zm.
61
No.
Woensdag 8 Januari I Hi)().Jnai'ff.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwseh-Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
AXEL.
Sta ntkundig 0 v crziclit
FEUILLETON.
©I? lEHSIS H3IL.IX.aD
Kimu'iilnmlsch Nieuw is.
nu.sc
cm n x n t.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag;- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent;
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 3 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentien van 1 tot 4 regels 25 cent:
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentien worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Naar aloud gebruik voerde, op de nieuwjaarsre
ceptie bij den president der Fiansche republiek,
de pauselijke nuntius het woord uit naam van
het corps diplomatique. Hij zeiue het volgende
„Het bij de Fransche regeering gevestigde corps
diplomatique verheugt er zich innig over. dat het
heden weer vereenigd is bij den eersten magi
straatspersoon der republiek.
„Het is met het gevoel van den diepsten eer
bied voor uw tgeacbt persoon, dat wij u uit naam
onzer souvereinen en hoofden des staats, en te
vens uit onzen persoonlijken naam, de beste wen-
schen aanbieden voor uw geluk en voor de wel
vaart uwer regeering.
„Wij koesteren almede den oprechten wensch,
dat de' goddelijke Voorzienigheid voortga hare be
scherming uit te strekken over uw edel vaderland,
opdat het Fransche volk in het thans begonnen
jaar door zijn onuitputtelijk genie opnieuw roem
rijke bladzijden aan de algemeene geschiedenis dei-
beschaving moge toevoegen."
De president antwoordde daarop aldus
„lk dank het corps diplomatique voor de gevoe
lens, die uit ziin naam zijn te kennen gegeven in
bewoordingen, welke mij diep getroffen hebben, en
voor de wenschen die bet koestert voor de grootheid
der Fransche natie, voor de welvaart der repu
bliek, en voor baren president.
„Vooral heeft het mij, na liet jaar dat nu ge
ëindigd is en dat ons zooveel wonderen bijeen heeft
doen aanschouwen, innig verheugd, heden den na
galm te hebben mogen hooien van de hulde, aan
het vreedzame en beschavende genie van den Fran-
schen geest gebracht.
„Plet is ter voortzetting dier groote werken van
den vrede en vooruitgang, dat onze gemeenschap
pelijke pogingen zullen strekken in het jaar dat
nu aanvangt. Wij zullen, ik heb dit, vertrouwen,
Mijne Heeren, hierin slagen met uwe verlichte
medewerking, met den wil der regeeringen en der
natieen, die gij zoo waardiglijk onder ons verte
geuwoordigt."
Terwijl de koning van Italië nieuwjaarsreceptie
hield, wierp een persoon een blikken doos, waar
aan eene brandende lont bevestigd was, op het
plein voor het Quirinaal. In het eerst verwekte
dit groote ontsteltenis, doch een gendarme doofde
de lont uit en raapte de doos op. De beid, die
hel stuk bedreef, bleef natuurlijk niet lang op vrije
voeten-
Het is een Sicilaan, Vita genaamd, die verklaar
de geenerlei kwade bedoelingen gehad te hebben,
maar alleen het feit pleegde, om de aandacht tot
zich t6 trekken. De doos was gevuld met petro
leuin en vernis, dus heel veel gevaar voor ont
ploffing was er njet bij.
Er bestaat kans, ten minste zoo wordt alge
meen beweerd, dat het geschil tusschen Engeland
en Portugal over het in bezit nemen van land
streken aan het Nijanza-meer, in der minne zal
worden bijgelegd. Eene commissie van onderzoek
zal' worden benoemd, ten einoe de zaak tot een
goed einde te brengen
Ten slotte nog een kleinigheid over de werksta
kingen.
In het bekken van Charleroi breidt zich «et aan
tal werkstakers nog steeds uit, In die streek
heeft men veelte lijden door het gebrek aan steen
kolen. Pogingen tot schikking mislukken.
In de Borinage waren volgens de laatste mede
deelingen 2811 werkstakers, in het bekken van
Luik was het aantal minder. Op den linkeroe
ver der Maas wordt rustig voortgewerkt.
De mijnwerkers in Silezië, die sedert enkele da-
gen het werk gestaakt hebben, zon den een pe
titie aan den keizer en den minister Muybach.
Zij verklaren daarin dat er niet de minste ver
betering in hun toestand is gekomen, sedert de
jongste werkstaking. De maatschappijen hebben
geen enkele belofte gestand gedaan. Tevens be
klagen zij zich over het in dienst nemen van bui-
tenlandsche arbeiders, waardoor het loon daalt.
Of 't helpen zal
VERTELLING VAN
FRIEDRICH FRIEDRICH.
