m
Jaarg.
308. Zaterdag 18 Januari 1800,
5e
in
Nieuws- en Advertentieblad
F. DIELEMAA,
AXEL.
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Staatkiindig Overzicht.
FEUILLETON.
Binnenlanésch Nieuws.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsduff- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 3 ct.
DRUKKER UITGEVER
A d v e r t e n t i n van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Groote vreugde heerscht in het steenkolenbekken
van Charleroi over de hervatting der werkzaam
heden
Woensdag is alles weder aan het werk getogen.
I>e vergadering van bestuurders en afgevaardigden
van besturen der verschillende mijnen hebben, na
zeer langdurige beraadslagingen en ook vooral door
do tusscïienkomst van den heer Sabatier, een in
vloedrijk fabrikant en lid der Kamer voor Charle
roi, de voorwaarden der werkstakenden aangeno
men, waarmede dus de werkuren per dag vermin
derd zijn op lien en het loon aanvankelijk is ver
hoogd met tien percent, bovendien geleidelijkstij-
ger.de in verhouding met de gemiddelde steen-
kolenprijzen.
Bewonderenswaardige blijken van tucht hebben
de mijnwerkers in dezen strijd gegeven. Het be
stuur der Houiüères réunis had pogingen aange
wend om de aan zijne mijnen verbonden arbei
ders het werk te doen hei vatten eerst door eene
loonsverhooging van vijf percent en eene proef
neming met den werkdag van tien uur, en daar
na door eene loonsverhooging van tien percenten
de bepaalde vaststelling van den werkdag van
tien uur. De werkstakenden hebben van beide
voorstellen de aanneming geweigerd en wel om
dat het eerste de verlangde bevrediging niet schonk
en het tweede weigerden zij, omdat zij zich ver
bonden achtten met hunne kameraden en dus aan
eene gedeeltelijke schikking het oor niet mochten
leenen.
Tengevolge van de Zondag gehouden meetings
bereikte de werkstaking Maandag haar grootsten
omvang, het totale cijfer bedroeg 19,400. In slechts i
vier mijnen werd gewerkt. Thans echter, zooals
gezegd is, hebben allen het werk hervat, dankzij
de voldoening aan de eischen der arbeiders.
Die zwarigheid is voor het oogenblik dus weer
uit den weg geruimd. Geheel anders is het ge
steld met het Engelsch - Portugeesche geschil.
Werd algemeen gedacht, dat eene bevredigende
oplossing nabij was, deerlijk heeft men zich daar
mede vergist.
De Portugeesche regeering had eene schikking
voorgesteld op dezen grondslag: Beide staten zou
den zich voorshands onthouden van elke expedi
tie in het gebied van de Chili en van Mashona-
land, totdat eene overeenstemming tusschen hen
zal zijn tot stand gekomen, en mocht het zoover
niet komen, dan zou de zaak aan eene scheidsrech
terlijke uitspi aak onderworpen worden.
Het antwoord van Engeland is kortweg een ul
timatum met de volgende eischen Portugal moet
zijne troepen, zijne expeditien en overheden aan
de kust van de Chiri en aan hare samenvloeiing
met de Ruo tot zuidelijk van de Zambezi en aan
Mashonaland terugroepen. Binnen 24 uren werd
hierop antwoord gewacht. Was het dan niet ont
vangen, of was het onvoldoende, dan had de En-
gelsche gezant in last Lissabon met het geheele
personeel der legatie te verlaten.
De Portugeesche regeering haastte zich te ant
woorden. Zij heeft Engelands eischen ingewilligd,
echter onder verklaring, dat zij met Engeland den
strijd niet kunnende aanbinden, zwicht voor de
overmacht en zich hare rechten op het betwiste
grondgebied voorbehoudt.
Ongeregeldheden, gepaard met vijandige demon
straties tegen de Engelschen zijn reeds voorge
komen.
Te Berlijn wordt de barre handelwijze van En
geland tegenover Portugal lang niet gunstig op
gevat.
Voor dergelijk misbruik maken van overmacht
is dan ook niet veel te zeggen. Maar doet er eens
wat tegen.
De jonge Spaansche koning neemt geiukkig in
beterschap toe.
Voor het overige is er weinig nieuws van aan
belang uit Europa mee te deelen, of 't zou moe
ten zijn, dat de influenza meer en meer zich uit
breidt - maar, dit behoort minder thuis op het veld
der politiek.
VEETELLING VAN
FRIEDRICH FRIEDRICH.
XII.
