No. 292.
Zaterdag 20 April 1889.
Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIIXEVIYY
AXEL.
Staatkundig Overzicht.
Iliiiiiciilandsch Sfienws.
AMiLSIilll!
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 3 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TM EE uren.
Het heeft weinig gescheeld, of generaal Boulan-
ger heeft met een Belgisch journalist moeten duel-
leeren. De „Inde'pendance Beige" heeft in strijd
met des generaals tegenspraak volgehouden dat Bou-
Janger eene bijeenkomst heeft gehad met prin* Vic
tor Bonaparte. Generaal Boulanger zou gezegd heb
ben, dat het blad voor het verspreiden van dat ge
rucht 10.000 francs van de Fransche regeering heeft
ontvangen.
De hoofdredacteur der „Indépendance Beige", de
lieer Berardi, zond toen de generaals Collignon en
Merckelbagh naar Boulanger om opheldering hier
over te vragen. De generaal benoemde de heeren
Dillon en Turquet tot zijn getuigen en deze ver
klaarden, dat Boulanger niets anders heeft gezegd,
dan: „Indien de heer Constans er 10.000 francs
voor had betaald, dan had het gerucht niet beter
kunnen zijn." De getuigen van den heer Berardi
namen genoegen met deze opheldering en zoo werd
een protocol opgesteld, waarin de vier getuigen
de verklaring aflegden, dat er geen grond bestond
tot het geven van satisfactie op het veld van eer
Volgen« eene inlichting van den „Temps" rust de
aanklacht tegen Boulanger hoofdzakelijk op de drie
volgende punten lo. Verleiding van officieren en
soldaten tot ontrouw en wederkeerige toezegging van
hulp in zekere gevallen 2o. onwettige overschrij
ving van gelden, die ten behoeve van leveringen
voor het leger waren bestemd, gedurende dat Bou
langer minister van oorlog was 3o. houding van
Boulanger in eene bij Laguerre plaats gehad heb
bende vergadering ter gelegenheid der verkiezing
van den president der republiek.
Deze vergadering, misschien is het den lezer be
kend, moest dienen om de middelen te vinden ter
verhindering der verkiezing van Jules Ferry als op
volger van Grévy. Er werd in die bijeenkomst ge
handeld over de kansen van Jules Feny en over
hetgeen gebeuren kon, als hij gekozen mocht wor
den. In den loop van het gesprek mengde een der
aanwezigen het leger in de zaak. De soldaten, moet
toen Boulanger gezegd hebben (hij was te dien tij
de vermomd, met een blauwen bril en een hinkend
of sleepend been te Parijs gekomen, daarbij zonder
verlof van den minister van oorlog Clermont-Fer
rand, den zetel van zijn comraandement, had verla
ten), zullen in de kazerne blijven (namelijk als het
op straat tot rustverstoring kwam).
Voor het overige dient, dat de procureur-generaal
in zijn eerste requisitoir die uitdrukking heeft op
genomen.
Van die vergadering ten huize van Laguerre is
indertijd een proces-verbaal opgemaakt, waaruit blijkt,
dat vele volbloed republikeinen de bijeenkomst had-
den bijgewoond.
Een der bladen vraagt het vragen kan soms
lastig zijn als Boulanger door deel te nemen
aan die vergadering, welke inderdaad wel het voor
komen heeft van een samenzwering, zich schuldig
gemaakt had aan een aanslag tegen de veiligheid
des staats, wat zal men dan aanvangen met Clemen-
eeau, Granet, Lockroy en anderen, die destijds ge
lijk van denkbeelden met Boulanger, de beraadsla
ging bijwoonden?
De tijd zal 't leeren.
De tekst van de Koninklijke Boodschappen, ten
geleide van wetsontwerpen, bij de Staten-Generaal
ingediend, luidt thans
Mijne Heeren
In naam van Zijne Majesteit Willem III, by de
gratie Gods Koning der Nederlanden, Prins van
Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg, enz.
enz enz.
De Raad van State, krachtens art. 45, 2e, dei
Grondwet, waarnemende het koninklijk gezag,
Biedt u hiernevens ter overweging aan een ont
werp van wet
De toelichtende memoiie (en bijlagen), die het
wetsontwerp vergezellenbevatten de gronden
waarop het rust.
En hiermede, mijne Heeren, beveelt de Raad
van State U in Godes heilige bescherming.
's-Giavenhage, den
De Vice-President van den Raad van State,
Van Reenen.
Bij kon. besluit is aan den heer mr. F. M.
C. E. Koksma, advocaat te Sluis, vergunning ver
leend om, als procureur bij de Arrondissements-
Rechtbank te Middelburg, zijn -verblijfplaats te
Sluis te blijven vestigen.
De milicien-verlorgangers van de lichting 1886,
behoorende tot het 2e, 3e en 6e leg. inf., zijn voor
herhalingsoefeningen onder de wapenen geroepen
van 12 Augustus tot 14 September. Die welke
behooren tot de batterijen van het le 2e en 3e
reg. veld-art. (dus niet die van de treincompag-
ni6n) van 20Augustns tot 21 September. Die van
het korps rijdende artillerie van 27 Augustus tot
30 September, die van de le compagnie ponton
niers van 1 Juli tot 3 Augustus, die van de 2e
compagnie pontonniers van 15 Juli tot 17 Augus
tus, die van het korps genietroepen (uitgezonderd
de vestingtelegrafisten) van 6 Augustus tot 7 Sep
tember, die van de 3e compagnie hospitaalsolda
ten van 12 Augustus tot 14 September.
