Woensdag 1 Au 1889. laarg. Nirmvs- <kn Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. MELEMAX, AXEL. Sta a t k iind ig Overzicht. FEULMiTOA. Vergeven, ook Vergeten. Hiiineiilaiidseh Meuws. f fjm Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. A B N N E M E N T S P R IJ S per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonder!. numm. 3 ct. DRUKKER UITGEVER Ad ver ten tien van 1 tot 4 regels 25 cent' voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Bij gelegenheid vaD het diner dooi den Lord Mayor van Londen gegeven, heeft Lord Salisbury een der meest bezadigde staatslieden van naam, eene toespraak gehouden over liet ooi logsgevaar in Eu ropa, waarbij hij het volgende zeide „Uwe Lordschap wees op het gevaar, dat er voor Europa ontstaan kan uit de luim of de hebzucht van eene enkele mogendheid. Dok ik trken dit gevaar doch ik wénsch de vrees er voor te tem peren met eene overweging, die mijns inziens niet van belang ontbloot is Deze geduchte wapeningen deze vreeselijke werktuigen tot het, zaaien van verderf en dood, zij moeten den staatsman, die in de toekomst blikt en over vrede en oorlog te beschikken heeft, doen begrijpen, dat, wanneer twee natiën eenmaal in de doodelijke worsteling van eenen modernen oorlog gewikkeld zijn, de vernietiging van eene van beiden het einde daarvan moet wezen. De over winnaar na zulk een strijd is bijna verplicht te zin gen, dat bij nooit weder uit dienzelfden hoek zal worden blootgelegd aan diezelfde gevaren en onder - worpen aan diezelide jammeren; en elke staatsman, die de horoscoop der toekom-t trêkt en nadenkt over de gevolgen zijner daden, weet, welk een vreeselij ke worp het is, dien hij met eene oorlogsverklaring op het groene laken des nood lots gaat wagen. Hij weet dat, indien hij verliest, de natie voor welke hij optreedt zoo goed als verdwijnen zal van het wereldtooneel. En daarom, Mylord, kan ik niet be twijfelen, of deze gedachte, die moet bovendrijven in het brein van elk verantwoordelijk man, vormt renen der waarborgen van den vrede. De uitkomst van eenen oorlog is zoo ontzettend, dat men er voor «al terugdeinzen, haar uit te lokken. De staatslie den, neei blikkend in den ijselijken afgrond van eenen oorlog, zullen terugdeinzen, vervaard van het vree selijke lot, dat (als een gevolg der moderne wape ningen en vernielingsmiddelen) hun wacht, zoo eenig ongeval hi. ,ne berekeningen mocht doen falen. En daarom ook, Mylord, koesier ik de hoop en het vas te vertrouwen, dat van jaar tot jaar, hoewel at en toe een oorlogs alarm zich tnog-e hernieuwen, het menschdom zich wachten zal voor de volle en vree selijke werkelijkheid van eenen kiijg. Ik geloof, dat al de tijd, dien. wij door eene natuurlijke en wettige vrees voor oorlog winnen, in ons voordeel is dut de grootere welvaart en de rustelooze nij verheid van het menschdom elk jaar eenen oorlog meer en moeilijk, meer er. meer onmogelijk zullen maken, terwijl zij in gelijke mate de kostbare waar borgen des vredes zullen doen toenemen en verstei- ken." Dat zijn woorden welke men gaarne hoort, voor al daar 'zij gesproken zijn door een man, die dooi zijne bekwaamheden er recht op heeft dat men naar hem luistert en met aandacht zijne woor den overweegt. Zij kenschetsen den edelen deuker en menschenvriend. Minder bezadigd en vredelievend is de toon wel ken Boulanger en zijne vrienden aanslaan na de verpletterende nederlaag bij de verkiezingen voor de algemeene raden. Dp Boulanger zijn gezamen lijk 158.0U0 stemmen uitgebracht, op de republi keinen 1.500.000 en op de conservatieven 600.000. In de verste verte kan dus niet beweerd worden dat de stem des volks voor den generaal heeft gespro ken. In snoevende taal heeft de verslagene «en mani fest tot de .kiezers gericht, waarvan de laatste re gels het volgende te lezen geven: „De regeeringsbladcn gaan nu in dolle uitgelaten heid victorie kraaien. Laten ze triomf roepen! Ik betwist hun dit ge noegen te minder, daar het van korten duur zal zijn. De dag is nabij, waarop het land uitspraak zal doen, niet zooals'ditmaal bij de vernieuwing der plaatselijke vertegenwoordiging, maar om, bij het verkiezen zijner afgevaardigden, te zeggen, hoe het 's lands staatkunde wil geleid hebben. Dien dag zal men zien wat de kleine wraakne mingen en de kleine verraadplegingen beteekenen in den grooteu stroom der openbare eerlijkheid en dei nationale eer. Ik zie dien dag zonder vrees te gemoet, daar ik gevoel dat het de sterke republiek in de bevestigde republiek is, die er onvermijdelijk uit zal voortko- ruen. Leve Frankrijk! leve de republiek. 