1
a
Zaterdag 12 October 1889.
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Nieuws- en Advertentieblad
DIELEMAX,
Staatkundig Overzicht.
Ilimicn lam! mIi Nieuws.
FEUILLETON!.
41. Vergeven, ook Vergeten.
C01JUAI\T.
25 cent;
Advertentiën van
DRUKKER UITGEVER
voor eiken regel meer 5 cent.Groote letters worden
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond
Plaatsing
berekend.
ABONNEMENTSPRIJS:
naar plaatsruimte
uiterlijk
Advertentiën worden franco mgewaeht
per 3 Maanden
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE nren
50 centfranco per post 60 cent
Afzonderl. numm.
voor België 80
De cx koningin Nathalie van Servie bevindt zich
sedert eenige dagen te Belgrado en is daar alles
behalve voor haar plezier uit. Haar eigen zoon
wil niets van haar weten. De voorstellen welke
men haar deed, hoorde ze met een medelijdend
lachje aan en verwierp ze, zonder daaiover met
iemand van gedachten te wisselen. Generaal Gruics,
altijd een trouwen vurig aanhanger der koningin,
zag zich toen voor de droevige noodzakelijkheid
geplaatst zijne vriendin mee te deelen, dat, als zij
in bare weigering volhardde, zij haar zoon niet zou
mogen zien en spreken. Dit is, zeide de minister
president, niet door het regentschap of het mini
sterie aldus bepaald, maar door den jongen konin
zelve. Ik ve-zocht, zoo ging Gruics voort, hem
een paar regels aan zijne moeder te schrijven
waarop de jeugdige Alexander steeds antwoordde
Neen, ik schrijf geen letter zoolang mijn vader het
my niet veroorlooft en mijne moeder de haar ge
stelde voorwaarden niet heeft aangenomen. Be
mint mijne moeder mij en wenscht zij rust en vrede
in het land, dan behoort zij die voorstellen aan te
nemen.
Zonder een oogenblik hare tegenwoordigheid van
geest te verlien, antwoordde de koningin dat zij
verstandig genoeg was om te weten wat haar te
doen stond. Zij verkoos zich geene voorwaarden
te laten voorschijven het deed haar leed te ont
waren dat haar zoon niets beter is dan zijn slech
te vader- Het was haar daarom onverschillig, of
zij haren zoon spreken zal of niet. Te Yalta zag
ze hem ook niet. Alleen om redenen van zuinig
heid trouwens was zij naar Belgrado gekomen,
daar ze geen geld genoeg had om in het buiten
land een hofstoet te onderhonden.
Men staat algemeen verwonderd de over scherp
te van opvatting van den jongen koning. Als hij
niet veel hart voor zjjne moeder heeft, is dit haar
eigen schuld, want in al hare brieven aan haar
zoon waren beschuldigingen tegen koning Milan
schering en inslag, en zelfs deinsde zij voor geene
beleedigingen terug. Milan daarentegen sprak in
zijne brieven nimmer over zijne gescheiden echt-
genoote, en dit moet den knaap zóó getroffen heb
ben, dat hij tot zijne omgeving herhaalde malen
gezegd moet hebben, dat zyn vader edeler dan zijne
moeder is en hij zich alleen door zijnen vader zou
laten leiden.
De verhouding in de nieuwe Fransche kamer
zal, met een klein verschil, gelijk zijn aan het
geen daaromtrent na de eerste verkiezing voor
speld werd.
Uit Parijs alleen zijn neger Boulangisten naar
de kamer afgevaardigd en bovendien vijf uit do
overige districten van het departement der Seine,
of de voorsteden van Parijs. Een hunner is de
heer Laur.
Het aantal republikeinsche afgevaardigden be
draagt 364, togenover 206 andersgezinden.
De republikeinsche bladen juichen over den uit
slag der verkiezingen. De drie verbonden partijen
zijn gebleken machteloos te zijn tegenover de re
publiek en de oppositie verheelt het met dai zij
geslagen is, hoewel hier en daar de snoeverij nog
aan het woord is.
Op de Parijsche beurs was eene stijging waai
te nemeneen slecht teeken voor Boulanger en
zijn zaakje.
Het tegenwoordige ministerie Tirard is zoowa
ingericht naar den geest der nieuwe kamerbet
loopt dus geen gevaar zijn biezen te zullen moe
ten pakken.
