Gemengd Nieuws. stel en aan deze wees Van Dijk dadelijk den ver- moedelijken dader aan. Deze en zijn oudere mak ker weiden in arrest genomen, en men vond bij ben, behalve ƒ400, het aan den papierkoopman ontnomen horloge en een zilveren schaartje. Dit waren zulke overtuigende bewijzen, dat de land looper vereer ontkennen onnoodig achtte en dan ook mededeelde, dat hij een en ander onder voor geven dat zij verkleede marechaussee's waren, van den papierkoopman hadden afgedwongen. Beide daders werden nu gevankelijk naar Den Bosch gebracht hoewel de oudste beweerde dat hij zich geen misdrijf be wust was dat hij dronken was geweest en niet wist wat er gebeurd was De vrouw, die hen vergezelde en dieniet schul dig scheen, was inmiddels luid weenende naar Rotterdam vertrokken. Het schijnt dat de koopman in papier, een erge sukkelaar naar het blijkt, vroeger door erfenis in het bezit van het geld was gekomen, dat hij nu steeds bij zich droeg. AXEL, 19 October 1888. Bij de gehouden examens voor onderwijzer te Middelburg zijn o. m. geslaagd de heeren J. P. van de Sande te Schoondijke en A. van Waterschoot te Sint Jan Steen. De kommiezen 4e klasse J. G. J. Vaags van Aalten en K. Spijkerman van Dordrecht zijn tij delijk als zoodanig teTerneuzen geplaatst. Bij de Ned. Herv. gem. te Sas van Gent is tot predikant beroepen (toezegging) dr. A. Scholte te Zomeren. Een vreeselijke gebeurtenis zoover ons heugt eenig in de geschiedenis te Middelburg is gisternacht voorgevallen. Omstreeks drie uren onstond brand in de Kor- tedelft wijk G no 14, welk perceel bewoond woidt door den broodbakker J. M. In een oogwenk stond het gebouwtje van on der tot boven in brand en werd het met al wat er zich in bevond een piooi der vlammen. Is de materieele schade aanzienlijk, allerver schrikkelijkst is het dat vijf personen bij deze ramp het leven verloren De bijzonderheden, die wij hieromtrent vernamen, laten wij hier volgen. De bewoner M., wiens bakkerij zich in een an der deel der stad bevindt wordt telken nacht te half drie gewekt en begeeft zich dan naar zijne werkplaats. Dat was ook dezen nacht het geval en zeer kort na zijn vei trek stond het huis in laaie. Een der overburen door het knetteren der vlam men gewekt stond op, ontdekte den brand en begaf zich dadelijk naar het aangetaste perceel. Hij trach- te zich door de deur toegang te verschaffen doch slaagde daarin niet waarom hij de winkelruit in sloeg, en tegelijkertijd door de vlammen heen door de 24 jarige huishoudster van M., die zich in den winkel bevond, zich hoorde toeroepen de zonnige vlakte, vóór bij het gevonden had. Plot seling verhelderde zich zijn blik, en een vroolpk lachje gleed over zijn gelaat. In de richting van het dorp naderde een jong meisje, Zij was zelfs voor eene boerin zeer eenvou dig gekleed, maar de schikking der uit de grove stof vervaardigde kleederen verried eene nauwge zetheid, die men gewoonlijk bij landlieden bemerkt. Op den rug droeg het meisje een mand en in ha re hand eene spade. Toen zij dichtbij gekomen was, riep de jager haar, waarna zij opkeek en op hem toekwam, .Goeden morgen, Anna," zeide hij, terwijl hij haar de hand gaf en de sombere trekken in zijn gelaat verdwenen „Dag, Karei."' Zij bleef staan en keek hem on derzoekend aan. Haar gelaat was niet schoon, want het was onregelmatig en miste bijna elke kleur; maar eeoe zekere uitdrukking van zwaarmoedigheid bezielde hare trekken, die voor eene boerin bijna fijn waren. Twee prachtige bruine haarvlechten, om het hoofd geslingerd, rustten daarop als een kroon; het scheen bijna, dat het meisje daarom haar hoofd een weinig neigde, omdat Hj de zwaarte van het schor haar niet veimocht te dragen. „Hebt ge op me gewacht, Karei De stem klonk diep en welluidend. Help, help, ik stik De vuurgloed en de uitstal ling voor het