Gemengd Nieuws. eventueel wetsvoorstel daaitoe in de Kamers op uwen steun rekenen, ja dan neen? Wij verzoeken UEd. beleefd, deze vraag alleen prin cipieel te willen beantwooiden, met weglating v:in consideransen, die ons bij dit vraagstuk vav. geen dienst zijn. Wij veroorloven ons UEd. deze vraag te stel len, aangezien van uw antwoord zal afhangen, of uw candidatuur bij de aanstaande verkiezing door de katholieken al dan niet zal worden ge steund. Van uw bekende activiteit durven wij ver wachten een spoedig antwoord, terwijl wij u de verzekering onzer hoogachting aanbieden. Eet volgende antwoord werd van den heer Keuchenius op dit schrijven ontvangen: s' Gravenhage, 10 Maait 1890. "Wel Edele Heerl In antwoord op uwen brief van heden, strek- ke, dat ik bereid zijn zoude een wetsvoorstel, dat het beginsel huldigde van persoonlijken dienstplichtbehoudens de noodig of billijk ge bleken vrijstellingte ondersteunen. i X E I-, 11 Maart 189 0. Naar men verneemt is door Burgemeester en Wethouders afwijzend beschikt op een door Adri aan de Jonge, metselaar alhier, ingediend ver- zoekschrilt tot oprichting van eene kalkblussche l ij op het erf gelegen achter zijne woning in de nabijheid van de kerk der Christelijk Gerefor mee: de Gemeente alhier. Volgens de vastgestelde lijsten van kiezers voor leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal, de Provinciale Staten en den Gemeente Raad, bedraagt dat getal voor ieder 313. De commissaris des koningsin Zeeland maakt hekend, dat de visscherij in het kanaal van Ter Neuzen naai' Gent, in het kar.aal van Sluiskil naar de Axelscbe Sassing en in de Axelsche vlakte eerst np 8 Mei zal gesloten zijn, in verband met de omstandigheid, dat die wateren van 1 April af door aftapping op een verlaagd peil worden gehouden. Bij Kon. besl. is benoemd tot dijkgraaf van den Sophiapolder, prov. Zeeland, de heer L. Boone. Door de commiezen bij 's rijks belastingen gestationeerd te Kauter, is Maandagnacht eene aanzienlijke partij zout aangehaald, dat frauduleus werd vervoerd door 3 personen. Eet mocht hun gelukken éen der smokkelaars in handen te krij gen, die. Belg zijnde, aan de marechaussée alhier wt-rd overgeleverd en naar Middelburg is getrans porteerd. VAN EN UIT EONTENISSE. De ondergaande zon werpt nog even een' laat sten straal door het venster mijner kamer en ver licht mijn papier zoo vriendelijk als wilde zij mij uitnoodigen om mijne lezers te gaan veikondigen, dat wij spoedig Lenteweder zullen krijgen, zoo zij dit soms aan het gezang van den leeuwerik of de ontspruitende bloemen in hunnen tuin nog niet hadden bemerkt. Ja, de Winter is weder voorbij de Winter, voor velen zoo bang, door even zoo velen gevreesd. De grootste armoede gaat geleden zijn nu het werk op veler handen wacht. Toch zijn in deze streken nog altijd ar beidskrachten te over en geen wonder dan ook dat geheele ploegen arbeiders, en nog wel de bes te, ons verlaten om „in de polders", zooals het luidt, werk te zoeken. Dit kan dan ook niet an ders. Elke boer heeft zijne vaste werklieden, incest vrouwen en meisjes en slechts enkele mannen welke laatsten als eigenlijke arbeiders niet alleen des zomers op het land, maar ook des winters in de schuur het werk verrichten. De vrouwen en meisjes hebben bijna zonder uitzondering een dag loon van 0,45, de mannen van 0,60, terwijl een bevooirechte 0,7ö verdienen kan. Wel is het in den oogsttijd iets beter, doch die tijd is helaas te kort. Is het dan een wonder, dat tal van kloeke, stevige mannen hunne gespierde ar men tegen zulk een gering loon niet ieenen wil len Liever dan s:n9ekende rond te gaan om weik, dat hun te slecht betaald wordt nemen zy een plaatsje op ,.