't Is te hopen dat de generaal zich weer vergis sen zal. „Dat is zeker minder pleizierig, en ik kan begrij pen, dat gij dit niet langer dulden wildel. En dat over kleinigheden zegt ge „Ja, mijnheer, over verschrikkelijke nietigheden," antwoordde de barbier, „verheeld u, om u maar één ding uit velen te noemen, laatst had hij een hand schoen verloren, en daar heeft hij over te keer ge gaan, alsof de wereld in nood was. Het is toch, dunkt me, makkelijk geuoeg om een paar nieuwe gele handschoenen te koopen, en hij heeft er geld genoeg voor." „Dat dunkt me ook, dai is niet waard om er zooveel drukte over te maken. Dus had hij een ge len handschoen verloren. Bijvoorbeeld zoo een i Hier bi] haalde hij een handschoen uit den zak, en hield die den baibier voor. „Juist mijnheer, precies zulk een handschoen, ik zou haast zeggen dat het dezelfde was." „Dat is toch niet zoo, want deze hoort tot een paar, dat ik altijd draag. Maar ik verzeker u, dat In de Gemeentestem wordt de volgende zonder linge verkiezings-historie verhaald. „Bij een periodieke verkiezing voor leden van den gemeenteraad te W. (Limburg) in 1887 lever de eene vrij groote meerderheid van kiezeis tus schen 2 getuigen hun stembriefjes in met dena men A.. B en C. Bij de opening der stembus bleven die 3 candidate!) in de minderheid, ln w.er- wil van de verklaringen der getuigen en kiezers welke zij aanboden onder eede te bevestigen ondanks allo klachten en rekwesten aan de De- trokken autoriteiten, zelfs trots een formeel» aan klacht bij de justitie, werd de verkiezing goedge keurd de 3 candidaten der minderheid zeteien in „In diezelfde gemeente had 11. Dinsdag weet een periodieke verkiezing plaats voor 2 leden van den raad. Het wekte reeds dadelijk imjn bevreem ding, dat reeds bij de opening der verkiezingszaal da gewapende macht in de zaal had post gevat. De ik er geen drukte over zou maken, wanneer ik er een kwam te verliezen. Intusscheu zouden we ge heel vergeten waarom ik eigenlijk hiér ben. Zooals ik u gezegd heb, bevalt de kamer me uitstekend, maar ik ben nog met een ander in besprek over een kamer, die me ook zeer goed aanstaat. Tk zal u dus van middag wel vertellen, hoe ik besloten ben. Wanneer vertrekt de heer van Sant«n?" „Van daag, mjjnheerantwoordde Leenman. "Dus de kamer is dadelijk te betrekken? Dat zou me waarlijk goed lijken, maar zooals ik zeg, ik ben nog niet besloten, en zal je van middag mijn plan mededeelen." Met deze woorden nam hij een vriendelijk afscheid van den barbier, dezen in de zoete hoop achterla tende, dat zijn kamei in het geheel niet leeg zou staan, en hij alzoo geen schade zou hebben van het vertrek van den heer van Santen. Was de barbier in een vrooljjke stemming, nadat zijn bezoeker hem verlaten had, van niet minder opgeruiraden aard schenen de overdenkingen te zijn, waaraan deze zich overgaf, zoodra hij het huis verlaten had. Op zjjn gelaat waren ten minste sporen van levendige vreugde te bespeuren, en hij gaf aan deze stemming zelfs uiting door in zich zeiven een vroolijk deuntje te fluiten. Dit belet echter niet, dat hij alles om zich heen met opmerkzamen blik gadeslaat, en dat zelf de schijnbaar onbeduidendste zaken hem zeer schij nen te boeien. Zoo baant bij zich luisterende en kijkende een weg door de menigte, die de straten vult, en wis selt met de dienaren der gerechtigheid, die lip op zijn wandeling ontmoet, een bijna onmerkbareu blik van ver.-tandhouding. Nadat hij verschillende stra ten en stegen was doorgegaan, scheen hij einde.ijk het einddoel zijner wandeling bereikt te hebben m een groot gebouw, waarop met groote letters ge schilderd stond„Hoofdbuicau van Politie.' Hp scheen hier zeer goed bekend te zijn, want zonder zich een oogenblik te bedenken, stapte hp de groo te deuien binnen, beantwooidde vriendelijk den eer biedigen erroet van den wachthebbenden politieagent, liep eemge gangen door, besteeg een trap, en open de eindelijk de deur van een vertrek, waaruit ver- lscheidene stemmen klonken. Een vijftal personen in nette burgerkleediug gedost, waren rondom de kachel gezeten, en voerden een levendig gesprek, terwijl er twee in een hoek aan een tafeltje zaten te schrijven. Zoodra zij den binnentredenden had den opgemerkt, stonden zij allen op, en verdrongen zich om hem heen om hem te verwelkomen. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1889 | | pagina 1