Gemengd Nieuws
Zitnmsliiff, 23 Nov. De weleenv. heer dr. Gerth
van Wijck, van 's Gravenhage, hield gisteren a
vond in de Ned. herv. kerk alhier eene Unie-rede
naar aanleiding van Spreuken 4 23b.
Ren groot Franscjj barkschip is Woensdagmid
dag voor Scheveningen gestrand. De wind was
zoo hevig; dat de reddingsboot tweemalen werd
teruggeslagen, terwijl ook de vuurpijlen, door de
Koord- en Zuid-Hollandsche reddingsmaatschappij
afgestoken, hun ddel misten. Tót groote ontstel
lenis van de duizenden mcnschen aan het strand
is het schip op ongeveer 300 meter van de kust
vergaan.
Vdn'het vaartuig is thans niets meer te zien
dan een gedeelte van den mast. Maatregelen wer
den dadelijk genomen om bij het aanspoelen van
drenkelingen hulp teverleenen en hen in het Kur
liaus op te nemen. Twaalf man heeft men in den
mast zien klimmen.
Te 5 ure ongeveer spoelden 2 man bewusteloos,
doch nog levend aan. Zij werden dadelijk in het
Kurhaus opgenomen, waar dr. De Niet, bijgestaan
door zijn broeder, candidaat in de medicijnen te
Utrecht, er in slaagde hen tot bewustzyn te bren
gen.
De naam van het schip is ,,Ango." Het behoort
thuis te Vannes, kwam van Grimsby en was be
sterad voor Buenos-Ayres. De twee man der e
<1 nipage, die in lever ziin gebleven, zullen voodoo
pig in bet Kurhaus worden verpleegd, waarvoor
<le directie terstond zich beschikbaar stelde en ver
scheidene kameis in gereedheid liet brengen om
wellicht nog andere schipbreukelingen op te ne
men, naar wie langs het strand wordt gezocht.
Voortdurend spoelen stukken van het uiteenge
slagen aan. Ook de scheepspapieren zijn gevon
den. Behalve de heeren De Niet, kwam ook la
ter dr. Van der Mandele zijne hulp verleenen. De
hoofdcommissaris van politie, de heer Van Scherm
beek, is aanwezig en voorziet in de noodige maat
legelen.
Nader meldt men omtrent deze ramp aan de
N. R. Cr.
Hartverscheurend was het gezicht van het
strand op de laatste stuiptrekkingen van de be
manning, welke steeds hcoger en hooger in het
want en de masten klom. Men onderscheidde
duidelijk tien man aan boord waarvan drie aan
den fokkenmast hingen, een in de ra zat, en de
overigen in de masten. Inmiddels was het einde
lijk aan de Noord- en Zuid-Hollandsche reddin
maatschappij, na veel tegenspoed, gelukt twee
vuurpijlen, waaraan reddingelijnen, in zee af te
schieten. De eeiste pijl sloeg door den wind te
rug; de tweede pijl was niet toereikend wat draag
kracht betreft, daar het schip ongeveer 500 me
ter van den duinvoet af in zee stond. Trouwens
sofa den luiaard uit te hangen en met dien hond
ie spelen, terwijl uw vader zich voortdurend over
het volk ergert De stem van den oude klonk
diep en ruw, hard en scherp kwamen de woorden
uit zijn mond. Daarenboven gaven hem het korte
maar dichte grijze haar, de lange baard van dezelf
de kleur, het gerimpelde donkere gelaat, de scherpt
bruine oogen en de borstelige boven den neus aan
eengegroeide wenkbrauwen hem het voorkomen van
een ouden boschbewoner uit den sermaanschen voor-
tjjd.
„Neen, vader antwoordde Karei.
„Zoo? Ge hebt toch zeker den last volvoerd,
dien ik u heb opgedragen
„Hebt ge den bok, die uit de andere streek op
onze weide komt, gevonden
„Hij stond bij de andere kudde, die over den Bar
ren berg komt."
„Is hjj neergeschoten
Karei aarzelde een oogenblik, besluiteloos wat
te zeggen. „Ja, maar niet door mij," zeide hij toen
kortaf en beslist.
„Wat Het gelaat van den houtvester drukte
eene grenzenlooze verbazing uit, „Niet door u
Door wien dan Ik kan toch niet gelooven, dat
een ander
men beproefde een wanhopig redmiddel, daar van
het schip reeds niets meer te zien was dan de
masten. Toen ook keerde de reddingsboot weder
naar het strand, en weinige minuten daarna was
van bet geheele vaartuig niets meer te zien.
