279. Woensdag 6 Maart 1889 ir «liiarg. Het verborgen millioen. J voor Zecuwsch-Vlaanderen. Nieuws- en Advertentieblad F. DIELEMYX, AXEL. B E U 1 C 11 T. Staatkundig Overzicht. FEUILLETON. DE HOUTVESTER, «ft» 6U.L.U8T, Fr. ZIMMERMANN. Dit Blad verschijnt eiken l»insrla«- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS per 3 Maanden 1 maal per week 25 cent; franco per post 30 cent2 maal per week 50 cent; franco per post 60 cent; voor België 40 en 80 cent. Afeonderl. numm. 3 ct. DRUKKER - UITGEVER Advertentie n van 1 tot 4 repels 25 cent; voor eiken repel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden frovro ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE nren. Bestellingen op de premie worden dagelijks aangenomen. Prijs voor geahon- neerden 40 ct., fr. p. P- 50 ct voor met geabon- neerden 90 ct, fr. p. p. 1 gulden-DE lTlTGEYEB> Omtrent een zeer gewichtig proces, in Engeland sevoei d en met de staatkunde is onmiddellijk ver band staande bevat het weekblad De Amsterdam mer van 3 deze) de volgende merkwaardige mede deel ingen Toen oo den 16den dezer Lord Fredeiik Caven dish eri de heer Thomas Burke door de hand /an lafhartige moordenaars waren aangevallen, richtte de hoeren Parnell, Dillon Davitt, de stichters der land-liga, een manifest tot het Iersche volk, waar in zij in krachtige woorden deze misdaad veroor deelden- „Aan den vooravond van een gelukki ger toekomst" - zoo werd in dit manifest gezegd 1 ti eft het noodlot, dat Ierland sinds eeuwen vervolgt onze verwachtingen op de noodlot tigste wijze. De liga betuigt hare warme sympathie aan liet Iersche volk en aan hen. die nog pas hadden liosloten eene conciliante politiek toe te passen. Zii hoopt, dat het geheele Iersche volk, door zijn houding en ziin handelingen, zal bewijzen, dat het een afkeer heeft van moord, en dat het op alle mogelijke wijzen zal toonen hoeveel afschuw het gevoelt voor deze wreedaardigheid en hoeveel sym pathie voor de rouwdragende betrekkingen. De naam van het gastvrije Ierland is bezoedeld door deze laaghartige daad, en zal bezoedeld blijven zoo lang de moordenaais niet aan de gerechtigheid zijr, overgeleverd," Vijf jaren later, in Maart 1887, publiceerde de Times, het eerzame City-blad, eene reeks van sen- satiemakendeartikelen, onderden titel Parnellism and Crime (Paine)lisme en misdaad). Het blad be schuldigde den heer Pmnell en de andere leiders der Iersche partij dat zij van de aanslagen, die tus- schen 1880 en '84 in Ierland op het leven var po litieke personen waren gepleegd, kennis hadden gedragen, zoo zij al niet de aanstokers daarvan waren geweest, Ten bewijze hiervan gaf de Ti mes een tiental handschriften var brieven die voor het meeren teel door den heer Parnell of door diens secretaris zouden zi'm geschreven, en die voor de schrijvers in hooge mate beleedigend waren. De heer Parnell verklaarde natum lijk onmiddel lijk dat de brieven valsche waren. Maar het was voor hem niet gemakkelijk zijn goeden naam te zuiveren. Volgens Engelsch recht toch stond het den uitgever van de Times, den heer Macdonald vrij. iedeie inlichting te weigeren over de wijze waarop hij aan de artikelen en de brieven was gekomen, zoodat de bewijzen der onechtheid dooi den lieei Parnell moesten worden geleveid, en niet de bewijzen der echtheid door de Times, die in koelen bloede den leider der Iersche Nationa listen van een ongehoorde laaghartigheid had be schuldigd. Met groote moeite gelukte het den heer Parne'.l, die niet over de honderdduizenden kon beschikken, welke een proces met de Times zou kosten, door het Parlement een speciale commis sie te benoemen van drie rechters, die de door het City-blad tegen hem ingebrachte beschuldigin gen zouden onderzoeken. Toen het zoover was gekomen (Juli 1888) schreef de Times „Wij weten goed, wat erop het spel staat. Wij hebben met voorbedachten rade, na een nauwge- NOVELLE VAN XXV. ZEVENDE HOOFDSTUK. Geen slaap kwam gedurende dier. versclirikkelij- ken nacht in de oogen der achteiblijvenden tante 'f'inewas door het onverwachte ongeluk zoo van streek, dat aan Anna bijna alleen de zorg voor den gewon de bleef overgelaten. Met bewonderingswaardige kalmte en overleg had zij alle maatregelen genomen. Karei lag nu te bed in de slaapkamer van den hout vester, het hoofd omwonden met natte kompressen, terwijl zijne borst zich onregelmatig op en neer be woog. Aan zijae sponde waakten de beide vrouwen met angstige 'zorgvuldigheid op elk zjjner bewegin gen lettend nu en dan elkaar hare opmerkingen