genoemde, heerschappij. Door geweld wint
men de harten der volken niet, vooral met in de
zen Ujd die willekeur en misbruik van macht ten
hoogsteafkeurt. Wat bovendien te denken van
den moed van een man, die in zijne betiekking
als vorst niet eens de terechtstelling van zijn vij
and durft bijwonen? Zou Ferdinand soms last heb
ben gehad van zijn geweten, hetwelk hem onge
twijfeld moet hebben toegeroepen, dat lp) eene on
verantwoordelijke fout beging
- Dinsdagavond te half acht tfing de zomer-1
vergadering der Provinciale Staten van Zeeland aan. j
Behalve de commissaris des koningsals voorzit
ter en de griffiier, waren 37 leden tegenwoordig.
Na opening der vergadering deelde de voorzitter
mede, dat in plaats van den heer Sipkens, voor
het district Tholen is gekozen de heer mr. J. H.
L van Buren. Na onderzoek van diens geloofsbrieven
door deheeren Wagtho.Van Waesberghe-Janssens
en Hammacher, werd tot zijne toelating oesloten.
Op voorstel van den voorzitter werd met 3d te
gen 2 stemmen besloten om de door Gedeputeerde
staten overgelegde stukken betrekkelijk de oprich
ting van een waterschap over de gronden, thans
genaamd de Damespolder, ter griffie neder te leg
gen tegen de heeren Wagtho en Van Buren.
Eer. verzoek van A. W. den Doop te Middelburg
om eene toelage uit de provinciale fondsen ad
ƒ1200 voor de door hem uit te geven nieuwe kaart
van Zeeland werd op voorstel van den voorzit
ter gesteld in handen van Ged. Staten met
uftnoodiging hieromtrent in de najaarsvergadering
een voorstel te doen.
Als voren werd gehandeld met een schrijven van
den gemeenteraad van Steenbergen omtrent den
[aanleg van een keiweg naar en over den Slaak-
^Vervolgens werd de vergadering bij loting in af
deelingen gesplitst als volgt
eerste afdeeling de heeren Hennequin, Fokker,
Hammacher, Oggel, Van Uye Pieterse, Van Woel-
deren. Bolle, Finijtier, Pompe van Meerdervoort,
1 Lantsheer en Vander Have en als leden van ged.
staten de heeren Van Berlekom en Van Teyhngen.
i tweede afdeeling de heeren Stevens Van Lijn-
den, Van Schouwen, B. V. van der Bilt, Smjdeis,
De Smidt, Hollestelle, Hoogenboom, Van der Beke
Oallenfels, Brevet, Van Buren en Walter en als
leden van Ged. Staten de heeren Heijse en Buteux
derde afdeeling de heeren Moes, Van Waesber
ghe-Janssens, Lucasse, Wagtho, Quarles van Uffoid,
Kakebeeke, Huvers. Thoraaes, Van der Vliet, Dron-
kers, Den Boer en Risseeuw en als leden van Ged.
staten de heeren J. C. R. van der Bilt en Snouck
Hrf de eerstvolgende bijeenkomst zal de benoeming
plaats hebben van het lid der staten bedoeld in
art. 89 der piovinciale wet.
Op voorstel van den heer Kakebeeke werd met
29 tegen 8 stemmen besloten, de eerstvolgende
vergadering te bepalen op een nader vast te stel
en in de volgende week, omdat de ieden dan rnjiei
gelegenheid hebben de voorstellen van Ged. Staten
en de verslagen der afdeelingen te onderzoeken.
Tegen stemden de heeren Hammacher, J. van
der Bilt, Fokker, Lantsheer, Snouck Hurgronje,
Van der Have, Hennequin en Lucasse.
- Betreffende het verongelukken van het stoom
schip Prins Frederik in de golt van Biscaye dooi
de aanvaring met het stoomschip Marpessa, ont
leent men aan een Engelsch blad het volgende
Ten tijde der aanvaring was het stoomschip
zachtiensaan stoomende en bevond, dewijl het mis
tig was, kapitein Visman, benevens^ de opper- en
derde stuurman, zich op de brug. Eene stoomfluit
I weid gehoord op de stuurboordsboeg, welke oogen
blikkelük gevolgd werd door 't geluid eener stoomfluit
recht vooruit, dat men vermoedde van een ander
I stoomschip afkomstig te zijn. De gezagvoerder gaf
order om het roer aan bakboord te leggen ten em-
1 de ruimte te geven, toen op eens de Prins Ireue
rik met een vreeselijk geweld in de midscheeps
werd aangevaren, waardoor het tot m de helft van
het dek werd doorgesneden. Er werd geen licht,
gezien, als juist een paar seconden voordat de aan
varing plaats vond. De zee stroomde door de vree-
seliik groote opening, door de aanvaring veroor
zaakt, de machinekamer en het achterruim binnen.
Bij het peilen der pompen ontdekte men onmidde-
lijk. dat het stoomschip reddeloos verloren was.
De helft der manschappen bevond zich op liet dek,
en de passagiers eu militairen onder dek en inde
hutten. Onmiddellijk stroomden deze op dek, doch
er was geen paniek en de gegeven bevelen wor
den onmiddellijk gehoorzaamd. De booten worden
snel en met de grootste orde te water gelaten,
waarin zich, naar men meende, 3l de opvarenden
begaven, doch zooals later bleek werden de twen-
de luitenant Van Wijk en zes militairen vermist
(reeds door ons vermeld). Ook de gezagvoerder
van de Marpessa, kapt. Geary, had zijn stoomschip
dat zwaar beschadigd werd door de aanvaling, m
de booten verlaten, dewijl hij bevreesd was dat
het zoude zinken. Toen men echter bevond dat
het drijvende bleef, begaven zij zich weder aan
boord waarna de schipbreukelingen van de Prins
Frederik op de Marpessa werden opgenomen.
Nadat allen aan boord waren, werden van de
Marpessa nog twee booten afgezonden om naar de
vermisten te zoeken, doch deze keerden terug zon
der iets van hen te hebben ontdekten.
Twee booten van de Prins Frederik worden ver
moedelijk door de aanvaring verbrijzeld, en zes
booten van de Prins Frederik werden tot veilig
heid voor het groot aantal schipbreukelingen door
de Marpessa op sleeptouw medegenomen en liggen
nu te Falmouth in de haven.
De dames werden onder dek gehuisvest, terwijl
de overige schipbreukelingen zoo goed mogelijk op
dek werden geborgen. De Marpessawaarvan
zooals vermeld werd, veei lading werd overboord