Gemengd Nieuws. Ingezonden Stukken. vastgebonden, vormden een lange rij zij werden van alle kanten omringd door militairen van het geleide, waarvan het buitenste gelid met geladen geweer. liet was een treurig gezicht die® langen trein iri het halfduister in stilte en -langzaam zich le zien voortbewegen onder hen toch waren 5 ge wezen officieren. Velen hunner hebben in Indie -bij menige gelegöliheiÜ -getoond .htm bloed en leven veii te hebben voor het vaderland en boeten nu met een zware en langdarige gevangenisstraf' voor een misdrijf, dat zij eens in dronkenschap of wellicht ir. onnadenkendheid hebben -begaan. Om balfacht trék: ée stoet de poort van Öe ge vangenis binnen, alwaar de gevangenen door den commandant werden ontheven. Do gevangenen werden hierop en we hopen voor altoos van hunne boeien ontdaan, waarna zij een gretig ge bruik maakten van de warme koffie en het wit tebrood, dat voor hen in gereedheid was gebracht. Het Utr. Dbld. teekent bij het in ons vorig nummer meegedeelde bericht 7an De Avondpost omtrent de oprichting van eene door geheel Ne-' derland veitakte vereeniging, welke zich ten doel stolt, voor onvermogende kinderen het schoolgeld te betalen, door de nieuwe onderwijswet verplich tend gesteld, het volgende aan „Deze mededeeling zal wel niet geheel juist zijn of het plan berust op een misverstand. Voor on vermogeuden is het schoolgeld niet verplichtend.' Ook het Vaderland betwijfelt de juistheid -van het bericht en schryft verdér „Is hot de bedoeling daar waar een schoolgeld wordt geheven, dat blijkbaar fez waar drukt, hulp 1e bieden, dan is dit doelzeker toe te juichen Iritussclien waren reeds onder de bestaande wet dergelijke misbruiken mogeljjk." i E L, 1 7 l> c c c in li c r l 8 8 ft. De collecte aan de buizen, gehouden van wege de commissie voor de Oude- en Nieuwjaars bedee- ling alhier, heeft opgebracht ƒ475,03 benevens 2 H.L. tarwe. Ds. D. H. Teljer. predikant bij de Ned. Herv, gern. te Hellevóetsiuis, herdacht jl. Woensdag 'den dag waarop hij voor 25 jaren zijne ambtsbediening aanvaardde. De jubilaris, o m. de -gemeenten'te Axel en Oost burg bediend hebbende, ondervond\an verschillen de zijden talrijke bew ijzen van belangstelling. Ds. H. -J. Köuwenhove, te Zaamslag, komt o. m. voor op het drietal naar de ehr. ger. gena te Yevseke. Ds L,A. F.'Creutzberg te Beekbergen heeft voor het beroep naar de Ned. herv. gem. te Ter Neuzen bedankt. Bij het wapen der Kon. mar. zijn nog be vorderd. tot wachtmeester te voet, de brigadiers K. Roel- se te Hontenisse en J. A. van Rossenberg te Sluistot brigadier te paard de maréchaussee A. van Liere te Oostburg, die bij de 3de divisie (Noorden) is geplaatst en tot brigadier te voet, de maréchaussee C. Nelisse te Breskens. Vrijdag.namiddag had te Dubbeldam een tref fend onge val plaats. Toen n. J. de -landbouwers- knecht F. O. met zijne vrouw per boerenwagen huiswaarts keerde, geraakten beiden door het hol len der paarden onder het voertuig, inet het ge volg dat de man terstond een lijk was ;en de vrouw eenige uren later overleed. Zij laten 8 kinderen na. Drama in eene hondenkar. - Een bakkér van Wervick was voor eenige dagen de held van een zonderling avontuur. Hij reed met zijne kar naar de Fransche grens, maar werd onderweg door eene geweldige regen bui overvallen. Wenschende te schuilen zonder tijd te verlie zen, kroop hij in zijne kar en hield onder het rij den met de eene hand het deksel open. Maar ee ne ongelijkheid :van den weg veroorzaakte eenen schok en klap, daar lag het deksel toe. Daar het slot bij het toevallen was ingesprongen zat de man gevangen. Hij iiep, klopte, floot; maar hoe meer leven bij maakte hoe harder de honden ever den weg bolden. De man had reeds een uur met het doodzweet over heel het lichaam gezeten, toen hij er in slaag de eene plank van den bodem los té werken en er een been door te steken. Dit werd gezien dooi een smid, wiens aandacht door het lawaai was gaande gemaakt. De smid hield de hondekar té gen en verloste den gevangen bakker. - Het „Neue Wiener Tagebl." vertelt het vol gende Een koopman uit Weenen, die een vriend uit Parijs, tiij zijn doorreis naar Konstanfinopel, aan het station van eerstgenoemde stau wilde begroe ten, begaf zich derwaarts met zijn vrouw en bei de kinderen om hem af te "Wachten. 