mee, deelend. Zoo kropen de uren langzaam voort droevige, eindelooze uren vol pijnigenden angst. De gewonde zet onderzoek en met volledige kennis van zaken, tegen den heer Parnell een zware beschuldiging ingebracht. Indien de heer Parnell zijn onschuld niet kan bewiizen en we zijn er van overtuigd, dat hij dit niét kan - indien hij do schrijver is der brieven, waarvan wij het handschrift heb ben openbaar gemaakt, dan moet hij de gansche verantwoordelijkheid dragen. Indien wij ongelijk hebben, indien de heer Parnell vreemd is aan de samenstelling dezer brieven, dan zullen wij de verantwoordelijkheid dragen. Dan zal ons, na een honderdjarig bestaan, dat niet oneervol is geweest, niets anders overblijven dan verdwijnen." Eerst nadat ruim vijftig zittingen aan dit gerucht makend rechtsgeding waren gewijd, waren de ad vocaten var. de Times te bewegen, om de hoofd kwestie, de aan den heer Parnell toegeschreven brieven, ter sprake te brengen. Het bleek teen, dat de Times, die stukken, door tusschenkomst van zekeren Houston, had verkregen van een te slechter naam en faam bekend staand persoon, Pigott geheeten, die aan Houston tal van oeleedi- gende blieven had bezorgd, onder voorwaarde, aat geen onderzoek zou worden gedaan naar de wijze, waarop die stukken in het bezit van Pigott waren gekomen. Houston had den leverancier der brieven grof betaald, maar scheen zelf te begrijpen, dat de zaak niet in den haak was, want hij had, toen Pigott werd gedagvaard, zijne geheele briefwisse ling met Pigott verbrand. De eenigo vraag was dus, op welke wijze Pi gott zich de bedoelde stukken had verschaft. De verdediger van de Parnellisten, Sir Charles Russell, toonde eerst aan, dat Pigott zich vele malen aan bedrog, valschheid in geschrift had schuldig ge maakt, daarna, dat hij in het bezit was geweest van eenige echte, maar volstrekt onschuldige brie ven van den heer Parnell, die zinsneden bevatten welke, met eenige wijzigingen, ook in de beleedif- bad eene enkele maal slechts weinige seconden de oogen opgeslagen, ze door de kamer laten dwalen, zonder iemand te herkennen, en was toen weder in zijne verdooving teruggezonken. Niet lang voor het aanbreken van den dag kwam de dokter met, den houtvester. Hij onderzocht zorg vuldig de verwonding, legde een kunstmatig ver band en keerde zich toen tot den Krantz. ,Oogenblikkelijk levensgevaar bestaat er niet. Het is maar de vraag of zijne hersenen niet te zeer aan gedaan zijn, daar dan zijn verstand op den duur zwak zal blijven." De houtvester woelde woest met beide handen door het grijze haar. „O God, slechts dat niet slechts dat nietfluisterde hij. „Bij zijn ontwaken zal het blijken," vervolgde de dokter. „Wanneer dit zijn zal, kan ik niet vooruit bepalen. In elk geval in den loop van den dag. Tot zoo lang moet ge niet vertwijfelen - ik koester de beste verwachtingen." Hij schudde den oude de hand. „Moed, houtvester, uw zoor. is nog jong en de jeugd komt veel te boven. Van avond kom ik nog eens zien of zend iemand in mijne plaats." Nadat hij de vrouwen nog enkele nauwkeuuge voorschriften met betrekking tot den zieke gegeven had, maakte hij zich gereed tot vertrekken.,, Tracht alle geruischte vermijden en verwijderd te houden,' zeide hij nog in de deur en ging toen lieer. Toen de zon opkwam, waren de gordijnen van de ziekekamer nog neer. In zijn leunstoel, dien de houtvester aan het ziekbed van zijn zoon had laten plaatsen, zat de oude man geheel verpletterd. De inspanningen en aandoenirgen d laatste da gen en bovenal de schokkende gebeurteni van de zen nacht hadden hem naar geest en lichaam volko men geknakt. Welke gedachten gedurende den woes- ten rit in den duisteren nacht door zijn hoofd ge gaan waren, wie vermocht dat te doorgronden Kort na zonsopgang had de gewonde voor de tweede maal de oogen geopend. Eene blijde uit drukking kwam op zijn gelaat, toen hij Anna her kende hij beproetde met zijne krachtelooze rechter hand hare hand te vatten, en zijn mond vertrok zich, als wilde hij spreken, doch geen geluid kwam over zijne lippen. De houtvester begreep ook zon der woorden den wensch zijns zoons. Anna moet bij u blijven, niet waar zeide hij en "zijne stem klonk als de toon eener gebarsten klok. „Zij zal - zeker, zij zal. Maar sterf niet, mijn joDgen, hoort ge, ge moet me niet alleen la- teIOver het gelaat van den zieke gleed een zwak lachje, toen Anna toestemmend liare hand in de zij ne legde. Toen sloot hij de oogen, maar de ver-

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1889 | | pagina 1