i' Jaarg,
No. 266. Zaterdag 19 Januari 1889.
mi m
Nieuws- en Advertentieblad
F. DIELEMAN,
AXEL.
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
De Eerroover.
Staatkundig: Overzicht.
Binnenlandsch Nieuws.
I)it Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
A B O N N E M E N T S P R IJ S per 3 Maanden
1 maal per week 25 cent; franco per post 30 cent; 2
maal per week 50 cent; franco per post 60 cent; voor
jjïLGiË 40 en 80 cent. Afzonderl. numra. 3 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Er is eene boosheid, laaghartig als de boosheid
van den sluipdief, verwoestender dan bet misdrijf
van den moordenaar. Zij aast op rijkdom noch
bloed, en rooft toch een' dierbaarderen schat dan
rijkdommen zijn, en doet hare slachtoffers bloedige
tranen weeneri. Voedsterdochter van den nijd, heet
zij elke misdaad aanverwante, maar wordt door gee
ne in duivelschen aard oveitroffen.
Kent gil niet den adder, die doorgaans in het
donker schuifelt, lichtschuw elk oog ontduikt, en
haar verholen spoor met gift en zwadder teekent V
De openbare verfoeiing drukt haren naam. Zij heet
laster. Geene boosheid is vaak zoo geducht in ha
re uitwerkselen; geene teelt dikwijls zulke vieese-
lijke gevolgen, en echter is geene zoo diep verach-
lijk als zij. Neen geene is zoo diep verachtelijk
als de helsche boosheid des lasters, dewijl geene
zoo lafhartig, zoo nietswaardig is. Tot de uitvoe
ring var menig andei misdrijf, wordt nog eene
zekere mate van koenheid vereischt, en ook aan ee
nen boosdoener, kunt gij den moed uwer schatting
niet weigeren het is veeleer juist zijn moed. die
is hij niet aan onbeschaamdheid verwant mv
beleedigd menscbelijk gevoel, licht met zich zal ne
men. Doch, hoe drukt, ge uwen aUchuw uit, bij
de voorstelling van eene misdaad, die de verwor-
penste lafaard kan begaan De ellendigste blood
aard kan nog de koelbloedigste eerroover zijn. Er
Is misschien geene misdaad, die meer nadrukkelijk
van de ontaarding des zedelijken gevoels en van
een boos hart getuigt dan de laster.
Het is deze misdaad in het bijzonder die bet
scbai dmerk van hare afkomst, den stempel eener
zwarte ziel, aan het voorhoofd draagf
Geen sprankel eergevoel moet in die borst meei
glimmen, welke deze vuige ondeugd voedde. De
man, die niet schroomde den goeden naam van zij
nen naaste te rooven, is licht tot elke andere snood
heid Veil.
De achting voor zich-zelven moet hij verloren,
en alle beginselen van recht en trouw uitgeschud
hebben, die zich met deze eerlooze misdaad bezoe
delde Ja, laag moet hij gezonken, diep beneden
het peil der menschelijke waarde moet hij gedaald
zijn, die hare schande op zich kon laden. Verach
ting, dubbele verachting dien valschaard, die, te laf
om zijnen vijand in het open veld te zien, op flu-
w eel en zolen achter hem omsluipt, en met atgerich-
te hand hem eene wonde toebrengt, welke geene
menschelpke kunst vermag te heelen Afschuw den
ellendigen verrader, die zoo den adeldom zijner
menschheid verzaakteBoosaardig als de sluip
moordenaar, moge bij, naar de uitspraak van het
menschelijk oordeel, minder gruwzaam heeten, om
dat hij niet gelijk deze eenen duik wette maar licht
staat, in het gedenkboek van den al wetenden Rechter
zijn toeleg naast het opzet van den man des bloeds
in rekening aangeschreven. Wat zegt het toch,
dat de nietswaardige zijne prooi het leven spaart,
al? hij dat leven de hartader afsteekt, daar hij het in
deszelfs fijnste zenuwen aantast, en de vreugde er van
verwoest, die de ziel des levens was. O, wacht u
voor den eerrooverHoedt u voor de tong des
helschen lasteraarsVliedt ontvliedt haar, die
gevaarlijke slang Duchtbaar i? u zelfs bare na
bijheid want met smetstof bezwangerd is de lucht
kring, welken bare pestige walm heeft aangesto
ken. Doch wat spreek ik van ontvlieden Ver
moedt. wel de gerustslapende die vertrouwend
het boofd op het donzig gras nedervlijde, het gif
tige monster, dat zijne zoden peluw bekruipt Neen,
haar tracht gij te vergeefs te ontvlieden. Onder ro
zen legert zij zich, tusschen geurige bloemen en
vruchtbare heesters houdt zij zich schuil. Dus ver
holen kromt en wringt zij zich, en dwingt het le
nige lijfin duizende bochten, totdat zij hare gladde
huid om den rijzigen stengel van eene plant slin
gert, welker kostelijken bloesem zij van git'tigen
wasem doet druipen. Verloren, die onbezorgd
haar genaakt 1 Wee de lieve onschuld, die spelen
de hare hand naar den bloesem uitstrekt In het
eigen oogenblik ontrolt zich de verradrlijke slang,
en ongeneeslijk is de wonde, welke haar kwetsende
angel sloegdoodelijk de beet, dien zij achterlaat.