üe Telegraaf' en stoomen met deze boot naar Rotterdam, vanwaar zij veelal hun nen weg vervolgen naar het midden van Eolland of Utrecht om aan spoorwegen en kanalen te „schuieren." In het Westelijk gedeelte van óóst-Vlaanderen (Land van Axel) is het, ofschoon evenmin rooskleurig, met den daglooner toch iets beter gesteld en dit is dan ook waarschijnlijk de reden, waarom vandaar minder polderwerkers naar andere gewesten vertrekken dan uit deze streken. Denk evenwel niet, geachte lezer, dat nu elk werkman op het oogenblik steen en been klaagt. Zoo hooide ik gisteren nog iemand zeer tevreden spieken over zijn arbeid, maar ik moet bekennen, dat het al een zeer zonderlinge en onbegrijpelijke arbeid is, dien de man verricht, dat wil zeggen de arbeid begrijp ik wel, maar ik zie er het nut niet van in. De wandelaar namelijk, die thans een wandelingetje doet van Hulst naar Walsoorde, of, zoo l.ij dit liever doet, met der. hobbelwagen rijdt ook goed kan op den Provincialen weg een man zien met een half versleten bezem in de hand; een kruiwagen, waarop eene stellage,links; éen kalkemmer met borstel rechts en een stok voor de voeten. Dien man heb ik op liert oog. En nu zijn weik! Eerst gaat hij met den bezem alle boomen langs, die zich aan den weg bevin den, d. w z. hij neemt er vooreerst maar een vijftig, die hij terdege onder handen neemt, waar. van echter meer aan den bezem dan aan den boom te bespeuren is, want var. den boom wordt maar een heel klein plekje in eigenlijken zin ont groend, d.i. van mos ontdaan. Nu komt de stok, de kruiwagen enz. De man stapt op zijn stellage, zet den stok tegen den boom en brengt ter hoog te van 2 M. den kalkborstel, waarmee hij netjes een 2 dM breeden witten band om den boom schildert. Waarvoor dat dient Ja daar -hebt ge nu eigenlijk de kwestie. Voor den boom zelf kan het onmogelijk van nut zijn als het tegen de in secten was zou het belachelijk zijn geen insect, voor zoover olmen daarvan te lijden hebben, zal daarvoor deinzen. Als het voor het heldere en lichte van den weg, dus een soort van luxe is, is het prachtigdoch niet bij regenachtig weer, want dan bespeurt men er bijna niets van. Sommigen meenendat het isom de dikte der boomen steeds op eene zelfde plaats te kun nen controleeren maar moet dan daarvoor zoo veel omslag worden gemaakt? En zoo het is om de boomen, die bij den weg behooren, te kennen, ook dan is het overbodig zulk een merk aan te brengen daar slechts ééne groep boomen in par ticulier eigendom zijn, die bovendien gemakkelijk zijn te onderscheiden. Enfin dit is misschien voor ons leeken weder te hoog. Het best is het voor onzen bezem man dien we er echter niet om benijden. Daarvoor is hij te jolig, te spraakzaam, te zeei straat phi losoofen was hij geen boomschilder, hij was stellig in de wieg gelegd voor correspondent. Zeker schreef hij aangenamer dan ik. Maar de zon is weg 't wordt duister i ZAAMSLAG, 14 Maart. Gisteren had alhier, ten overstaan van den Notaris Fercken te Ter Neuzen en ten verzoeke van de wed. en erven Petrus Dieieman Jz., de. openbare veiling plaats van eene hofstede en gevolgen in den Loven pol der. gemeente Hoek. Het hoogste bod was ƒ560,—per ^4 A. 56 cA. waarop de verkoop werd ingehouden. Tot hoofd der openbare school te Nieuwvliet is benoemd de heer Kooleonderwijzer te IJ zen dijke. De raad dor gemeente Oostburg heeft beslo ten, aan Z. M. den Koning ontheffing te vragen voor de verplichte schoolgeldheffing. Bedankt voor het beroep naar Zuidzande door ds. W. J. Coenen W.Nz., te Drumpt bij Tie! Te Nieuwediep is de schipper van een vis schers vaartuig aan de gevolgen van het over matig gebruik van alcohol plotseling bezweken eene vrouw en twee jonge kinderen onverzorgd achterlatende, Steeds bezorgd. 