rVo. 285.
Woensdag 27 Maart 1889.
i(' Jaarg.
J IJ 11 IJ II IJ
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-V laanderen.
F. DIELEMAN
AXEL.
Staatkundig Overzicht.
FEUILLETON.
86 HOUTVESTEÜ VAN EI.KLU8T
Fr. ZIMMERMANN.
liiiinoiilaiiilsch Nieuws.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 3 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentiën van ltot 4 regels 25 cent!
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Door de anti-Boulaugisten wordt de heer Antoine
begroet als de reddende engel van Frankrijk.
Bij zijne aankomst te Parijs heeft het dan ook
niet aan warme belangstelling ontbroken.
De gewezen afgevaardigde voor Metz bij den Duit-
schen Rijksdag werd aan het station door duizen
den personen opgewacht. De menigte stond in
den omtrek als 't ware opeengepakt, terwijl ook
de vensters der nabijgelegen huizen bezet waren
met toeschouwers. Op het perron van het stati
on werden enkel senatoren, afgevaardigden, ge
meenteraadsleden, verslaggevo: s van de pers en voor
zitters van vereenigingen tóegelaten. In het ge
heel zullen dezen 15U in getal geweest zijn. Toen
Antoine uit het spoorwegrijtuig was gestapt, weer
klonken van alle kanten de kreten Leve de El-
zas Leve FrankrijkLeve de Republiek
An,toine werd naar een getooide wachtkamer ge
bracht. De heer Gerville Réache, afgevaardigde
van Parijs, hield het eerst tot hem eene toespraak.
Waarde en voortreffelijke vriend, aldus sprak hij,
ik begroet u uit naam van allen die u liefhebben.
Wij hebben uw daden nagegaan, wij hebben u be
wonderd in den ongelij,ken snijd, dien gij zoo moe
dig gevoerd hebt voor onze b/osders in Elzas Lo
tharingen. Men heeft met rocht gezegd, dat gij te
genover den ijzeren kanselier de ijzeren afgevaar
digde zijt. Wees welkom onder uwe landgenoo-
ten.
Gij zult voortaan het levend beeld der verbin
ding zijn tusschen de Franschen en Elzas-Lotha-
ringers. Uwe liefde voor Frankrijk heeft groote
dingen aar gene zijde van den Rijn gewrocht.
Groote dingen kunt gi] ook aan deze zijde der
grens doen. De oneenigheden die ons dierbaar
Frankrijk verzwakken, zijn u niet onbekend. Zij
NOVELLE VAN
XXVIII.
„En hoe weet ge zoo nauwkeurig, hoe alles is
gegaan
„Gebhardt is terstond tehuis de geschiedenis gaan
vertellen. Ze waren in den molen allen van streek,
toen Frans zoo plotseling binnenstormde, verwilderd,
met gescheurde kleeren en vol bloed. De molenaar
viel in zwijmmen meende eerst, dat eene beroerte
hem getroffen had en de vrouwen schreeuwden luid
keels, toen Frans neerviel en uitriep „Ik heb den
zoor. van den houtvester vermoord
„Die arme menschen duisterde Anna.
„Ge hebt een goed hart, Anna," vervolgde de
boer, hare ontroering bemerkend, en die terstond tot
zijn voordeel aanwendend, „ge zult bij den houtves
ter wel een goed woordje voor die menschen doen
Die heeft nu alles in zijne band. Frans zal ook zijn
vervullen ailen met diepen weemoed, die niet op
houden aan de in de Vogezen gemaakte opening
te denken. Maar wij zouden onwaardig zijn uwe
vrienden te wezen, indien wij gingen wanhopen
aan het vaderland. Neen, neen Het zal niet on
dergaan, het diep gewonde FrankrijkHet heeft
andere schokken doorstaan zonder te bezwijken
Leve Frankrijk Leve de Republiek
Deze kreien werden herhaald door alle aanwe
zigen in de wachtkamer.
Eenige andere toespriken volgden, onder welke
eene van den heer Emile Richard, uit naam van
den Parijschen gemeenteraad.
Antoine antwoordde aldusIndien ik sedert
achttien jaren op vreemden bodem was, en indien
ik geleden heb voor de vaderlandslievende zaak,
dan word ik thans ruimschoots daarvoor beloond
door de ontvangst die mij hier ten deel valt.
Ik wil een oogenblik met mijne gedachten ver
wijlen in Elzas Lothaiingen, bij de beide provin
ciën, welke de banier, waarop Frankrijks eiscb ge
schreven staat, steeds zoo fier omhoog hebben ge
houden.
Ik wil ook, nu ik mijne schreden op den Fran
schen bodem heb gezet, den president der repu
bliek mij ti dank er voor betuigen, dat hij de poor
ten van Framaijk zoo wijd voor mij geopend heeft.
En gij ailen, weest zeker dat ik steeds met u
zal zijn, met Frankrijk, met den Elzas en met de
republiek.
Weer,volgden de kreten Leve do Republiek!
