IVo. 514.
Woensdag 10 Juli 1880.
Jaarg.
J
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwscli-Vlaanderen
F. DIELEMAN,
AXEL.
Staatkundig Overzicht.
itiiinenlaiidst'h Jiieiiws.
FEUILLETON.
Vergeven, ook Vergeten.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrjjdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfrauco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonder!, numm. 3 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Met zekerheid ban worden medegedeeld, dat
keizer Wilhelm II, gedurende zijn jongste verblijf
in Zuid-Duifschland, zich herhaaldelijk in zeer ver
zoenenden geest over het geschil met Zwitserland
uitgelaten heeft. Hij vond het jammer dat twee
volken, die zoo lang goede vrienden zijn geweest,
thans met elkander overhoop liggen, zonder dac
een van beider, recht weet waarom. Weliswaar
heeft het politietoezicht over vreemdelingen in
Zwitserland aan de Duitsche regeering herhaalde
lijk reden tot klagen gegeven. Uit de thans ont
vangen inlichtingen valt echter af te leiden dat
ook in Zwitserland bij de onbevooroordeelde en in
vloed uitoefenende personen do overtuiging leven
dig is geworden, dat de politie daar te lande in dit
opzicht eene ingrijpende wijziging behoort te on
dergaan. Maatregelen indien zin zijn dan ook in
derdaad reeds voorbereid. De keizer vertrouwde
derhalve, dat de bestaande pneenigheid binnen kort
uit den weg geruimd en de vroegere goede ver
standhouding hersteld zal worden. Na oplossing
van dit geschil, voegde hij er bjj, zal het zooveel
te duidelijkei blijken, dat de overeenstemming dei-
belangen van beiden eenen waarborg oplevert voor
de handhaving van beider wederzijdsche onafhan
kelijkheid.
Het is dus te vomzien dat deze zaak binnen
weinig tijds in der minne geschikt zal worden.
De Fransche kamerzittingen leveren tegenwoor
dig eene aaneenschakeling van schandalen en schan
daaltjes. Een der de vorige week gehouden zit
tingen begon zeer kalm en zij scheen dit ook te
zullen blijven. Maar dat was te ergdat mocht
niet. Getrouw aan betgeen de gewoonte is ge
worden, begon het dan ook op eens weer te stor
men. Zware aantijgingen of knoeierijen werden
door de rechterzijde aan twee ministers te laste
gelegd, eerst aan Tirard, en toen het was gebleken I
dat deze in de bedoelde zaak, die reeds eenigeja-i
ren oud was, zonder smet was. kwam de beurt
aan Rouvier, ook al wegens eene oude zaak, en
toen gingen de poppen eerst recht aan het dansen,
en een der leden van de rechterzijde, Baudry d'
Asson, wilde zich op Rouvier werpen, maar hij
werd daarin verhinderd door de boden dei kamei
Een der bladen merkt dan ook op, dat de Fran
sche tribune door het stelsel van lasteringen, dat
tegen de aanzienlijkste mannen der republikeinscbe
partij in praktijk woidt gebracht, eene soort van
schandpaal is geworden, waaraan beurtelings ieder
die minister geweest is, die het nu is, of die het
worden kan, te pronk wordt gesteld om door wie
maar wil beschimpt en gehoond te worden.
Toen na den storm de eigenlijke beraadslaging
begon, was de begrooting van den minister van
binnenlandsche zaken aan de orde. Artikels 1 tot 52
werden aangenomen Bij artikel 53, geheime fond-
son voor het ministerie, stelde een der leden voor
den post te schrappen. Die post, zeide hij, dient
slechts om de ministerieele bladen te bezoldigen,
evenais onder het keizel'rijk. Bovendien, het toe
staan der geheime uitgaven wordt gewoonlijk be-
schouvjd ais een bewiis van vertrouwen in den
minister, en daar die post nu loopt, over een dienst
jaar, waarinde tegenwoordige minister waarschijn
lijk dien ambtstitel niet meer zal hebben, zoo kan
de post gevoegelijk vervallen.
De minister Constans antwoordde, dat zijn hoop
op het ministei ieele leven zich inderdaad niet uit
strekt tot 1890. Hij was dus niet bij de zaak be
trokken.
Na deze verklaring wei d de post verworpen met
51 stemmen meerderheid. Dit is de eerste maal
dat de kamer de geheime uitgaven voor den mi
nister van binnenlandsche zaken geschrapt heeft.
De begrooting is vervolgens goedgekeurd.
Er zijn berichten in omloop, dat de paus het
voornemen koestert om uit Rome to vertrekken
en zijn verblijf in Spanje te vestigen. De Spaan-
sche regeering is omtrent deze zaak reeds gepolst
en het kabinet heeft aan de koningin-regentes te
kennen gegeven, dat het ministerie het raadzaam
achtte den paus geen afwijzend antwoord te doen
toekomen.
14
„Kijk me die kerel daar nou eens in zak en asch
zitten. Wel vader kunt ge je nog al amuseeren
iu dit optrekje? Ha, ha. ha!"
