ÏVo. o17. Zaterdag 20 1880. o'' Jaarg. 11 il J 9J KJ U 11 MJ Nieuws- en Advertentieblad voor Zeenwsch-Vlaanderen. F. DIELEMAN, AXEL. Staatkundig Overzicht. FEUILLETON. Vergeven, ook Vergeten. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 eentfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonder!, summ. 3 ct. DRUKKER - UITGEVER Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Teergevoeligheid is den Duitscher in de hoogste mate eigen. De kleinste kleinigheid kan door den een of andaren nabuur uiet gedaan worden in strijd met den wil, of zonder de vaderlijke goedkeuring van Duitschland, of er wordt een beweging ge maakt van wat ben je me. Thans is het nog altijd Zwitserland, dat zich vergrepen heeft en tengevolge den DuitsGhon toorn op het hoofd voelt nederdalen. Den negenden de zer ia een scherper toezicht in werking getreden op de reizigers die van uit Zwitserland dan heili gen Duitschen bodem betreden. Te Friedrichshafen en te Lindau worden die veiligheidsmaatregelen genomen. In het eerst wilde niemand er aan ge- looven, maar nu is de twijfel veranderd in zeker heid. Het is werkelijk belachelijk, dat bijvoor beeld hoogere beambten van den Noordoosterspoor weg (aldus schrijft een Zwitsersch blad) die na tuurlijk bij alle ambtenaren opliet Duitsche grond gebied bekend zijn als personen die een afschuw hebben van de sociaal democraten, worden aange houden en hunne portefeuilles met dienstpapieren open moeten maken om die te laten doorsnuffe len. De bagage van reizigers wordt nataurlijk zoo nauwkeurig mogelijk doorzochtde koffers wor den tot op den bodem toe geledigd; alle papieren moeten stuk voor stuk vertoond worden, ja. men verhaalt dat er gesloten brieven geopend en gele zen zijn. Vaartuigen uit Zwitseiland komende, moeten voor de tolkantoren aanleggen om gemakkelijker onderzocht te worden. Hierin is eerst eene wijzi ging gekomen, nadat van Zwitsersche zijde opge merkt was, dat sleepbooten met vaartuigen ach ter zich hierdoor groot gevaar liepen met andere in botsing te geraken. Deze vaartuigen mogen 17, „Ze halen ook het bloed uit iemands toonen, en ik zet het een ieder, om bij die lui zijn geduld te bewareu" antwoordde Barend grommend. „Wat is er dan gebeuld, dat je zoo woedend ge maakt heeft „Wel, die vervloekte koppigheid van dien vent en de vrome huichelachtige praatjes zonden een engel tot een duivel maken. Waarom wil de kerel niet doen wat wij zeggen, dan zou immers in eens alles uit zijn?" „Maar je weet toch wel" hervatte Frits, „dat je door geweld de zaak slechts verergeren kunt. La,at hem maar stilletjes zitten, dan zal hij van zelf de billijkheid van onze eischen wel inzien, niet waar oude V" „Dat zal ik nooit" antwoordde deze „en wat gij ook beproeft, ik zal nooit toegeven. Wilt gij mij ook nog het eenige ontnemen wat me aan het leven boeit, goed, wij hebben reeds afscheid van elkander genomen, en hebben elkander, opgronden die jullie dientengevolge nu aan de tot dusver gebruikte landingsplaatsen aanleggen. Het verdient opmerking, dat op het grondgebied van het groothertogdom Baden tot dusverre geen soortgelijke maatregelen genomen zijn. Als dit niet gebeurt, baat het echter niets of men het te Lin dau en te Fi iedrichshafen doet, want nu zullende reizigers uit Zwitserland eenvoudig hunnen weg nemen over de Badensche of de Oostenrijksche grens. Aangezien daarenboven over bet blad de Sozialdemokrat niet meer in Zwitserland uitgege ven wordt, en er dus zoo goed als geen sociaal democratische geschriften uit Zwitserland over de Duitsche grenzen kornet, maakt de geheele han delwijze den indruk, dat het scherpe toezicht niet is ingevoerd om socialistische opruiingen te belet' ten, maar alleen om Zwitserland te plagen. De macht van den sterkste speelt hierbij dus ee^ ne groote rol en het geval maakt den indruk, als of de woorden van den Keizer, onlangs in het zui den des ryks uitgesproken, waarbij de wensch werd te kennen gegeven, dat de zaak spoe.lig in der minne mocht worden geschikt, slechts ijdele klanken geweest zijn. Bij de opening van liet internationaal revolutio nair socialisten-congres te Parijs waren 82 Duit- sohers tegenwoordig, onder welke 11 afgevaardig den bij den Rijksdag; voorts 6 Russen, 14 Belgen, 4 Polen, 2 Zweden, 2 Denen, 4 Hollanders, 3 Hongaren, 2 Spanjaarden, 8 Oostenrijkers, 21 Én gelschen, 11 Italianen, 6 Zwitsers, 4 