Gemengd Nieuws.
4 X EL, 19 Waart 1 8 8 9.
Do kachel was uitgegaan dat moest, want de
baas en de vrouw gingen uit. Eerst werd echter
voor hot gemakkelijk aanmaken bij de thuiskomst,
het daarvoor benodigde stroo, enz. op het pan
netje gelegd.
De baas en de vrouw kwamen weer thuis -
het is hier zondagavond gebeurd - en toen bleek,
dat de kachel niet uit was, toen zij uitgingen,
maar dat de spullen op het pannetje vlam had
den gevat en dat die vlam eene aanzienlijke hoog
te moest bereikt hebben, te oordeelen naar de
sporen welke zij had achtergelaten.
Gelukkig was het vuur zijn eigen dood gestorven
maar 't gevalletje is toch een waarschuwing voor
menscben die willen uitgaan, om er toch vooral voor
te zorgen, dat, terwijl ze uit zijn, de kachel ook uit is.
Znninslag. Gemeenteraadszitting van 15 Maart.
Uitgezonderd de heer Berman waren alle leden
tegenwoordig. De voorz. opent de vergadering,
waarna de notulen der vorige zitting worden ge
lezen en onveranderd goedgekeurd.
1. Mededeeling van ingekomen stukken.
a Brief van Ged. Staten dd. 20 Feb. tot toezen
ding van een door hen goedgekeurd raadsbesluit,
ter beschikking over den post van onvoorziene
uitgaven der begrooting voor 1888.
b Brief van id. dd. 8 Maart tot terugzending der
begrooting voor 1889. ter bijwerking wat betreft
de kosten, verbonden aan de in dit jaar te doene
veranderingen aan de openbare dorpsschool.
c Opgaaf van den Minister van Binnenl. Zaken
dd. 25 Feb. van het te veel genoten bedrag als vei
goeding in de kosten van het lager onderwijs over
1887.
2. Verzoek van P. J. W. Geelhoedt om eervol
ontslag als onderwijzeres in de nuttige handwer
ken aan de school in den Groote Huissenspolder.
Met algemeens stemmen wordt zulks ingewiligd.
Tevens stelt de voorz. voor door oproeping in de
vacature te voorzien, tegen dezelfde belooning.
De heer Dieleman is van oordeel, dat de bestaan
de beiooning te hoog is, en stelt voorde belooning
op ƒ60 te brengen. Dit voorstel wordt verworpen
met 4 tegen 2 st. Vooi stemmen de hh. Riemens
en de voorsteller.
3. Voorste] van Burg. en Weth. tot intrekking
van het besluit tot het vergrooten der dorpsschool
en om die school naar het plan, in 1884 goedge
keurd, te verbouwen.
Volgens dit plan wordt de school aan de zuid
zijde verbreed door bijbouw van een gang met pri
vaten en de schoolbanken door nieuwe vervangen.
De thans opgemaakte begrooting bedraagt ƒ3327,18»
of ongeveer ƒ500 meer dan dein 1884 opgemaak
te. Dit meerdere bedrag wordt veroorzaakt door
eenige bijgekomen veranderingen, welke noodzake
lijk zijn gebleken. De schoollokalen blijven den
zelfden omvang hebben, daar er naar het plan nog
dan slechtheid. Ze hebben beiden gevochten, Fi^ns
en de jonge houtvester. Deze heeft toen op Frans
geschoten en hem even aan bet hoofd geraakt
nu, als een mensch woedend is, dan is hij niet ver
antwoordelijk voor hetgeen hij doet. Als men al
les zoo zwaar wil opnemen, dan moesten we in on
ze jeugd allen aan de galg. Karei zou Frans
doodgeschoten hebben," vervolgde hij, toen Anna
zweeg, „maar doordat deze nog bijtijds een slag te
gen het geweer gaf, vloog de kogei voorbij. Toen
zijn ze handgemeen geworden. Frans is sterker dan
de jonge houtvester, ontrukte dezen het geweer en
heeft hem er mee neergeslagen. Gave God, dat het
niet zoo erg was en dat de oude houtvester alles
goed begreep. Men moet ook bedenken, dat een
mensch geen dier is, waarop men maar terstond
schiet, als het niet v0lgeD wil."
,En waaiom vertelt gij mij dat alles?"
