No. 505. Woensdag 10 April 1800. 0' Jaarg. i ii ij aJ Nieuws- en Advertentieblad F. DIELEMAX, AXEL. voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Staatkundig Overzicht. FEUILLETON. HAAR GROOTSTE SCHAT ISiiuifiilaiitlsch Nieuws. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 3 ct. DRUKKER UITGEVER Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. I Keizer Wilhelm II we hebben het trouwens i-eeds meermalen gezegd - is ontegenzeggelijk een man wiens werkzaamheid en ijver aan 't. on mogelij ke grenst. Nauwelijks is Europa hersteld van zij ne verbazing over de eene handeling van den Duitsehen vorst., of eene nieuwe daad doet die ver bazing weder ten top stijgen. Het blijkt meer en (meer dat de keizer zich voorgenomen heeft zelf te regeeren en niet van plan is zich iedere handeling door zijne raadslieden te laten voorschrijven. Het ontslag van Bismarck is daar om dit te bewijzen. lDeze laatste, die er altijd zoo vol over geweest was, dat de keizer zelf nmet regeeren, Bismarck was wel verplicht zich doodstil te houden, toen (Wilhelm hem op het laatst in het geheel niet (meer raadpleegde. Hij was zoo verstandig deze vingerwijzing te vatten en de man ging heen. Toen het vorige jaar de keizer, als door een reis manie aangegrepen, van oord tot oord bijna geheel {Europa doorsnelde, werd algemeen beweerd, dat de oude kanselier zulks gaarne zag, want, zoo zei de men, dan heeft hij thuis vrij spel. De keizer is eens (klaps het gewicht van zijne taak gaan beseffen, iheeft de hand persoonlijk aan den ploeg van staat geslagen en het gevolg was, de oneenigheiu met Bisrr.arck, die niet meer gewoon was onder ie mand tè staan en dan vooral niet onder zijn eigen {leerling, den jongeling, die zijn eigen vader en moeder verliet om hem te volgen 1 Niet onwaarschijnlijk wordt het geacht, datCris pi, de Italiaansche minister-president, weldra zijn vriend Bismarck zal moeten volgen. De man vraagt maai steeds geld. terwijl door geheel Italië bezuinigen het wachtwoord is. De oppositie tegen het ministerie - Crispi wordt met den dag grooter. Een Bismarck moest wel heengaan, waarom zou dan een man als Crispi niei kunnen vallen? In Engeland hebben zoo nu en dan verkiezingen plaats tengevolge van het overlijden of ontslagne men van kamerleden en bij die stemmingen kan men in den laatsten tijd waarnemen, dat de vrien den van Gladstone steeds talrijker worden en dat het denkbeeld om aan Ierland een eigen bestuur te geven meer en meer aanhangers wint, al is de verwezenlijking daarvan in den eersten tijd nog niet te wachten. Spanje is een ongelukkig land. Bijna nooit is het daar rustig. Te Valencia is weer een soort oproertje geweest, dat echter niet lang geduurd heeft, de rust is er weer hersteld; maar in de ka mer werd er der regeering een verwijt van ge maakt, dat zij niet spoedig genoeg was opgetreden, om het vonkje te blusschen, dat zoo licht tot een grooten brand had kunnen aangroeien. Portugal, zoo onafscheidelijk aan Spanje verbonden doet niet onder wat het punt ongeregeldheden betreft voor dit laatste rijk. De republikeinsche partij heeft in beide landen een niet gering te schatten macht, waarmede op het een of ander oogenblik de monarchie zal heb ben af te rekenen- Wie het dan winnen zal? Ziedaar eer,e vraag over welker oplossing we ons niet zullen vermoeien. Behalve eenige werkstakingen en daarmede ge paard gaande ongeregeldheden en schermutselingen, kar, gezegd worden, dat Europa in een toestand van rust verkeert, rust genomen in de ruimste beteekenis van het woord, zoodat voor eene ver storing van den vrede geen vrees behoeft te bestaan. I'UU], J. C. JANSEN. Het was een heerlijke zomermorgen. Nog was het vroeg, want de zon kwam zoo juist boven de kimmen en wekte met hare eerste stralen de dui zenden zangers in veld en woud, of herinnerde den (landbewoners aan hunnen arbeid, die echter, voor klien dag in niet meer dan het allernoodzakelijkste zou bestaan; want het was Zondag. Zingend en jubelend steeg de leeuwerik altijd hooger en hooger als wilde hij den Schepper van al het heerlijke, flat hem omgaf, tot voor Zijnen troon voor al dat pchoone gaan danken. Het moet wel schoon en (overheerlijk geweest zijn daarboven in die hooge (luchtlagen, met de rijzende zon voor zich en de (vluchtende duisternis aan de rugzijde; maar ook op deze aarde zelve vertoonde zich op dien morgen de (Natuur in al hare grootheid en majesteit. Millioe- men dauwdroppels