No. 302.
Zaterdag 25 Mei 1889.
3(' Jaarg.
Vergeven, ook Vergeten.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Viaanderen.
F. DIELEMAN.
AXEL.
Staatkiuidig Overzicht.
FEFILLETOA.
Binnenlandsch Nieuws.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 3 ct.
DRUKKER UITGEVER
A d v e r t e n t i n van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Terwijl in Westfalen de werkstaking op een
einde loopt, komen uit Berlijn berichten van ge
heel anderen aard.
Koning Humbert van Italië met zijn minister
president Crispi zijn over Zwitsersch grondgebied
naar Duitschland getogen om de nog altijd ver
schuldigde beleefdheids-visite bij den Keizer te
brengen.
Berljjn wordt voor deze gelegenheid prachtig
versierd. In dat opzicht is er voor een vreemden
vorst nog nooit zooveel gedaan als nu. Langs de
straten prijken eerepoorten, fonteinen, beeldengroe
pen en wat al meer tot versiering kan aange
wend worden. De spreekwoordelijke Prui&sische
zuinigheid is verloochend. Terwijl men anders bij
een bezoek van vreemde vorsten zich meestal be
perkt tot het uitsteken der Duitsche en der Pruis-
sische vlag, prijken thans de huizen in een vol
len tooi van Italiaansche vanen, waarbij de Duit
sche nationale kleuren als uit hoffelijkheid jegens
den gast achterstaan. Bloemen, guirlandes, dra-
perién, alles is te baat genomen om zulk een
buitengewone pracht en glans te ontwikkelen, dat
men zich bijna niet meer zou verbeelden in het
anders zoo nuchtere Berlijn te zijn. In de be
roemde straat Unter den Linden is eene reusach
tige beeldengroepvoorstellende de verbroedering
tusschen Italië en Duitschland. Het is een werk
stuk van den voornaamsten onder de Duitsche
beeldhouwers, A. Begas, terwijl ook verder over
het algemeen de eerste kunstenaars aan de ver
siering der hoofdstraten hebben deelgenomen. Dag
en nacht is er aan voortgewerkt. Overal wemelt
het van werklieden en vreemdelingen. Reeds wor
den er gedenkpenningen rondgevent, benevens le
vensbeschrijvingen van koning Humbert en van
Crispi, terwijl de politieke bladen in hunne hoofd-
6.
Hjj behoefde niet zeer ver te loopen om een her
berg te bereiken, en weidia zat hij met een glas
bier voor zich bij de hooge kachel, die gloeiend
stond. De waardin, die met hem alleen in de ka-
uier was, en een groot liethebster van een praatje
•was, had hem al spoedig gevraagd, waar hij vaD
daan kwam en waar hij heenging.
„Ja, ziet ge, ik kom uit B. maar had daar geen
werk meer, zoodat ik nu hier maar eens zien zal,
of er wat voor me te verdienen is. Zou daar geen
kans op wezen denk je
„Wel kijk, dat is al heel toevallig, van morgen
was er net een boer hier, die een knecht zocht om
dat de zijne weggeloopen was'' antwoordde de vrouw.
„Wat zeg je? Ik kan je niet verstaan, ik ben
een beetje hardhoorend weet je."
„Nu, ik heb toch hard genoeg gesproken dunkt
me."
„Hé
„Ik zeg dat er juist iets voor je zou wezen,
artikelen eene hooge geestdrift aan den dag leg
gen.
De versiering van dat gedeelte der stad, alwaar
de Italiaansche gast zijn intocht zal houden, is
deels voor rekening van stadswege aangelegd. De
gemeenteraad heeft daarvoor 150.000 mark toege
staan. Een beschamend voorbeeld voorwaar, voor
gemeenteraden, die voor een feest van hun eigen
koning nog geen enkelen cent over hadden
Er wordt beweerd, dat het bezoek van koning
Humbert in verband staat met het sluiten eener
nauwe militaire overeenkomst tusschen Duitsch
land en Italië voor het geval van een oorlog met
Frankrijk, eene overeenkomst, waardoor het poli
tiek drievoudig verbond zou worden aangevuld en
uitgebreid. Deze bewering wordt even ijverig ver
kondigd en bestreden, naar gelang van de politie
ke richting der sprekers. Er zal natuurlijk wel
wat van waar zijn, maar niet dat zulk eene over
eenkomst eerst zou zijn ontworpen naar aanleidig
van 's konings bezoek, hetwelk daarmede niets te
maken heeft en eenvoudig eene beleefdheidsbetui
ging is wogens des keizeis bezoek in Italië. Veel
eer kan men uit verscheidene konteekenen aflei
den, dat er reeds vroeger eene overeenstemming
omtrent mogelijke militaire samen wei king is ver
kregen. Het tegenwoordige bezoek des Konings
heeft eene staatkundige beteekenis door de har
telijkheid der ontvangst te Berlijn en door het
alarm, dat daarover in Italië onder de voorstan
ders van Frankrijk opgaat. En daarover zal men
eerst kunnen oordeelen na de feestweek en de in-
di ukken, die zij in Italië zoowei als bij ue buren
te Parijs en Sint Petersburg zal hebben teweegge
bracht.
schreeuwde de vrouw.
