595. Woensdag 25 April 1890.
haaiTgrootste schat
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Nieuws- en Advertentieblad
F. DIELEMAN,
AXEL.
Staatkundig Overzicht.
FEUILLETON#
Binnenlandse!» flieuws.
Ditverschijnt eiken Dlnrfw- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS.
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent;
voor België 80 cent. Afzondert, numm. 3 ct.
DRUKKER - UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent;
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 ™aa.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Sedert den oorlog met Duitschland in 1871 heeft
Frankrijk: zich steeds en voortdurend beijverd, om
od militair gebied Duitschland niet alleen te even.
In, maar zelfs te overtreffen. Alle bewijzen ztjn
daar om te doen zien, dat het Frankrijk ernst is
met het plan om het standpunt te herwinnen.dat
eertijds door dit land werd ingenomen.
Ten vorige jare iseene wet aangenomen op den
algemeenen dienstplicht en daar deze zaak oo in
ons land weldra aan de orde za! k°men, kan het
zijn goede zijde hebben, hier aan de hand van De
Amsterdammer eenige hoofdpunten weer te geven
van La loi militaire du 16 Juillet 1889.
Ieder Franschman, zegt artikel 1, moet persoon-
De verplichting tot den militairen dienst is voor
allen gelijk, vangt aan den len Nov'f™ber van.het
jaar volgende op dat waarin het 20ste levensjaai
I werd bereikt, en duurt 25 jaren, dus 5 jaren lan
ger dan vroeger, (art. 2).
Van den dienst worden alleen vrijgesteld zp die
wegens lichaamsgebreken voor den werkelyken
of eenigen hulpdienst ongeschikt zijn. (au ^O)
Als minimumlengte is in Frankrijk vastgesteld
1.54 M. met twee jaren uitstel en jaarlijksche
hermeting. In onze militiewet van 1861,' die nog
van kracht is. werd deze bepaald op 1.55 M. ter
wijl de Staatscommissie eene minimumlengte hooit
voorgesteld van 1.60 M. en alleen bij gebrek aan
geschikte dienstplichtigen van 1.57 M.
Ieder Franschman die geschikt is voor den mi
litairen dienst zal achtereenvolgens dienen:
3 jaren in het actieve leger,
7 jaren bij de ïeserve van dat leger,
6 jaren bij de landweer, en
9 jaren bij de reserve der landweer, (art. 37.)
In tijd van vrede worden na één jaar verblijf
onder de wapenen, op hun verzoek, met verlof
naar hunne haardsteden gezonden tot dat zij bij de
reserve overgaan
1. de oudste zoon eener ouderlooze tamme
2. de eenige of wel de oudste zoon eener we
duwe of van een 70jarigen of blinden vader
3. de eenige of wel de oudste zoon van een
huisgezin met minstens 7 kinderen
4. de oudste van twee broeders, die in hetzelt-
de jaar dienstplichtig zijn
5. hij, wiens broeder in het leger dient
I 6. hij, wiens broeder in werkelijken dienst is
overleden of tengevolge van verwondingen of ge
breken door den dienst verooi zaakt, voor dezen on
geschikt is geworden (art. 21).
Hetzelfde voorrecht als hierboven onner artikel
21 genoemd, geniet de kostwinner van een huisge
zin [art. 22].
Eveneens vallen in de voorrechten van aitikd
21 verschillende categorieën van jongelieden, die
onderwijzer ziju. voor bepaalde betrekkingen, [waai
onder ook die van godsdienstleeraar] studeeren, of
aan wie op het gebied van kunsten en weten
schappen bijzondere (bepaalde) onderscheidingen zijn
toegekend. Zij zullen evenwel in bet jaar. dat hun
overgang bij de reserve voorafgaat gedurende 4 we
ken worden geoefend, (art. 23)
Zoo Je onder a- tikol 21, 22 en 23 bedoelde jon
gelieden later niet aan zekere te stellen voorwaar
den voldoen, zijn zij gehouden om de 2 jaren dienst
tijd waarvan zij vrijgesteld waien, nog in werke-
lijken dienst door te brengen. Als de wettelijke
reuenen waarom vrijstelling verleend is of voor
rechten genoten worden, hebben opgehouden te
bestaan, vervalt de dienstplichtige weder in de
categorie waartoe hij behoort, (art. 24)
i De dienstplichtigen (bedoeld in art. 21, 22 en
I 23) behoeven geene bijzondere vergunning om te
huwen. (art. 25)
In tijd van oorlog worden de hierboven be
doelde dienstplichtigen allen opgeroepen met de
categorie waartoe zij behooren. (art. 26)
Ziedaar de voornaamste bepalingen der Fransclie
wet, waardoor in de naaste toekomst 3 a 4 mil-
lioen goed geoefende soldaten voor de verdediging
van Frankrijk beschikbaar zijn.