Geen antwoord volgde op deze hartelijke ontboe
zeming, en zoowel de oude man als Emma, bleven
voor zich uitkijken, en deden door niets blijken, dat
zij wisten, dat er nog een derde persoon in de ka
mer was. Deze liet zieh echter daardoor niet
zijn toespraak storen, en ging aldus voort
,,'t Is waarachtig een aardige salon hier, waar je
je heele leven zoudt willen wonec. Het schijnt ten
minste dat gij er zoo over denkt. Hoe is het, duurt
het je nog niet lang genoeg Wil je teekenen
Spreek dan, beroerde kerel Of moet ik je op een
andere manier trakteeren
Nog volgde er geen antwoord, en de man bleef
met uitdagenden blik het tweetal aanzien.
„Komaan, spreek op, oude, wil je teekenen of
niet
Een licht schouderophalen was het eenige ant
woord, dat de oude man op deze vraag gaf.
„Nu dan, ik ben ver.... als je het niet doen
zult. Het schijnt echter wel dat jullie elkaar stijft
in hardnekkigheid. We zullen eens zien, hoe het
gaat, als je niet meer bij elkaar zijt. Ik wist niet,
dat dat kleine dingetje, met haar snoeperig bekje,
nog zoo halstarrig was. Maar misschien doet de
liefde een andere uitwerking. We zullen je een
aardig kamertje en een hupschen vrijer geven."
Dit zeggende, riep hij met luide stem buiten de
deur „Mie, kom eens gauw hier."
Kort daarna kwam een lange' smerige vrouw, met
brutale scherpe trekken en vaalgrijze oogen, het ver
trek binnen, en vroeg brommend „nou, wat is er
nou weer aan de hand Kunt ge een mensch nooit
met rust laten
„Mie." hervatte de kleine man, „is de kamer hier
beneden in orde Dan zullen we daar de jonge
meid op zetten."
„Die is gauw genoeg klaar gemaakt, ik zal er
dadelijk voor gaan zorgen
„Maak vooral, dat de sloten goed in orde zijn, en
doe de vensters op de gewone wjjze dicht."
„Ja, laat dat maar aan mij over," antwoordde de
vrouw, en in zich zeiven voegde zij er brommend
bij„die mannen bemoeien zich overal mee."
„Nemen jullie nou in dien tijd maar afscheid van
Provinciale Staten van Zeeland.
Vrijdagvoormiddag 5 Juli.
Voorzitter de heer jhr. mr. De Brauw.
Tegenwoordig alle leden.
l)e notulen worden goedgekeurd.
Aan de orde komt
I. Mededeeling van de voorzitters en de onder
voorzitters der afdeeiingen, alsle afd. voorz de
heer Van der Have, onder-voorz. de heer Pompe
van Meerdervoort2e afd. voorz. de heer Kake-
beeke, onder-voorz. de heer Fokker; 3e afd. voorz.
de heer Hoogeboom, ondervoorz. de heer Walter.
In de samenstelling der afdeeiingen van God.
Staten is geen verandering gekomen.
II. Voorstellen van Ged. Staten en verslagen
der afdeeiingen.
a. Bij acclamatie wordt aangegaan eene over
eenkomst met de Middelb. Courant, tot het uiige-
ven van een afzonderlijk verslag van de openba
re zittingen.
b. Zonder beraadslaging of hoofd, stemming -wordt
aangenomen, te beginnen met 1889, voor eiken
uit de provincie verpleegden idioot 50 's jaars aan
het geneeskundig gesticht te's Hagetoe te leggen.
c. Met alg, stemmen aangenomen het reglement
op het beheer der uitwatering van de polders Heer
Janz. c. a. te wijzigen.
elkander" vervolgde de kleine man „want je zult
elkaar in lang niet weerzien. Ten minste niet vóór
dat ge onzen zin gedaan zult hebben."
„Neen," riep de oude Frederik eensklaps uit „dat
zult ge niet van ons verg-n. Zoo wreed zult ge
wel niet zijn, dat ge ons lot te dragen, n.l. elkan
ders gezelschap, zult ontrukken. Behandel ons ove
rigens zoo slecht als ge wilt, maar ik bid ie, scheid
ons niet van elkander."
„Zoo, het schijnt al te werken" antwoordde de
man met een bitteren glimlach, „ik wist het wel,
dat ik de goede snaar had aangestreken. Welnu,
hoe is het, blijft ge hij je koppigheid volharden, ot
zult ge mijn wil doen Alleen oogenblikkelijke
gehoorzaamheid kan je dit onaangename besparen."
Het was blijkbaar, dat de oude man een hevigen
inwendigen strijd te doorstaan bad. Zou hij toe
stemmen Mocht hij wel, door te blijven weige
ren, het kind, dat hij zoo innig liefhad, blootstellen aan
de gevaren, waarmede men ondubbelzinnig gedreigd
had haar te omringen Kon hij haar in deze om
standigheden aan haar lot overlaten, en liep hi| geen
gevaar om door langere weigering de grootste en
heiligste belangen te verwaarloozen voor mindere?
Hoe duidelijk ziet hij een tafereel, lange jaren
geleden door hem bijgewoond, zich weder voor den
geest getooverd. Wordt vervólgd