raam zullen haar, die vermoedelijk ook een der kinderen bij zich had, waarschijnlijk belet hebben door deur of venster te ontvluchten Hulp te bieden was den overbuur onmogelijk; alleen kon hij zich haasten brandalarm te maken. In korten tijd waren de buren met de ramp in kennis gesteld, weldra klonk het brandalarm door de straten en rukte de brandweer aan. Toen echter was in het brandende perceel reeds het vreeselijk drama afgespeeld, waarbij de bovengenoemde huis houdster, een zuster van den bewoner, en vier kin deren als slachtoffors vielen, deze kinderen waren een meisje van 9, een meisje van 7, een meisje van bijna 3 en een jongetje van 6 jaren. De brand werd daarop door de brandweer ge- bluscht en kon, hoezeer de belendende perceelen reeds vuur hadden gevat, tot het eerst aangetaste huis, dat totaal is afgebrand er. waarvan alleen de ge metselde voorgevel is behouden, beperkt blijven. Toch kregen de naastgelegen perceelen nog vrij wat schade, niet weinig door het water dat ter beveili ging er op en in werd gespoten. Ann de cveizijde van de Korte Delft zijn onder scheidene spiegel- en andere ruiten door de hitte ge sprongen, is de verf van verschillende huizen ge bladderd en deed zich bij een perceel reeds een begin van brand voor, dat echter door de bewo ners kon worden gestuit. Ook aan die zijde van de straat is dus veel schade toegebracht. Omtrent de oorzaak van den brand is zoo schrijft de M. Ct. uit den aard der zaak weinig te zeggen. Maandag is te Amsterdam in arrest geno men de postconducleur Kieke, dienstdoende op de nachtkar van Amsterdam naar 's Hage, verdacht van verduisteringen van waarden uit de paket ten. - De weduwe C. Neven, te Lekkerkerk, mocht Ih de verloopen week haar 102den verjaardag be leven. Zij is, naar omstandigheden, nog vlug. - Zaterdag middag heeft te Leiden een man zich aan jenever te goed gedaan. Toen hij het tot 3 „dikkoppen" (6 maatjes) had gebracht, 'betaalde hij eerlijk en stikte daarop. - Een jong persoon, goed gekleed, die zich te Roermond in de herberg Verstegen voor een Pruisisch officier uitgaf, verkocht aldaar aan zeke ren Kusters uit Susteren een 8-jarig rijpaard zon der gebreken voor de som van ..'77. De politie, die intusschen lucht daarvan kreeg, nam den „of ficier" in verhoor, die bij zijn beweren bleef, maar intusschen de herkomst van het paard dat op eene waarde van 300 geschat werd, niet kon aanwijzen. Ten slotte bekende hij het paard gestolen te hebben. Hij is dan ook in arrest ge nomen in afwachting dat zijne uitlevering zal worden aangevraagd. „Ja." Hij beproefde op te staan, doch weid ter stond herinnerd aan zijne verwonding, die hij op dit oogenblik vergeten had. „Ge ziet er bleek uit, Karei zijt ge ziek?" „Neen. Anna. Ik beb mijn voet aan een steen gekwetst. Het beteekent niets; kom een beetje bij me zitten." „Dat gaat niet. Het volk op het veld zou het zien en dan zou er over ons gepraat worden. Men zegt zoo gaarne wat van me. Ge weet dat de af gunstige boeren het moeder niet kunnen vergeven, dat zij ondersteuuing uit de stad krijgt en niet lie ver in de gemeente gaat bedelen. Wat zegt men al niet van mijne arme moeder en van mij, zonder dat men er grond voor heeft Ik wil daarom de menscben geene aanleiding geven om nog meer kwaad van ons te spreken." „Zeker het zou eene groote schande zijn, als men u als mijn meisje nawees," zeide Karei met bitteren spot. „Spreek zoo niet, Karei," hernam zij bedaard. „Ge weet zelfs, hoe ongelijk ge hebt. Mijne arme moeder heeft genoeg te dragen; iedereen meent, dat men eene weduwe ongestraft kan beleedigen, en ik ben haar eenige vreugde. Deed ik haar nog schande aan dan was zulks haar dood. Wordt vervolgd.) De politie te Rotterdam heeft tegen een tap per procesverbaal opgemaakt wegens het verkoo- pen van sterken drank aan een kind