55e koopman nam een rijtuig en aan het station gekomen, steeg hij met zijn vrouw uit, de beide kinderen in de vigelante achterlatende. Zij begaven zich naar het perron en weldra reed de trein uit Parijs het sta tion binnen. De koopman en zijn vrouw haastten zrch naar de wagons, zien hun vriend aan een raampje en verwelkomen hem hartelijk. De vreem deling noodigt hen uil bij hem in den wagon te komen, tot de trein wegrijdt, en man e® vrouw laten zich niet bidden, maar stappen vlug in de ■coupé De koopman wendt zich no? snel naar een voorbijgaanden conducteur en verzoekt dezen hem te waarschuwen, zoodra bet tijd is om uit te stappen. Daar ontspint zich een levendig gesprek, men babbelt dmk, men moet elkander fri weinige mi nuten ook zooveel zeggen en vragen Én eens klaps - wat is dat? Een schel gefluit, een ruk, de trein zet zich in beweging en eer de l>eide gasten van den -naar «Konstant-mopel reizenden 'Franschman er op bedacht zijn, beweegt men zich reeds in een steeds snéller wordend tempo voort. Zij zijn gevangenen van den bliksemtrein, reizi gers tegen wil en dank...-. De vrouw barst in tranen uit, voor het station in het rijtuig zitten immers haar kinderen en wachten op papa en ma ma. De man, vergezeld door zijn vriend, loopt de wagons door, om den conducteur te wenken en hem te bewegen den trern te doen stilhouden. De conducteur wordt ^gevonden en de volgende dialoog ontspint zich-: „Laat ons, om 's hemels wil. uilstappen, we moeten uitstappen - ,,'t Spijt me, maar dat gaat niet meer." „Het moet gaand Wat is het volgende station, waar gestopt wordt?" -„Pressburg." - „We zouden dus tot Pressburg mee moeten rijden? Neen, on der geen voorwaarde. Ik-heb n verzocht, mij 'te waarschuwen, eer de trein Vertrok." - De dame valt op de tijding, dat zij tot Pressburg mee zal moeten, bijna in zwijm. De scène trekt de aandacht der overige passagieis. Enkelen snellen toe. De koopman verneemt ook nog, dat hij ver plicht zal zijn, voor zichzelf en zijn vrouw, de reis naar Pressburg fe betalen. Daar krijgt bil een gelukkigen inval. Hij ziet de noodrem trekt er aan - en weinige seconden 'later staat de trein, nabij Stadlau - stil. Nu heeft nog het vol gende plaats': de koopman en zijn vrouw verlaten snel de -coupé: Het is Intusschen zeer donker ge worden en boiden haasten zich langs den trpin, waarvan de passagiers in begrijpelijke onrust zich aan de portierraampjes vert-oonen. De koopman gaat, midden op den weg, voor de locomotief staan en roept den machinist toe„Ik heb aan den remtoestel getrokken. Hier sta ik en zal niet weg gaan voor gij mij een beambte met een lan taarn tot flirnberg mee geeft.'' Wat moest de machinist doen Hij kon toch den radeloozen man niet overrijden. Hij riep dus den stoker en deze weer spoedde zich naar het dichtst bijzijnde wachtershuisje, van waar nu een spcprwegwachter aankwam, die de gevangenen van den bliksemtrein naar Himberg bracht. Van hier bereikten zij per rijtuig het station en de hen nog steeds wachtende kinderen. voor haren oom, den matroos Frank Moore, die wegens desertie tot een langdurige gevangenis straf was veroordeeld. Moore was, zoo schreef Bessie, alleen gedeserteerd, toen hem verlof gewei gerd werd, om te voldoen aan liet dringend ver* zoek zijner stervende zuster, die hem nog eens wilde