Naar Het Vad. weet mee te dselen, had de heer
Mackay als minister van binuenlandsche zaken een
veel omvangrijker herziening der kieswet voorbe
reid, dan het thans ingediende ontwerp, een her
ziening, waarbij zonder in het kiesrecht zelf wijzi
ging te' brengen, verschillende gebreken der wet
wareu veibeterd en in verschillende leemten was
voorzien. De heer Lohrnan echter, vreezende niet
voor de aanstaande verkiezingen met deze hervor-
mingen gereed t*v kunnen komen, heeft zijn onge
duld niet kunnen bedwingen, en daarom voorloo-
pig alleen het gedeelte, dat de districts-verkmp-
ping behandelt, aanhangig gbinaakL
Volgens schrijven uit Den Haag aan de Ed.
Crt. mag met zekerheid de herziening der wet
betreffende de besmettelijke ziekten en de ophef-
DOOR
J. C. JANSEN.
3.
Beter een half uur te vroeg, dan een minuut
I te "laat, lieve,," herm m zijne echtgenoote, allicht
I is er nog iets vergeten en w« hebben dan nog den
I tijd om er aan te denken. Ge hebt sigaren
„Daar heb ik aan gedacht.."
„Maar de boodschap aan vriend Molton..?'
„Poistausend ja, dat is een gek geval, ik kan er
zelf niet meer heen gaan, de meid kan ik het niet
I toevertrouwen en Molton is zeker nog te bed.
„Maar Oom," sprak Agusta daarop, kan ik niet
I eens even naar mijnheer Molton gaan. de meid is
I zeker op en al is mijnheer nog te bed in zulk een
I dringend geval zal ik wel antwoord krijgen; in een
oogenblik ben ik terug."
Het bezorgde gelaat van mijnheer Kroesmulder
helderde dadelijk op, hij ging voort met ontbijten
J en een oogenblik daarna was Agusta op straat en
,1 stapte recht op het huis van den heer Molton aan.
Weldra had zij dit bereikt, sehelde aan, werd bin
I Dengelaten, kwam een oogenbhk daarna weder de
deur uit et? wendde zich met haastige schreden
naar hare woning met het blijde vooruitzicht oom
pje tevreden te stellen Het was nog twintig
minuten voor zes, twintig minuten voor het ver
trek van den eersten trein.
Eensklaps terwijl zij een zijstraatje inslaat wordt
haar gelaat overtogen met een vurig rood .een meer
dan alledaagschen blo9. Een „och hemel' ontsnapt
aan haren mond en voordat zij het bijna weet
sraat ze 'voorja nietwaar lezer ge begrijpt
het, voor Frederik Arnolds, haar geliefde, dieeven-
als wij vermoedden zijn weg neemt naar het sta
tion voorbij de woning van den heer Kroesmulder.
Zonder er actit op te slaan, of misschien nog
meerdere personen in het anders, vooral op dit uur,
zoo stille straatje, aanwezig zijn grijpt hij de hand
zijner schoons blondine en drukt een teerderen
kus op de rozenlippen van Agusta.
„O, Frederik, pas op als oom als"
„Neen, Gusta, wij zijn alleen, niemand zal het
I hem zeggen en ook zou hij zoo kwaad zijn? Maar
hoe zoo vroeg reeds hier?"
„Kwaad zou hij zeker zijn, ik heb het alevel
I reeds hard te verduren en bijna geene vrijheid
meer, doch als hij wist, dat gij mij zoo vroeg in
I den morgen reeds opzoekt, was ook de laatste vrij-
I heid mij ontnomen. Wat mijne wandeling betreft,
ik had eene boodschap, Oom gaat zoo met den
eersten trein voor acht dagen op reis, ik moet dus
voort, maar hoe zijt gij reeds zoc vroeg in de stad?"
„Ook ik mnetzoo met den trein voort, doch nam
mijn weg langs hier, hoe weet ik zelf niet, Ik
had immers geene hoop u reeds zoo vroeg te zien
te krijgen, en toch het schijnt, dat vandaag
mijne gelukster aan het ryzen is."
„Gij reist dus samen?
„Ja, ik moet naai de hoofdstad."
„Oom gaat verder,"
„Nu, Gusta, dat is kostelijk, dan ga ik ook eens
in gesprek zien te komen met uw Oom. Hij schijnt
er toch nog al goed uit te zien, ik kan niet geloo-
ven
O, Frederik, waag het met, denk aan mij, op
mg komt de straf."
„Nu, lieve, stel u gerust; bedenk toch, ik ver
laat u nimmer. Gij wandelt van middag naar
Torenvliet?"
„Ja, om zes uur ga ik uit de stad." met Lize,
maar ik moot me haasten."
„Nu ik zal daar ook zijn; zoover zullen zijne
oogen wel niet reiken en Lize is uwe beste vrien
din, zii is te vertrouwen. Met den trein van vijf
uur ben ik terug, tot van avond dus!"
De geliefden scheidden. Frederik ging naar het
station. Agusta haastte zich huiswaarts met vlug
ge schreden en kloppend hart. De heer Kroesmul
der had gemeend, dat nichtje lang weg geweest
was. Tante had opgemerkt.dat Molton nog al ver
woonde en wachten altijd lang duurt. De bood
schap was in orde. (Wordt vervolgd.)