Zouden er nog menschen te redden vallen? Dit
was de algemeene kreet. De voornaamste reeders
lieten wagens met paarden aanrukken, die de laag-
waterlijn naar Katwijk volgden om bij aanspoeling
de drenkelingen te redden Nauwelijks was men
voorbij bet Oranjehotel of twee personen werden
zichtbaar op de hooge golven. Verschillende per
sonen waagden zich in zee, o a. met gevaar voor
haar leven, een dochtertje van den boekhouder van
het Kurhaus, den heer Van Randwijck, met het
gelukkig gevolg dat de personen werden gegrepen
en op een paar karren naar het Kurhaus vervoerd,
waar, gelijk men wist, de directeur-generaal, de
heer Feiss, alles in gereedheid had laten brengen
om drenkelingen te ontvangen. De twee matro
zen werden daar binnengebracht, en onmiddellijk
wendden de heeren dr. De Niet en zijn broeler,
candidaat in de medicijnen te Utrecht, alles aan
om de in bewusteloozer. toestand verkeerende man
nen bij te brengen. Doordien de heer Reiss alles
had bijeengebracht wat tot opwekking van drenke
lingen noodig is, gelukte dit vrij spoedig, zoodat
de patiënten hunne spiaak herwonnen en eenige
bijzonderheden konden mededeelen.
De man die het eerst was gered heet Eugene
Guerre, de tweede Franqois Persunique, afkomstig
van Quiberron nabij Lorient, departement Mm bi
han. Deze verhaalde aan den hoofdcommissaris
van politie den heer Van Schermbeek, die spoe
dig te Scheveningen aanwezig was, dat het schip
ïeeds tien dagen in gevaarvollen toestand verkeer
de, dat het sedert Woensdagochtend 8 uur een
lek had bekomen, en de bemanning van dien tijd
af den geheelen nacht door had gepompt, zonder
ander resultaat dan dat men hier voor do kust
kwam. Toen was men het schip niet meer mees
ter, en hield men volle zeilen op om zoo mogelijk
den wal te bereiken totdat men vastraakte, en de
bemanning het schip ar.n geluk of ongeluk over
liet. Men zag de pogingen die van het strand tot
redding werden aangewend. De twee geredden,
die niet zwemmen konden, hadden zich in zee ge
worpen. De kapitein, die met de papieren in een
ra zat, viel ovet boord bij het, kappen van den'mid
denmast. De kapitein was genaamd Louis Grouelle.
Het schip, dat 26 jaar oud is, was geladen met
kolen, kwam van Grimsby en was voor Fransche
rekening in Engeland gekocht. Het was bestemd
naar Buenos Ayres. De beide geredde personen
zijn 32 en 26 jaren oud. Nadat de beide dienke
lingen in het Kurhaus waren gebracht en daarin
eene der logeerkamers te bed waren gelegd, wer
den zij met de meeste inspanning verpleegd en dr
De Niet en dr. v. d. Mandeie meenden geiustste!
lende verzekeringen te kunnen geven voor het be
houd van hun leven. Van het schip is niets over
„Zeker, vader. Een stiooper schoot hem voor
rnjjne oogen neer."
„Drommels! En ge liet dien schurk ontsnappen?
Hadt ge geen lood in den loop, of een klapbus in
plaats van een geweer in uwe hand Wie was het
kent ge hem
„Neen."
„Zoo en de bok
„De strooper nam hem mee
De oude barstte in een toornig Lchen uit.
„Ge zijt een net model van een schutter een
buitengewoon jagerstalent 1 Het was de moeite wel
waard, dat ik u hierheen liet verplaatsen Hij
stampte met de voeten op den grond en zijne oogen
fonkeldeu. „En zoo waagt ge het me onder de oo-
gpn te komen, knaap? Den domste mijner jagerjon
gens zou ik het huis uitgooien, dat hij zijn nek brak,
als hij met zulk eene boodschap bij me kwam
van mijn zooc moet ik het dulden, dat hij zich door
één brutalen boer het wild voor den neus laat weg
kapen, omdat hij Ie laf is den schurk te pakken,"
„vader!" riep Karei met trillende stem.