't Is toch een beetje ecg dokter! na tweeën kan men u haast nergens ze kerder vinden dan in een der bierhuizen „Maar mijn waarde heer!" antwoordde de aes- culaap. „dat komt zoo bii mijne practijkals ik 's ochtends mijn patiënten bezoek, moet ik 's na middags controleeren of zij, wien ik het bierdrin- ken verboden heb, zich toch te buiten gaan. -- Onnoodig gebleken. Een jongmensch, dat een nieuw pak thuis kreeg, maakte den kleerma ker, die het bracht, de opmerking, dat het horlo gezakje in hel vest mankeerde. „Wat is dat nu.'4 vroeg hij driftig. „Ik zond u mijn oud vest nog wel als model, waarom htbt u in 't nieuwe geen horlogezakje gemaakt? „Ik dacht, dat het o- verbodig zou zijn," antwoordde de kleermaker, omdat ik in uw oud vest een bank van leening briefje van 't horloge vond." Te Seberpenzee! vertoonde zich bij vrij hel ler weder omstreeks '9 ure 's avondseen zeld zaam natuurverschijnsel, nl. een maanregenboog. Deze besloeg eerst een halven boog met dubbel kleurlingenstelsel en langzamerhand ging deze in den geheelen cirkel over, terwij! de maan daarin door een goudgeel veld omgeven was. Daarop viel er veel hagel en sneeuw. Den 18 Maart a.s. hopen Coinelis Martinus Swart en Sara van Oosterum to Asperen hun ne 60-jarige echtvereeniging tc vieren. Het merkwaardige hierbij is, dat de beide echte lieden oud-strijders zijn. Beiden hebben deelge nomen aan den tiendacgschen veldtocht de man als soldaat, de vrouw als marketenster. In eene der werkplaatsen van de machine fabriek ie Delftshaven aan de Voorhaven, wierp de vorige week een 14jarige jongen uit baldadig heid een sneeuwbal in den nek van een koper draaier, die hem daartegen waarschuwde, doch daarop nog een tweeden sneeuwbal in het aan gezicht kreeg. Driftig geworden, wierp daarop de werkman een hamer naar den jongen, echter, vol gens getuigen, zonder hem te raken. De jongen, die hard wegliep, struikelde en kwam bij het val len met het voorhoofd terecht op een scherp stuk ijzer, waardoor hij eenn ernstige wonde bekwam, zoodat hij terstond naar het gereformeerd wees huis, waar hij thuis hoort, werd gebracht. Vol gens den geneeskundige, wiens hulp werd inge roepen, is zijn toestand niet zonder gevaar. Kleine oorzaken groote gevolgen. Te Dor drecht hoorde een juffrouw een rat op den zolder boven haie slaapkamer; daar ze voor die beesten bang was, riep ze den heer des huizes te hulp en deze ging met een petroleumlamp in de hand naar de rat zoeken. Plotseling schiet het dier hem voorbij en vliegt in een hoop krullen. liet beest willende grijpen, valt de man met zijn lamp voorover in de krullen en daar was de boel aan het branden. Met moeite werden politie en buren de vlammen meestor. Te Roschvoorde (Belgie) vond een jacht wachter eene vouw in het bosch uitgestrekt lig gen. Naderbij komende herkende hij eene arme zeventigjarige weduwe, die gewoon was hout te komen rapen, doch ongelukkiglijk met den voet in eene wolvenkiem geraakt was. Door bloedver lies en koude uitgeput, was de arme vrouw in dien schiikkelijken toestand bezweken. Het bewijs in eigen hand. „Mijnheer!" sprak een jonge fat tot een oud heer, „uwe doch ter Irene heeft me toegestaan, aanvrage te doen om hare hand; maar alvorens om uwe toestem ming te verzoeken, hoop ik, dat u mij een hoogst ernstige vraag zult ten goede houden hebben zich in uw familie nooit gevallen van krankzinnigheid voorgedaan „U zegt, dat Irene u heeft geaccepteerd, niet waar „Ik ben zoo gelukkig, die vraag bevestigend te kunnen beantwoorden." „Dan acht ik het mijn plicht als vader, mijn heer, om u mede te deeien, dat Irene het meest doorslaande bewijs van waanzin gegeven heeft." Een meteoorsteen van aanzienlijken omvang

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1890 | | pagina 2