Jf rs .1 fü ï*o. 295. Woensdag 24 April 1889. Jaarg. f><; Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. DIELEMAN. AXEL. Staatkundig Overzicht. FEUILLETON» i. Vergeven, ook Vergeten. Binnenlandse]! Nieuws. C OU I! A Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 3 ct. DRUKKER UITGEVER Advertentiên van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 8/2 maal. Advertentiên worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Wanneer het er op aan komt om over den slechten tijd te klagen, dan zal voorwaar de Ne derlander de minste der broederen niet zijn want het klagen schijnt bij ons volk instinctmatigmen wordt als 't ware klagende grootgebracht, leeft al klagende en gaat klagende dood. Dat is nt: eenmaal een karaktertrek van ons. Maar wat zullen we moeten zeggen, wanneer we lezen wat de Oostenrijksche consul te Madrid meegedeeld heeft over den toestand in Spanje Vergeleken bij dat land, leven we hier goddanu nog in Abrahams schoot. Genoemde consul schrijftWaarschijnlijk zal voor Spanje 1889 even ongunstig wezea als het afgoloopen jaar. Te vergeefs zoekt men naar re denen van die crisis en naar middelen om ze te doen ophouden. Spanje leeft in vrede met de beele we reld de vorige oogst was goed, en de aanstaan de belooft niet slechter te zijn de rente staat uitstekend, en niettegenstaande al die gunstige verschijnselen gaat de handel dagelijks meer ach teruit. Te Madrid zou men dien treurigen staat van zaken aan de crisis in het bouwvak kunnen toeschrijven, want, na eene langdurige bouwperi ode heeft er eene volkomen staking in dit bedrijf plaats gevonden, welke duizenden arbeiders die van buiten af naar de hoofdstad waren gekomen, broodeloos doet zijn. Maar uit de provinciën lui den de berichten eveneens ongunstig. Het zijn voor al de zuidelijke en oostelijke gewesten die on der deze slechte tijden te lijden hebben. Zoo is ondermeer uit de provincie Almeria, waar de toestanden hoogst ongunstig moeten zijn, eene de putatie naar de koningin gezonden om hulp te vragen. Over het algemeen kwijnt de landbouw in geheel Spanjehet grondbezit gaat er hard i. Brr! Wat is het koud! Een scherpe [Noord- Oosten-wind huilt door de straten. Over de vlakte had hij gezwierd, en door zi,n ijzig kouden, krach- tigen adem had hy alles, wat hem in den weg trad, voor zijn wil zien buigen, en wat zich daartoe ta hoog achtte, had hij verpletterd ter aarde gewor pen. Oude sterke hoornen, die een eeuw lang zijn woede hadden getrotseerd, had hij ten leste over wonnen, en hij had een gillenden juichtoon geslaakt, toen zijn vijand ontworteld en verslagen ter neder lag. Voort ging het in dollen overmoed over land en zee! Vooral op de laatste vierde hij naar har telust een jolig, dartel teest. Hoe zweepte hij de hemelhooge golven op Wee dengeen, die onder zijn bereik kwam. Met angst in het hart werd zijn nadering door vele schepelingen bespeurd, en alles in gereepheid gebracht om den steeds nader komen den vijand af te wachten, en zoo mogelijk te ver slaan. Maar reeds had hy het schoone schip met achteruit, omdat de eigenaars van kleine landgoe deren de daarop rustende lasten bij gebreke van eene markt voor hunne producten niet langer be talen kunnen. De kleine grondbezittingen worden wegens ach terstallige belastingen door den fiscus opgeëischt, en de staat weet niet wat te beginnen met het buitensporige grondbezit dat hem op die wijze in banden komt. Alleen in de provincie Arragon zijn hierdoor meer dan 70.000 boerenplaatsen in het bezit van den staat gekomen. De landbouwpro ducten kunuen tengevolge van den druk der be lasting niet tegen die van het buitenland concur- reeren. De opbrengst der ïeusachtige oranjeap pelenteelt in Zuid-Valencia is zoo goed als nul. De onkosten van verpakking en de kisten der sinaasappelen worden niet door de prijzen waar voor men in Londen die vruchten koopon kan, gedekt. Om die reden is de uitvoer naar Londen sterk af, en de armoede der bij die cultuur be- belanghebbenle bevolking zeer toegenomen. De Spaansche koopman, die tot dusver zijn ver plichtingen zeer nauwgezet nakwan, moet nu, zeel ten nade-de van zijn crediet, tot allerlei uitvluch ten en uitslellen zijn toevlucht nemen, als hij geen gevaar loopen wil zeer spoedig failliet te gaan. Exporteurs, die reeds langen tijd met Spanje in betrekking staan, zullen dit verschijnsel reeds opgemerkt hebben. Voor hen echter die met Spanje verbindingen willen aanknoopen, is voorzichtigheid daarom zber van noode. Een treurige bevestiging van de ondraaglijke toe