Zoa ze hem ooit weerzien Die vraag die zij
ten maand geleden verre van zich verwijderd zou
hebben, kwam nu gedurig bij haar op, want zij ge
voelde, dat zij zwakker en zwakker werd, en dat
haar gezondheid ondermijnd werd, zoodat zjj telkens
de vrees bij zich voelde opkomen, dat de hulp van
Gijn te laat zou komen, en hij haar, wanneer hij er
ten slotte nog in slaagde hen op te sporen, met
meer in leven zou vinden. Deze gedachte pijnigde
haar het meest, em het gelukte haar niet, die van
wiph a-f fp 7pf|pn
„Kom, oomlief," zeide zij eindelijk, om die treu
rige gedachten van zich ai te schudden, „wij moe-^
ten ons best doen om niet zoo somber te zijn. VVy
zitten hier bij elkander, en maken elkaar het leven
nog onaangenaam er bij, door zoo stilzwijgend te
zitten mokken. Laten we liever eens over den goe
den ouden tijd praten, toen we beide nog vroolijk
waren/'
„Ach kind, waartoe zou dat dienen, dan om ons
- Door den fr.-commissaris deskonings in Zee
land is aan de burgemeesters de volgende circu-
lairOpnieuw6is' gebleken, dat de tricliinenziekte te
Goes met als uitgeroeid kan beschouwd woj-den,
daar een onlangs te dier plaatse geslacht valken
door die ziekte aangetast is bevonden.
Ik meen u daarom met nadruk te moeten wij
zen op het groote gevaar voor hare overbrenging
naar uwe gemeente, wanneer door haai aangetas
te varkens in uwe gemeente ingevoerd en in con-
sumtie gebracht mochten worden.
Ook met het oog op den naderenden slachttijd
vestig ik daarom andermaal uwe aandacht op de
bij mijne circulaire van 16 November 1888 (Prov.
blad no. 99) aanbevolen maatregelen. Mocht tegen
de invoering van eene verplichte keuring voor al
le varkens en varkensvleesch overwegend bezwaar
bestaan, in elk geval zou toch een ondeizoe* op
trichinen voorgeschreven kunnen worden voor var
kens en varkensvleesch, ter consumtie van buiten
nog tieuriger te maken over het verlies van onze
vrüheid. Neen, de vroolykheid en wij hebben met
elkander afgedaan, en nu is zij voor goed gevlo
den."
„Ik hoop, dat zij niet voor goed van ons is weg
gegaan, en ons weer zal verfrisschen."
Ik heb voorgoed die hoop opgegeven, en ik zal
er "me in schikken, maar wat me zoo innig gnett,
is dat gij door mijn toedoen, hier wegkwijnt, en
het treurige leven moet voortslepen, dat wij nu
reeds zoo schrikkelijk langen tijd hebben geleid."
„Hoe dikwijls heb ik u al gezega, dat myn lot
u niet bedroeven of beangstigen moet, en ik mij
alle opofferingen wil getroosten, indien ik u daar
door slechts helpen kan. Geloott ge mij niet
O, zekei, ik geloot je van harte, eti ik heb er
ook de meest overtuigende bewijzen van, maar daat-
om doet het mij niet minder pijn, u dagelijks meer
te zien lijden."
„Maar het zal niet eeuwig duren, eens zal het
veranderen, en dan
Neen, kind," viel de oom haar in de rede, „dat
moogt ge zeggen om mij te troosten.^ maar dat is
niet zoo, en gij gelooft het ook niet.
„Zeker, meen ik het." antwoordde zij, maar aan
haar gezicht was het tegendeel te zien.
„Maar de vervulling blijft dan al schrikkelijk lang
uithervatte haar oom, en nu hebben we weer een
nieuwen vijand er bij gekregen, die ons het leven
nog onaangenamer zal maken, dan de twee anderen
te samen."
„U bedoelt die man, dien zij van morgen hier
brachten vroeg Emma.
Jrt denzelfden en die ziet er wel naar uit, dat
hij"er geen gekheid van zal maken. Ik denk nog
met angst aan zijn bedreiging, om ons vóór van
avond wel morris te leeren. Hij had een nieuw
middeltje bedacht om me te dwingen, en dat zou
zeker den gewenschten uitslag hebben. Ach hemel,
wie weet wat ons nog boven het hoofd hangt.
Kom oom, heb nu geen zorgen voor den tijd,
we" hebben genoeg aan de tegenwoordige, en als er
nieuwe beproevingen voor ons zijn weggelegd, welnu,
laten wij dan ons best doen ze zoo goed mogelijk
te dragen."
Ach ja kind, dat zal wel moeten, maar waar
achtig, de kracht daartoe begint me te ontzinken,
en ik wil er niet voor instaan, dat zij van avond
hun zin niet krijgen. Het is het eenige middel om
vrij te komen, en de kracht om weerstand te bm
den is gebroken."
O oom, houd toch vol, wie weet hoe nabij
redding is, en wat zou het u dan spijten, dat gij een
oogenblik zwak geweest waart.'' Wordt vervolgd.