beneden den leeftijd van 16 iaar, in eene voor het publiek toe gankelijke localiteit. Door de politie te Rotterdam is aangehouden en ter beschikking der justitie gesteld een jongen met een zeer berispelijk verleden. Hij wordt ver dacht, ten nadeele van eenen schoenmaker te Rot terdam 5 paar bottines te hebben verduisterd. In zijn bezit werd een bos valsche sKutels of loo- pers bevonden, zoodat het niet onmogelijk is dat dit sujet aan de in den laatsten tijd te Rotter dam gepleegde misdrijven medeplichtig is. Beetgenomen. De heer N., een man, die wegens zijn gie righeid algemeen bekend is en die in een streek woont waar op het oogenblik de gele koorts heerscht, wandelde, naar een Amerikaansch blad vertelt, onlangs in het dorp X. Het was snik heet en zijn overjas werd hem wat heel zwaar. Eensklaps ontwaarde hij een vrij bleeken jongen, die hem heel beleefd groette. „Zeg eens Jan, zou je mijn jas met mij naar huis willen dragen" riep hij. „Met pleizier", gaf Jan ten antwoord. Aanvankelijk liepen beiden naast elkander, maar weldra bleef Jan een heel eind achter en hij scheen zich slechts moeite voort te slepen. „Zeg eens" riep N„ „als je niet gauwer kunt loopen, zal ik mijn jas liever zelf maar dragen", „Neem me niet kwalijk mijnheer", gaf Jan ten antwoord, maai als een mensch pas uit het koorts hospitaal komt, is hij natuurlijk nog zwak op de beenen." „Kooi ts hospitaalschreeuwde N-, die doodsbe nauwd is voor al wat besmettelijke ziekte heet. .,lk hoop toch niet kerel, dat ie de gele koorts heb gehad?'1 „Jawelik ben eerst twee uur geleden ontsla gen was het spoedige antwoord, „maar bier is uw jas torug. die wordt mij toch wel wat zwaar." „Blijf me van 'tlijf," brulde N. „Als je te dicht bij mij komt. sla ik je dood. ,;Zoo'n stómme hond komt uit het hospitaal en zegt er geen woord van. Ik wil de jas niet hebben ga heen ruk t< ch uit kerelHoudt die jas, smijt het dmg in 't vuur doe er mee wat je wiltDaar heb je nog een gulden, maar pak je weg Toen zette mijnheer beenen, om zoo spoedig mogelijk uit Jan's gevaarlijke nabijheid te ko men. Jantj9 echter stond eensklaps weder heel ste vig vast. In de eene hand hield hij de jas en in de andeie den gulden en mompelde danig in zijn schikZoo'n koortshospitaal is toch maar een mooi iets, vooral als je er zoo - als ikniet in bent geweest." In den nacht van Zondag op Maandag heeft er te Helder eene ernstige vechtpartij plaats gehad tusschen burgers en marinieis, waarbij laatstge noemden van hunne messen gebruik maakten en den burgers belangrijke verwondingen in den rug en de armen toebrachten. Door de politie wer den 4 mariniers gevat en in arrest gebracht; drie der burgers moest men naai-'huis dragen. Een dezer nachten vervoegde zich een ge pensioneerd militair uit Utrecht aan de politiebu- reau's te 's-Hage aangifte doen Je van een bruta len straatroof. Hij gaf daarbij de volgende bijzon derheden op. Zijne pensioensacte had hij tegen eenige rente bij geldschieters te gelde gemaakt voor twee bankbiljetten van ƒ25, die hij in een portefeuille in den binnenzak van zijn jas borg. Hij had met zilvergeld ongeveer ƒ80 bij zich en begaf zich naar een bierhuis aan de Kalvermarkt bleef daar tot het sluitingsuur en vroeg toen, daar hij hier vreemd was, den weg naar het spoor. Twee personen boden zich aan hem te verge zellen en kuierden met hem naar den Scbe- veningsche weg, waar zij, volgens den gewezen militair, dezen van al zijn geld beroofden. Zij schenen geweten te hebben dat in de por tefeuille geld was, want toen de man, bemerken de dat men hem een strik gespannen had, aan bood al zijn zilvergeld over te geven, rukten zij den binnenzak van zijne jas los, namen de bank biljetten uit de portefeuille en wierpen daarna het

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1888 | | pagina 2