Met walging wendde Hendrik zich van hem af
hij begreep maar niet, waarom zijn vader dezen
ruwen, verstompten, boosaardigen man, die iede-
ren dag dronken was. in zijnen dienst hield en
hem niet ontsloeg. Dat daarvoor eene red in was,
dat de strandvonder Auste vreesde, hiervan ver
moedde hij niets.
De strandvonder had de vreemdelinge naar zijn
huis gedragen en haar in de woonkamer op eene
bank nedergelegd.
Zijne vrouw en Tine wierpen lang geen vrien
delijke blikken naar de nog altijd, bewustelooze
zij za^en te goed, hoe zeer deze ongelukkige Hulp
noodig had, en hadden weinig lust haar die te ver-
leenen. Zij beschouwden dit als eene onaangena
me last.
De kamer was koud het haardvuur verspreid
de »eene warmte door het vertreken de handen
van het arme meisje waren steenkoud, hare klee
deren doorweekt. De strandvonder gaf daarom
bevel haar in een van de slaapplaatsen te bed te
brengen.
Zijne vrouw keek hem verschrikt aan.
Dat is het bed van Tine - antwoordde zij.
Zij kon het zich niet voorstellen, dat eene vreem
de eene schipbreukelinge, in het bed harer doch
ter zou liggen.
Leg haar in het bed herhaalde de strand
vonder.
Door de tegenspraak en den blik harer moeder
bemoedigd trad Tine voor het bed.
Hier komt geen vreemde in, riep zij en op
haar toch reeds leelijk gelaat vertoonde zich eene
harde bittere uitdrukking.
Het oog des strandvonders bliksemde, zijne wenk
blauwen trokken zich dreigend samen.
Waarom niet vroeg hij, terwijl zijn gelaat
zich tot een spotachtigen lach vertrok.
Omdat het m ij n bed is, antwoordde Tine
trotsch.
Van dit oogenblik af is het niet meer uw
bed. Gij zult er niet weer in slapen riep de strand
vonder, en de toon zijner stem verried dat deze
woorden hem ernst waren.
Klaaskwam zijne vrouw er bedarend
tusschen.
Doe, wat ik gezegd heb, legt de vreemde
linge in het ted, sprak de strandvonder, om elke
Door den dirigeerenden officier van gezond
heid in het 2e district van den militairen genees
kundigen dienst, zijn de chefs van dien dienstin
de garnizoenen uitgenooüigd, om met den noodigen
tact de herstelde influenza lijders gedurende enke
le dagen voor te dragen voor vrijstellingen van
sommige diensten, meer bepaald vermoeiende dien
sten. Naar aanleiding daarvan is aan de chefs
van de korpsen verzocht, de herstelde mili
tairen gedurende genoemde vrijstelling, de kazer
ne en hare onmiddellijke emgeving niet te doen
verlaten, daar de kazerne met hare omringende
terreinen voor vrije beweging in de lucht genoeg
zame gelegenheid oplevert, en hun aldus gelegen
heid wordt ontnomen, zich in de stad opnieuw aan
besmetting bloot te stellen. Ook wordt voorko
men, dat men zich terwdle van bovenbedoelde be-
verdere tegenspraak te voorkomen.
Daarna verliet hij de kamer.
Eón oogenblik zagen Tine en hare moeder elk
ander veelbeteekenend aan, met door verbittering
saam geknepen lippen zij wisten, dat zij gehoor
zamen moesten, want hoewel de strandvonder zich
weinig met hare huiselijke aangelegenheden be
moeide, en alles aan haar overliet, wat hij beval
moest geschieden en hield hij met groote hard
nekkigheid vol.
Zwijgend begonnen zij de vreemde van hare
doornatte kleederen te ontdoen, en brachten haar
daarna te bed maar van dit oogenblik af had het
ongelukkige bleekt, meisje twee verbitterde en on
verzoenlijke vijandinnen Tine en hare moeder.
Na verloop van eenigen tijd keerde de strand
vonder in de kamer terug en na hom traden ook
Jan en Hendrik binnen. Beiden wierpen een half
bezorgden, half nieuwsgierigen blik op het bed,
waarin de vreemdelinge lag.
Tine en hare moeder zaten mokkend bij het vuur
en staarden in de vlammen waarboven de ketel hing.
De mannen spraken geen woord. Er was in dat
zwijgen na dien gevaarvollen tocht iets duisters en
geheimzinnigszelfs iets beangstigends.
De strandvonder trad op het bed toe en greep
de hand van het meisje; deze was nog altijd koud.
-Maak thee gereed! beval hij aan zijne vrouw.
Deze gehoorzaamde, hoewel blijkbaar met tegenzin
en pruttelende. (Wordt vervolgd.)