Jl
Woensdag 17 Juli1889. 5« Jaarg.
Niciuvs- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
AXEL.
Staatkundig Overzicht.
FEUILLETON.
Vergeven, ook Vergeten.
Binnenlandse)! Nieuws.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS;
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 3 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent;
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maa
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Het ging er weer woelig toe in de Fransche
kamer. Da Boulangisten, de zich noemende red
ders van Frankrijk, doen al hun best om den boel
in de war te sturen. Aanvallen op bet ministe
rie en op de meerderheid der kamer zijn aan de
orde van den dag. Gewoonlijk volgt op zulk een
aanval een woelig tooneel. Het is alsdan een ra
zen en tieren dat hooren en zien vergaat, ten slot
te vat men 'uier en daar elkander bij den kraag,
kortom, de kamer gelijkt alsdan sprekend op een
mierenhoop het loopt en krioelt alles dooreen.
Ziehier een voorbeeld. Le Herissé sprak over
de arrestatie van twee Bouiangistische afgevaar
digden te Angouiême en ongeregeldheden daarbij
voorgevallen. Hij gaf daarvan eene voorstelling
naar zijne inzichten, en voegde daarbij hatelijkhe
den of l eleedigingen aan het adres van dtn minis
ter van binnenlandsche zaken, wien hjj onder an
deren verweet dat hij een rekbaar geweten had.
De minister ging naar de tribune om hem te
antwoorden. Antwoordt hem nietwerd hem van
de linkerzijde toegeroepen. Doch de minister sprak
en verdedigde de handelwijze van den commissa
ris van politie, die, tusschenbeide gekomen om de
ust te herdeden, geslagen werd en overhoop ge-
loopen door de beide algevaardigden. Hunne ge
vangenneming was alleszins wettig, zij was een
maatregel tot herstel der orde. Zoolang spreker
minister is, zal hij de wanorde op straat tegen
gaan met inachtneming der wet. Sedert een jaar
heeft men het er op toegelegd tooneelen als te
Angouiême plaats hadden, te voorschijn te roepen.
Bijna wekelijks kan men daarvan voorheelden zien.
Nu vatte Laguerre, een der bij die gelegenheid
gearresteerden, vuur. Hij begon met te zeggen,
dat hij niet voornemens was geweest het woord
te voeren, want er zyn personen, met wie men
niet in discussie treedt.
De voorzitter maande hem aan zich meer par
lementair uit te drukken.
Laguerre, voortgaande, zeide dat hij te Angou
iême op verradelijke wijze overvallen was. In de
de gevangenis heeft hij den officier van justitie
gevraagd, om welke reden hij achter slot en gren
del is gezet. Bij administratieven maatregel, was
het antwoord. Doch, liet Laguerre er op volgen,
wat beteekent die zaak ook, vergeleken bij de
schandelijke comedie, die thans met de justitie in
den Senaat gespeeld wordt.
De voorzitter r.oodigde hem uit die woorden te
rug te riemen. Maar Laguerre verklaarde vol te
houden wat hij gezegd had.
De voorzitter riep hem deswege tot de orde met
aanteekening in het proces-verbaal der zitting.
Laguerre zeide dat hij van tiot hof van justitie
spreken zal gelijk hij goedvindt.
De voorzitter verklaarde hierop, dat de heer La
guerre de kamer en den Senaat beleedigd heelt,
zoodat hij de Kamer zal laten beslissen, of by nog
langer het woord mag voeren. De Kamer beslist
neen. Laguerre bleef evenwel op de tribune en
zeide die niet te willen verlaten.
Het tumult, dat reeds ^foot was geweest, werd
nu nog hooger, zoodat de voorzitter ten laatste,
na eenige nieuwe aanmaningen tot Laguerre om
de tribune te verlaten, zich dekte, ten teeken dat
de zitting gesloten of geschorst is. De voorzitter,
de ministers en de republikeinsche leden verlieten
hierop de zaal. Laguerre bleef intusschen op de
tribune, om er te zijn bij het hervatten der zit
ting, wat na eeDe korte poos volgde. De voorzit
ter voegde hem nu weer toe dat. zoo hij de tri
bune niet verliet, do censuur met tijdelijke uitslui
ting op hem toegepast zoude woruen. Het ant
woord van Laguerre was, dat hij bleef waar hij
was, om te spreken. Alleen voor geweld zou hij
zwichten.
De kamer besloot toen de censuur met tydely-
ke uitsluiting op hem toe te passen.
Het was midderwijl vijf uur geworden; de zit
ting weid gesloten. Laguerre weid bij het heen
gaan door de Bouiangistische afgevaardigden toe
gejuicht. Op straat hoorde men kreten voor hem
aan de eene zijde, aan de andere daarentegen ge
sis en kreten tegen hem. Ook werd er geroepen
,.In het water
Zoo'n gangetje gaat het me daai En kwam
dat nu maar een enkele maal voor dan was t
nog zoo erg niet; maar dergelijke tooneelen val
len haast iedere week te vermelden. De eerbied,
welke een dergelijk twistend lichaam aan het
volk inboezemt, kan onmogelijk groot zijn.