standen is de op groote schaal toenemende land verhuizing, waardoor aan Spanjedat waarlijk niet aan overbevolking lijdt, groot nadeel wordt toe gebracht. Want het zijn geen proletariërs maar flinke en knappe boeren uit Catalonië en Gallicië nie bij duizenden hunne, woonplaatsen verlaten en in de Zuid-Amerikaanscbe republieken een nieuw krachtige hand aangegrepen, en alles doen kraken en beven. Met honenden spot beantwoordde hij de pogingen der zeelieden om zich aan zijn macht te onttrekken, en niet lettende op de angstkreten en smeekbeden zijner slachtoffers had hij eindelijk, zijn spel moede, het schoone werk van menschenhand, aan stukken op het strand geworpen. En weer ging hij voort langs velden en steden Maar hier kreeg zjjn spel een meer guitig karakter. Om de hoeken der straten kwam hij aangieren en greep de onbe dachtzame wandelaars bij de haren ontrukte hun het zoo noodige hoofddeksel, en ving dan met den ver- blutten eigenaar een hoogst komische jacht aan. Dan weer dreet hij zijn dartel spel met afgevallen blaren, die hij in fantastische, warrelende kringen voor zich uitjoeg. Maar niettegenstaande zijn krach tige pogingen om ook hier racester te blijven,, lie ten de ir.enschén in de stad hem géén baas, en gin gen als naar gewoonte met hunne bezigheden en uitspanningen voort. Evenals altijd scheen een hel der licht uit de taliijke winkels, en rijtuigen en voetgangers krioelden als vroeger door elkander. De twee ionge wandelaars, die uit gindsch kof fiehuis komen, schenen zich ook niet veel om den hevigen wind te bekommeren, ja er zich integendeel over te verheugen. „Hé, Rob, dat is een heerlijke overgang, zoo van vaderland gaan zoeken. Overal ziet men hetzelf de verschijnsel. Zoo lijdt Bercelona aan naweeën der tentoonstelling, tengevolge waarvan die stad een crisis tegemoet schijr.t te gaan. Het tekort op de tentoonstelling wordt op niet minder dan tusschen de 8 en 13 millioen pesetas geschat. Nu doet do stad al het mogelijke om die schuld op het rijk te schuiven, met de vry naïeve bewe ring dat het er niet veel toe doet of het tekort in de schatkist al of niet met 13 millioen vermeerderd wordt, daar in de afgöloópen acht maanden toch reeds ruim 71 millioen pesetas minder in de rijkskas sen vloeiden dan het jaar te voren. De vlotten de schuld bedroeg op 1 Februari ruim 158 milli oen pesetas, ongerekend nog een voorschot van 59 millioen van de Spaansche bank en een van 33 millioen van de regie. Zou het soms een vloek zijn, die op Spanje rust, voor het onrecht en de gruwelen in vroeger jaren gepleegd? Sommige vereenigingen voor Volksverma ken hebben besloten van de voorgenomen fees telijkheden op 12 Mei e. k. af te zien, wegens den toestand van Z. M. de Koning. De Regeermg heeft een wetsontwerp inge diend tot instelling van eene consignatiekas, ter vervanging van de nog bestaande Fransche wet. De voorgestelde bepalingen berusten op eene ruim 80-jarige practijk en maken tevens een einde aan den onregelmatigen toestand, waaronder do geldig heid van elke consignatie betwistbaar bij gemis van eene consignatiekas of armoriisatiekas, waar van in verschillende wetboeken sprake is. De nieuwe kas komt onder het beheer van den Minister van financien. die gloeiende zaal in de frissche koude buitenlucht. Ik zou het daar niet langer uitgehouden hebben," zeide de een, een lang blond jongmensch met vuri ge levendige oogen tot zijn metgezel, die hoewel niet zoo lang, forscher gebouwd was, en zich kon beroemen op een innemend uiterlijk. „Dat wil ik wel gelooven" riep hij uit „want ik zou de plaats wel eens willen weten waar je het langer dan een half uur uithieldt. Sinds je die lie ve Emma hebt gezien, is er geen rust meer vcoir je, en sehjjnt ge je zeiven te veroordeelen, om voort durend langs 's Heeren straten te zwerven in de flauwe hoop eenig spoor van de verdwenen schoone te vinden." „Maar is het dan ook geen allerliefst kind, wel waard, dat men er tot het einde van de wereld door loopt „Zeker, het is een aardig geziehtje, het is maar jammer, dat je zoo weinig van haar weet." Maar ik heb toch voldoende ondervonden, dat ze een beschaafd, ontwikkeld meisje is. En al weet ik nog niets van haar eigenlijke positie en al kan ik in de verste verte niet gissen in welke betrek king zij staat tot dien zonderlingen ouden man, die daar even buiten de stad woont, zoo ben ik toch overtuigd dat zij een edel meisje is, wel waard om gelukkig te zijn en in staat een ander gelukkig te J.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1889 | | pagina 1