415. Woensdag 2 Juli 18!JO. 0' Jaarg. voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Nieuws- en Advertentieblad F. DIELEMAN, AXEL. Staatkundig Overzicht. Biimeiilandsch Nieuws. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 3 ct. DRUKKER UITGEVER Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal- Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TM EE uren. Volgens berichten uit Sint Petersburg moeten er sedert 1 Januari dezes jaars niet minder dan zes tien duizend personen naar Siberie zijn verbannen. Verschrikkelijk,, niet waar lezer? Is het te verwonderen dat eene regeering die zoo velen veroordeelt tot een leven van kommer en ellende, dat zulk eene regeering zich ongerust maakt over de ontevredenheid en de wraakoefening van de overgebleven vrienden en familieleden der on- gelukkigen. De czaar verkeert in voortdurenden angst vergiftigd te worden. De spijzen, door hem gebruikt, worden dikwijls door de keizerin zelf ge reedgemaakt. Dikke soepen of sausen eet de czaar nooit. De groenten worden heel op tafel gebracht en voor zijn oogen met een zilveren mes gesneden; hij gebruikt steeds grof zout met groote korrels, omdat .daaronder ni9t licht arsenicum kan gemengd worden. Wie zou niet verlangen naar het eind van zulk een leven, waarbij men steeds in duizend angsten verkeert om vermoord of vergiftigd te worden. En toch is de czaar daarvan zelf meester. Indien hij slechts een enkel deel zijner macht wilde prijs geven, dan was alles uit en kon de czaar zich gerust bewegen en eten als ieder ander mensch- Onlangs zijn te Odessa de memoires van prinses Dolgorouki, weduwe van keizer Alexander II ver schenen. De politie legde onmiddellijk beslag op het boek; toch ontkwamen enkele exemplaren aan hunne handen. Over den moord op den czaar bevat het boek in een interessant hoofdstuk o. a. het volgende Den avond vóór de ramp was de prinses tegen woordig, toen de chef der politie zijn rapport uit bracht. Hij waarschuwde den czaar, dat de wacht rond het paleis vooral opgedragen moest worden aan goed vertrouwde personen. Op deze woorden werd de keizer driftig en riep uit„Hoe, ik ben dus door verraders omringd, zelfs in mijn eigen paleis? Maar een arme boer uit mijn rijk moet zich gelukkiger gevoelen dan ik. Indien de zaken aldus zijn, zal ik een beroep doen op mijn volk. Ik zal leven te midden van mijn volk en het toonen dat ik er vertrouwen in stel en dat ik niet de moordenaars vrees, die zich! niet aan het daglicht durven vertoonen." Dienzelfden nacht werd de lievelingshond van Alexander II vergiftigd gevonden. Op den morgen van de catastrophe ontving de prinses een brief van den czaar, dat hij uitgingen tegen den middag met den grootvorst Sergius te rugkeerde om met haar te dejeuneeren. In dat briefje had hij geschreven „Zooais ik u beloofd heb en gelijk gij het wenscht, zal ik heden morgen niet uitgaan." Dezè woorden waren ech ter doorgehaald en daarvoor in de plaats geschre ven „Ik gevoel, dat ik heden morgen moei uit gaan." De prinses wachtte op den czaar tot zij hevig verschrikte soldaten zag aankomen. Zij ondervroeg hen en vernam, dat Alexander vermoord was. Zij wierp zich op het lijk, dat men intusschen naar het paleis had gebracht, en de czarevitch - thans Alexander III - zeide haar, dat zijn vader haar naam had genoemd, toen hij den laatsten adem tocht uitblies. Uit dit verhaal blijkt, dat het Alexander II voor zeker niet aan persoonlijken moed ontbrak, wat men van zijn zoon niet spoedig zeggen zal. Wie weet hoe spoedig het ook met hem zal gedaan zijn'. De ontevreden Helgolanders willen op kosten van Engeland naar Amerika gebracht worden. Vol gens ingewonnen inlichtingen moet Canada zeer ge schikt zijn om door Helgolanders gekoloniseerd te worden. Over het Engelsch Duitsche tractaat wordt nog zooveel geschreven en gewreven, dat het alle andere zaken op den achtergrond dringt. Vooral in Frankrijk geeft men zich veel moeite. Nu wil Rusland, dat Frankrijk rechten zal laten gelden op Zanzibar, het land, dat tusscher, Enge land en Duitschland verschacherd wordt. Die aan spraken van Frankrijk zullen echter naar alle waarschijnlijkheid evenveel gewicht in de schaal leggen, als de beweging der ontevreden Helgolan ders. De heeren gaan met het zaakje door. Een paar notas worden gewisseld, correspondenties ge voerd en eindelijk wordt alles gelaten zooals het was. Dat is nu eenmaal een aangenomen gebruik bij dergelijke dingen. Er moet toch iets gedaan worden om de menigte te doen gelooven, dat men het werkelijk meent". Dat noemen ze wel eens, zand in de oogen strooien. Vrijdag had tusschen de