i(' Jaarg, Zaterdag 5 Januari 1880. Een wensch vervuld. Nieuws- en Advertentieblad F. DIELEMAN, AXEL. voor Zeeuwsch-Vlaanderen. m. FEUILLETON. II M® tutu?* Fr. Z1MMERMANN. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag» en Vrijdagavond. A B 0 N N E M E N T 8 P R IJ S per 3 Maanden 1 maal per week 25 cent; franco per post 30 cent; 2 maal per week 50 centfranco per post 60 centvoor België 40 en 80 cent. Afzonderl. numm. 3 ct. DRUKKER UITGEVER Advertentiën van 1 tot. 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco in erewacht, uiterljjk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. o HOE HET IS. Gisterenavond reikte ik buurman, die juist in de deur stond, de krant over, en werd uitgenoo- digd even binnen te komen. Ik kreeg een plaats je tusschen vader en den oudsten zoon, die reeds twintig zomeis telt. „Wel, meester," zoo begon Kobus, „ik ben blij, „dat u eens even komt, want nu heb ik al zoo- „veel stukken over Levensverzekering gelezen, „maar ik begrijp er niet veel van. Ons soort „menschen heelt er toch eigenlijk niets aan, wil „ik gelooven?" „Hoor eens, vriendje 't gaat hiermee als met alles: onbekend maakt niet zelden onbemind, 't Ligt dan ook juist in de bedoeling der couranten- schrijvers meer licht te verspreiden over de in richting der fondsen voor levensverzekering, 't Komt mij echter voor, dat de werkmansstand en inzonderheid de arbeiders allereerst en allermeest beboette hebben aan een solied pensioenfonds. Dan toch, zoo dit algemeen ingang vond, kon de werk man een onbezorgden ouden dag te gemoet gaan, en wie zou daarvoor niet gaarne iets willen af- zondereu „En u hebt laatst tegen vader gezegd, dat reeds „zoo iets bestaat, is 't niet meester „Jawel Kobus.' Die wil, kan reeds toetreden, en al schijnen de voorwaarden u niet zeer aanlok kelijk, toch mag ik 't vooral jongen lieden ten zeerste aanraden er zonder verwijl kennis mee te maken. Wilt ge er reeds iets van weten, ik heb thuis de tarieven, en daarin vond ik, dat een jonge man van 20 jaar als gij, elke week 4 centen moet be talen, en op 65 jarigen leeftijd krjjgt ge elke week NOVELLE VAN XV. „Een merkwaardige knorrepot, altijd brommerig als een dashond. Die maakt zicbzelven en anderen het leven zuur," zeide Holzegger hoofdschuddend. „Men moet het niet zoo precies met heru nemen, denkt ge ook niet, Frans?" „Ja vader," antwoordde deze dood bedaard en volgde toen in gedachten den molenaar in de groote voorkamer, waar de verschillende dienstboden zich reeds om de lange eikenhouten tatel begonnen te verzamelen. VIERDE HOOFDSTUK. Langs den houtzaagmolen liep Je weg, de kron kelingen van de beek volgende, naar her. dal en deelde het dorp Nauenheim dat zich met zijne bon te huisjes en talrijke tuinen van de berghelling af in het dal uitbreidde, in tweeën. Links aan het ein 1 gulden. Kan er voor dit doel nu per week 12 centen af, dan krijgt ge aanspraak op 3 gulden „Dat is mij duidelijk, meesier, maar kan men „nlt ook niet vroeger gepensioneerd worden I le nder is toch niet in staat om tot zijn 65ste jaar te werken." „'t Is waar, en wie 't betalen kan, doet beter, door het reeds op 55-jarigen leeftijd te bepalen, maar dan moet \oor eiken gulden wekelijks 12 cent worden betaald. Wie nu staat kan maken op geregelde en goede verdiensten, doet wijs door het pensioen zoo vroeg mogelijk te doen ingaan. Daar steekt dubbel voordeel ia, want men is zoo veel te eerder van 't betalen af, en wie zich dan nog in staat gesteld ziet flink te arbeiden, behoeft 't pensioen niet dadelijk te aanvaarden. Hij is v r ij var contributie en ontvangt dan in plaats van 1 gulden van zijn 55ste jaar, b.v. van zijn 6( ste jaar ruim ƒ1.60 per week." „Dat is zekei heel aardig ingericht, maar onze „verdiensten zijn doorgaans gering en daarbij on zeker, zoodat wij bet toch voorzichtig moeten op nemen." „Ja, ja, Kobus, voorzichtigheid is eene goede leidsvrouw, doch na rijp beraad moet men ook we ten te handelen. Ik zal u zeggen, wat ik gedacht heb 't Gaat moeilijk eens anders rekening te ma ken, dit staat vast, maar bij goeden wil kan elke arbeider van 20 tot 40 jaar tot dit fonds toetre den, met dien verstande, dat de 20-jarige eerst op zijn zestigste en de 40-jarige eerst op zijn zeventigste jaar wenscht te genieten. In 't laatste geval zou dan zelfs uw vader, die reeds aandachtig geluisterd heeft, nog kunnen deelne men. en voor 20 cents per week straks 3 gulden ontvangen Ik zal nu maar niet nagaan of