16
Door het Departement van Waterstaat, Han
del en Nijverheid is in de Staatscourant geplaatst
het overzicht van het vervoer op de Spoorwegen
over de maand Januari 1889.
De Spoorwegonderneming Mechelen - Terneuzen
komt daarin voor met de volgende cyfers.
Vei voer: 38130 reizigers, 13 Tonn. (1000 KG.)
bagage en 36,681 Tonn. (1000 KG.) bestel-, ijl-en
vrachtgoederen.
Ontvangsten: /T0,606.79 van de reizigers, ƒ87.19
aan bagage, ƒ33,474.28 aan bestel-, ijl- en vracht
goederen 6D ƒ582,99 aan diverse ontvangsten.
Totale ontvangst: over de maand Januari 1889
ƒ44,751.25 en over die maand 1888 ƒ38,561.37
van 1 Jan. 1889 af ƒ44,751.25 en van 1 Jan.
1888 af ƒ38,561.37; per dag en per K.M. van 1
Jan. 1888 af ƒ21.23 en van 1 Jan. 1887 af ƒ18,29.
- De hoofdcommissaris van politie in de resi
dentie verzoekt bekend te worden gemaakt met
„Heb je nu genoeg gekakeld?" riep hij. toen de
oude man met spreken ophield, ,,'t Is anders meer
van m'n geduld gevergd dan ik kan toestaan. Ik
r begrijp zelf niet, hoe ik er toe kom, om nog zoo
veel praatjes met je te maken. Ik moest je liever
op je stoel vastbinden en je dan een pen in je han
den duwen, dan zou ik je hand wel zoo dwingen,
dat je je gewone handteekening schreef, 't Is zonde,
dat konden we wel eens probeeren.
Op eeDS kwam hij dan ook, om uitvoering aan
zijn voornemen te geven, op den ouden man los. en
wilde hem beetpakken. Maar deze, uit angst mis
schien sterker dan hij gewoonlijk was, gaf hem een
zoo hevigen stoot tegen de horst, dat hjj achterover
viel, in zijn val een stoel medeslepende, waaraan hij
zich trachtte vast te houden. Met nauwelijks meer
te onderdrukken woede springt hij echter plotseling
weer op de heen, en komt met gebalde vuisten en
samengetrokken lippen op zijn slachtoffer aanvlie
gen, Deze hield zich gereed om den aanval te weer
staan, maar, hetzij hij te zenuwachtig was gewor
den, of omdat ziin tegenstander er nu op bedacht
was, ditmaal was hij in een oogwenk door zijn vjj-
and om het lijf gegiepen, en op den grond gewor-
pen.
„Nu, hellebeest., zal ik je leeren om de hand naar
me' uit te steken. Wat let me nu of ik verwurg
je. Zult ge nu schrijven wat ik wil, je of neen
Er kwam geen antwoord van deu armen ir.an,
die hem stil en ernstig bleef liggen aanstaren.
„Spreek, voor den donderof sterfbrulde hij
DU.
Eensklaps voelde hij zich van achteren aangegre
pen, en hoewel het maar een zwakke vrouw is, die
hem van zijn boos opzet tracht at te houden, de
wanhoop en de liefde heide geven haar ongewone
krachten, en weldra moet de schurk zijn prooi los
laten. Maar slechts voor een oogenblik en om zich
slechts met des te meer woede op het hulpelooze
meisje te weipen, die hij dan ook weldra, daar hare
krachten merkbaar afnemen, van zich af in een hoek
slingert. Hebben hare armen de kracht om te wor
stelen verloren, niet aLoo haar tong, en weldra geeft
zij daar de bewijzen van door het liuis te vervullen
van haar geroep van „hulp, hulp, moord, brand,
dieven
„Wil je je bek wel eens houden?" brulde de man
haar toe, „of neen, schreeuw maar op,^het helpt je
toch niet, geen mensch kan je hooren."
Met deze woorden begaf hij zich weer naar den
ouden man, terwijl Emma steeds bleef doorgaan met
om hulp te roepen.
Wat duivel, wat is hier aan de hand nep op
eens een barsche stem, en aller, wendden het gelaat
naar den kant van waar de stem kw-m. Daar
«tond een gestalte, waarvan niemand wist hoe hrj
daar gekomen was dan de kleine man, die van het
huis en de geheime gangen en deuren volkomen op
de hoogte was. Was hij eerst geschrikt op het hoo
ren van een vieemde stem, nauwelijks had hrj een
vluchtigen blik op de gestalte gericht of zijn gelaat
verhelderde want hij herkende Frits Hagen.
Ook de beide gevangenen hadden hem herkend,
«n hoewel zij eerst gehoopt hadden, dat er eindelijk
redding voor hen opgedaagd was, konden zij nu,
toen zij de vreemde stem gehoord hadden, een zucht
van teleurstelling niet onderdrukken, daar zjj een
nieuwen vijand ontmoetten, waar zij gehoopt hadden
een vriend te vinden.
„Ie dat de manier, Barend" begon hij tegen den
kleinen man, „waarop je je belofte houdt van geen
geweld te gebruiken. Je zoudt daar geloof ik een
mooi stuk beginnen. Ik had niet gedacht, dat je
zoo stom zoudt zijn." Wordt vervolgd.