Bij de regimenten vestingartillerie komen de
miliciens van de lichting van 1887 seriesgewijze
gedurende 32 dagen voor herhalingsoefeningen onder
de wapenen.
- Bij kon. besluit is bepaald dat de Jdienst der
ingelijfden bij de militie te land der lichting van
1883 en van de ingelijfden bij de zeemilitie der
lichting van 18S4 den 30 April eindigt, voor zoo
ver op dien dag hun diensttijd reeds zou zijn ge
ëindigd. ware deze niet verlengd bij een wet van
7 Aug. 1888.
Dientengevolge heeft de minister van oorlog be
paald dat de paspoorten voor deze miliciens n u
reeds moeten worden gezonden aan de Com
missarissen des Konings in de provinciën, waar
uit deze miliciens herkomstig zijn.
- Uit Kloetinge wordt aan de N. R. Ct. ge
meld
Eindelijk is er dan toch eenige zekerheid om
trent het lot van den gewezen secretaris en ont
vanger dezer gemeente, die den 12 Februari on
verwachts zijne betrekking en zijn gezin verlaten
heeft, en die in het politieblad gesignaleerd is.
De Snoo heeft uit de Nieuwe Wereld naar hier
een brief geschreven, meldonde dat hij daar goed
en wel is aangekomen, waar men hem niet aan
de justitie overleveren zal.
Daarmede is nu ook eene andere quaestie op
geruimd. De vrouw van De Snoo was, kort na
het vertrek van haren echtvriend met de kinde
ren, van hier gegaan en had haren intrek geno
men bij de familie van haren man in zekere ge
meente van Zuid Holland. Na verloop van een
paar weken verzocht de burgemeester dier gemeen
te aan den waarnemenden burgemeester van on
ze gemeente om een bewijs voor de vrouw, dat
zij onvermogend was de kosten te dragen van
een rekest aan de rechtbank tot verkoop van on
roerend goed. Onze wethouder vond dit wel wat
zondeiling, eensdeels om het doel (verkoop van
onroerend goed) anderdeels om de geringheid dei-
som (een zegel van /0,2>.5). Hij weigerde, tenzij
de vrouw kwam met twee bekende en te goeder
naam staande getuigen, die hare armoede met
hunne handteekeningen bekrachtigden. Die getui
gen kwamen niet, maar werd er gecorrespondeerd,
en toen onze wethouder bleef weigeren, begon
een notaris nieuwe pogingen aan te wenden, en
werkte zelfs wel eenigszins op het gevoel van
onzen waarnemenden burgemeester, door te mel
den dat do nood drong, dat men niet wist waar
De Snoo was, en deze dus geen machtiging of
bijstand aan zijne vrouw kon verleenen enz. enz,
Alles te vergeefs. Doch nu is de quaestie opge
lost, dewijl het verblijf van De Snoo bekend is.
Van regeeringswege is medegedeeld het ver
slag over de uitkomsten van den oogst van 1888
in Nederland. Vergeleken met 1887, werd een
ongunstigen oogst verkregen van tarwe, rogge en
gerst, zoowel in graan als in stroo, verdei- van
erwten, ook in stroo, aardappelen, suikerbieten,
koolzaad, karwijzaad, kanariezaad, chichorei, vlas
en hennep, in zaad als in lint, mangelwortels, kla-
verhooi, appelen, pruimen, bloembollen en bloem-
kweekerijen, te zamen dus 24 artikelen.
Betere uitkomsten dan in 1887 werden verkregen
vanhaver in graan en stroo, boekweit, veldboo-
nen ook in stroo, koolrapen, gele wortelen, groe
ne klaver, gras en hooi (in qualiteit was dit laat
ste echter veel ongunstiger, en als zoodanig ze
ker 30 pot. beneden dat van 1887 te rekenen,
welke hoeveelheid alleen als strooisel of pakhooi
dienst kon doen), warmoezerijen, peren, kersen,
aardbeziën, aalbessen en boomkweekerijen, te za
men dus 16 artikelen.
Gelijke of althans vrij gelijke (minder dan 1
pet. verschillende) uitkomsten gaven tabak en
houtgewas. Van dit laatste geldt deze uitkomst
in het algemeen, het boschhout heeft een beter
lot gemaakt dan in 1887, maar de mandemakers-
twijg, of juist het griend- of waardenhout, maakt
hierop in het algemeen eene ongunstige uitzon
dering.
Uit deze en vorige opgaven blijkt voldoende,
dat dit jaar voor den landbouwer onder de on
gunstige gerangschixt moet worden, terwijl de vee
houders, en hiervan inzonderheid zij, die vee hou
den voor de boterbereiding, door de lage boterprij-
zen mede verlies hebben. De bereiders van vet
te kaas hadden het beter, doch de vetweiders heb
ben slechte zaken gemaakt, omdat het magere vee