No. 291.
Woensdag 17 April 1889.
5e Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. IHELEMAN,
AXEL.
Staatkundig Overzicht.
FEUILLETOX.
BE ï««m.»TER ElKtttST»
Fr. ZIMMERMANN.
Biiiiieiilandscli Nieuws.
STATEN-GENERAAL.
m.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 3 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent5
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlyk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Het jachtslot Mayerling, hetwelk door het treu
rige drama dat aldaar is afgespeeld, eene even treu
rige vermaardheid heeft gekregen, zal een klooster
worden voor Caimelitessen, terwijl de omliggende
bijgebouwen zullen worden herschapen in een asiel
voor oude en gebrekkige personen uit de omstre
ken. De kamer waarin de kroonprins zich van het
leven beroofd heeft, zal in eene kapel worden ver
anderd. De Oostenrijksche keizer heeft voor het
instandhouden van het klooster en het asiel eene
groote som als fonds geschonken De nonnen van
den berg Karmel behooren tot de strengste kloos
terorde zij zijn geheel van de wereld afgezonderd
en mogen zelfs hare naaste bloedverwanten niet
meer zien. Het spreken is haar verboden enhaie
gelaatstrekken zjjn steeds achter een donkeren
sluier verborgen Het leven dier vrouwen is ge
heel aan het gebed en aan godsdienstige overpein
zingen gewijd. Waar dus vroeger aan een onge-
nonden levensgenot de vrije teugel werd gevierd,
zullen voortaan de gebeden en gezangen der gesluier
de nonnen weerklinken. Van de keizerin verneemt
men, dat zij sedert den dood van haar zoon aan
droefgeestigheid en hdées fixes lijdt, en er in
haar toestand hoegenaamd geene verandering komt.
De Fransche Senaat is bezig met het proces te
gen Boulanger. Men houdt het er voor, dat de ar-
boid ongeveer een maand zal duren.
Chincolle, die van het doen en laten van Bou
langer steeds de geschiedschrijver was tot in de
nietigste bijzonderheden toe, is voorloopig als ver
slaggever van Figaro op zijde gesteld. De oorzaak
daarvan is deze. Den 3den April kwam hij aan
het bureau van genoemd blad omstreeks 6 ure 's
avonds. De hoofdredacteur, die per telefoon de tij-
NOVELLE VAN
XXXII.
Slot.
Ik wilde den toorn en de eigenzinnigheid, die
zich zoo vroeg in den knaap vertoonden, breken.
Het is my niet gelukt, bloed blijtt bloed, dat ver
loochent zich niet, en alle Krantzen breken liever,
dan dat ze buigen.
„Uw aanblik kon ik niet verdragen Anna. Als
ge me aanzaagt met uwe groote, ernstige oogen, daD
was het me, als zag ik den stervenden blik uws
vaders.
„Oordeel nu, meisje. Ik heb uw vader het leven
ontnomen hij heeft my meer ontroofd, veel meer,
want een vreugdeloos, eenzaam bestaan is het ver
schrikkelijkst, wat men zich denken kan. Spreek het
scherpste vonnis over mjj uit, als gij het vermoogt,
ik buig mijn grijs hoofd, ik heb niets meer te ver
liezen. Daar ligt mijn Karei. Ook hij heeft zich
ding uit Brussel had ontvangen, dat Boulanger al
daar was aangekomen, vraagt hem
„Welnu, mijnheer Chincolle, wat nieuws brengt
g\j?"
„Ik heb geen nieuws," antwoordde Chincolle. Hij
is niet vertrokken. Ik heb heden voormiddag nog
met hem ontheten."
Tegenover zulk eene ronde verklaring haalt men
allicht de schouders op voor eene tijding per tele
foon, vooral voor eene tijding van dien aard.
Maar den volgenden dag vernam de hoofdredac
teur, dat de telefoon hem goed had ingelicht, zoo
dat Chincolle zich had vergist!
Deze had namelijk op goed geloof aangenomen
wat Laguerre hem had verteld. Hij had hem ge
zegd Ik heb heden ontbeten met den generaal,"
en Chincolle had tegenover Francis Magnard die
woorden gaafweg tot de zijne gemaakt.
Intusschen is de groote Boulanger te Brussel
voor het eerst in het publiek verschenen en wel op
eene muzikale soirée ten huize van den afgevaar
digde Somzé. De overige gasten wisten van Bou-
langers uitnoodiging niets, zoodat zijne verschijning
als het ware eene paniek onder de aanwezigen te
weegbracht. Generaal Pontus, minister van oor
log, prins Chimay, minister van buitenlandsche za
ken met zijne dochter en de minister van land
bouw, De Bruyn, verlieten onmiddellijk de zaal ge
volgd door een groot aantal anderen. Deze verras
sing wordt den heer Somzé hoogst kwalijk geno
men.