er op de wekelijkscbe uitgaven van ieder arbeidersgezin niet zooveel kan bezuinigd worden, dat daardoor de uitgaven voor 't fonds gedekt waren, want uw vader zegtde dominees hebben goed praten, en de schoolmeesters ook, niet waar, Polderland?" „Hoor eens, meester, ik ben blij dat Kobus er ,,u naar gevraagd heeft. Maar al ben ik nu ook „weer wat wijzer geworden, toch heb ik nog heel ,wat bezwaren in te brengen." „Heel goed, buurman, heb je morgen avond tijd, dan wil ik ze hooien en tegelijk trachten weg te ruimen." IV. NIET GEDRAALD. Van uitstel komt licht afstel, dacht ik toen Pol derland zijn bezoek schuldig bleef, en besloot ik er zelf maar eens heen te gaan. In de vaste o- vertuiging een waarachtig volksbelang voor te staan zonder eigenbelang te bedoelen, wilde ik mij niet laten weerhouden om nog eens op de zaak terug te komen, al moest ik vreezen, dat mijn woorden niets zouden uitrichten. Als altijd was de begroeting bartelyk, en i.uurman veront schuldigde zich aanstonds over zjjn wegblijven. Ik moest t hem niet kwalijk r.emen, want mees ter was wel vriendelijk, maar om zoo bjj hem aan te bellen, zie jeen dan toch, bjj geloof de wel, dat de vlieger niet zou opgaan, want hij had er zoo met Piet en Klaas over gesproken en die zeiden, dat 't toch niets zou worden. Wat mij aangaat, ik geloof wel, dat ons arbei- dersvolk niet toeschietelijk zal bevonden worden om aan dit fonds deel te nemen, maar een an der is het die zaait, en weer een ander die maait, 't Is daarom, dat ik alree de wenscheliikheid en de mogelijkheid van het pensioenfonds als over tuiging uitspreek, in afwachting of deze regelen te goeder uur eenige vruchten mogen afweipen- Buurman gaf mij te vei staan, dat bij gemis aan weik, zooals in den winter, het betalen onmoge lijk werd, maar de agent of bode kan immers met de van het dal stond aan den voet der hoogte eene aanzienlijke boerenhofstede Met h«ar ruim voorhuis, hare lange goed gebouwde stallen en schuren, die door een gemetselden muur ingesloten waren, geleek Rimlaashof meer op een riddergoed dan op eene boe renhofstede. Nauenheim gaf dan ook den indruk eener welvarende plaats; want de rijke boeren, en die waren er in Nauenheim velen, hadden veel met hun dorp op. In het midden van het dorp, dicht bij de kerk en tegenover den eendenvijver, gevormd door het water der beek, stond eene hut, welks dak Dog met stroo gedekt was- Alle huizen rondom hadden reeds pannen daken; slechts aan de uiterste grenzen van het dorp, waar de boeren, die slechts een halfspan ploegpaarden hadden, en de daglooners woonden, vond men nog zulke ellendige hutten met stroo- daken. Daarom was dit midden in het dorp staand, met stroo gedekt huisje reeds lang een doorn in het oog der boeren, want het ontsierde de plaats, meenden zijmoeder Mertens echter, aan wie hel huisje toebehoorde, kon niet besluiten het te ver- koopen, en had de voordeelige aanbiedingen, die haar reeds herhaalde malen gedaan waren, steeds afgeslagen. Zij was eene bekrompene, kleingeestige vrouw en zou in eene nieuwe woning niet kunnen leven. Het was na twaalven en de knechts en meiden gingen van het land naar huis. Moeder Mertens eene kleine vrouw, met een door zorgen em,harden arbeid gebogen rug, stond in de huisdeur en keek uit naar Anna, die ieder oogenblik thuis kon komen. Wel was haar veld zeer ver en lagen de enkele akkers daarenboven nog zeer verstrooid. Anna bleef ditmaal buitengewoon lang weg er moest bepaald wat gebeurd zijn, waardoor zij was opgehouden. „Als haar maar geen ongeluk overko men is," dacht vrouw Mertens. De oude boerin was sedert den dood van haar man angstig en bevreesd geworden, vooral door de vijandschap der buren. Haar overledene man. em eenvoudige boer, had een eigenaardig scherp uitkomend karakter, en zul ke menschen weet men nergens in de wereld te waardeeren, en nog minder, wanneer zij daarhij arm zijn. Geen wonder dus dat Mertens' onathankeiyk- heidsgevoel dubbel aanstoot moest geven, daar op het land de kastengeest en het vasthouden aan de voorvaderlijke gebruiken nog veel grooter is dan in de stad. Hoewel zjjne fraaie morgen lands hem nau welijks genoeg voor zijn bestaan opleverden, zoo had hij toch geen lust zich als knecht te verhuren. N iemands brood te eten was zijn trots, en zulks werd hem zoowei door de rijke bopren als door zgn* gelijken als hoogmoed en verwaandheid toegerekend-

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1889 | | pagina 1