XI.
Wat hebt gij geladen - vroeg de strand
vonder.
- Graan - het is geheel verloren, gaf de ka
pitein ten antwoord.
De strandvonder nam het thans bewustelooze
jonge meisje in zijne armen en droeg het tot aan
de boot, en gaf het hier aan zijnen broeder over. De
lading van het schip was dus voor hem een rqke
oogst, want het graan was geheel door de zee
weggespoeld.
Hij keerde nu terug om den kapitein te halen.
Red eerst die kist - liep deze hem toe,
terwijl hij op een ijzeren kistje wees, dat ook aan
den mast was vastgebonden.
De strandvonder volgde deze aanwijzing, sneed
het touw door, en zijn gelaat helderde op, toen hij
het ophief; het was zwaar, zeer zwaar. Hij reik
te het zijnen broeder toe.
-■ Houd het goed vast, riep hij, en de bezorg
de toon zijner stem verried duidelijk, dat dit kist
je naar züne meening een grooten schat bevatte-
Met groote zorgvuldigheid werd het onder de bank
in de boot geplaatst.
De kapitein was tot aan de verschansing voort
gekropen zou nabij de redding scheen hij het
oogenblik, waarop hij van het verwoeste -ohip
zou verlost worden, nauwelijks te kunnen afwach
ten.
De strandvonder wilde hem juist helpen om in
de boot te komen Jan stond reeds gereed om
hem aan te nemen, toen een hooge stortzee o-
ver het dek sloeg. Om niet zelf meegesleurd te
worden liet de strandvonder den half verstijfden
en hulpeloozen man los, de golf sloeg ook de boot
weg, en vóór Jan den wegspoelenden kon grijper1
was hij reeds door eene andere golf meegesleurd
Nog eens kwam de ongelukkige in de nabijheid
der boot, boven en stak beide armen naar hen uit. j
Jan wilde hem een riem toereiken maar de strand
vonder riep; Laat dat, wij zullen genoeg te
doen hebben om ons zelf te redden.
Eene volgende stortzee bracht den vreemdeling
geheel buiten hun bereik, de wilde golven sleep
ten hem steed3 verder voort, hij was reddeloos
verloren.
Niet zonder veel moeite gelukte het den strand
vonder in de boot te komen het zien verongeluk
ken van een mensch had hem onbewogen gelaten,
Men schrijft ons uit Zutphen
Lees dit!
De algemeene beschaving zal een belangrijke
schrede voorwaarts gedaan hebbenals het lot der
dieren is verbeterd.
Alle dieren, die ons dienen of het leven veraan.
genamen hebben aanspraak öp het betoon onzer
liefde.
De dieren kunnen ons eerder missen dan wij hen.
De vriendschap van bet dier jegens den mensch
is dikwerf onbaaizuchtiger dan de vriendschap van
de menschen onderling. Soms toont het dier een
karakter zoo goed, zoo schoon, dat het- waarlijk
menig mensch kan beschamen.
Wreedheid jegens dieren is de ware oefenschool
voor wreedheid jegens menschen.
Hoe menschel ijk er de dieren behandeld worden,
des te minder zal de mensch zich verdierlijken.
Moet gij een dier doen lijden maakt, het lijden
het was immers maar een vreemdeling
Het jonge meisje was geen getuige dezer Vreese-
lijke gebeurtenis geweest. Toen zij in de boot
was neergelegd, had baar bet bewustzijn verlaten.
De beide mannen bekommerden zich niet om de
bewustelooze, zij hadden er echter ook de gelegen
heid niet tot, want zij moesten alle krachten in
spannen om de groote boot weder te bereiken
meermalen weiden zij door hevigs stortzeeen ge
heel bedolven de boot was bijna vol water, en
in gevaar Vd.n zinken, ais Zij althans niet spoe
dig hun doel bereikten.
Waar is de kist vroeg de strandvonder, zon
der evenwel met roeien op te houden.
Onder de bankwas bet antwoord.
Zij is zwaar vervolgde Klaas.
Zijn broeder knikte zwijgend.
Zij roeiden krachtig voort en bereikten weldra
de groote boot, waarin zij eerst het nog alijd be
wustelooze meisje overbrachten. Daarna stapte de
strandvonder zelf over, er. Het zich door Jan de
kist aangeven. Auste wilde hem hierbij helpen,
maar werd onzacht ter zijde geduwd.
Die is zwaarmerkte de knecht aan, terwijl
over zijn opgezet gelaat een grijzende lach gleed.
Zonder te antwoorden droeg de strandvonder
de kist in de nauwe bedompte kajuit, waai in slechts
voor weinig personen plaats was.
(Wordt vervolgd).