bh missak, IVo. 258. 22 December 1888. \y Jaarg. n J\ aJ JÏ Kerstnacht in Bethlehem. Nieuws- en Advertentieblad F. DIELEMAN, AXEL. voor Zeeuw sell-Vlaand eren. FEUILLETON. m houtvester van e_i klust-, Fr. ZIMMERMANN. Staatkundig Overzicht. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS per 3 Maanden 1 maal per week 25 cent; franco per post 30 cent; 2 maal per week 50 centfranco per post 60 centvoor België 40 en 80 cent. Afzonderl. numm. 3 ct. DRUKKER UITGEVER Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën wórden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Wegens het invallen van het Kerst feest op a.s. Dinsdag, zal de Axelsche Courant op Maandagavond ver schijnen. De Uitgever. o Onder bovenstaand opschrift bevat de laatste af levering van het tijdschrift Vreemd en Eigen een opstel, waaraan wij het volgende ontleenen. liet behoeft nauwelijks gezegd te woroen, dat het Kerstfeest het hoofdfeest is in Bethiehem. lleeds den 24sten December om twee uur in den namiddag kan men den Latijnschen patriarch van Jerusalem zien, die met zijn gevolg te paard de residentie Eeitdschalia, welke niet ver verwijderd ligt, heeft verlaten om in Bethlehem de plechtig heid bij te wonen. Voorop rijdt de priester met het p.ati iarchkruis en onmiddellijk daarop komt de patriarch zelt, meestal op een Arabischen schimmel gezeten en omgeven door zijn kanunikken, een stoet van A- rabieren in de meest kleurrijke en schilderachtige kleeding en een militair eskorte. Wanneer men zulk een stoet door de stad ziet trekken moet men zich onwillekeurig verplaatst wanen in het tijdperk der kruistochten, iets waar toe de van alle kanten toegestroomde menscben- massa, waarin alle typen, alle kleedei drachten en alle talen vertegenwoordigd zijn, niet weinig bij brengt. Bij zijn aankomst op het voorplein der Maria- NOVELLE VAN XIII. „Ik meen met de pijp. Zoo'n ding weegt zwaar, en zou u bij uwe lichamelijke zwakte kwaad kunnen doen, vreest moeder.Zij begon zoo sma kelijk te lachen, dat Frans daarin navolgde. Regina ot Regi. zooals zij gewoonlijk genoemd werd. wa« zijne jongere zuster, die aan den zoon van een der ri,kste boeren verloofd was. Altijd op geruimd en weikzaatn kon zij het niet nalaten den lichtzinniger broeder op hare wijze te plagen en door sctierpe woorden te beproeven hem uit zijne traagheid op te wekken; Frans echter, die even goedhartig was als zijn vader, liet zich meestal die plagerij welgevallen. „Kom binnen," zeide hij, „laten we wat praten. „Volstrekt niet, ik heb genoeg te deen. Ik moet zorgen, dat degenen, die hard werken, 'b middags kerk stijgt de patriarch van zijn paard, en treedt na door de geestelijkheid ontvangen te zijn, de Katharina kerk binnen, waarbij Turksche militairen geschaard staan. Voor vreemdelingen is echter van het meeste belang de zooeven genoemde Maria- of Helena- kerk, die aan de Latijnen, Giieken en Armeniërs behoort en waarin zich de „Geboortegrot" be vindt. Deze grot is ongeveer twaaif el lang, drie en een half el breed en drie el hoog; de wanden zijn van kostbaar maimer en de zuilen met prachtige geschenken versierd. Een eigenaardig licht geven de twee cn dertig lampen die voort durend worden 'gebrand In her midden schittert een zilveren ster met latijnsch inschrift. Onmiddellijk aan deze grot grenst eene andere, waann men'langs een paar trappen kan afdalen, en waar een marmeren krib er op wijst, dat het kind Jezus hier in zijn kribbe werd gelegd. In diezelfde ruimte is door de Latijnen een altaar op gelicht op de piek waar de Wijzen uit het Oos ten het Kindeke kwamen aanbidden. Op her, Kerstfeest heerscht in de onderaardsche uitnte groote drukte en levendigheid. Na de luis terrijke en plechtige mis heeft er een groote pro cessie door alle heiligdommen plaats. Het nach telijk teest begint om half tien en eischt ongeveer vijl' uur tijd. Maar krachtens een oud privilegie kunnen er met Kerstmis ook over dag missen 'ge vierd worden in de Heilige Grot. Het gouden hek voor de nis, welke de krin bevat, is dan geopend en in de kribbe zelt liggen tallooze groote en klei ne van was vervaardigde Christusbeeldjes om ge zegend te worden. Franciskaner monniken zijn voortdurend hier aan wezig, tal van pelgrims