schitterden als even zoo vele (diamanten aan bladen en bloemen, terwijl een zach te/koele morgenwind lispelde door de twijgen der boomen. Het was r.og, of een wazig floers de aar- 'pe van den hemel gescheiden hield, maar langza merhand werd dat nevelengordijn weggeschoven én ging het schemerachtige en dommelige van den morgen over in het lichte en bewegelijke van den dag. Te midden van al dat Natuurschoon wandelde op den weg van het dorpje Ramsdorf naar het landstadje Middelhun twee plaatsen, die de lezer stellig op eene verkeerde kaart gaat zoeken een jongeling, die eenigen haast scheen te hebben, al thans den gewonen wandelpas had hij niet. Hij was, om u eenigszins nader met hem bek6nd te doen worden, van een forsche gestalte en zag er beschaafd en welgemanierd uit. Onder een lichten zomerhoed met witten band ontdekte men blond gekrulde haren terwijl een dito nauwelijks zicht bare knevel zijn bovenlip versierde. Een levendig oog tintelde hem in het hoofd, als moest het den voorbijganger zeggen, hoe moedig en ondernemend Frederik Arnolds, want zoo heette hij, in alles was. Blozend van gelaat, als een echt natuurkind stak hij gunstig af bij die vele jongelieden van zijn leef tijd, bij wie de iorasserijen der jeugd, soms de om- igang met slecht gezelschap of de verdervende in- i vloed eener kostschool het oog hebben verfletst of de doodstint op het gelaat hebben gebracht. Frederik had den leeftijd van twintig jaren bereikt, eene goe de opvoeding en uitstekend enderwijs genoten en had, ofschoon hij thans niets nuttigs voor de maat schappij doen kon, uitzicht op eene nette en eer i volle betrekking.. 'Voor zaken moest hij dien dag naar de hoofdplaats zijner provincie en daar hij tijdig terug wilde zijn. had hij besloten met den eersten trein uit Middelhun te stoomen. Ofschoon I zijne ouders, die te Ramsdorf als niet onbemiddeld Blijkens den staat der rijksmiddelen heeft do schatkist gedurende de maand Maart 10,490,374 ontvangen, of ƒ555,400 meer dan in dezelfde maand var. 1889. De directe belastingen hebben ƒ67,000 meer gegeven de invoerrechten wijzen eene ver- meeidering aan met ƒ60,000 of ruim 12 pet.; de loodsgelden zijn met 6000 of 5'/, pet gestegen van de directe belastingen is de gezamenlijke op- biengst 2.6 ton meer geweest; de domeinen heb ben ƒ187,000 meer afgeworpen; voor de posterij beloopt de vermeerdering ƒ51,600. Van de accijnzen is de gezamenlijke opbrengst bij die van verleden jaar ten achter, namelijk ƒ3,406,686, tegen ƒ3,484,200, dus 'ƒ77,500 min der. Daarvan ligt de reden intuischen uitsluitend bij de suiker, die ditmaal slechts ƒ355.185 gege ven heeft, of bijna 1.6 ton minder; alle andere accijnsmiddelen vertoonen vooruitgang, met name het geslacht ƒ27,500 of 13.3%). Van de afzonderlijke middelen zijn er slechts een paar die achtei uitgang aanwijzen, te weten de rijkstelegrafen, die voor de maand met eene klei- bekend stonden er op aangedrongen hadden, dat hij zulk een verren afstand en dat zoo vroeg in den morgen per rijtuig zou afleggen had hij toch verkozen, te meer daar het zulk heerlijk weer be loofde te worden, te voet naar Middelhun te gaan en het is op deze wandeling, dat ik hem aan mij ne lezers voorstel, die zich nu verder van onzen held een denkbeeld kunnen vormen naar goeddun ken. Het staat hun vrij hem een wandelstok in de hand te geven of iets dergelijks, mits zij hem maar niet tot drager maken van eene paraplu, want daar heb ik een vreeselijken afkeer van; niet omdat eene paiaplu nimmer goede diensten bewij zen kan, maar alleen omdat zelfs bij het schoon ste weder een ïegenscherm ons schijnt toe te roe pen: „Bedenkt, dat het volgens Breêro verkeeren kan"Zoo beschouw ik eene paraplu als een een- te spelbreekster en genotverstoorster. Na deze kleine uitweiding, waardoor ik mij misschien al heel wat verwensctiingen van de zijde mijner lezers op den half gehaald heb en zij mij wellicht een ferm nat pak volgaarne zouden gunnen, volgen wij onzen Frederik, die ondertusschen Middelhun heeft bereikt, met een hartelijk „Goeden morgen" de „Drie Koningen" is binnen gestapt en na zich ver heugd te hebben, dat de trein eerst na dertig mi nuten vertrekt, een glas versch bier besteld heeft, om daarna druk te gaan redekavelen met de dikke waardin, aan wie hij, zooals duidelijk uit het gea nimeerd gesprek is te bemerken, reeds lang be kend is. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1890 | | pagina 1