„Omdat ik vertrouw, dat ge me het best begrjj-
pen en de zaak van den rechten kant beschouwen
zult. De houtvester telt een boer in het geheel
niet en wordt dadelijk zoo wild als een aangescho
ten zwijn met hem kan men geen verstandig woord
spreken. Daarenboven is hij ook de vader van den
gewonde. Gij echter zult ook aan andere menschen
denken en aan hun ongeluk en zult wel medelijden
hebben met Frans van den molenaar."
plaats is voor 176 leerlingen.
Op 1 Jan. '89 waren bij het hoofd der school
172 leerlingen ingeschreven, en daar het te ver
wachten is dat de school nog in aantal kinderen
zal afnemen in verband meteen wel te verwach
ten heffing van schoolgeld, werd dit plan voldoen
de goacht. Het voorstel wordt aangenomen met
5 tegen 1 st., die van den heer Riemens.
Daarop deelt de voorz. mede, dat er bij boven
staande begrootingssom nog 5 pCt, komt als sala
ris voor de opzichters (2) voor het. maken der tee
keninghet houden van opzicht tijdens den ver
bouw tot aan de oplevering toe, eiiz.
De hh. van Vessem, Dieleman en Riemens heb
ben bezwaar om van do begrootingssom
bedoelde procenten als salaris toe te kennen zij
willen die percentage toegepast zien op de a a n-
nemingssom. De voorz. was het hierover met
hen niet eens, omdat zulks de gewoonte niet is.
Nadat hierover het voor en bet tegen besproken
was, weid hel in stemming gebracht Bij staking
der stemmen, wordt het punt aangehouden tot
eene volgende zitting.
4. Nadere regeling der jaarwedde van den veld
wachter.
Burg. en Weth. stellen den Raad voor die jaar
wedde met ƒ25 te verhoogen. Na eenige discussie
wordt dit voorstel aangenomen met 4 tegen 2 st
Tegen de hh. Dieleman en de Kraker.
5. Vaststellen van het kohier van den Hoofdei.
Omslag voor 1889.
Begrooting ƒ5869,97s. Getal aangeslagenen 281.
klasse. minimum inkomen. te heffen pCt.
1
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
306
400
500
600
750
1000
1250
1500
1750
2000
2500
3000
3500
4000
4500
5000
5500
6000
6500
7000
1
IV»
l'U
1%
IV,
iv;
2
2Vi
2",
27«
3
3"4
37,
4
Om tot het in de begrooting uitgetrokken be
drag te komen, moet de oorspronkelijke aanslag
nog verhoogd worden meteen bedrag van 12 pCt
Bovenbedoeld kohier wenscht de voorz. te be
handelen in eene gesloten zitting, waarop de open
bare gesloten wordt.
Ds. J. W. F. Gobius du Sart te Nieuw- en
„Ik" riep zij met vlammende oogen, „ik Heeft
hij mij niet het ergste aangedaan, die moordenaar?
En gelooft ge, dat Anna Mertens geen hart in haar
boezem en geen bloed in hare aderen heeft V"
„Zeker, zeker ge moet me dan ook goed be
grijpen," hernam de boer. „Jnist omdat ik weet,
dat gij het hart op de rechte plaats draagt, spreek
ik met u. Ik begrijp wel, dat ge het u sterk aan
trekt, omdat uw schat ziek terneerligtmaar kijk
eens, hij begint toch beter te worden en zal het
wel te boven komen; maar de molenaar is met zij
ne geheele familie voor zijn gansche leven geruï
neerd, en het zal u nog in uwe latere dagen een
troost en eene bemoediging zijn te denken, dat gij
die menschen gered hebt."
„Ge kunt goed voor «dvocaat dienst doen, boer,"
zeide Anna dof.
„Omdat ik voor het recht pleit, geloof me. Gij
hebt geene reden tot vijandschap maar het zou u
toch later berouwen, die menschen in hunne ellende
en hunne vertwijfeling niet bijgestaan te hebben.
Zij hopen slechts nog op u, want een ander kan
hen toch niet helpen. En bedenk nu eens, hoe de
jonge houtvester Frans getergd heeft. Voor al zijn
bidden was hij doof en in wilde woede is Frans toen
op hem toegesprongen, en zoo is dit ongeluk ge
beurd." Wordt vervolgd.
St. Joostland heeft bedankt voor het beroep naar
de Ned. Herv. gem. te Zaamslag. (Zeeuw.)