De 72jarige hertog Adolf van Nassau heeft met
eene schoone, kernachtige toespraak het regentschap
over het groothertogdom Luxemburg aanvaard. De
instelling van het regentschap is een noodzakelijk
gevolg van de ernstige ongesteldheid van onzen
koning.
van mij afgekeerdals hij gezond wordt, zal hij mij
verlaten en u volgen dan beo ik geheel alleen."
De gewonde sloeg de oogen op en strekte zijne
bevende hand naar den oude uit.
„Arme, lieve vader, ik blijf bij u fluisterde hij
met zwakke stem.
De houtvester sprong op en zonk toen, door vreug
de en smart overweldigd, neer aan het bed zijns
zoons.
„Mijn zo^n ge leeft ge zijt me weergegeven?"
„Ik heb alles gehoord, vader. Reeds bi) den aan
vang uwer bekentenis kreeg ik mijn bewustzijn weer;
als in een droom vernam ik uwe stem, steeds klaar
der en duidelijker, ge hebt veel geleden, arme vader,
veel meer dan ge verdiend hebt. Ik verlaat u niet."
De oude had zijn gelaat in het kussen verborgen;
hij beefde over zijn geheele lichaam.
„En ge bemint uwen vader?" riep hjj. „Ge zijt
niet toornig op me, omdat ik hardvochtig en streng
tegen u geweest ben?"
De zieke schudde zacht het hoofd.
„Ge hebt gehoord, wat ik gedaan heb, en ge ver
vloekt me niet?"
„Neen vader, ik niet." Hij vestigde zijne oogen
smeekend op Anna, wier trekken haren inwendigen
strijd weerspiegelden, en zocht hare hand te grypen,
Zij trok zich echter terug.
„Vergeef gy ook?" fluisterde Karei.
Naar „de Oi an je vaan" uit particuliere berichten
uit 't Loo verneemt en haar berichtgever bleek
totnogtoe steeds juist ingelicht wordt in des
konings omgeving zijner majesleits uiteinde als
zeer aanstaande beschouwd.
Aan de Tweede Kamer is aangeboden een
wet tot naturalisatie o.a. van den heer B. A. Wil-
king koopman te Hulst.
Het wetsontwerp op het lager onderwijs zal
een dezer dagen bij de Tweede Kamer worden
ingediend.
Eerste Kamer.
Tegen hedenavond 8 uur is de Eerste Kamer
bjjeengeioepen.
Tweede Kamer.
Met 84 tegen 1 stem, die van den heer Dorae-
la Nieuwenhuis, is het wetsontwerp tot het tegen
gaan van overmatigen en gevaarlijken arbeid van
jeugdige personeD en van vrouwen, in de zitting
van Vrijdag aangenomen.
In diezelfde vergadering werlennog enkele klei
nigheden afgedaan.
De Kamer is tot nadere bijeenroeping gescheiden.
Waarschijnlijk zal de vacantie niet lang duren. Een
der eerst aan de orde komende wetsontwerpen is
de boterwet.
AXEL. 1« April 188 9.
Op de voordi acht ter benoeming van een on
derwijzeres in de nuttige hand wei ken aan de
school in den Groote Huissenspolder, gemeente
Zaamslag, zije geplaatst mej. H. de Visser en mej.
„Ge hebt in woesten toorn en ondoordacht gehan
deld," zeide zij ontroerd, „en hebt er zwaar voor ge
boet. Ik haat u niet, want ik kan ook mijn vader
niet vrijspreken van sëhuld, maar het is me onmo
gelijk verzoenend de hand te drukken, die mijn va
der gedood heeft."
„Anna," riep Karei, zich met inspanning half op
richtend, „bedenk wat uw vader den mijne ontroofd
heeft."
„Ik denk daaraan. Hem nam de dood weg, hij
kon, hetgeen hij misdaan heeft, niet goedmaken
wat bij u ontroofd heett, kan ik u niet weergeven."
„Ge kunt het, Anna, Word mijne vrouw, vergeet
den haat onzer vaders, en laat de liefde der kinde
ren te niet maken, wat de ouders misdaan hebben."
Hij beproefde nogmaals hare hand te vatten, terwijl
hij zijne rechterhand in die zijns uaders gelegd had.
Daar werd de deur geopend en tegelijk met tante
Tine verscheen de krachtige gestalte van den mo
lenaar in de deur. Allen richtten hnnne blikken op
den binnenkomende.
Holzegger bleef ootmoedig met gebogen hoofd aan
de deur staan.
„Houtvester," zeide hij zachtjes, „heb meelijden
met een vader, wiens hoofd door zijn eigen zoon
met schande bedekt is. Breug me niet voor het ge
recht, bid.ik u, ter wille van mijne arme vrouwen
mijne dochter, die aan de misdaad onschuldig zijn