ziet men op verschillen de plaatsen nedei knielen en de komst der proces sie atwachten, die eindelijk nadert. Turksche soldaten staan tot aan den ingang der Geboortegrot geschaard en de in rood en goud ge- kleede Kawassen van den patriarch van Jerusalem, die bij iedere twee schreden hun zwaren dienaars staf op den marmeren vloer laten dreunen, openen den stoet. Zi] worden gevolgd door zingende koor knapen met waskaarsen in de hand, door alle kloos terbroeders, volgens hun leeftijd geschaard, de jongsten vooraan en eveneens met branden Ie was kaarsen. Weinig schreden achter hen komt de Franciskaner prior, die een gouden mand draagt waarin een wassen beeldje, het kind Jezus voor stellende, ligt. Achter den prior gaat de Fransche konsul in groot uniform met zijn kanselier, zijn Dragoman en vier kawassen. Tallooze pelgrims van heinde en ver toegestroomd Engelschen, Amerikanen, zelfs vele dames en een aantal vrouwen uit Bethlehem sluiten zich bij den stoet aan, die zelden vóór twee uur in den mor gen zijn tocht geëindigd heeft. Ziedaar het Kerstfeest in Bethlehem. Buiten de hier beschreven plechtigheid heeft er geen en kele afwijking van het gewone leven plaats. Engeland, het koloniseerende land bij uitnemend heid, zit in zak en assche. Aller oogen zijn naar Afrika gericht en wel naar dat gedeelte, hetwelk op de kaart met den naam Soudan is aangeduid. Uit dat land is namelijk de tijding ontvangen, dat Emin pacha en een blanke reiziger, vermoedelijk Stanley, in handen van den beruchten Mahdi over geleverd zijn. Beiden zuchten volgens de berich ten in zware ketenen geboeid, ten prooi aan de willekeur van den gevreesden opstandeling. Wat zal de regeering aanvangen om de beide dappere mannen weder hunne vrijheid terug te doen ge ven Ziedaar het gewichtige punt dat vele hoof- hun eten vinden." „Dat vinden ze ook zonder u, Regi moeder en Mina kunnen het wel af zonder u." „Maar dal zal niet gebeuren. Een luiaard ver dient niet te eten; ik wil mijn eten verdienen. Dat is voor u natuurlijk niet noodig." „Zeker niet. Vader is rijk en ik ben zt)n erfge naam. Waarvoor zal ik me afbeulen als een knecht V" „Als de baas slaapt, doen de knechts niets. Op mijne boerderij zal het eenmaal toegaan, zooals het behoort." „Ha ha, ge ziet u dus reeds als boerin op Rim- laashof „Zeker, en u zie ik reeds in eene bedelaarskolonio of ergens anders, waar het nog slimmer is." Zij sprong in de kamer, ijlde op Frans toe en sloeg haar arm om zijn hals. „Doe het niet meer, Frans, het maakt me zoo angstig en loopt zeker niet goed af. We geraken door u nog ir< schande en krijgen een slechten naam." „Hoho, niet zoo scherp, Regi, hoe meent ge dat?" „Houdt u maar niet zoo onnoozel Frans, ge weeet heel goed, wat ik meen," vervolgde zij op een toon van verwijt. „Ge gaat stroopen, ik heb het reeds verscheidende malen opgemerkt. Vanmorgen zijt ge ook weer met het geweer thuis gekomen ge zijt in het bosch geweest, Frans. Zeg maar niets," vervolgde zij, toen hij een boos gezicht zet te en baar in de rede scheen te willen vallen, „mij ne kamer is dicht bij de uwe, en ik slaap niet vast. Mij maakt ge niets wijs, zoo als de anderen. Ook uw arm „Die ellendige arm Ik zal me nog voor de men- schen moeten verbergen," zeide hij verdrietig. „Dat hebt ge verdient. Ditmaal is het nog goed afgeloopen, Laat het u eene waarschuwing zijn ik smeek u lieve, beste broer, stroop niet meer. Denk aan de schande en het verdriet onzer ouders, wanneer men u snapte en u in de gevangenis zette." „Wees maar niet bang, daarvoor is gezorgd. Eerst krijgen, dan opsluiten." ..Laat u toch overreden, Frans. Wat hebt ge aan dat domme schieten." „Ja, eigenlijk niets," meende hij. „Ik heb er al leen schik in, omdat het dien dommen snaak, dien houtvestersjongen, ergert. Ik schiet alleen om hem eene leelijke poets te bakken." „Wat hebt ge dan tegen hem?" „Dat gaat u niets aan, Regi. Die wijsreus denkt dat hjj overal de eerste is. We spraken onlangs daarover in de herberg en ik heb toen eene wed denschap aangegaan, dat ik dien housvestersjongeu een bok voor zijn neus zon neerschieten en wegdra gen, niettegenstaande den ouden weerwolf en zijn

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1888 | | pagina 1