Zaterdag heeft te Terneuzen vanwege de ge
nie de aanbesteding plaats gehad van het herstel
len van stormschade aldaar, hoofdzakelijk tot het
in goeden staat brengen van den zoo geteist,orden
zeedijk langs de Oostwaterleiding. De raming be
droeg ƒ5500. Het minst werd ingeschreven door
den heer M. D. de Putter aldaar voor ƒ4788.
Tot bestuursleden der opgerichte afdeeling
„Terneuzen" van het Ned. Onderw. Genootschap
zijn benoemd de heeren H. J. Vooren, en J. F.
Faas te Terneuzen en J. H. Goor te Hoek.
Als correspondent voor de levensverzekering van
het Genootschap treedt op de heer S. de Graaf
te Terneuzen.
Naar de M. Ct. met zekerheid verneemt is
door den heer J. G. Gerritsen, te Groede, voor-
loopige concessie aangevraagd voor een locaal spoor
van Terneuzen langs Hoek over den Braakman
langs Biervliet, in aansluiting met den stoomtram
weg Breskens - Maldeghem.
De gemeentelijke politie te Groningen heeft
eene spoorweg-dievenbende ontmaskerd. Het geval
moet zich ongeveer als volgt hebben toegedragen.
Sedert goruimen tijd werden herhaaldelijk ver-
cbillende artikelen uit de goederenloods nabij bet
station ontvreemd, van welke vermissingen tel
kens aan de politie werd kennis gbgeven.
Ondanks alle aangewende moeite mocht het haar
aanvankelijk niet gelukken, den dader of de da
ders te ontdekken.
Naar den aard dor diefstallen, en de wijze waar
op deze waren gepleegd, te oordeelen, stond het
weldra bij haar vast, dat niemand anders dan éen
of meerdere spoorwegbeambten die ontvreemdin
gen moesten hebben gepleegd, en in di? richting
werden dan ook hoofdzakelijk de nasporingen ge
leid.
Eindelijk werd zoodoende eenig spoor gekre
gen en sterk vermoeden rees weldra tegen den
spoorwegbeambte H. W., die veelal in de goerie-
ïenloods was werkzaam geweest, wa trop tot eene
huiszoeking bij hem werd besloten. Al terstond
bleek nu, dat men niet had misgetast, want ver
schillende stukken goed, als thibet, kamgaren, vijf
schaft, ledige wijn- en punchflesschen, enz. allen
van diefstal afkomstig, werden te voorschijn ge
haald, waarvan het gevolg was, dat het geheele
buisgezin, bestaande uit man, vrouw en dochter,
voorloopig werden gevangen genomen, terwijl latei-
mede aan het licht kwam, dat de dochter nog ver
schillende gestolen goederen had beleend. Öntken-
nen was nu niet meer mogelijk, maar er volgde
meer. De man gevoelde zich bezwaard om alléén
voor den dief te worden gehouden, en verried daar
om verschillende andere onregelmatigheden, door
een drietal mede-spoorwegarheiders gepleegd.
Een langdurig en ingewikkeld onderzoek was
nu van deze bekentenis het gevolg. Er werd van
een en ander proces-verbaal opgemaakt, terwijl,
naar wij vernemen, reeds twee der arbeiders dooi
de spoorwegmaatschappij pit haren dienst zijn ont
slagen en misschien weldra nog een paar andoren
hun ontslag zullen krijgen.
De agent van politie 2de klasse J. M. Muiis-
sen, dienstdoende aan de Maaskade W.Z., heeft
Donderdagavond eene goede vangst gedaan.
Na aankomst van de stoomboot „Maasnymph I''
begaf genoemde agent zich aan boord, en bespeur
de spoedig twee manden behoorlijk met pakgoed
overdekt, als ware er aardewerk in verpakt. Op
zijne vraag, waarom deze manden aan boord ble
ven, werd hem geantwoord dat het passagiers-
goed was en dat zij zouden worden afgehaald. Dit
wekte zijn argwaan en hij achtte het zijnen plicht,
nadat hij zich door onderzoek overtuigd had dat
do inhoud uit vleesch bestond, op het vervoer
nauwkeurig acht te geven.
Spoedig daarna kwam een besteller de goederen
afhalen en nauwelijks wasj deze het vervoer be
gonnen of de agent was hem op de hielen en ver
zocht hem, met hem naar bet abattoir te gaan
teneinde den inhoud der manden daar te laten na
zien, hetgeen geschiedde.-
PJj opening bleek nu dat de inhoud bestond uit