„He?! Moet ik het onverschrokkenheid noemen
of hoe anders Ik heb een flinken steun aan
Wordt Vervolgd.
gebleven. Van het Kurhaus at tot het artillerie-
park is des avonds alles aangespoeld, terwijl het
wrak zelf voor dit park ligt. Meerdere lijken zijn
niet aangespoeld.
Het Dinsdag te Amsterdam uitgegeven po-
iitiêbericlit bevat omtjent het feit der mishande
ling van eèn agent op de Westerinarkt het
volgende
„Heden nacht is door twee gebroeders wonende
2e Blnemdwarsstraat aan bet bureau der 3e sectie
gebracht een agent van politic, die op de Wester
inarkt door eene volksmenigte zoodanig is mishan
deld dat hij per raderbaar naar het Binnen Gast
huis vervoerd is moeten worden. Het is gebleken
dat om kwart over tienen eene volksmenigte uit
de Hartenstraat kwam, zich begevende naar de
Westermarkt. Dat die troep voor Je woning van
den burgemeester heeft gezongen dat bovenbedoel
de agent eenige personen uit dien troep had
hoort n spreken over inwerpen van glasruiten
waarom die agent den troep is gevolgd en hij
toen op de Westermarkt is mishandeld, door on
bekend gebleven pers*nen, die op de komst van
meedere agenten reeds vertrokken waren. Toen
is nog een troep volks met wapens uiteengedie.
ven. De helm en do sabel van den mishand- kien
agent zijn in ae Keizersgracht geworpen.
De gewonde agent is ter verpleging in het Bui-
nen Gasthuis opgenomen Zijn arm is uit het lid
maar overigens is zijn toestand bevredigend"
In verband hiermede meldt het N. v. d. D,:
Na afloop van de gisterenavond gehouden bij
eenkomst in „Plancius", alwaar Domeia Nieuwen-
huis eene lezing gehouden had vormde zicli een
troep van omtrent een tweehonderdtal personen,
die zich in de richting van de woning des burge
meesters naar de Keizersgracht voortbewogen.
Toen reeds van verie de kreten „Weg met Van
Tionhoven „Leve Nieuwenhuis gepaaid met
het werpen van steenen, zich deden hooien, wil
de de agent, die bij het huis van den burgemees
ter geposteerd was, zich naar liet nabijgelegen hulp
bureau van politie op de Pninsengracht begeven
om versterking te halen. Nauwelijks werd dit
van uit den tierenden troep bemerkt, of men zet
te den agent achterna om dit te verhinderen. Op
de Westermarkt bracht men hem slechts tot staan,
maar hij werd daar mishandeld, op den grond ge
worpen en getrapt, zoodat de man, erg gekneusd
én gewond, naar het gasthuis moest worden ver
voerd, terwijl de menigte door de inmiddels aan
gerukte versterking met sabel en stok werd uit
eengedreven.
De Amst. Ct. meldt nog
Een groep sociaaldemocraten trok. de socialis
tische liederen zingende, de stad in. Bij de Hor
tusbrug werden liedjes verspreid. Op de Joden-
Breestraat gekomen, schoot eensklaps een inspec
teur toe met eenige agenten, die voor „Plancius"
vergeefs beproefd hadden de lui tot zwijgen te
brengen, uit de Nazarethsteeg en verspreidden de
menigte met getrokken sabel en den stok in de
Joden-Breestraat en de Markussteeg.
Een steen viel tusschen de agenten, deze maak
ten eene charge, doch daarmede was het afgeloo-
pen. Achter de agenten zong men „Oranje bo
ven" terwijl de sociaal democraten, hunne liede
ren zingend, verder trokken naar den Dam en
den Jordaan.
Op reis
Juffrouw Panvisch, met een pakje, waarom een
bruin vetachtig papier, en eene parapluie voor het
piaatsloket van't Centraal station te Amsterdam:
„Moetik hier plaats nemen naar Leiden?"
Klerk „Welke klas, juffrouw?"
Juffr. P.„Stopt deze trein te Leiden?"
Klerk Hij stopt overal. Welke klas, juffrouw
Juffi. P.„Moet ik ergens overstappen?"
De kierk helpt ondei wijl an-lere reizigers, stampt
ongeduldig en smijt het geld neer.
Juffr, P., met een gulden op het marmeren
plaatje tikkende „Hei, jonkman 1"
Klerk: „Waarheen juffrouw
Juffr. P.Hoor eens, ik moet kwart over vier
te Leiden zijn. Ben ik er gauwer, als ik op een
sneltrein wacht, ot thans met den boemeltrein ga.