zien. Later was hij, onder een anderen naam, weer ïn dienst getreden. „Als Uwe Majesteit," zoo besloot zij, „in ootn's plaats was geweest, zou u dan niet evenals hij gehandeld hebben Wat al de pogingen van de vrienden des veroordeelden niet konden verkrijgen, dat bewerkte deze brief van een kind. Bessie ontving weldra een schrij ven- uit het koninklijk paleis te Brussel, waarin haar werd bericht, dat koning Leopold haren oom onmiddellijk in vrijheid had doen stellen ter wil le van Zr. Ms. kleine vriendin. Een beambte aan een der ho°pitalen te Pa rijs zag dezer dagen, onder zeer treurige omstan digheden, zijn broeder terug, dien hij 26 jaren achtereen te vergeefs had gezocht-. Zekere heer D., voormalig officier en ridder van het legioen van eer, die kort geleden -eene Intrekking aan een dag- blad-bureau kreeg, was, sedert eenige dagen, we gens ongesteldheid in het hospitaal opgenomen, waar hij Donderdag stierf, Waarop zijn stoffelijk overschot «aar de lijken kamer van de inrichting werd overgebracht. De persoen die in die kamer het toezicht had, wilde, eenige uren later, het lichaam aan de in 't hospitaal woDande geneesheeren afleveren, toen hij op de gedachte kwam den naam van den doo- de, die op een aan het lijk bevestigd briefje stond, te lezen. Eensklaps zag men den armen man wankelen, en twee andere beambten snelden toe om hem te ondersteunen. Hij had 'bij 't lezen van 't papier den naam van zijn broeder ontwaard dien hij in geen kwart eeuw had gezien. In het dok te Liverpool lag onlangs een stoomschip der Cunard-lijn voor de afvaart gereed Onder de vrienden en betrekkingen der vertrek kende», die om afscheid te nemen zich mede op het schip bevonden, bevond 'zich een heer van middelbaren leeftijd, blijkbaar tot den koopmans stand behoorende, die eene dame welke de reis moest meedoen, eenige malen omarmde en daarop het séhip verliet, Aan wal gekomen, wendde hij zich daar tot een man, wien hij vraagde of hij een gul den wilde verdienen, wat deze gaarne aannam. Hierop volgde eene samenspraakziet gij daar die dame in 't zwart op het dek staan O, ja wél antwoordde de man. - Goed dat is mijne vronw, die naar New-York vertrekt sprak de heef. Zij verwacht, dat ik minstens twintig minuten hier blijf staan en met m$n zakdoek zal zwaaien, tot het schip uit het gezicht is, begrepen -- Uit muntend begrepen. Goed, maar ik heb daar voor nu geen tijd, want ik heb drukke zaken. Nu is mijne vrouw tameljjk byziende, zoo dat zij niet zal bemerken, dat gij in mijne plaats met mijn gekleurden zakdoek zwaait. Ja, maar als zij eens door een verrekijker naar me ziet O, in dat geval heb je niets anders te doen dan het gezicht in den zakdoek te verbergen, z'Sddafc het schijnt, dat je bèdroefd staat te wee- 'nen. Dat zal echter wieer kosten. O, dat is minder, tijd is ook geld pas jij nu alleen maar op, dat je goed doet, wat we afge sproken hebben. Misschien ware het ook niet kwaad, als je nu en dan wat kushandjes wierp, sprak de man van zakendoet ge dat, dan zal ik je voor alles een rijksdaalder geven. Laat dan 't doekje maar aan mij over, mijnheer sprak da man uwe vrouw zal tevreden in zee gaan. En niet minder tevreden ging de hartelijke echtge noot zijnerzijds de stad in. -- De koning der Belgen ontving dezer dagen een brief van een 13jarig meisje. Bessie Keim, uit Philadelphia. Het kind vroeg daarin gratie Mijnheer de Redacteur! In onze gemeente bestaat groote onkunde omtrent de nieuwe schoolwet. Velen gelooven, dat alle kinderen nu schoolgeld zullen moeten betalen. Ik zou er niet aan gedacht hebben over het school geld te schrijven, meenende, dat weldra blijken zal, wat daarvan waarheid wezen zal. Doch nu Ge, mijns inziens door het plaatsen van een bericht uit ,,de

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1889 | | pagina 2