IVo. 289. Woensdag 10 1889.
Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwscli-Vlaanderen.
F. DIELEMAN.
AXEL.
Staatkundig Overzicht.
FEUILLETON.
GE «GGWiStii iïKEGGT,
Fr. ZIMMERMANN.
Itinnenlandsch Nieuws.
STATEN-GENERAAL.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 3 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Wanneer iemand ter wereld er verstand van
heeft, de aandacht der groote menigte, ja zelfs
van bijna het geheele menschdom tot zich te trek
ken en ook gaande te houden, dan is het voor
zeker Boulanger. Zooals bekend is, heeft de ge
neraal de wijk naar Brussel genomen. Hij kwam
aldaar aan met graaf Dillon, Henri Rochefort en
eene zeer bevallige, elegante dame, door Rochefort
„zijne nicht" genoemd.
Eene groote menigte, waaronder ook eenige cor
respondenten voor de voornaamste nieuwsbladen,
stond hem cp te wachten.
Een dezer laatsten vroeg den generaal om een
onderhoud, wat volgaarne toegestaan werd. De
lidelheid van den politieken kwakzalver werd door
dit verzoek niet weinig gestreeldde persmannen
behoefden niet bang te zijn voor eene weigering.
De generaal stapte vervolgens met zijn gezel
schap in gereedstaande rijtuigen, de mannen van
de pers namen eveneens in rijtuigen plaats en
voort ging het in vollen draf naar liet Hotel Men-
gelle, waar de vluchteling vijf kamers op de eer
ste verdieping bewoont.
Bij den generaal ontvangen, beantwoordde deze
alle door de reporters gedane vragen met de groot
ste welwillendheid, noemde de personen die met
hem waien aangekomen, hoe hij Parijs had ver
laten en te Brussel incognito was aangekomen.
Betreffende zijn overhaast vertrek uit Parijs zei
hij, dat zoo hij Maandagavond niet vertrokken was,
hij den volgenden dag zou gevangen genomen zijn,
en ik ben voegde hij er bij des te meer daar
van overtuigd, omdat ik er van verwittigd ben
door hen, die met mijne inhechtenisneming be
last waren.
Indien de heer Bouehez zijn ontslag niet had
NOVELLE VAN
XXX.
Toen hield ik mjj voor den gelukkigsten mensch
van de wereld, want ik had alles, waarnaar ik ver
langd had. De houtvesterswoning, waarop reeds
mijn grootvader geleefd had, eene brave vrouw en
een knaap, die eenmaal den naam zou dragen en
het beroep zou uitoefenen van de oude houtvesters
familie. Toen kwam dat onheil over mij on
verwachts en uw vader, meisje, uw vader was
de aanleidende oorzaak."
Een smarteljjke zucht kwam over Anna's lippen.
„Het was in den herfst," vervolgde de houtvester
met doffe stem, en zoo gelijkmatig en eentonig, als
of hij tot zichzelven sprak, „we hadden goed jacht-
weer, juirt als dit jaar. Daar bemerkte ik op ze
keren dag, toen ik den toestand van het wild ging
nazien, om mjjn bericht aan de opperhoutvester^ af
genomen, zou de regeering haar plan reeds eenige
dagen te voren ten uitvoer hebben gebracht. Dus
heb ik geaarzeld alvorens te vertrekken. Tal van
brieven zijn mij toegezonden waarin mij geraden
werd mij te verwijderen. Eerst toen ik tot de
overtuiging gekomen ben dat mijne vrienden van
de Ligue des Patriotes slechts tot boeten van 16
a 5<)0 fr. zouden veroordeeld worden, stemde ik
er in toe Parijs te verlaten.
Wat er volgen zal, is moeilijk te zeggen.
Ik ben overtuigd, ging hij voort, dat de tegen
woordige regeering niet lang zal blijven bestaan
en dat ik weldra naar Parijs zal kunnen terug-
keeren. Intusschen spijt het mij niet, naar Brus
sel te zijn gekomenhet is eene mooie stad, en
door de telephoon in directe gemeenschap met Pa
rijs. Heel gemakkelijk, uwe telephoon, ik heb
daarmede heden nacht mijn manifest aan de Pa-
rijsche bladen gericht, en heden ochtend stond dit
manifest ook reeds in de Brusselscbe couianten.
Yan welke opinie gij ook wezen moogt, ot gij,
zooals wij in Frankrijk zeggen, Boulangistisch of
anti Boulangistisch gezind moogt wezen, ik vraag
het umoest ik als hoofd der nationale partij mij,
handen en voeten gebonden, van de buitenwereld
geheel afgezonderd, in eene cel laten opsluiten, of
wel, moest ik, zooals mijne vrienden het mij ge
raden hebben, Paiijs verlaten, om van hieruit mijn
partij met dezelfde gemakkelijkheid als te Parijs
geschiedde te besturen Dat is de vraag. Voor
mij is het de hoofdzaak de armen vrij te kunnen
houden tot de aanstaande, in October plaats heb
bende verkiezingen, waarna diegenen, die ons he
den tot heengaan genoodzaakt hebben, onze plaats
hier zullen kunnen innemen.