Geen kanker woedt zoo vratig, geene pestbuil
schroeit zoo hevig, als haar uitgestort venijn, dat
telkens dieper wroet, merg en pees verteert, pn ten
laatste de levensdeelen raakt en het hart doorvlijmt.
Doch te vergeefs beproefde ik u die atzichtige adder
te schetsen. X.
Die verkiezingen, die verkiezingen
Ze zouden soms een mensch het hoofd op hol
jagen. En vooral een Franschman.
Parijs levert dezer dagen het toonbeeld van den
onverkwikkelijken verkiezingsstrijd Ook daar neemt
men tot allerlei laagheden en verdachtmakingen
zijn toevlucht.
Laur een Boulangistisch afgevaardigde had in
een courantenartikel verklaard, dat de minister Flo-
quet de geheime fondsen van 't land gebruikt om
de candidatuur Jacques te ondersteunen.
De minister sprak Laur, toen hij hem ontmoet
te, barsch aan en voegde hem toe, dat, wat hij
geschreven had, lage laster was. Hij sommerde
hem verder zijne beschuldiging te herhalen op de
tribune.
Laur, zichtbaar verlegen, sloop weg en ver
klaarde dat hij eene jury van afgevaardigden wensch
te benoemd te zien, Voor wie hij zijne beschuldi
ging zou volhouden.
Voorts gaf hij te kennen, dat hij zijn© getuigen
zou zenden aan den minister, indien deze de woor
den lage laster niet terugnam. Floquet ant
woordde dat hij de getuigen niet bij zich zou
toelaten, en dat hij niets van zijne woorden te-
lugnam. Op nieuw sommeerde hij hem zijne be
schuldiging, die één en al leugen was, vol te hou
den op de tribune.
Laur verliet hierop het paleis. Zoo bestaan de
ellendelingen die er een stelsel van verdachtma
king op nahoudenwanneer ze pal gezet worden
loopen ze druipstaartend heen.
De heer Flcquet ontving van vele afgevaardig
den gelukwenschen om zijne flinke houding.
Noch Boulanger, noch Jacques zullen de royalis
ten bij de aanstaande verkiezing steunen, dat is
ten minste het algemeen gevoelen. Het schijnt
dus, dat de stemming eene zuivere partijstem
ming zal wezen. Geen der candidaten zal dan zij
ne overwinning te danken hebben aan eene
vereeniging van twee of meer minderheden, zooals
dat in andere landen wel gebeurt.
Een gevolg van den verkiezingsstrijd was ook
het deze week plaats gehad hebbend tweegevecht
tusschen den heer Lissagaraij, redacteur vaneen
tegen Boulanger gericht blad en Henri Rochefort
die zich door een in dat blad voorkomend artikel
beleed igu achtte. Beiden werden licht gewond. De
twee degens waarmede ze gevochten hadden wa
ren krom gebogen, zoo vinnig was de strijd ge
veest.
Van Boulanger zelf zeggen we ditmaal mets an -
ders, dan dat het tusschen hem en zijn vrouw
werkelijk tot een echtscheidingsproces zal komen.
Pogingen tot verzoening zijn vruchteloos gebleven
de zaak is bij de rechtbank reeds op de rol ge
bracht. De behandeling zal echter vooreerst nog
wel niet plaats hebben.
De troonrede waarmee de zitting van den
Pruisischen Landdag is geopend bevat weinig bij
zonders. Bij de behandeling der begrooting voor
buitenlandsche zaken kwam de Oost-Afrikaansche
Maatschappij ter sprake en moest de Rijkskanse
lier menige bittere pil slikken. Hij noemde de
vrijzinnige pers vaderlandloos, waarop de heer
Richter antwoordde, dat deze bewering hierop ge
grond was, dat deze pers ook aan de hoogstge-
plaatsten des lands de waarheid durft zeggen.
Over Geffcken en Morier werd niet gesproken.
Bismarck stelde gedurende de zitting steeds de
betrekkingen tusschen Engeland en Duitsland als
vriendschappelijk voor.
Te Milaan is een zoogenaamd vredes-congres
gehouden, waarop verklaard werd, dat de revolu
tie het eenige middel is om tot den vrede te
geraken. Een vast comité zal gevormd worden, be
last, om met alle mogelijke middelen zich te ver
zetten tegen eiken oorlog.
In Zwitserland begint de strijd tegen de staats
school langzamerhand toe te nemen, ten minste
tegen artikel 27 der grondwet, dat aldus luidt
„De kantons zorgen voor voldoend lager onder-
wijs, hetwelk uitsluitend moet staan ondei leiding
van'den staat. Het is verplichtenden op de open
bare scholen kosteloos.
„De openbare scholen moeten door allen on
verschillig van welke geloofsbelijdenis, zonder be
nadeeling hunner vrijheid van geloot en geweten
kunnen worden bezocht.
„Tegenkantons, die deze verplichtingen met na
komen, zal de Bond de noodige maatregelen ne-
men."
Wij Nederlanders, aan een dergelijken strijd reeds
gewoon geraakt, zien hierin weder de wraaiheid
bevestigd, vervat in de woorden Niets nieuws
onder de zon.
Naar aanleiding van het loopende gerucht dat,
indien de ongunstige toestand van Z. M. mocht
aanhouden, overwogen zal worden, of er termen
bestaan tot instelling van een tijdelijk regentschap,
is het zeker niet overbodig te wiizen op hetgeen
art. 38 der grondwet daaromtrent bepaalt. Dit