Leve de Elzas Leve Lotharingen Leve Frank-
rijk
Antoine, aan de eene zijda door studenten, aan
de andere door sergcnts de ville in den arm ge
nomen, werd meer naar zijn rijtuig gedragen dan
hij ging. Do Maiseillaise werd volop gezongen.
Reeds in Luxemburg, waar hij in den laatsten
tijd verblijf had gehouden, heeft hij aan den mi-
straf ondergaan, dat behoort zoo, en daarvoor heeft
mijn Gebhardt reeds gezorgd. Dat is een jongen,
dié altijd zijn hoofd op de rechte plaats heeft Hij
alleen verloor zijne bedaardheid niet, maar sloot snel
de deur, opdat'de knechts en dc meiden niets zou
den merken. Toen hebben ze Frans verbonden
de schram aan zijn hoofd bloedde hevig en de houd
van den houtvester had hem ook leelijk beet gehad
- hebben wat go»d van hem bi, elkaar gepakt en
nog in denzelfden nacht i<- Gebhardt met hem op een
wagen van den molenaar naar de stad gereden. Nu
zit hij reeds in 't spoor. Hij gaat naar Amerika,
zal daar een paar jaar bij een bloedverwant van den
molenaar op eene boerderij in de wildernis blijven,
waar hij wel zal leeren werken en beter oppassen.
Zeg eens, heeft de houtvester het reeds bij de politie
aangegeven
„Neen, want hij weet van Frans niets af."
„Dan zal Frans wel wegkomen. Overigens blijft
het voor mij hetzelfde, of hij ontsnapt of niet. Als
de zaak voor het gerecht komt, dan is de molenaar
toch voor altijd zijn goeden r.aarn kwijt en kan er
van het huwelijk niets komen. Daarom hoop ik, dat
de houtvester de molenaarsfamilie die schande niet
zal aandoen. Hij is wel is waar een hardvochtig
man, maar als gij er maar ernstig bij hem op aan
dringt, dan zwijgt hij misschien wel uit liefde tot u."
nister van justitie een brief geschreven, waarin hij
verzocht de hoedanigheid van Franschman, die hij
verloren had doordien hij indertijd de Duitsche na
tionaliteit gekozen had, teneinde— zooals hij schiijft
in het ongelukkige lot mijner landgeuooten te
deelen en mèt hen te strijden tegen onze over
winnaars opnieuw deelachtig te worden.
Het besluit tot inwilliging van dat verzoek moet
reeds door den president der republiek geteekend
zijn.
De heer Antoine is voornemens zich aan het
hoofd te stellen der bestrijders van Boulanger.
Voor den generaal breekt dus een moeilijke tijd
De Belgische Kamer heeft het zeer volhandig
met de begrooting voor den loopenden dienst wel
ke met 1 Januari reeds is ingegaan en reeds ee
nige dagen geleden heeft de minister van finan
cien zijne begrooting voor het volgende jaar inge
diend, zoodat de heeren vertegenwoordigei s aldaal"1
vooreerst niet over gebrek aan werk zullen te
klagen hebben.
- Voor de aanstaande akte-examens in Zee
land hebben zich aangemeld 19 vr en 41 man.
Tot deskundigen zijn benoemd: voor de theorie
van onderwijs en opvoeding en het schrijven dhr
W. J. Frijling, hoofd der openbare school E té
Vlissingen voor het lezen en de Nedeil. taal de
heeren P. G. de Jager, onderwijzer bij de rijksnor
maallessen, en J. Jansen, onderwijzer bij de rijks
kweekschool te Middelburgvoor het rekenen dhr
D. H. C. Ittman, directeur der rijksnormaallessen
te Goes voor de aardrijkskunde dhr L. A. E. van
der Leij, onderwijzer aan de rijkskweekschool te
Middelburgvoor de vaderl. geschiedenis dhr F.
Een verachtelijk lachje speelde om Anna's lippen.
De koude zelfzucht van den boer stuitte haar tegen
de borst, maar het lot der molenaarsfamilie ging
haar tér harte.
„Ge zult dus een goed woordje doen bij den hout
vester, Anna Ge zyt zoo verstandig en zoo goed.
Het zal uwe schade niet zijn en die van uwe moeder
ook niet. Wie den boer van Rimlaashof tot vriend
beeft, die heeft eene stem in het dorp, dat weet ge,
en ik zal het niet vergeten, als ge alles in orde
brengt."
„Als ik het doe, dan doe ik het voor de arme
familie in den molen, niet voor u," antwoordde zij
„dank begeer ik niet. Frans heett mij bitter leed
aangedaan, maar de ouders kunnen dat niet helpen.
Het zijn heele beste menschen, en hebben wel is
waar niet zooveel verstand als gij, maar een hart.
Dat geldt bjj my nog veel meer."
De beer nam het verwijt bedaard op en staarde
naar den top van den eik, zich het voorkomen ge
vend, als had hij die woorden in het geheel niet
gehoord.
„Ge doet me dus het genoegen, niet waar?" vraag
de hij. „Al wordt ge ook houtvestersvrouw, zoo
kunt ge toch den boer van Riir.laashof wel eens
noodig hebben. Een goeden naam en eer by do
menschen kan niemand missen, en de boer van