stoomschepen „Prins Frederik" van de Maatschappij „Nederland", kapi tein Visman, van Amsterdam naar Batavia en „Marpessa" eene aanvaring plaats, tengevolge waar van eerstgenoemd is gezonken. Nadere bijzonderheden luiden Beide schepen stoomden onder mistig weder met halve kracht in de golf van Biscaye. Des avonds van den 25sten Juni te 10 u. 25 m., op 47 gra den NB. en 6 graden 30 minuten WL. had de bot sing plaats. De „Marpessa" liep de „Prins Frede rik" midscheeps aan bakboordszijde in, makende een groot' gat, waar een overstelpende watermassa door binnendrong, waardoor de „Prins Frederik binnen acht minuten zonk. Gelukkig was het weder kalm en weid de orde op het aangevaren schip nauwelijks een oogenblik gestoord. Vooral de voorbeeldige tucht der mili tairen gaf een uitstekend voorbeeld aan de passa giers en schepelingen. Op kommando snelden alle soldaten hunne hangmatten uit en schaarden zich op het dek in gelid als op eene parade. Ook de bemanning gedroeg zich voortreffelijk. Zij liet snel en ordelijk de booten te water waarmede de op varenden achtereenvolgens naar de zwaar bescha digde, half zinkende „Marpessa" werden overge bracht. Het eenige oponthoud dat ondervonden werd. kwam door de zeer natuurlijke begeei te van eenige passagiers om een deel hunner bezitting te redden. Eene dame wilde niet weg zonder haar geldtrommeltjeeene andere werd met moeite te ruggehouden van naar hare hut te gaan, die vol water stond en waar zij 1200 pond sterling had Daarbij hebben 1 luitenant en 6 soldaten het leven verloren, terwijl de bemanning en 93 passa giers met de „Marpessa" te Falmouth zijn binnen- gebi acht. De namen der verdronkenen zijnde 2e luite nant Van Wijk, - oud 23 jaren en den 18en No vember 1889 tot officier benoemd - de korporaal Kurtz en de soldaten Rumnud. Fleury, Martin. Roel vink en Schijnen. Het voorste gedeelte van de „Marpessa" werd verbrijzeld en stroomde vol wateralleen de wa terdichte schotten hebben belet dat zij zonk. De „Prins Frederik" had voor oen millioen munt specie aan boord, dat niet kon gered worden, doch welk bedrag verzekerd was bij de Amsterdamscbe beurs. Donderdag middag ten 5 uie had in de gist fabriek te Delft een ongeval plaats, dat verschrik kelijke gevolgen had kunnen hebben maar nog be trekkelijk goed is afgeloopen. In de spoelingdro gerij sloeg eene machine, die voor het eerst in wer king was gebracht, met hevige kracht uit elkander waardoor de adsistent-ingenieur Huygens ernstig werd verwond. Zelf maar half van zijn toestand bewust, kon hij nog loopen naar het kantoor der afdeeling, belangen van het personeel, waar hij, met gescheurde kleeren, het gezicht, handen en ar men een en al bloed aankwam met de leuko op merking„Kijk eens meneer, zoo kan ik toch niet olijven loopen." De heer Knuttel was dit geheel met hem eens in terwijl dr. Scheltema in allerijl geroepen werd, werd hem de eerste hulp verleend door de ondermeesters Stelten en IJseldijk. Bij on - derzoek bleek, dat hij behalve eenige kleinere kwet suren, groote gapende wonden had aan bet hoofd, deu hals, den linkerarm en de rechterknie. Dr. Scheltema kon gelukkig constateeren, dat geen° der wonden als levensgevaarlijk waste beschouwen en dat geen der organen was aangetast. De wonden werden door den bekwamen geneesheer mei groo te handigheid dichtgenaaid, waarbij de patient zich ferm hield, zoodat hij reeds ruim een uur na dat het ongeluk had plaats gehad, ter verdere ver pleging kon worden overgebracht naar de nabijzijn- de woning van den heer Van Marken. De toestand is thans naar omstandigheden zoo gunstig mogelijk. Gelukkig is niemand anders door het ongeval ge troffen. Toevallig hadden de directeur Walier en de tweede meester bran der Bakema, die bij de proef neming tegenwoordig waren, zich even te voren voor een oogenblik verwijderd. De timmerman Segom, die in de nabijheid werkte, werd door een stuk ijzer geraakt, doch kwam gelukkig met een blauwe plek vrij. - De Nederlandsche Vereeniging van liefheb bers en fokkers van rashonden zal eene nationale hondententoonstelling organiseeren, die te 's-Hage gehouden zal worden in het begin van September aanstaande. - De minister van oorlog heeft in overleg met zijn ambtgenoot van justitie vastgesteld, dat in den loop van dit jaar in de noordelijke provinciën nog elf brigades maréchaussee zullen worden uitge zet. - Te Appelscha is proces-verbaal opgemaakt tegen een drietal veenarbeiders, die zich tijdens de jongste werkstakingen aan majesteitschennis heb ben schuldig gemaakt door het roepen en zingen

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1890 | | pagina 1