Wij zijn uitsluitend voor de orde; de regeering
is heden de wanorde, die wij op wettige wijze,
voor het heil van Frankrijk, tot aftreden willen
dwingen. Dagelijks zeg ik tegen mijne vrienden:
te zenden, dat niet alles in orde was. De kuddeD
stonden niet meer zooals anders; er moest iets zijn,
dat hen schuw gemaakt had ook ontbraken enke
le der sterkste bokken. Sedert geruimen tijd had
ik mij veel moeten bezighouden met de boscharbei
ders en de houtkooDers en had ik mij weinig met
den stand van het wild kunnen bemoeien het was
dus mogelijk, dat de bokken naar een ander ge
bied waren overgegaan, ofschoon zulks gewoonlijk
slechts in den bronsttjjd plaats heeft. Men moet
niet terstond het ergste denken. Van toen af was
ik echter op mijne hoede, en wist spoedig, dat er
een strooper in mijn gebied was.
„Ge kunt het niet begrijpen, zelfs al wilde ik
het u verklaren, hoe mij dat aangreep. Een gebo
ren jager, zooals ik, bemint het woud en het wild,
alsof het zijn eigen is, en haat den strooper en den
houtdief, niet omdat die iets doet dat strafbaar is
voor de wet, maar met zijn gansche hart, met een
persoonlijken haat, omdat zulk een mensch met eene
misdadige hand verstoort datgene, waaraan geheele
geslachten met vlijt en liefde gearbeid hebben. Tal
rijk wild en een goed onderhouden bosch maken de
vreugde uit van den jager en ae eer van den hout
vester en in mijne eer was ik het krenkendst
beleedigd.
„Nu kwam er een woeste tijd, meisje, die den
geduld, kalmte en koelbloedigheidNiet in vijf of
zes jaren, maar in een zestal maanden zullen wij
ons doel bereiken.
Met de grootste hoffelijkheid dankte generaal
Boulanger de leden der pers voor hun bezoek en
drukte elkeen bij het afscheid de hand.
Intusschen hebben reeds vele invloedrijke man
nen de Boulangistische gelederen verlaten en
spreekt men er van, dat de generaal uit Belgiö
zal verdreven worden.
Het Zaterdag aan het koninklijk paleis te 's-Gra-
venhage medegedeelde bulletin luidt als volgt
„De toestand des Konings heeft in de laatste
dagen geen verandering ondergaan."
Onder den titel „De Vaderlander," weekblad
voor het welzijn en de vrijheid onzes volks, is te
Wageningen een blad verschenen, waarvan men
ons het eerste nummer toezond.
In een woord aan de lezers verklaart de redac
tie dat zij den strijd zal aanbinden tegen de cle
ricals coalitie en regende doleerenden, die op ker
kelijk gebied revolutionair zijn. De redactie zal
liever een liberaal steunen die voorstander is van
de Ned. Herv. kerk, dan iemand die hare begin
selen niet is toegedaan en zij zal zich genood
zaakt zien zulks dikwijls te doen.
De redactie verklaart verder geen personen maar
alleen beginselen te bestrijden die de hare niet zijn.
Uitgever van het blad is de heer M. C. Brons
veld te Wageningen.
Tweede Kamer.
Vervolg van 4 April. Voorgesteld zijn nog ver
schillende amendementen, welke door den minis*
vrede en de rust van mijn huis geheel en al ver
stoorde Ik lag dag en nacht in het bosch, om den
wilddief te snappen. Vaak volgde ik zijn spoor
hemzelf echter ontmoette ik nooit, en hebben moest
ik hem toch. Het was alsof de strooper met den
duivel een verbond h«.d gesloten en zich onzichtbaar
kon maken, want lag ik aan het eene einde van
niijn gebied op de loer, zoo werd er zeker aan den
anderen kant een stuk wild geschoten. Men kon
wezenlijk bijgeloovig worden. Ik ben een eerste
vijand van oudevrouwen- en jageispraatjes, ir.aar in
mijn toenmaligen toestand was ik zoo gejaagd, dat
ik bijna aan den wilden jager en aan de geheele
toover- en heksen kraam begon te gelooven. Ja
dat deed ik. In het zoeken van een spoor en in
volharding had ik bijna mijns gelijke niet de
wilddief echter richtte mij volkomen ten gronde.
„Dat duurde zoo geruimen tijd. Van de opper-
houtvesterij was mij reeds meer dan eenmaal be
richt gevraagd over den stand der zaken en ten
laatste ontving ik eene waarschuwing, waarin men
mij meldde, dat men in mijne plaats een ander zou
aanstellen, als het mij niet spoedig gelukte de orde
te herstellen. Zoo iets verdraagt geen mensch, die
nog gevoel van eer heeft, en Krantz vooral niet.
Een ander op Eiklust zien, dat de Krantzen reeds
als een erfgoed beschouwden eerder stak ik de