„Zoo, nou hjjk, dat zou al goed treffen. Waar
woont die man en hoe heet hij?"
„Hier net even buiter. het dorp. Als je hier
rechtsom slaat en dan die weg maar volgt, komt
ge er van zelf, en als je dan vraagt naar boer Schra-
der dan /.al iedereen je terecht wijzen."
„Dank je wel, en wat is het voor een baas
„Och, ik ken hem niet goed, hij leeft erg afge
zonderd en komt nergens, maar ik geloof wel, dat
hij voor zijn volk goed is."
„Dan kunnen we het in ieder geval probeeren,
dan ben ik toch in dien tijd geborgen."
Nadat, hij zijn gelag betaald had, en de vrouw
nog eens bedankt had, begaf hij zich op weg naar
de hem aangewezen boerderij, die bjj ook weldra be
reikte. Ook zijn plan om bij den boer in dienst te
komen gelukte, en dadeljjk namen zjjn werkzaam
heden een aanvang. Wel verre dat zijn doofheid
den boer onaangenaam was, scheen het hem te be
hagen, en Kempe deed al zijn best om stokdoof te
schijnen, wat hem dan ook uitstekend gelukte.
Behalve uit den boer bestond het huisgezin uit
diéns vrouw en een zoon en dochter. Gerrit en Li-
se waren beide flinke jonge menschen, die zeer
ijverig en in de huishouding en de boerderij een
goede hulp waren. Maar toch was er in dit huis-
Door den commissaris des konings ie Zee
land is een circulaire gericht tot de burgemeesters in
Zeeland, waarbij met ingang wan 1 Juni weder in
toepassing komt het laatste lid van art. 2 van het ko
ninklijk besluit, dd. 25 Augustus 1880 (Staatsblad
no. 164), evenals in 1888, voor d e geheele provincie.
Dientengevolge worden de verbodsbepalingen tegen
het vangen, dooden en vervoeren van de bonte kraai,
de roek, de kauw, kerkkauw. torenkauw, torenka,
de huismusch, de ringmusch, boom-, berg- cfveld-
musch, voor de geheele provincie opgeheven, en
zulks van 1 Juli 1889 tot en met 31 Maart 1890.
Ter voorziening in do vacature voor het lid
maatschap der Tweede Kamer in het hoofdkies
district Nijmegen, ontstaan door het overlijden van
den heer Reuther, is gekozen de heer F. T. J. H.
DOBBELMAN (K.) met 1175 stemmen.
De heer De KoDing (L.) had 345 stemmen.
In een onzer vorige nommers meldden wij
dat in den voornacht van 's konings jubileumfeest
de Oranjevlag van den toren der residentie door
een roode, met een opschrift, werd vervangen.
Alle pogingen tot opsporing der daders, schijnen
vruchteloos.
De Haagsche briefschrijver van het U. D. meldt
thans
Ik ben niet in de politie-geheimen ingewijd, maar
durf toch wel de onderstelling wagen dat men do
operateurs van die kleurverwisseling evenmin zal
vinden, als de afzenders van de beruchte Sint Ni-
colaas kistjes te Amsterdam gevonden zijn, en dat
de justitie daarover niet al te veel spijt zal ge
voelen, omdat zij eigenlijk met de vangst tamelijk
verlegen zou zitten.
Immers, zijn mijne inlichtingen juist, dan be
staat er geen grond om te vervolgen wegens dief-
gezin iets vreemds en dit ontsnapte geenszins aan
den geoefenden scherpen blik van Kempe.
„Ik geloof waarachtig, dat ik aan een goed kan
toor beland ben, nu maar opgepast, en dan zullen
we wel iets te weten komen," mompelde hij.
Wij willen dat voor den majoor hopen, en kee-
ren intusschen naar de stad terug.
In den barbierswinkel van Leenman was het den
geheelen dag zeer druk geweest, en met innig ge
noegen sloot de kleine levendige man om 10 uur
de deur achter den laststen klant.
„Komaan, nu kunnen we nog eens een uurtje rus
tig zitten, en dan naar bed. Dat is me vandaag een
dagje geweest. Ik ben er zoo waar moe van. Daar
kan een pijpje op staan," sprak hij in zich zeiven.
Met innig welbehagen stopte hij vervolgens een
groote Duitsche pijp met een prachtig landschap er
op, en hulde zich spoedig in een dichte rookkolom.
„Kom, moeder, waar zit je Je moet nu nog
wat rustig bij me komen zitten en wat met me pra
ten," riep hij.
„Ja, ja, ik kom, maar ik moet eerst die jas van
Mijnheer nog uitborstelen," antwoordde een stem
uit een klein kamertje achter den winkel.
„'t Js toch een beroerde last als je kamers moet
verhuren, je moet den heelen dag in de weer zjjn