Roumeenen, 1 Portugees, 1 Griek, 1 Noord Amerikaan en 1 Braziliaan. Onder de Franschen telde men ook verscheidene afgevaardigden. Toen het congres geopend was, bracht Lafargue in het bijzonder hulde aan de Duitsche socialisten, die na den oorlog van 1870 71, gelijk hij zeide, een veldtocht geopend hebben tegen den ijzeren kanselier, tot wien hij bij monde van Liebknecht en de zitting van den Rijksdag gezegd hebben „De Duitsche socialisten zullen, evenals de Fran- sche hebben gedaan, uwe Vendóme-zuil omver halen." Liebknecht vertaalt hetgeen Lafargue gesproken had in het Duitsch en de Duitsche socialisten barstten toen in geestdrift uit. Eenige nieuwe bijzonderheden worden medege deeld omtrent de vervolging van Boulanger. De punten van beschuldiging tegen hem zijn le een aanval tegen de veiligheid des staats: 2e het sme den van een komplot; 3e het verduisteren (als minister van oorlog) van 243.000 francs. Voorwaar een uitgezocht man, om Frankrijk van den rand des afgionds te brengen en voor ondergang te behoeden. En dan heeft zoo iemand nog tal van volgelingen. Uitslag der Gemeenteraads-verkiezingen in Zeeuwsch- Vlaanderen. o— Axel 307, 170, 86. Stemmen hadden de heeren P. Koster 133, D. J. Oggel 129, L. van Dix- hoorn 108, M. J. van Vessem 31, F. Dekker Pz. 24, K. de Fenter 17, M. A. Smies 7, L. C. van Vessem 5, A. Luteiju 4. jhr. mr. J. H. J. Quarles van Ufford 3, P. van Hoeve, A. de Putter en M. Smios ieder 2, en C. van den Broeke Cz., D.van Cadsand, J. Cappon, P. Dekker Fz., Dekker, J. van Dixhoorn, L. de Feijter Pz., Mart. 't Gilde, L. de Regt, C. L. van Rompu, J. C. Slijpen, J. C. Verbruggon, E. Verhelst, M. L. van Vessem, J. L. de Weille en Jac. Wolfert ieder 1 stem. Alzoo zijn herkozen de heeren P. Koster, D. J. Oggel en L. van Dixhoorn. Aardenburg 127, 114. Herkozen de heer J. de Muijnk met 83 en gekozen de heer K. L. Reep maker met 58 st. Breskens 105, 60. Herkozen de heeren H. toch niet begrijpen kunt, beloofd tot het einde toe te zullen volharden, en het zal je dus niets baten. Alleen zult ge daar een schuld te meer door op je hoofd laden." „Waar bazel je nu over, oude?" vroeg Frits ver baasd, „van wie heb je afscheid genomen, en wat willen we je nog meer ontnemen dan wat gij weet, dat ons rechtens toekomt?" „Het gezelschap van dit lieve kind wil die kerel me ontrukken, en daardoor trachten mij tot een even groote schurk te maken als hij zelt is," ant woordde Frederik driftig. „Maar" voegde hij er na eenige oogenblikken bij, „wij zullen ook dat on geluk weten te dragen, en je zult er niets doorwin nen." Frits keek hem verbaasd aan, en wendde zich vervolgens tot Barend met de vraag „wat betee- kent dat, wat wil je met het meisje uitvoeren Deze, hoewel voor ruw geweld nooit bevreesd, scheen in Frits Hagen zjjn meerdere te erkennen, althans hij sloeg de oogen voor diens doordiingen- den blik neder. De sporen der vroegere beschaving die Frits nog altijd eenigszins bewaard had, gaver, hem dan werkelijk altijd eenig overwicht op den ru wen man, die altijd iff deze lage sfeer vertoefd had, en door den anderen dan ook meer als werktuig dan als zjjns gelijke beschouwd werd. „Ik wilde ze alleen afzonderlijk zetten" antwoord de hij eindelijk toen Frits hem bleef aanzien „om te beletten dat zij elkander nog koppiger maken; dan ze reeds zijn. Ze stoken nu elkander maar op." „Er. is dat de eenige reden?" vroeg Frits, ter wijl hij hem bleet aanzien. „Nu ja, wat gaat het jou aan, of ik eens eeii vioïijk uurtje met haar wilde doorbrengen, daar zal ze niet van bederven," antwoordde hij. Welk een verstokte booswicht Frits ook in ver loop van tijd geworden was, dit antwoord deed hem. toch met walging zich afwenden van den kleinen, gemeenen man, dien hii inwendig innig verachtte, maar als zijn deelgenoot in zoo vele slechte zaken moest ontzien. „En zou je denken, dat ik dat zou toestaan vroeg hij. „Dat zou me weinig kunuen schelen. Ik zal doen wat ik verkies, en me vermaken op welke manier ik wil," antwoordde de man stug. „Nu, maar ik verkies het niet," hernam hij, „je zult het meisje met rust laten, en geen gekke din gen hier uithalen. Laat ze gerust bij elkander." Juist wilde Barend een snibbig antwoord geven, toen de binnenkomst der oude Mie een afleiding aan het gesprek en aan zijn woede gaf. Wordt vervolgd. t

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1889 | | pagina 1